Historisch Archief 1877-1940
No.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
verdedigd tegen verschillende bestrijders. De beschuldiging tegen de voor
stellers ingebracht dat zij weinig bereid bevonden werden voor ge
meen overleg wordt door het blad weerlegd. Op hoofdpunten na
tuurlijk konden de voorstellers niet toegeven, maar toch hebben zij,
waar het mogelijk was, partij getrokken in de gemaakte opmerkingen.
Het Hanü. heeft nog een drietal artikelen aan bet financieel vraagstuk"
gewijd en daarin te kennen gegeven dat het ontwerp van l)elden c. s.,
geamendeerd, tot een bevredigend ontwerp zou kunnen worden gemaakt.
Een oud-lid der Staten-Generaal heeft in een dezer dagen verschenen
brochure de inkomstenbelasting ten sterkste bestreden en zijn denkbeelden
(streng conservatief) over den financieelen toestand van het o ogenblik
medegedeeld.
Het dezer dagen verschenen ontwerp tot wyziging der drankwet wordt
door 't Vad., wat de hoofdzaak betreft, afgekeurd. Het blad wenscht
de vergunning tot het schenken van likeuren enz. niet aan koek- en banket
bakkers verleend te zien.
Het Haagsche Dagblad heeft een tweetal artikelen gewijd aan bet
Congovraagstuk en pleit voor heb goed recht der Portugeesche regeeriüg. Por
tugal levert op Afrika's westkust, naar de meening van dit blad, de meeste
waarborgen op voor Nederlands handel.
Nog moet worden gewezen op een tweetal artikelen in het Hand.
over het Marine-vraagstuk, het eene van den heer Verhey te Nieuwediep
het andere van Nautilus; op een drietal stukken van da Arnli. CL ge
teld: een commentaar op een bedorven tekst der Grondwet: de wetten
zijn onschendbaar"; op een beschouwing door het Hand. gewijd aan de
Internationale Landbonw-tentoonstelling onder bet opschrift: Zouden wij
wezenlijk slapen ? op een stuk in H N. v. d. D. over ons tooneel en de
,critiek" waarin op ernstige studie wordt aangedrongen, en ten slotte op nog
een tweetal artikelen in de N. R. Ct. van prof. Spruijt en dr. Schaeprnan
ten vervolge op de quaestie een vorige week reeds vermeld.
WARME KADETJES.
Een Zaterdag-avond Praatje.
XXXVII.
Mijnheer de Voorzitter, zoude ik even het woord mogen verzoeken ?"
Het woord is aan den heer Aquarius !" " sprak de president.
Toen ik een jongen was, mijnheer de voorzitter," aldus begon ik,
bestond er onder mijne jeugdige tijdgenooten eene onhebbelijke manie
om allerlei ondeugende streken uittehalen; zoo werden, om enkele voor
beelden te noemen, stukken papier gekauwd en in den vorm van natte
proppen naar zoldering of muur geslingerd, waar zij natuurlijk bleven
kleven; er werden stukken krijt of stalen pennen in de inktkokers ge
gooid om kunstmatige bruising te weeg te brengen; corset-veêren aan
moeders of zusters eigendom ontvreemd, deden als catapulten dienst
en slingerden griften of steenen door het school-lokaal; 't allerergste
echter, en hier ben ik waar ik wezen wil, was de gom-elastiek-periode !"
Verbeeld u, mijnheer de voorzitter, dat de jongens uit mijn tijd er be
hagen in schepten om een solied en vierkant stuk gom-élastiek precies
zóó lang te beknabbelen en te bekauwen, totdat het in een toestand
was geraakt die men gaar" mocht noemen: de minste knijping en druk
king toch was dan voldoende om uit het stukske gom knappende lucht
bellen te doen ontstaan, en het was zoo lang en gerekt geworden als ...."
Mag ik den geachten spreker doen opmerken"", dus interpelleerde
de voorzitter, dat deze vergadering niet door handelaren en makelaars
in drogerijen is belegd, maar dat wij bijeenkwamen orn de beurs
kwestie to bespreken.""
Jawel, mijnheer de Voorzitter, maar ziet u, ik had mijn stukje gom als
aanloop noodig, want naar mijne meening, gelijkt de oorspronkelijke
beursvraag er machtig veel op; die vraag was ook een brok gom-elastiek, waar
aan wij zóó lang gekauwd hebben totdat er eene ellenlange affaire uit
ontstaan is."
Be vergadering werd onrustig.
En ook", voegde ik er nog bij, vind ik dat mijn lang uitgerekt stukje
gom eene treffende gelijkenis heeft met de fameuse pijpenlade, die men
van plan is om op het Damrak neer te plakken.
Er ontstond eenig gemor.
Mijne heeren", riep ik, vergun mij dat ik mijne beeldspraak verder
tiitwerk, het stukje gom-elastiek dat we op school..."
"Was der dan geen meester op juillie school"", bromde eene grove
stem achter m\j, die zoo'n smerig en uitgekauwd brok wegnam en ver
donkeremaande ?""
Der was zoo'n meester/' mijnheer de voorzitter, zeide ik, en als deze
heer niet zoo onbeleefd was geweest om mij in de rede te vallen, zoude
de vergadering reeds gehoord hebben dat de goede man vaak zoo'n stukske
confiskeerde en onbarmhartig in de langs het school stroomende gracht
wierp."
Een demper! weg met de dempers!"" riep men in koor. >'
Mag ik den spreker vragen waar hij eigenlijk heen wil ?" vroeg ue
president.
Met plezier; ik wilde dat er eene forsche en machtige hand kwam,
die het stuk elastiek, dat wij beurskwestie noemen, beet pakt een ver weg
slingerde, zelfs op het gevaar af dat het in eene gracht te land kwam
die nog niet gedempt is." "
Het gemor begon thans op het bulderen der zee te geleken. *
Wanneer ik mijn zin had, mijnheer de voorzitter, dan zoude ik het
vraagstuk onzer dagen, willen verdagen; laten wij het over vijf of tien
of twaalf jaar weder eens oprakelen, en ondertusschen het bestaande
beursgebouw, dat wel niet fraai is, want een confituren-taart is,
daarbij vergeleken, een architectonisch wonder, stilletjes blgven gebrui
ken, en,., .. ik druk op dit n het in het Damrak geworpen zand
ten spoedigste en op de minst kostbare wijze verwijderen^",
gedacht",, hoera" riepen, velen.
Vergunt ge mij, mijnheer de voorzitter, mijne verwijderings-plannen,
ik heb er twee, aan de aandacht der vergadering te onderwerpen'?" "
Ik verkreeg bet gewenschte verlof.
Niets gemakkelijker," " meende ik, dan het zand op karretjes door
do Zoutsteeg te verwijderen, het over eene, over den Nieuwendijk geslagen
luchtbrug, in do Gravenstraat te brengen en dan verder te transporteeren
ter plaatse waar het behoort, namelijk in den Nieuwezijds-Voorburgwal.
De kosten kunnen dunkt mij, niet groot zijn en bovendien is het mogelijk
dat wij daarin worden tegemoet gekomen, want wellicht geeft het vorstelijk
's-Gravenhage ons eene subsidie, waarin wij ons bereid verklaren om de
vele ledigloopende arbeiders, die de residentie op het moment rijk is, aan
het werk te stellen.""
Een goedkeurend gebrom gaf mij moed om niet mijn tweede plan voor
den dag te komen.
De laatste maal dat men pogingen in het werk stelde om de schatten
der L u t i n e boven water te brengen" ", dus vervolgde ik mijne rede
voering, heeft men gebruik gemaakt van een zandspuit, zandverjager,
of zandwcgblazcr, ik weet niet precies hoe het instrument heette,
die het overtollige zand, op zeer iugénieiise wijze verplaatste; zoude nu,
vraag ik, dat werktuig geen dienst kunnen doen, om het zand uit het
Damrak, en buitenorn, in den Voorburgwal te jagen'/""
Mijn woorden werden met een donderend applaus begroet.
Maar het inmiddels gemetselde riool?" riep iemand.
Deksels! dat was eene leelijke opmerking. Ik had met datgeheeleriool
geene rekening gehouden, en wil wel bekennen dat de interpellatie mij
eenigszins van streek deed geraken; ik heb echter, in mijn leven, zoo vaak
voor heete vuren gestaan, dat ik mij ook thans niet van de wijs liet bren
gen en zeer spoedig mijne bezadigdheid terug erlangde.
Het riool", zeide ik, nemen wij netjes en ia zijn geheel op en bergen
het op de zolders van het Oudheidkundig Genootschap, want het is daar
uitstekend goed bewaard en wij kunnen het, wanneer de noodzakelijkheid
blijkt om weder eene gracht te dempen, in later dagen zeer goed gebruiken."
De metalen stem van den voorzitter deed zich hooren.
'' Mag ik den spreker onder het oog brengen dat hij zich bij voortduring
op neven-terreinen beweegt en van de eigenlijke kwestie afwijkt?"
,,.;Ge hebt gelijk,"" mijnheer de president, en. ik zal mij haasten om tot
een einde te komen ; mijne vaste opinie is dat een nieuw te stichten beurs
gebouw in het centrum der stad en zeer bepaaldelijk op den Dam moet
kooien te staan ; ik zal de vergadering niet met elke opsomming van be
wijzen voor deze stelling lastig vallen, en breng enkel het feit in herinne
ring, dat reeds een held der grijze oudheid, met profetischen blik zag dat
de Dam, ik herhaal het de Dam", de aangewezen plek voor eene beurs is.";'
?:. Bewijzen!" w«~rd er geroepen.
Bewijzen?"" riep ik, maar dat is gemakkelijker dan gij denkt mijne
heeren. Zag niet de Bode" in Vond el's Gijsbrecht van Amstel
eene beursgevel aan de zijde van het Rokiu, toen hij uitriep:
,; ,Jck quam omtrent de Beurs, TE WATEB uitghebouwt" eu herinnert ge
u niet dat in Gijsbrecht's dagen Amsterdam nog geen beurs-gebouw
rijk was?"" ' _' .
Hij is een spotter!" Hij beleedigt de nagedachtenis van den vorst
onzer dichters!" Weg met den kritikaster!" Der uit!"
' Deze en soortgelijke uitroepen weergalmden; ik werd aangepakt en
voortgestuurd en toen weder opgeheven, om eensklaps een gevoel
tejhebben alsof ik van een trap met driehonderd treden, van boven naar be
neden rolde; het werd mij groen en geel voor de oogen en ik betastte
mijne gekneusde ledematen, toen ik eensklaps Jan's stem hoorde, die mij
toevoegde:
Pa, zoo zoudt u je leelgk kunnen bezeeren, en weet u wel dat de
thee koud wordt?"
Verbaasd keek ik rond en bemerkte dat ik, in mijno huiskamer, op (leu
vloer lag; ouder gewoonte had ik, na het middagmaal, in een gemak
kelijken stoel, naast de kachel een dutje gedaan eu was aan het droomsn
over de beurs-kwestie gegaan, waarbij ik ongelukkigerwijze eenetombade
had gemaakt.
Daar hebt u de krant, pa!" zei Jan, die het gebeurde lang niet on
aardig scheen te vinden, hoewel ik precies deed alsof ik het niet bemerkte.
Ik greep het blad, snuffelde er in en riep eensklaps: Daar heb je een
kwartje, Jan!"
Waarvoor, pa?";' vroeg de jongen, die aan zoo bovenmatige gulheid
niet gewend is.
Omdat ik hier lees jongen: Er zal dus een nader onderzoek
naar de plaats voor den beursbouw worden ingesteld!"
En vindt u dat zoo prettig "
'Kostelijk en overheerlijk!"
Maar dat is, als ik het wél oescnouw, de zaak weder op de lange
baan schuiven." "
Je opmerking is arrogant, Jan", sprak ik. Maar ik wil me niet boos
maken, want ik ben veel te veel in mijn schik. Gesteld al eens dat je op
merking juist zoude blijken te zijn, dan heeft,toch do heden in den gemeen
teraad govallen beslissing, misschien dit -nig gevolg: dat, de
doodkistaehtige schuif-trompot, uo reuzen-siier-nsperge, het uitgeknabbelde on bul
tige stuk gom-elastiek, dat men op bet Damrak heeft willen toovereu,
nooit ofte nimmer zal verrijzen. Daar heb je ook nog een dubbeltje
Jan!"
Jan was perplex en keek mij met wijdgeopende oogen aan
En wanneer ooit de beurs komt te staan waar zij behoort , dus ver
volgde ik, en dat is natuurlijk op den Dam, dan krijg je een rijksdaalder!"
Hé, Pa!" was alles wat mijn zoon zeggen kon.
En haal me nu een fijne flesoh uit den kelder, en loop even naar
mijnheer Sagittarius en zeg dat ik hem noodzakelijk moet spreken;
van avond wil ik vroolijk zijn en wijn plengen en mij, met een gelijk
gestemd vriend, verheugen in de heuglijke dingen die ons beschoren
werden.'"'
Hoe de avoniL verder gepasseerd is? Vraag het mij nist lezer;