De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 3 februari pagina 4

3 februari 1884 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

..r DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 345 sommige zaken behoort men eenen sluier te werpen ; hetzij u genoeg te weten dat de torenklokken het vierde uur na middernacht verkondigden, alvorens in mijne huizinge de gewone kalmte was teruggekeerd. Aquarius. KUNST. MUZIEK. Het valt moeilijk in een beknopt overzicht van alles melding te maken, wat er in da hoofdstad op muzikaal gebied voorkwam. Daar waren, nu het winterseizoen of liever het muzikale seizoen in vollen gang is, concer ten en voordrachten in overvloed, die den verslagger ruime gelegenheid schonken de meer of minder voortreffelijkheid der orkesten en solisten te leeten schatten. De Voorstelling van Martha door het Fransche Operagezelschap te 's Hage in deft grooten schouwburg, waarbij mej. d'Ervilly en Mme. Danglade, alsmede de H.H. Desgoria en Selrack de hoofdrollen vervulden, beant woordde slechts aan matige eischen. Mej. d'Ervilly zingt herhaaldelijk onzuiver en ia hoofdzakelijk geschikt voor de interpretatie der lichte, be vallige rollen, Waarvoor zjj ook de uiterlijke gaven bezit. Hare coloratuur is voldoende, zonder echter geheel geacheveerd te mogen heeten. Mme Danglade speelt niet onverdienstelijk, doch beschikt slechts over weinig Btemmiddelén en behaalde weinig succes bij de voorstelling van Martha. Nog efger maakt het de heer Desgoria, die wel onder den invloed eener ongesteldheid optrad, doch beter had gedaan zich aan de interpretatie zijner rol maar niet te wagen. Wij brengen intusschen gaarne hulde aan de wijze waarop hij als acteur optreedt. De werkelijke vrienden van den lieer Selrack, die hét met de toekomst van dezen artist goed meenen, zouden hem gaarne Waarschuwen tegen het ruwe uitstooten van sommige toten Jn het hooge register en hem wijzen op de goede methode door zijn ainé" den Heer Vitaux gevolgd, wiens orgaan ook niet weinig ten gevolge dier methode werd gespaard. Artisten rekenen echter dik werf alleen met het tegenwoordige en kiezen het succes van het oogenblik boven de vêrwachtiögen der toekomst. Daarenboven is het publiek in hooge mate medeplichtig aan hun roekeloosheid en moedigt deze onverstandige toejuiching het overdreven krachtsbetoon der zangers aan. Bij de voorstelling van Martha was de Heer Selrack nog niet geheel hersteld van zijne verkoudheid; enkele klanken werden onderweg een beetje ongelijk en onwelluidend, doch onder den indruk van het applaus, dat hem zoo herhaaldelijk werd gegund, mocht het dezen artist gelukken ecu bevredigend resultaat te leveren en een groot aandeel in de toejui chingen te verwerven, die de voorstelling uitlokte. Wie over de koren fcpfoolct in muzikalen zin roept bij onze operabezoekers maar al te fjinodig de herinnering wakker aan wat gebrekkig en onvolkomen is. Wij de voorstelling van Martha was daarenboven het spel beneden critiek. Het, toofieel op de markt was met zooveel symmetrie geordend, dat, men eene reeks ledepoppen meende te aanschouwen, die aan de bewegingen van heteelfde touwtje gehoorzaamden. Bij het op den voorgrond treden van een der hoofdpersonen schaarden zich de koorleden eerbiedig in lango rij ter zijde en vergaten eenvoudig, dat zij ook aan de handeling deelnamen. Ovpheus und Euridyce" van Glucli (ea niet Gluck, zcoals dikwerf wordt gedrukt) werd dóór het Rotterdamsche Operagezelschap op zeer verdien stelijke Wijze voorgesteld. De hoofdrollen waren op geschikte wijze bezet. DJ dames Jaide en von Dötscher traden op als ..Orpheus und Euridyce"; aan frl. Betaque was de rol van Amor toebedeeld. Goede dictie en talent VJor den zang zal men frl. Jaide wel niet kunnen ontzeggen; doch de stemmiddelen hebben veel geleden. In het medium zijn nog enkele fraaie tonen, waarmede in letterleken zin gewoekerd wordt, doch liet lage résister Wordt onduidelijk en klankloos en de hooge tonen klinken schel en ongelijk. En toch behaalde de artiste veel succes door goed doordacht spel en genuanceerden zang. Mej. von Dötscher zong de partij van Euridyce met beter etemmiddelen en wist aan het karakter der rol recht te doen wedervaren. Op het gevaar af van door een deel der (rouwe opera bezoekers niet erg vriendelijk te worden aangekeken, dat frl. Botaque geen goede Amor in de opera van Gluck was. Bekoorlijkheid der uiterlijke verschijning, bevalligheid in beweging, schalksche blik, kortom die duizend kleinigheden, wier opsomming moeielijkheden zou geven, wie zal 20 aan frl. Betaque ontzeggen! Wie zal ook durven ontkennen, dat het moeilijk valt spel en zang te beoordeelen, zonder reeds bij voorbaat gunstig gestemd te wezen ? En toch dient het gezegd te worden. Chcrubin, Zerline, en tot op zekere hoogte nog Benjamin waren allerliefste creaties, Amor echter mocht ons niet bevallen. In den edelen vorm van dit recitatief voelde zich de artiste niet op hare plaats; het orgaan vibreerdödi\n wanneer het rustig gesproken woord zijn volle vastheid eischte en als het er op aankwam de waardigheid in optreden en beweging ran Amor: af te beelden, was frl. Betaque zelfs onnatuurlijk. Er behoort eene hooge mate van objectiviteit toe om verschillende rollen naar hun eischen voor te stellen en 't komt ons voor, dat de vriendelijke gaven, waardoor frl. Betaque zich onderscheidt, aan de interpretatie der verHchüleade karakters soms eene zekere mate van eentoonigheid geven, die aan het publiek wellicht door zijne lieftalligheid bevalt, doch uit het oog punt van kunst niet goed te keuren is. Van Gluck ik hoop dat de zetter thans goed zal spellen op Wagner is de sprong minder groot dan velen denken. Wij hebben voor de voorstelling van Orpheus und Euridyce nog eens vlijtig de beide inleidingen nagelezen, die de groote componist vóór zijne opera's Alceste en Paris en Helena heeft geplaatst en waarin hij zijne denkbeelden bloot legt over de drama tische muziek en tevens het plan uitlegt, dat hij in zijne werken heeft gevolgd. W\j halen daaruit het volgende aan om onzen lezers een blik te gunnen in de kunsttheorie, door Ghick gevolgd en, ofschoon ze ong op enkele pla»ts*u valsch toeschijnt, op wwwMafe w\jze in toepassing gebracht. Toen ik het plan vormde om de opera Alceste samen te stellen, wilde ik al de gebreken vermijden, die de slecht begrepen ijdelheid en de bijzon dere toegefelijkheid der componisten in de Italiaansche pef a liadden doen binnentreden, en die fan eene heerlijke en Schoone vertöoning, een ter* velend on bespottelijk schouwspel maakten. Ik légde er mij op toe de muziek tot hare werkelijke functie te verplichten: de poëzie te steunen Om zoodoende aan de uitdrukking der verschillende gevoelens kracht bij te Zetten, de toestanden belangwekkender te maken, Zonder ooit do handeling t0 Ver* tragen door nüttelooze versieringen; ik meende, dat de muziek aantdepoëzie moest toevoegen, wat aan eene correcte en goed uitgeteerde teekefiiflg door levendige kleilr, gelukkig Verband tusschen licht efi bruin kan vror* den toegevoegd. Op die wijze toch wordt aan alle figuren leven geschon ken en de omtrekken blijven ongerept. Ik heb mij dus wel gewacht een acteur te midden van den dialoog in de rede te vallen, om hem eene Ver* velende ritouruelle te latefl hoorefi of wél de eene of andere gunstige vokaal uit te kiezen om hem daarop al de vlugheid en behendigheid zjjfier technische kunst te doen uitvoeren. Ik heb het tweede gedeelte eêfier aria -?wanneer dit tweede deel het belangrijkste i's * volstrekt fciet op den achtergrond geplaatst, ten einde vier maal achtereen volgende de. woorden te herhalen, evenmin heb ik de aria doen eindigen in tegenspraak met den tekst, alleen maar om den Zftöger de gelegen heid te schenken, te toonen, dat hij een passage op verschillende wijzen kan varieeren. Kortom, ik heb die misbruiken willen wegnemen, Waar tegen zich reeds lang gezond verstand en goede smaak verzetten." On*s lezers zullen de opmerking niet kunnen weerhouden, dat er weinig nieuws onder de Zon is en sommige theorieën van den laatsten tijd naar het model geknipt schijnen, Waarvan we een gedeelte overnamen. Doch, We zouden met een woord over Wagner d. i. over het eerste concert der Wagnervereeniging spreken, dat op Zaterdag onder druk bezoek, in da zaal van Felix Meritis heeft plaats gehad. Het is bekend, dat de heer Viotta, die zich in zijoe biogvaphie van Wagner ten taak stelde eene werkelijke apologie te leveren, die met een greintje zout dient genoten te worden, ijverig in de weer is om het publiek in sommige geheimen van Wagner's werken te doen binnendringen. Hem en het comitéder Wagner vereeniging komt daartoe ook de uitvoering van enkele fragmenten in de concertzaal ook uit de dramatische werken, recht geschikt voor. Het voorbericht van het doelmatig ingerichte tekstboek geeft rekenschap van deze meening en bestrijdt de daaraan tegengestelde, dat de dramatische werken van Wagner niet voor de concertzaal geschikt zijn en niets kunnen missen van de verschillende elementen, die het geheel moeten samenstellen en den totaal indruk maken. De instrumentale werken worden tot het uitdrukken van bepaalde gevoelens in staat gere* kend', die door de bekende legende, zouden wij het haast noemen, vermeld worden. De grenzen van dit verslag zijn te beperkt, dan dat we de onjuistheid kunnen in het licht stellen van enkele opvattingen, die onzes inziens den aard der toonkunst geheel miskennen en aan den toon da vaste, omschreven beteekenis van het woord trachten te geven. Doch het kan belangrijk wezen ds samenstelling van het programma te lezen, dat in navolging van de Wagneravonden in Duitschland, ook te Amsterdam fragmenten uit verschillende tijdperken der muzikale werkzaatnheicl van Wagner bevatte. 1. Ouverture l _. ..,,. , TT .... , 2. Alleenspraak ( Der I'negende Hollander! door den Heer ('arl Hill. 3. Voorspel van Lohengrin 4. a. Instrumentale Inleiding i ._ . , T » 1. Isolde'. Zwanenzang ' j »rristan UM l!0!(Ï9 door Mc j. Marianne Brandt. 5. Inleiding tot het 2e bedrijf van Taunhiiuser, door Mej. M. Brandt. G. Alleenspraak van Hans Sachs, l Die Meistersingw door dea Heer Carl Hiil. l von Xiirnberg." 7. Inleiding tot het Se bedrijf. 8. n. Rid der Walkiiren. ? l. Samenspraak van Brünnhildef Die WalKüre;, en Wotan, en Vuurbezwering, door Mej. Brandt en den Heer Hill. Het orkest bestond uit leden der Amsterdamsche Orkestvereefiiging. Basclarinet en engelsshe hoorn waren niet vergeten, twee harpen vielen op te merken aan den voet van het orkest. De uitvoering was in het algemeen zeer goed. Er was vlijtig gestudeerd; de leden der orkestvereeniging hadden duchtig gerepeteerd en de blaasinstrumenten waren zeker bij het invallen. De zaal va,n Felix Meritis toonde zich echter veel te klein voor de overdreven kracht, die ontwikkeld werd en ware het niet, dat de hechte muren van het bekende gebouw voor geen klein geruchtje" vervaard zijn, men hadde kans geloopen, dat de wanden als uit eigen be* weging zich op grooteren afstand van het orkest hadden geplaatst. Dit overdreven krachtsbetoon is natuurlijk aan don ijver der orkestleden toe te schrijven, die den geest van Wagner met alle pieteit willende volgen, ook de deugd der bescheidenheid niet mogen kennen. Maar dat al te forsch optreden der bazuinen, trompetten en hoorns is onzen ooren nog te machtig en wij vinden er ons niet altijd recht in t'huis. Wij zouden te streng oordeelen, indien wij den Heer Viottft geheel aansprakelijk stelden voor de overdrijving, die we hierboven aanstipten en die aan verschillende gedeelten veel nadeel toebracht, wijl daardoor de figuren niet altijd met juistheid werden waargenomen en het groote gerucht" de kunstige tee« keningen als met dikke kleuren scheen te willen verbergen. Wagner eangers zijn er zeker wel te vinden en nu in de laatste jaren enkele der opera's van Wagner regelmatig op het repertoire voorkomen, trachten ook de besten zich met den stijl van den componist te vertrou wen en in het juk van hun muzikale vorming af te schuddden om da eindelooze melodie naar het denkbeeld des meesters" voor te dragen. Het ia bekend, dut Wagner van de menschelyke stem-eiacht wat zij niet ia

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl