De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 17 februari pagina 1

17 februari 1884 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

. 347. AMSTERDAMMER VOOR NEDE] Verschijnt eiken Zaterdagavond. DAGlLADYEBEËNIGING Hotiz * Co. Kantoor: Spuistraat 216. Hoofd-Agenten: te Batavi», G. KOLFF & Co. Zondag 17 Februari. Abonnement per 3/m ? 1.?. fr. p. p. ? 1.15. 'Afzonderlijke Nnmrnerg aan de Kiosken verkrijgbaar a. 0.10. * Advertentiën van 1?6 regeia ? 1.?, elfee regel meer . 0.15. , tr.ssehen den tekst per regel . . . . . 1. , f Abonnement op de Maü-Editie por jaar is!?. Advertentiën in . regel ]; 0.20. INHOUD: BUITENLAND. BINNENLAND: Onze- bladen. Warme kadetje», een Zater dagavond-praatje, XXXIX, door Aquarius. Brieven van Jan van 'b Sticht. K u na t: Het Toonoel te Amsterdam, door A. Th. Muziek, door Auditor. Cauaerie over muziek uit België, door Manrice Hageman. TJit Bolgié, door II. A. Kunstbeschouwing BoyaarJs van dan Ham, in Arti", door Alb. Th. Letter kunde: Iets over dichters, I, naar aanleiding van Ben dag van Weelde" door Louis Coupenis, beoordeeld door Homunoulua. Dageraal, naar Longfellow1, door EJJ88 Knuttel?Fabiua. Bsriohton en Mededeelingen. Inhoud van Tijdschriften. Nieuwe Uitgaven. Militaire Zaken: Algoinoene dienstplicht, door Y. Z. Schaakspel. Feuilleton: Ia den Maneschyn II, door Hana Arnold. NIEUWS VAN DB WEEK. Benoemingen. Onderwijs. Kovlt. Faillissementen. Overzicht van do Effootenmarlit. Veiling van vaato goodsren. Burgerlijia Stand. Ta Huur. Advertenün. Schouwburgen, 002 - BUITEL I, A UT ». De rampen der Egyptenaren in Soedan zija elkander snel op gevolgd. Eerst werd het leger van Ilicks-pacha nedergesabeld; daarop volgde de smadelijke nederlaag van Baker-paclia en nu eindelijk de slachting van het garnizoen van Sinkat De stad was dicht ingesloten door de troepen van Usman-Digman, een der generaals van den Mahdi. liet kleine garnizoen hield de verdediging vol zoolang de leeftocht strekte; doch toen ,deze mmderde en de hongerdood hun voor oogen stond, stemden de 600 dapperen toe hun aanvoerder Tewfik-pacha te volgen in een heldhaftigen uitval. Na alles wat voor den vijand bruikbaar was, vernield te hebben, de zakken te hebben volgeladen met patronen, namen zij het geweer op schouder en trokken de poort uit. Spoedig geraakten zij .slaags met de overmacht der vijanden; zij verkochten hun leven duur, doch moesten allen zonder uitzondering het laten op het slagveld. Dit heldenfeit, onder aanvoering van een Egyptisch bevelhebber bedreven, maakt een geheel anderen indruk dan de laffe vlucht der Egyptische troepen onder Baker. Zou wel het Engelsch com mando, bij de Egyptenaren zeker niet geliefd, het best geschikt zyn om de hoedanigheden der Egyptische troepen te doen uit komen? De slechte berichten omtrent die troepen worden ons steeds van Engelsche zijde gemeld, behalve wanneer reliëf moet worden gegeven aan eene Engelsche victorie. Toch is het zeker waar, dat een geheel ontzenuwd leger geen wapenfeiten bedrijft als de uitval uit Sinkat. De weifelende houding van hei ministerie Gladstone in deze Egyptische zaken heeft reeds een deel van haar rechtmatig loon, ontrangen. Wij gelooven dat de bejaarde Premier het eerlijk met Egypte meende. Het land is hem echter weinig dankbaarheid schuldig, De laatste oorlog werd ondernomen om de binnenlandsche rust in Egypte te herstellen. Wat was zijn resultaat? Dat het binnenlandsch gezag geheel werd ondermijnd, en de Khedivale waardigheid slechts in zooverre meer iets beteekent tegenover het volk, als van achter den troon de roode rokken der Engelsche soldalen zichtbaar worden. De logische gevolgtrekking uit zulk een toestand is het protectoraat of een daaraan nabijkomende toestand. Doch een ministerie Gladstone zou eene politiek van belangen voeren, zou uit zijn op verovering.. = Dat denkbeeld was onverdragelijk, en na het formeel gezag in Egypte aan het wankelen te hebben gebracht, liet men het land alleen zitten om zich af te maken van een opstand in het Zuiden, welks ernstig karakter sedert langen tijd voor Engeland geen geheim meer was. Thans heet het: Soedan ligt buiten den kring der Engelsche belangen. Ook met deze bewering kwam men te laat. Indien het ministerie Gladstone nog vóór het terugtrekken der garnizoenen uit Soedan eene onmogelijkheid was geworden, den Khedive van hare waarheid bad overtuigd, was nog veel gered. Doch men hield te Londen aan den schiin vast, dat Egypte zich zelve bestuurde, tegen beter weten in. 3Su trekt Gordon met den goudbuidel naar de bedreigde streken, . en oorlogschepen en traasportstciQmers volgen hem. met trogpen. Hewett commandeert in Soeakim en Stephenson trekt er neen met een leger. Allerlei domheden ontstaan in Engelsch brein. Een in den regel verstandig geschreven blad, de Pall Mail Gazette oppert het denkbeeld dat Gordon zich zal gevangen geven aan den Madhi, als de beste wijze om met dezen in onderhandeling te geraken. Met de gouden sovereigns zeker, die hij veilig door de woestijn bracht? Zoo maakt de verlegenheid bespottelijk, nadat weifelen de rampen baarde. De regeering heeft ten deele haar loon ontvangen, zeiden wij, Het Huis der Lords heeft met eene meerderheid van niet minder dan 100 stemmen de motie aangenomen, »dat de jongste bekla genswaardige gebeurtenissen in Soedan in hoogen graad zijn te wijten aan de besluitelooze en inconsequente politiek der regeering." Eene dergelijke motie, in het Lagerhuis ingediend, wacht nog hare beslissing. Het is niet onmogelijk dat zij door onthouding van een deel der liberale partij de aanneming nabijkomt. De motie van de Lords is een zware slag voor de regeering. Niet omdat de conservatieve pairs regeeringspolitiek afkeuren. De lersche politiek der regeering heeft de bewijzen geleverd dat zij, waar hare zaak sterk is, die afkeuring niet heeft te duchten. Maar de motie der Lords is een zware slag, omdat hare hoofdgedachte waar is. Tegen waarheid baten geene partij-uitvluchten. Het ministerie schijnt dus veroordeeld te zijn. Of zijne plaats zal worden ingenomen door eene liberale reconstructie GhamberlainDilke valt nog moeilijk te beslissen. Kamerontbinding op da Egyptische quaestie schijnt de meest zuivere oplossing, * * » Een debat van langen adem is afgesloten in den Pruisischen Landdag. De kerkelijke quaestie is er behandeld met eene uit voerigheid en eene scherpte die aan de levendigste dagen van dezen lacgdurigen strijd doet denken. Stap voor stap had de minister voor eeredienst en onderwijs zijn begrooting te verdedi gen tegen de aanvallen van den heer Windhorst en zijne getrouwe garde. Voord op het gebied van het onderwijs, want de heer Windhorst scheen eer te willen doen aan zijne voorspelling, dat op het gebied der school de strijd eerst recht zou aanvangen. De regeering bleef vast staan in hare sterke vesting. Wij onder handelen niet met u beet de minister den clericalen toe wij weten niets van concessies of vergelijk met Rome; naar eigen inzicht zal de Staat doen wat hem in deze zaken zijn plicht voorschrijft. En de daad bij het woord voegende, laat de minister dadelijk na de aanneming der begrooting in de bladen eene nieuwe kerkelijke wet aankondigen, waarschijnlijk de opleiding der geestelijken be treffende, maar waarvan evenmin de clericalen als eenige andere partij eenige bijzonderheden af weten. Een incident in dit langdurig debat was de aanneming eener motie Stöcker, strekkende om de uren der Zondagmorgen-gods dienstoefening niet meer te gebruiken voor lesuren aan door den staat gesubsidieerde scholen voor voortgezet onderwijs aan arbeiders. De minister verklaarde het in beginsel met de motie eens te zijn en naar de verwezenlijking van hetzelfde denkbeeld te streven. Voor enkele scholen kon hij die uren, voor het teekenonderwijs, echter nog niet missen. Niettegenstaande deze verzekering stemden conservatieven efl clericalen eenparig tegen den minister, terwijl deze den steunder liberalen genoot. De motie werd aangenomen. Van de conservatieven was dit eene eenigszins onverwachte stoutigheid; van de clericalen het welberaden opzet om den minister in alles te grieven. Beiden ondervonden er de gevolgen van. Prins Bismarck slingert zijn Quos ego... den conservatieven naar het der tucht ontwende hoofd, en de ultramontaansche partij in het parlement wordt uit Westfaalsche kiezerskringen, waar de Katholieken het tegendeel van behoudend zijn, ernstig op de vingers getikt wegens haar voortdurend heulen met de conser vatieven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl