Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 34
Niet van deze hebben wij, Roomschen, ooit wat te wachten,
zegt men in Westfalen, en men is er niet ver van de waarheid.
De maatregelen der Oostenrijksche Regeering, waardoor, ter
betere bereiking van een handvol anarchisten en dergelijken, de
Grondwettige waarborgen der burgers in Weenen en omliggende
arrondissementeu worden opgeheven, ontvingen de noodige be
krachtiging der Kamer.
Wel betoogde de minderheid met grooten klem, dat de veiligheid
des lands niet in zoo hooge mate wordt bedreigd als de om
vangrijke maatregelen zouden doen vermoeden, maar de meerder
heid volgde graaf Taaffe, die beweerde de gevraagde macht noodig
te hebben.
Maakt de rcgeering er inderdaad geen uitgebreider gebruik van
dan om de hand te leggen op de te Weenen vertoevende leden
van het internationale dynamiet-gezelschap, dat tot nu toe meer
schrik dan schade verspreidt, waar is dan het kwaad? Mis
schien daarin, dat men, met deze razzia tevreden, de noodige
hervorming der politie uitstelt.
> Men vreest echter erger van de regeering. Geen liberale minder
heid geeft gaarne tegensver eene reactionnaire regeering de vrijheid
van drukpers, die van vereenigen en vergaderen, het briefgeheim,
de waarborgen tegen onwettige inhechtenisneming en zoovele
andere burgerrechten prijs.
Het wekt weerzin discretionnaire macht te verleenen, waar men
niet volkomen rekent op bescheidenheid.
*
* «?
Tan de wet op de soproerige manifestatiën", door den Minister
Waldeok-Rousseau in de Fransche Kamer voorgesteld en verdedigd,
worden, met betrekkelijk geringe meerderheden, de artikelen en
paragrafen aangenomen. Bij het eerste artikel was de strijd hevig;
Canulle Pelletan en Goblet vielen de regeering aan, en de minister
ver^ed'-^de zijn ontwerp; ten slotte echter werd eene transactie
gevonden en de vrede tusschen vóór- en tegenstanders gesloten
door een amendement-Anthonin Dubost, dat door de regeering,
ofschoon het ver van den geest van haar ontwerp verwijderd is,
werd overgenomen en door de Kamer goedgekeurd.
DU regeering beweerde eene nieuwe wet noodig te hebben,
daar die van 1&48, dreigende samenscholingen en het aanzetten
daarin op het oog hebbend, door die van 1881 op de vereenigingen
krach :eloos gemaakt wordt. Door de vereenigingen op den open
baren weg afzonderlijk en als polilieovertreding te berechten.
onttrekt men de samenscholingen aan de eigenlijke strafwet. Het
amendommt-Anthonin Dubost nu bepaalt als eerste artikel, dat
de wet van 1848 toepasselijk zal zijn wanneer de overtreders van
1881 *n de wettelijke somraatiön tot uiteengaan geen gevolg geven.
Het kwellende en gevaarlijke der wet berust evenwel niet in
dit eerste artikel, hetwelk dan toch ten slotte alleen werkelijk
manifesteerenden treft, maar in de paragrafen van artikel 2, waarbij
kreten, inplakbiljetten, woorden en zinnebeelden van oproerigen
aard, alsmede het afrukken of bezoedelen van republikeinsche van
regeer'^swege geplaatste versierselen, strafbaar gesteld worden.
Al de paragrafen van dit tweede artikel zijn aangenomen.
Nadit nu eerst de »zuivering der magistratuur" de rechtban
ken gevuld heeft met mannen, bij wie rechtskennis en eerlijkheid
slechts na republikeinsche gevoelens in aanmerking kwamen en
wier onpartijdigheid dus twijfelachtig kon zijn, worden hun dus
in handen gespeeld allen die hun politieke gevoelens door het
een of ander uitwendig teeken verraden, en dat wel, daar de de
finitie van » zinnebeeld" en »oproerig" aan het oordeel der
rechtes wordt overgelaten, op genade en ongenade.
Wanneer, na het aannemen van deze wet, die onder het tegen
woordig ministerie reeds zoo gevaarlijk is, een zeer reactionnaire.
of wel eene uiterst radicale regeering aan het bewind komt, is
haar alle macht toi een waar terrorisme gegeven.
* :
De encyclica, door Paus Leo XIII aan de Fransche bisschoppen
gericht, heeft door den verzoenenden toon waarin zij gesteld is,
algemeen de opmerkzaamheid getrokken. Men was het van het
Vatikaan niet meer gewoon, dat de vriendelijke houding der Fran
sche regeering geroemd werd, en noch de Fransche bisschop
pen, noch de min of meer officieuse organen als Défeme,
Univers, Osservatore en Momleur de Rome hadden door liun toon
zooveel welwillendheid doen vermoeden. De inlichtingen, die ach
teraan komen, klinken nog fraaier. De Paus had eigenhandig reeds
in December het stuk opgesteld, maar het toen niet willen zen
den om niet aan pressie van wege de Duilsche diplomatie te
doen gelooven; en met twee maanden naduükeu was het stuk
vriendelijker geworden, terwijl het uittreksel, door Kardinaal
Jacobini aan het agentschap Havas ter hand gesteld, nog weder iets zachter
van toon is, als zijnde voor het publiek en de leeken bestemd,
dan de Latijnsche nota aan de bisschoppen zelf. Eea bewijs voor
het prestige dat, niettegenstaande alle machtvermindering, de
»metaphysische mogendheid" van het Vaticaan nog steeds uitoefent,
is de toon der Ooslenrijksche en Ilaliaansche bladen, die Frankrijk
dezen brief bijna schijnen te misgunnen, en de aandacht die de
geheele Fransche pers, protestantsche bladen als de Temp»
niet uitgesloten, aan het schrijven wijdt. De Temps doet uitkomen
dat men in ieder schrijven uit Rome moet onderscheiden tusschen
het onvermijdelijk opkomen tegen den geest der negentiende eeuw,
een gedwongen, onmisbaar omkleedsel, en den eigenlijken inhoud,
uitvloeiend van het geleerde, bekwame hoofd der Katholieke Kerk.
Tot den onmiskenbaren vorm behooren de klachten over de
neutrah school en de herinneringen aan den H. Lodewijk en zijn
vroomheid, die? nooit terugkeeren zal; tot het nieuwe, persoonlijke
de aansporing aan de geloovigen, om niet afzonderlijk oppositie
te voeren, maar zich in alles aan de bisschoppen te onderwerpen,
en de lof voor het Concordaat.
Vroeger was het Concordaat voor de Kerk een veracht minimum;
thans blijkt de Kerk het te waardeeren en gaarne dien band met
den Staat te willen onderhouden. Zulk een taal, meent de Temps,
verschilt veel van de woorden, door Mgr. Freppel onlangs gespro
ken, omtrent het onderscheid tusschen Republieken die slechts
»feitelijk" en andere die, zooals Amerika, jrechtens" zouden
bestaan.
B I
E
A ST-D.
PROSTITUTIE EN DYNAMIET.
De staat mag volgens HH. moralisten van geslachtsprostitntie de
nadeelige gevolgen voor den individu niet voorkomen, omdat hij dan de
ontucht" wettigt.
Het stranden van een schip met dynamiet maakt den strandroof ge
vaarlijk.
Mag nu de overheid do nadeelige gevolgen die dit voor stranddieven
hebben kan, voorkomen ?
Of zou hij dan den strandroof wettigen?
Een feit is het dat onlangs gemeente- en rijkspolitie op allerlei wija
tegen het door het stelen van aangespoeld dynamiet te duchten gevaar
hebben gewaarschuwd en dat dit geschied is zonder protest van Hï.
moralisten.
Zijn die HH. zoo inconsequent ? Of is het wettigen der ontucht", waar
over zij zooveel misbaar maken slechts een gelegenheids-argument ?
A. P. F,
ONZE BLADEN,
De volgende week de Tweede Kamer komt Dinsdag bijeen zal ons
op politiek gebied ongetwijfeld eenige verrassingen brengen. Vooreerst
staat de verkiezing van een president der Kamer voor de deur, ten andere
moot beslist wordan over de behandeling der aanhangige fmancieele en
schoolwet-ontwerpen.
Over de benoeming van een president is in de bladen slechts weinig
ge?proken. Wel wees de Stand, op de mogelijkheid om door samenwer
king van alle anti-liberale en enkele liberale elementen een
antirevolutionair man op den presidentalen zetel te plaatsen, we! viel de Tijd
haar in begiusel bij eu werd de hoop door Vad. en Zutf+Gt. voor ijdel
uitgekreten, ma'ir het bleef bij enkele opmerkingen.
liet financiëele vraagstuk bleef de laatste week goeddeels rusten; alleen
het Elld. besprak de financiëele wetten'1 en uitte daarbij de verwachting
dat de minister Heemskerk met een gewijzigd ontwerp ter tafel zoa komen
en bereid zou zijn zich met het geamendeerd ontwerp-Van
Delden c. s. te vereenigen.
De schoolwetwij -.iging bracht meer pennen in beweging, trouwens de finan
ciëele bemoeiingen en de onderwijsredeneeringen gaan daarbij hand aan
hand. Wijziging van art. 45 wordt vrij algeneen wenschelijk geacht, al kan
men zich niet ten volle vereenigen met de wijze waarop Mr. Heemskerk
dit punt wil regelen. Het Vaderland deed eenige verbeteringen aan de
hand, waardoor de druk voor de gemeenten minder zwaar zal worden en
de Goudsvhe ut. geeft in overweging de vergoeding voor tractementen
belangrijk te verhoogen, zoodat de gemeenten geen schade lijden. De
Midd. Ct. wijdt mede haar aandacht aan den druk die op de gemeenten
zal worden overgebracht. Bezuiniging op de onderwijskrachten willen de
liberale bladen niet. Behalve de nu, en de reeds vroeger genoemde, pleiten
de Prov. Gron. Ct., de Veend. Ct. e. a. voor de handhaving van het
goede beginsel, op dit punt in de wet belichaamt. Bestrijding vindt het
regeerin^sontwerp bij het anti-revolutionaire Znïden, hetwelk zelfs tegen
het advies van de Stand, in, blijft aandringen op handhaving van het
ontwerp Jlackay c. s. De N. Noordh., de Tyd e. a. zijn het daar vrij
wel made eens; laatstgenoemd blad pleit o. a. sterk voor het
Kweekelin