Historisch Archief 1877-1940
?Ho, 347
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
ving, ieder in zijn charakter zeer uitgeblonken. Het zelfde kan men in
die mate niet van den Heer Paul Yeret zeggen: bij den ernstigen zoon
valt de ernst wel eens in het karikatuur, en hij blijkt het te weten.
Een tooneelspeler moet nooit badineeren met zijn badiuaadje; dat werpt
een valsch licht op de voorstelling, al klappen de bovenste rangen ook
nog zoo hard in de handen. De Heer Saint- Omer verliest nooit dien zekeren
parfum de distinction (eene schakeeriug dier meesterlijke bedaardheid,
waarvan de fransche akteurs het geheim hebben) welke hem in der tijd
de rol van Bidaclte (in Daniel Bochat) in ons midden met groot eiïekt
beeft doen spelen.
Chalet & vendre is een aardig leïer de rideau: een jonkman die komt
om het huis te koopen, en die, ten gevolge van een misverstand, de dochter
ten huwlijk krijgt.
Beide stukken zijn bijna alleen in 't Fransen te genieten. Moge de stamp-?
volle zaal op 13 dezer den Heer Saint-Omer aanmoedigen het bij deze
eenige voorstelling niet te laten blijven
Het was voor het tooneel van den Heer van Lier een verademing, dat
de onhistorische Bloedbniilooftsmenschen (waarover, a propos van de
Meiningers in difc blad het noodige gezegd, is) weör eens in de koelisen
bleven. »..
13 Febr. '84 A. Th.
MUZIEK.
In den laatsten tijd werd de aandacht der muziekliefhebbers door veel
en velerlei getrokken. Verschillende concerten, uit- en opvoeringen had- .
den allen hunne eigenaardige beteekenis. Do beste strijdkrachten traden
daarbij in het vuur. Het zes- en dertigste Vincentiusconcert, waarbij onder
leiding van den componist, den heer G. A. Heinze het dramatisch gedicht
Vincentius de Paulo in. het Paleis voor Volksvlijt mot medewerking van
de 4ames-solisten Mej. Sophie Boste uit Keulen (sopraan), Mej. Cateau
Esser uit Amsterdam (alt) en de hh. F. K , tenor, uit Amsterdam en
Joh. Messchaert eveneens uit de hoofdstad, werd uitgevoerd, verdient
zeker wel afzonderlijke vermelding. Mevrouw Heinze-Berg de Amster
dammer, Dagblad Voor Nederland maakte do opmerking over het eigen
aardige van den naam, die gedeeltelijk uit een nam do plume" bestaat.
Berg toch is niet do familienaam van Mevr. Heinze, maar haar aange
nomen litterarischa psaudonyme hoeft op niet onverdienstelijke wijze
Vincentius a Paulo als don apostel der algomeeno menschonliefde gehul
digd en schonk den componist een vrij dankbare stof ter bewerking.
Wat wüvooral prijzen in hot gedicht, dat aan do muziek ten grondslag
ligt, is de verscheidenheid der taferoelen, die elkaar opvolgen, noch door
rijkdom van inventie, noch door keurigheid van vorm staat de tokst
boven zooveel wat ons dikwerf geboden wordt, doch bij leent zich voor
treffelijk voor de muzikale compositie. Wie in Hoinzo's Vincentins echter
zfn boste werk ziet, moge liet voor zich zelvon laagea tijd kunnen ver
antwoorden !
Of het zou moeten wezen, dat mon verscheidene beste" werken leort
ontdekken. De koron zijn flink geschreven en maken good effect, doch
enkelo zijn te langdradig en miason de kracht om belangstelling tot het
einde te boeien. Dit euvel vertoont zich ook bij oen enkel duet, dat in
tragen maatgang hot geduld der hoorders op zwaro proof stelt. In do
instrumentatie en het recitatief is do invloed van Wagner te bespeuren,
enkelo malen zelfs ten koste der oorspronkelijkheid. Da uitvoering was
met betrekking tot het vocale gedeelte verdienstelijk; het orkest was
niet altijd even voortreffelijk. De solisten kweten zich mot afwisselend
succes van hunne taak. Geen hunner was in alle opzichten te prijzen.
Mej. Sophie Bosse zong nu en dan onzuiver, mej. Cateau Essor maakt
nog den indruk eenor goede lovo en hoeft weinig individualiteit in hare
voordracht, de heer K. was goed bij stem, douh moest in enkele
gedeelten zijner partij blijken van afmatting geven, do heer Messchaert
had eene taak op zich genomen, die hem niot had toebedeeld moeten
worden, wijl de partij van Vincentius voor baryton geschreven is on een
krachtig en schitterend orgaan eischt.
De alten klonken beter dan de sopranen, de bassen ontwikkelden fraaier
klank dan de tenoren. Is het noodig te vermelden, dat den heer Heinze
veel applaus werd geschonken en dat een regen van bloemkransen op
hem neerdaalde? Wie veel concerten en uitvoeringen bijwoonde, is
gowoon geworden aan allerlei manifestatiën, die in oprechtheid vor wat
beneden die van het Vincentius concert staan.
Strenger eisch dan vervat was in de bepalingen, dio Ie Tribut de
Zamore regelden welke eerste opvoering te Amsterdam wij bijwoon
den, is voor een bruidegom niet denkbaar. Nauwelijks toch was de
aubade" aan de bruid gebracht, of daar weergalmden de fanfares, die
Ben-Saïd's komst aankondigden! En weldra werd Xaïma bij loting
aangewezen om met eenige jonge dochteren naar Cordova gevoerd en
aan den meestbiedende verkocht te worden. Ben-Saïd wordt de bezitter
der schoone bruid, doch Hermosa, een waanzinnige; die in den slag bij
Samora echtgenoot en kind heeft verloren, herkent in Xaïma hare doch
ter en doorsteekt Ben-Saïd, die stervend der zinneloozo vergeving schenkt.
Do reeks van tooneelen bezitten weinig nieuwheid,doch zijn mot voldoende
gradatie gerangschikt en houden de belangstelling tot het einde gaando.
Wij souden niet durven beweren, dat Le tribut de Samora" veel aan
den roem van Gounod zal toevoegen. Wie de vroegere opera's van den
componist van Faust heeft bestudeerd, zal op vele plaatsen motieven
herkennen, die h\j reeds elders ontmoette. Bevattelijk is deze muziek
in hooge mate; bij sommige effecten zou men aan Halévy en Vordi
kunnen denken.
Aan de mise-en-scène was groote zorg besteed. Wie bij de voorstelling
eener opera gaarne licht n kleur n lijnen wil bewonderen, kon zich
naar hartelust te goed doen. Gesluierd kwamen do dames van het ballet
het voordeeligst uit. Paarden en ruiters uit don optocht werden toe
gejuicht als of het de heidon der opera waren. Hel orkest spoelde ver
dienstelijk; de fanfares stonden echter alleen onder militaire tucht en spotten
' met den a]?ékjn", die als orkestdirecteur fungeerde,, mej, Leslino behaalde
succes met de rol van Hermosa en wist aan hot dramatische gedeelte
der rol recht to doen wedervaren.
Mej. de Renckly was minder gelukkig als Saïtna en zong in het hoogste
register dikwerf onzuiver. Seguin verdiendo moer toejuiching dan hem
word geschonken, Vitaux mocht er niet in slagen de geheole rol van
Manuel (den bruidegom) op voldoende wijze to intorpretooren, ofschoon
hij in enkele gedeelten zijn talent als zanger to waardooron gaf. Do k oren
klonken vrij goed, en dit verdient afzonderlijke vermelding.
Na de Fransche opora wordo mot een kort woord hot Hoogduitsche
operagezelschap uit Eottordam vermeld, dat in hot Paleis voor Volksvlijt
Lohengriu opvoerde, tor wijl de Rotterdamscho orkestlodon voor hot
instrumentale godeolto zorgden, gewoonlijk aan do Amsterdamsche
orkestverooniging toevertrouwd. Bij do opera's van Wagnor, waar het orkest
zulk ecno bolangrijko taak hoefb te vervullen, is het noodzakelijk, dat
tusschen zangers on instrumentalisten goodo samenwerking bestaat, die
alleen door herhaalde repetitiën kan word on verkregen.
Zoo kan oon orkest, dat in zyno samenstelling op minder goede krachten
kan wijzen dan do orkestvereeniging, toch uitnemende diensten bewijzen.
WJJ brengen gaarne een woord van lof aan do oplettende en geschakeerde
begeleiding, al waren ook de violen wat «wak van volume en de
blaasinstrurnenten wat schel. Mej. Betaque gaf proeven van hare plooibaarhoid
door zich op voldoende wijze naar de eischen dor rol van Elsa te schikken,
wier volle betoekenis zij niot in staat is weer te geven.
Doch recht verdienstelijk was haar zang, wanneer de stem niet op
onaangename wijzo word uitgezet en de teedere accenten in de voor
dracht op den voorgrond traden. Do heer Schaffganz was niefe ongelukkig
als Tolramund en legde zich er vooral op toe om de heftige momenten
zijnor rol te doen uitkomen. De ruwheid van den zang wordt door de
karakteristieke eigenschappen van de hartstochtelijke persoonlijkheid
niot al to zeer opgemerkt en dit komt der voordracht ten goede.
Frl. Jaïde beheerscht de rol van Ortrud volkomen; ze speelt en zingt
mot zekerheid en heeft hare moeilijke party tot in onderdeelen met groote
intelligentie bestudeerd. Zy verwierf dan ook veel succes.
Ons blijft nog slechts even ruimte over om onzen lesers de aanstaande
oplichting van een conservatorium voor muziek te Amsterdam mede te
deolen. ' "
Hat doel van deze inrichting is jongelieden van beiderlei kunne als
toonkunslonaars op te leiden. Tïrio afdeelingen maken het Conservato
rium uit.
1. voor Instrumentaalspel.
2. voor Zang (eventueel ook dramatische zang).
3. voor Muziektheorie on Compositie.
Hot bestuur der afdeeling Amsterdam van do Maatschappij van Toon
kunst deolt echter in de circulaire, die zo haron leden dezer dagen toezond
modo, dat do oprichting echter van genoegzame deelneming zal afhanke
lijk wozoii. Voorloopig zullen alleea klassen geopend worden voor Piano-,
Viool- en Violoncolspel, voor Solozang en voor Muziektheorie en compositie
leer, als hoofdvakken van onderwijs.
Do artistieke leiding wordt toevertrouwd aan den Directeur, den Heer
Frans Coonon, aan. Hoofdloeraron, de H.H. Juls.Röatgen, voor
hetHoofdvak Pianospel. Jos. Cramer, voor hot Hoofdvak Vioolspol. Henri Bosmans,
voor hot Hoofdvak Violoncelspel. Joh. M. Messchaert, voor het Hoofdvak
Solozang. Frans Coonon, voor net Hoofdvak Harmonie, voor het Bijvak
Easemblespol. Dan. De Lango, voor hot Hoofdvak Compositie en Instru
mentatie., voor hot B |j vakken Solfègo en Muziekgeschiedenis. J. B. De
Pauw (eventueel voor het Hoofdvak Orgel) en voor het Bijvak Pianospel.,
aan Leeraren, den Heer Chr. imner., voor het Bijvak Vioolspel.,
Wie liet goad meonon met de muzikale ontwikkeling in de hoofdstad en
in Nederland, zullen met vreugde do oprichting van het conservatorium
hobben vernomen on mot ons den wensen vormen, dat de uitkomsten
aan de goedo verwachtingen der oprichters zullen beantwoorden.
GAUSERIE OVER MUZIEK UIT BELGIË.
Pedro de Zalamea.
Ofschoon deze regelen noch opgewekt, noch zeer uitgebreid zullen zyn,
kan ik toch niet geheel en al het stilzwijgen bewaren over een belangrijke
gebeurtenis op het operagebied te Antwerpen n.l. de eerste opvoering
van eene nieuwe opera vaa Benjamin Godard, Pedro de Zalamea, tekst
van Léonce Detroyat en Armand Silvestre.
Vóór ik over de muziek spreek, weasch ik in eenige woorden het on
derwerp te behandelen. Don Pedro, alcade van Zalamea, is de vader van
Isabella, een schoon meisje, die in het voorspel reeds de aandacht van
Don Alvar, kapitein van de lijfwacht des konings, heeft getrokken. In het
eerste bedrijf komen de soldaten met Don Alvar aan het hoofd, kwartier
zoeken in het dorp Zalamea, alwaar juist een landelijk feest wordt gevierd.
IL; t hoofd van het dorp, Don Pedro, bemint zijn onderdanen en wordt
door hen bemind. Hij oefent eene absolute macht uit over leven en dood.
Ik vermeld dit, omdat daarop de intrige gebaseerd is.
'Don Alvar maakt in de 2do acte een schandelijk misbruik van de
gastvrijheid hem door Don Pedro verleent, en weet Isabella te bewegen,
het vaderlijk huis te ontvluchten. "
In de 3de acte vinden we haar in hot legerkamp en in de tent van Don
Alvar. De vader, omringd van zijne getrouwe boeren, ontdekt zijne dochter,
smeekt Don Alvar het begane onrecht door een huwelijk te herstellen,
maar de hoogsre geboorte van den kapitein doet dezen een huwelijk wei
geren, hoswel hij Isabella bemint. Het schijnt tusschen de boeren en solda
ten tot een treffen te zullen komen, doch om ook nog bloed te vergieten
voor eene reeds zoo .r.ireehtvaardige zaak, daartoe is Don Alvar niet in
etaat. Don Pedro, t o! liet uiterste gebracht, maakt nu van zijne rechterlijke
macht gebruik en ^oordeelt Don Alvar ter dood. In de vierde acte
wordt alles voor de uitvoering van het vonnis in gereedheid gebracht.
Vergeeft sm?ckt Isabella om genade.
/u Op hot laatste oogenblik verschijnt Philippus, Koningvan Spanje, die door