Historisch Archief 1877-1940
'S*. 848,
DB AMSTERDAMMER
YOOR NEDEI
A°. 1884. '
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
uitgevers: DAGBLADVEREENIGING HOMZ & Co.
Kantoor: Spuistraat 216.
Hoofd-Agenten: te Batavia, G. KOLFF & Co.
^Zondag 24 Februari.
Abonnement per 3,'m f i. . fr- p. p. ? i 15
Ai'zonderüjke Nummers a?n de Kiosken verkrijgbaar a o'io"
Advertentiën van l?a regels 'f 1.?, elke rogel meer .
tiiïschen den tekst per regel .....
Abonnement op ue Muil-Editie per jaar
Advertentiën in , re"el
0.15.
1.?.
18.?.
0.20.
I W H O U D:
BUITENLAND. BINNENLAND : Onze bladen. In den raad, door Raadslid
Ko. 40. Warme kadetje», een ZaterJagavond-praatje. XL, door Aquarius.
Kunet: Het Tooaeel, door Clairmont. Het tooueel te Rotterdam, door M. H.
Ten-toon-gtelling: Ch. Itochussen, door Alb. Th. Letterkunde: Iets over
dichters, (slot), naar aanleiding van Een dag van Weelde" door Louis Couperus,
beoordeeld door Hotnuttculue. Lodewijk XVII, door W. P. C. K. Herinnering,
naar het DuiUoh door H. Heine, beoordeeld door K. Dageraad, naar Longfellow,
door.Eliso Knuttel-SWqg. Berichten en Mededeelingen. Inhoud van
Tijd*Chriften. Niéuwe uitgaven. Militaire Zaken: Een terugblik, door
C»mbreuut. goha»kipel. Feuilleton: In den Maneschijn III, door Hans Arnold.
NIEUWS VAN DE WEEK. Benoemingen. Onderwjjs. Kerk.
Faillisietaentén. Overzicht van da Effectenmarkt. Arneïikaaysche Sporen, VII, door
3. r. A. Burg. Veiling ran vaste goederen. Te Huur. Advertentie».
Schouwburgen, en». u ,
Eene zaak van weinig wezenlijk belang, maar die terecht de
gemoederen verhit, houdt de Duitsche pers van alle kleuren bezig.
Lasker sterft op het grondgebied der Vereenigde Staten, en in
het congres der republiek stelde de heer Ochiltree eenemotie voor:
>dat het Huis met diepe droefheid den dood van den
beteekeniavollen Baitschen staatsman Eduard Lasker heeft vernemen ; '.
t >dai zijn verlies niet alleen dvor het volk van zijn geboorteland,
waar zijn vaete en volhardende uiteenzetting der vrije en liberale
dcobbeeidttt der socialen, politieken en economischen
toestand'dies volks merkelijk heeft vooruitgebracht , is te betreuren, maar
ook door de vrienden der vrijheid in de gansche wereld;
j >dat afschrift van deze motie zal worden gezonden aan de fa
milie van den overledene en aan den Gezant der Vereenigde Staten
in de boofifetad vata het Duitsche Keizerrijk, om door dezen langs
den wetteHjken weg te worden medegedeeld aaa deh president
vaa het parlementair lichaam, waartoe de overledene behoorde.*
F Be heer Sargent, Amerikaansch gezant te Berlijn, zocht naar den
wettigen weg, die in deze zaak niet de kortste was, Hij bracht
de motie niet naar de brievenbus van graaf Von Levetzow, maar
verzond haar met een begeleidend briefje naar den minister van
builenlandsche zaken, graaf Hatzfeldt. Toen kwam het stuk in
handen van prins Bismarck, die het eens las, de wenkbrauwen
fronste en naar zijn scherpgepunte pen greep. Hij schreef aan
den Duitschen gezant te Washington, dat hij den Keizer de
noodige machtiging zou hebben gevraagd om het stuk aan den Rijks
dag over te leggen, indien niet daarin omtrent de richting en de
uitwerkselen der politiek van Lasker meeningen voorkwamen, met
de zijne in ftrijd. Daarom kan de kanselier niet de noodige
machtiging aan den Keizer vragen, omdat hij zich op een
standpunt zou moeten stellen, dat het zijne niet is en zond bij
het officieel uittreksel uit de handelingen van het congres, dat de
resolutie bevatte, terug over den oceaan.
Het voorgeven van prins Bismarck dat hij, door een brief aan
den Rijksdag te overhandigen, zich met den inhoud zou ingenomen
verklaren, snijdt geen hout. De weigering is eene uiting van poli
tieken wrok, klein in een groot man en onwellevend tegenover
het parlement eener bevriende natie. Het is geen dankbaar werk
voor prins Bismarck dezen strijd te voeren over eene lijkbaar heen.
' In Amerika zal men niet nalaten de practische conclusie te
trekken, dat wie zijn brieven goed bezorgd wil zie,n, ze recht
streeks naar het adres moet zenden.
* ,<
* *
Met het herstel van de goede verstandhouding tusschgn
Buitschland en Rusland, waarvan de benoeming van prins Orlofftot gezant
te Berlijn het uiterlijk kenteeken is, staan w§aan deopeniagvan
een nieuw tijdperk in de Duitsche politiek, die de Earopeesche
beheerscht. Het kan nuttig zijn de voornaamste slingeringen, der
jaren die wij thans achter ons hebben, in het geheugen te-roepen.
Slechts wat uiterlijk zichtbaar was; de bedoelingen waardoer de
hand werd geleid, die dit alles bestuurde, zullen door lateren
worden ontleed.
Indien rnen mag aannemen, dat Rusland door den laatsten
Oosterschen oorlog een stap nader gekomen is aan zijn vast yooi',
oogen gehouden en ten glotte te bereiken doel: de vernietiging
van Turkije, is het niet minder zeker dat de Petersburgsche regee
ring de mogelijkheid van dit succes dankt aan den Duitschen
Rijkskanselier, die den oorlog lichtelijk had kunnen voorkomen,
Toen gold de reeds honderd jaren oudo goede verstandhouding
met Rusland den kanselier nog zeer veel.
, Rusland ging op de alzoo vrije baan voort tot Adrianopel niet
verder. Om eene nog onopgehelderde reden werd de hoofdstad
des sultans niet genomen. Eenmaal in het bezit van Konstantinopel
en de beide zeeëngten, had Rusland hooger eischen kunnen
stellen en gerustelijk een oorlog met Engeland kunnen afwachten.
Dan zou wat in de gegeven omstandigheden niet mogelijk
, was het tractaat van Berlijn de bevestiging hebben kunnen
v, worden van het verdrag van San Stefano.
> Dit laatste verdrag viel in den Weener Hofburg als eene bom.
Men had wel met leedwezen de Russen zoover zien trekken, doch
zich, gedeeltelijk ter wille van DuiUchland, stil gehouden, en nu
achtte men zich bedrogen en den ganschen buit voor Rusland
bestemd. De Rijkskanselier bezwoer dezen toorn door de opdracht
om Bosniëen Herzegowina in te lijven, een arbeid der hoege
miiitarêe partij in Weenen bijzonder welkom.
Men gunée aan Rusland niet het behoud van al de behaalde
voordeden. Oostenrijk vooral niet, en graaf Andrassy was het
schijnbaar hoofd der oppositie. Maar ook Duitschland, dat belang
had gehad in den oorlog zelven om Rusland van mogelijke lusten
lot eene toenadering aan Frankrijk tegen te houden, had uu den
ooriog geen lust om mede te werken tot overmatige vergrooting
der macht van zijn oostelijken nabuur. Dit was de strijd die op
bet merkwaardige congres van Berlijn werd gestreden. Rusland
werd ten slotte binnen de perken gehouden, doch wist aan wien
dit te danken was en haatte Duitschland.
In den zomer van 1879 rukten groote massa's Russische troe
pen naar de Duitsche grens, en openlijk werd gesproken van een
effectief verbond van Rusland en Frankrijk tegen Duitschland.
Toen ontstond het Oostenrijksch-Duitsch verbond, dat eenige
jaren lang den toestand in Europa moest beheerschen.»Dwing mij
niet", had Bismarck te Berlijn tot Gortschakoff gezegd, nusschen
u en Oostenrijk te kiezen''. De Russische staatsman sloeg de waar
schuwing in den wind, Bismarck liet zijne badkamer in den steek
en snelde naar Weenen, om met Andrassy, nog vóór deze zijn
ambt nederlegde, het verbond te sluiten. Oostenrijk was blijde met
dezen steun, want het had zich Rusland op het congres tot vijand
gemaakt en had in de zoo begeerde aanwinst van Bosniëen Her
zegowina als ware het eene open wonde, die zijn gansche gestel
ondermijnde. De latere geschiedenis van het verbond is bekend:
het werd versterkt door de toetreding van Italië, en weldra kon
den Roemenie, Serviëen Spanje als zijne voorposten worden be
schouwd. Tegen deze kolossale macht viel aan een oorlog niet
te denken.
Rusland, aldus geïsoleerd in het Oosten, heeft zijne partij ge
kozen en zich met Duitschland verzoend. Thans is ook zijne
medewerking verleend aan Duitschland's groote doel; behoud
van het in 1870 bevochtene door volkomen isoleering van Frank
rijk. Engeland telt voor een Europeeschen oorlog, die door de
groote legers wordt beslist, weinig mede.
Zoo is sedert 1875 de Duitsche politiek rondgegaan in .een
cifkel.
Staan wij nu ook, even als toen, aan den vooravond van een
oorlog in het Oosten, of heeft Ruslands aansluiting slechts eene
platonische beteekenis ?
Het Engelsche Parlement heeft twee onaangename zaken achter
"den rug: de discussie over het votum van wantrouwen in de
regeering, door Sir Stafford Northcoto voorgesteld, ea de debatten
over het adres van antwoord op de troonrede.
Dank.zij da aaueeasluiüng der liberalen en het gebrek aan een