Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
«o. 348
weer goed maken en bood hern de roos aan, die ik op mijn borst
gedragen had, met verzoek die als een herinnering aan mij te
bewaren en mij het gebeurde te vergeven. Maar hij liet de
teugels niet los.
»Ik heb geen herinnering aan dit uur noodig," zei hij op
ijskouden toon, »ik heb mij bedrogen of laten bedriegen. Het eene
is al even erg als het andere; misscihen ondervindt iedereen wel
eens iets dergelijks in zijn leven."
Ik wierp de versmade roos op den weg zij viel onder de
wielen van het rijtuig en werd in het stof verpletterd. Toen hij
dat zag, zei hij: Gij zult nog wel meer dingen, waarmee gij u
een uur of wat vermaakt hebt, onder uw triomfwagen werpen,
genadige Ireule, ik wensch er u veel genoegen mee."
Het rijtuig stond stil, daar ginds bij het hek; hij hielp mij
uitstappen en een oogenblik later wenschten wij elkander goeden
nacht. Den volgenden morgen vertrok hij, nadat hij allen vriendelijk
vaarwel had gezegd, ook mij, ook mij!
Daar hebt gij nu mijn geschiedenis.
Ursule liet zich op den grond glijden en verborg haar gelaat
in tante's schoot. Een oogenblik later beurde zij het hoofd weer
op en vervolgde half fluisterend:
>En nu, nu voel ik dat ik toen mijn geluk van mij heb
gestooten; ik heb hem heden voor het eerst wedergezien na dien
avond, hij zal mij nooit vergiffenis schenken, voor mij is alle hoop
vervlogen! En gij zult mij het meeste plezier doen, tante lief, als
gij alles vergeet wat gij gehoord hebt; denk maar dat ge hier in
slaap gevallen zijt en alles gedroomd hebt, en zoo is het ook!
Ik vat het ook niet zoo ernstig op; gij hadt nog niet eens ge
merkt dat ik verdriet heb, niet waar? Ik ben immers heel
vroojk? Maar n ding moet ik u nog vragen, tante hoe vindt
gij hemT'
»Kindlief,'' gaf de oude dame half verlegen ten antwoord, sik
kan nog geen oordeel over hem uitspreken; ik heb den jongen
m;>n vandaag voor liet eerst gezien, maar ik had nooit
ge lacht dat hij de held van een dergelijke geschiedenis
Kim kunnen zijn: Mij dunkt hij is liet ideaal van een
diplomaat uit de nieuwe school; hij heeft een zeer.gedistingueerd
voorkomen, maar ik heb hem nog niet veel hooren spreken!"
Do verdere verontschuldigingen werden tante bespaard, want
non den ingang van het prieel vertoonde zich een forscli gebouwd
j'is.kmnn.
?/\Voet gij wel hoe laat het is, nachtvlinders, die gij zijl?" vroeg
hij lachend. »0ver twaalven." Ik heb u al een half uur lang
gezocht! Oom en tante zijn al naar boven gegaan ; Elsa en Hei tha
vullen bijna op de stoep in slaap en uw onderdanige neven ver
zoeken u Ie bedenken dat zij morgen op de jacht moeten."
B Natuurlijk, lieve Joacliim," zei Ursule op haar gewonen toon,
»de neven moeten op de jacht en dus moeten de dames goedschiks
kwaadschiks gaan slapen. Maar hoe kan men in zulk een
verrukkelijken nacht aan slapen denken? Gij zijt toch verschrikkelijk
prozaïsch met u allen!"
»Dank daar den hernel voor!" hernam Joachim; »als wij ook
nog romantisch werden, kwam er niets van terecht:"
Zij waren intusschen de stoep genaderd, waarop twee blonde
jonge meisjes en de vroeger vermelde Nimrods meer logen dan
zaten.
«Goddank!" geeuwde'Elsa, de oudste der drie nichtjes; wij
kunnen niet meer en zie onze waarde neven eens I"
»'tls erg genoeg dat gij elkander niet beter hebt weten te amu
seeren", gaf Ursule ten antwoord. Tante en mij is de tijd omge
vlogen en wij wareüJoachim niets dankbaar, toen hij ons kwam
storen!"
»Joachim zal zich aan de dreigende ongenade door de vlucht
onttrekken", gaf deze ten antwoord, en sprong de steenen trappen
op, om zijn in een nevengebouw gelegen kamers op te zoeken.
Kurl, Wolf en Hans, die eigenlijk, zooals Ursule zich uitdrukte,
met hun drieën n waren, bliezen gelijktijdig den aftocht en ook
da dames wenschten elkander goeden nacht. Ursule verdween na
een vluchtigen groet en de oude tante zat nog lang te peinzen
over de geschiedenis, waarvan zij heden het begin had gehoord,
terwijl de eindelijke afloop haar nog zeer onzeker scheen.
Toen de Ursule op haar kamer kwam, opende zij het venster
en zag over de donkere boomen, naar den met sterren bezaaiden
hemel op. In het ruischen van den nachtwind, in het kabbelen
van den waterval in de verte hoorde zij de stem van hét verleden;
het was haar alsof uit de geheele natuur een kreet van verlangen
opsteeg en doordrong tot haar hart. Zij dacht aan den ernstigen
man, dien zij eens had versmaad en die HU andermaal haar levens
weg soheeu te zuilen kruisen. Ver, verweg vlogen haar zuchten,
haar wenschen en beden, en een schitterende ster schoot plotseling
uit haar baan.
Ook Roland Hartwig stond voor zijn venster, dat op het nu
doodstille marktplein eentr kleine slaa uitzag ook voor hem
schenen de miriaden starren, maar een donkere schaduw lag over
zijn gelaat; hij streed tegen zijn eigen hart, dat zoo gaarne zou
vergeven en zich toch in het ondoordringbare pantser van trots
en koelheid hullen bleef »het zal niet gebeuren," dacht hij.
En ook aan zijn oog vertoonde zich de stralende bode, die de
eene ster aan de andere toezond, schitterend en vergankelijk als
de plannen en droomen van het menschelijk hart.
II.
Mein Herz, mein ganzes Herz iet dein.
Doch auch mein ganzer Hasa I"
De tafel in de groole eetzaal van haar kasteel schitterde in dett
glans van zilver en kristal en kostbaar porselein terwijl, hier en>
daar, geurige bloemruikers prijkten.
Een pratend en lachend, feestelijk uitgedost gezelschap was daar
vereenigd in de ongedwongen vroolijke stemming, die het eind
van dergelijke vreugdemalen pleegt te kenmerken. De jongelui
waren aan het ondereinde van de tafel geplaatst en tante
Gornelie vormde den overgang tot het meer deftige deel der gasten.
Heel wal schoone vrouwen en flinke knappe mannen waren
daar bij eikander.
Joachim zat tusschen Ursule en Ilertha, daarop volgden eenige
ons onbekende paren en aan de overzijde, door een groote
bloemvaas aan Ursula's blik onttrokken, zat Roland Hartwig, die Elsa
tot buurdarne had.
De jonge landraad zag er bijna te ernstig uit voor den vroolijken
kring, waarin hij zich bevond. Tante Cornelie maakte van iedere
gelegenheid gebruik om hem onderzoekend aan te zien. Bijna
ondanks haar zelve, voelde zij zich tot hem aangetrokken. Zij kon
hem nog niet vergeven dat hij de rust van haar lieveling had
verstoord. Toch kon zij niet ontkennen dat er een trek van edele
fierheid van zielskracht en zelfbeheersching op het denkend
voorhoofd zetelde en wat had hij eigenaardige, donkergrijze oogen,
die, hoewel zij meestal waren nedergeslagen, bijwijlen van zooveel
geest en leven konden fonkelen!
Elsa scheen zeer tevreden met haar buurman; zij praatte druk
en vroolijk en hij gedroeg zich jegens haar met de meest ridder
lijke beleefdheid.
Ursule's gezichtje was bijna zoo wit als het kleed dat zij aan had;
zij dwong zich zelven tot luisteren en spreken, en Joachim deed
wat hij kon om haar uit haar ongewone dofheid wakker te
schudden. Maar wat zij ook sprak en wat zij ook hoorde, een
onuitsprekelijk en ongekend gevoel van pijn snoerde haar de borst
te zamen; zoo vaak zij steelsgewijs een blik waagde naar den
overkant, scheen het bleeke ernstige gezicht daarginds achter de
bloemen, haar toe te roepen: >llc heb niets vergeven en niets '
vergeten!" (Wordt vervolgd).
NIEUWS VAST »E WEEK.
Het Belgisch Grootoosten, onder welks bescherming de plechtig
heid, den 23 en 24 dezer te Brussel te houden, wordt ingericht,
heeft van Z. K. H. Prins Alexander der Nederlanden een zilveren
beker een meesterstuk der Nederlandsche kunstnijverheid ten
geschenke ontvangen.
De Regeering heeft eene wijziging in de inrichting van de orde
van den Nedeiiandschen Leeuw aan de Kamer voorgesteld in dezen
zin dat: lo de broederorde vervalt door het laten uitsterven der
gebeneficieerden, met vol behoud hunner rechten, 2o op het voet
spoor van vele buitenlandsche orden, worden in plaats van drie,
vier klassen ingesteld.
Aan de Tweede K&mer is mededeeling gedaan van twee overeenkomsten, met da
Vereenigde Staten van Cohimbia. en de Republiek van Haïti, tot regeling der voor
waarden voor de toelating van consulaire ambtenaren der beide landen in de voor
naamste havens der owzeesche bezittingen.
De wijziging-voorstellen van School- en Drankwet worden in de
eerstvolgende week in de afdeelingen der Tweede Kamer onderzocht.
Het wetsontwerp tot invoering eener klassen-belasting, hetwelk
dezer dagen bij de Tweede Kamer zal inkomen, berust geheel op
aanslag ambtshalve door de colleges van zetters, wier getal voor
de vervulling dezer werkzaamheden zou worden uitgebreid.
De Staat der Nederlanden is door aannemers van het spoorweg
gedeelte AMEBSFOORT?REENEN der lün Amersfoort-Nijmegcn
gesom