De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 24 februari pagina 2

24 februari 1884 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

NEDERLAND. D E A M S T E R D A M M E R, No. 348 energieken leider en een duidelijk geformuleerd programma bij de oppositie, heeft de regeering nogmaals gezegevierd. Toch neeft het Kabinet Gladstone eene ernstige waarschuwing ontvangen. De gebeurtenissen in Soedan leveren de scherpste kritiek op het krachlelooze regeeringsbeleid, door den heer Gladstone en lord Derby in de verhouding tot het buitenland toegepast. Men zou voor Engeland bijna een dubbel Kabinet wenschen : een f oryministerie voor buitenlandsche aangelegenheden en een liberaal ministerie voor het inwendig beheer en den wetgevenden arbeid. Op dit oogeublik neemt men het met het Kabinet-Gladstone voor Hef, ter wille van het vele, dat het nog zal moeten doen, om het voor vier jaren afgekondigde programma geheel uit te voeren. Het dankt zijn behoud meer aan hetgeen het niet deed, dan aan wat het tot stand bracht. * * * Hoe weinig doordacht de Fransche regeering gehandeld heeft, door zich te verzetten tegen hel houden eener enquête omtrent den toestand der Parijsche werklieden en de crisis in de bouwindustrie, blijkt vooral, nu de enquête, tegen haren zin gehouden, voorloopig geen enkel resultaat oplevert, waarmede men het Kabinet dwang zou kunnen aandoen. De gehoorde werklieden verklaren allen dat er slechts half zoo veel werk is, als voor hun aantal noodig was. Vraagt men hun de redenen, dan verneemt men: het buitenland voert bewerkt hout, bewerkt marmer, meubelen, enz. in, minder fraai, maar ook veel goedkooper dan wij hel hier maken kunnen; de wonin gen zijn te Parijs duur; de machines verdringen het handwerk; de rijken laten niet zooveel bouwen, behangen, vergulden, als wij zouden wenschen; er komen vele werklieden uit de provinciën, sommige vakken nemen het werk van andere over. En vraagt men hun wat zij als middelen daartegen aanraden, dan is het niet: naar de provincie gaan om goedkooper ie leven, zich aan te sluiten om goedkooper grondstoffen te koopen en de ondernemersvvinst te deelen, coöperatie, vlugger werken of minder weeide. Wat zij vragen is: beschermende rechten op de arükeien die ingevoerd worden, zoodat dan ten koste van al de gebruikers in het land, de arbeider hooger loon kan bedingen; belasting op den onbebouwden grond, om den eigenaar tot bouwen te dwingen; belasting op de onbewoonde huizen om de huur te doen verlagen; belasting op de machines, aldus moedwillig de \oorlbrenging6kracht verlammend; hef kwijtschelden van een termijn huishuur, een aalmoes dus; het verbieden aan de eene industrie om ook het vak der andere uit te oefenen, dus terugkeer tot het AJiddeneeuwsch gildewezen; staatsgebouwen en staatswerkplaatsen, zoodat op kosten van het land de werkman builen concurrentie zou kunnen werken; het uitzetten van vreemde werklieden; het terugzenden van de zwervenden naar hun provinciën, enz. Het eene middel dat voorgesteld wordt is al meer reactionnair en meer economische ketterij dan het ander, zoodat de commissie, naar eenige harer leden onverholen mededeelen, innig ontmoedigd tn teleurgesteld is. Uit de tallooze gegevens een rapport op te stellen, zal haar niet moeielijk zijn; wel echter uit dat rapport eene conclusie te trekken. Zjj die niet met de enquête ingenomen zijn, beweren dat men niet de ware werklieden, maar de redenaars der clubs, de mede werkers en lezers van den Prolétaire voor de commissie ziet defileeren, en dat wanneer de leden van deze zich de moeite getroostten naar de werkplaatsen te gaan waar de knappe werklieden, voor wie er altoos wat te doen is, te vinden zijn, zij ook over den algemeenen toestand andere gegevens zouden opdoen dan thans. De bourgeoisie heeft, vooral bij de werklieden, den naam van egoïstisch, bekrompen, reactionnair, kleingeestig, ouderwetsch de thans ge hoorde Parijsche werklieden doen hun best haar in deze denkbeelden te evenaren. ~~"~ B I TS Bf E SML A W ». De heer Cremers is tot President gekozen. De courtoisie vorderde het. Maar er was een andere reden daarneven. Tak c. s. wilden Gleiehman niet als President. Om den hamer niet in handen van een lid der rechterzijde te «pelen, gaven de liberalen aan de Kappeyne-fractie toe en namen Cremers in plaats van Gleiehman. Maar ook dat was den Kappyniauen niet voldoende. Zij eischten, behalve het loslaten van Gleiehman, ook nog, dat Tak derde candidaat zou worden. En ook dat gaf de liberale meerderheid toe. Heeft de heer Van Houten dan wel zooveel reden om tegen de aan eensluiting van alle mannen van goeden wil" op te komen ? Do eerste vrucht van de aaneensluiting korut immers reeds zijn vriend Tak ten goede! Bij de Presidentskeuze hebben de anti-revolutionairen en ultra-montaneii. slag geleverd. De meeste anti-revolutionairen schaarden zich tegen de keuze van Bor« ret tot tweeden candidaat; de katholieken gaven aan den gematigd-libe ralen Roëll of aan Borret, de voorkeur boven den candidaat der anti-re volutionairen voor de eerste candidatuur. Al was de eervolle rol, die de Kooinschen jhr. Roëll lieten vervullen niet benijdenswaard, het feit, dat men van die zijde liever liberaal dan anti* revolutionair stemde, is niet zonder beteekenis. ONZE BLADEN. De Tweede Kamer is deze week bijeengekomen en de voordracht voor een president iii de plaats van den heer Van Rees is opgemaakt. De beschouwingen van de bladen over den vermoedelijken loop der keuze hebben door den uitslag veel van haar waarde verloren en die uitslag zelt wijkt sterk af van hetgeen men had verwacht of wel gevreesd. De heer Cremers is tot eersten candidaat gekozen, de heer Borret tot 2en, de heer Tak tot 3en. De meeste liberale bladen verheugen er zich over dat de liberale kamer leden althans tot nheid zijn gekomen in de keuze, en hopen er het beste van voor de toekomst. Ook het Haagsche Dagblad is tevreden daar het den heer Cremers als een bezadigd man kent. De Tyd hoopt dat de heer Cremers slechts tijdelijk den zetel zal bezettenjdaar hij de eenige geboren katholiek is in de Kamer die het blad steeds onder zijn bestrijders zag. Een niet te miskennen ontevredenheid spreekt uit de woorden van de Stand, Zij toch moet constateeren dat de anti-revolutionaire club niet tot eenheid is geraakt en troost zich nu met een hateljjkheid op de bezadigd heid" vau den verkozene. Een art'kel in het laatstgenoemde blad over de gedragslijn van de antirevolutionairen in de Kamer bij de nu geopende zitting, heeft tot een korte polemiek met 't Vad. geleid, hetwelk de eerlijkheid van het advies in twijfel trok. Een andere polemiek is ontlokt door een artikel van het Hand. getiteld: Grondwettige partijen, waarin het recht van bestaan der kerkelijke partijen onder de tegenwoordige grondwet w.ordt ontkend. Dat Tycl en Stand, daartegen opponeeren spreekt van zelf. Een zesde brief van Mr. Van Houten over den politieken toestand va/ het oogenblik leidde slechts tot enkele opmerkingen in de pers. De heer v. H. keurt de gedragslijn van de Kamer en de Regeering bij de jongste Staatsbagrooting af, betwijfelt of Van Rees den toestand in Indiëzal ver beteren en komt ten slotte neer op de door hem waargenomen toenadering tus?chen de liberalen en Mr. Heemskerk. De conservatieve staatsleer, zooals zij onvervalscht wordt verkondigd in de brochure van een oud lid der Staten-Generaal", bood het Vad. stof voor een hoofdartikel, terwijl het Haagsche Dgbl. haar artikelen over da In komstenbelasting met een vijfde stuk ten einde bracht. Gunstig is het oordeel van het blad, gelijk men verwachten kon, niet. En mocht er een maal toe worden besloten, dan hoopt het blad, dat het zal zijn cp vaste grordslagen. Het Hand. betoogt daarentegen in een tweede stuk over het Tekort en de Inkomstenbelasting-", dat een inkomstenbelasting niet als impót unique maar als deel van het belastingstelsel hoogst wenschelijk is te achten, juist omdat zij iedereen dwingt zija deel in de staathuishou ding bij te dragen. De N. JR. Ct. vond in het debat onlangs in de Eerste Kamer over het Trijhandelstelsel gevoerd, gelegenheid haar denkbeelden op dit terrein te ontwikkelen en de justheid er van te betoogen, terwijl de Tijd in eer paar artikelen met het opschrift Cijfers1' de vraag behandelde of de opga ven die voor het vrijhandelstelsel moeten pleiten en gestadig door de voor standers worden aangewend, wel relatief juist en afdoende zijn. Ook het Zuiden behandelt: Vrijhandel of Protectionisme. De financieéle quaestie bleef goeddeels rusten. Wel behandelde de Arnh. Ct. het financieel debat in de Eerste Kamer, maar zij kwam nog niet tot een resultaat. Het Haagsche Dagbl. besprak de nadere voorziening van het muntwezen. De Alkm. Ct. liet een opwekkend woordje hooren over de belastingen en wees op de vermindering van druk die in de laatste tien tallen jaren is te constateeren. De schoolwet gaf de Prof. Noordbrabander en de Nieuwe Noordli., de Goitdsche Ct. en de Veend. Ct. nogmaals stof. De conclusie van de ge noemde bladen stond wat de beide laatsteu betreft lijnrecht tegenover de eerstgenoernden. De Tijd behandelde weder het Kweekelingstolsel en pleitte voor den ouden vierden rang. De Munsterkerkhof-quaestie heeft voorloopig haar beslag. Het besluit van den minister van justitie om in appèl te komen wordt zeer op prijs gesteld. Ook het Wcckbl. van het Rcgt verklaart aich er mede ingenomen. NOE? enkele bladen hielden over de zaak zelf nabetrachting, maar na s\ hetgeen er over gezogd is, bepalen wij ons tot deze korte herinnering. Nog werd behandeld door het Haagsche Dagblad: Java en de Javanen; door het Vad.: den waterweg Amsterdam?Rotterdam en de provincie Zuid-Holland; door het Rott. Nbl.: Wetten en Weten (een wensch om de wetten meer onder het volk te brengen); door het Haagsche Dagblad (naar aanleiding der vroeger vermelde polemiek tusschen de hh. Spruyt en Schaepman). Over het ijken van geleerdheid door den Staat; door het V. D.: over de ontginning onzer heidevelden; door de Midd. Ct.: over de 7e reis van de Wülein Barents (een warme aansporing); door de Purm. Ct.: over Zaken van Oorlog en Vree; door de N. B. Ct.: over de Kinderziekte van den tegenwoordigen tijd, (de mazelen). De Stand. eindelijk schre-f een negende stuk aan 't adres van den heer Betz, onder het motto: Ik geloof in God den Vader, de Almachtigen." IN DEN RAAD. 't Was een verrassing. Iedereen wist, dat we een nieuw tapijt zouden krijgen, maai' niemand wist, dat het zóó mooi zou wezen. Regelrecht uit Smyrna, via Deventer en Peck, voor f2500. Haren van wel een palm leegte, eea prachtig roset in het midden ea een rand van?groen, en geel..

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl