De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 24 februari pagina 3

24 februari 1884 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

AWSTÈ*fP0fAM*MER, WEfrK&fc-AB VOOR NEDERLAND. Ik Iqjfc juist op den rand Waarlijk, Publieke Werken heeft er eer van! Bc zou desnoods nog een weinig meer verscheidenheid gewenscht heb ben: een alegorische mozaïek zon, verbeeld ik mij, zeer doelmatig zijn geweest. De zet«J9 van het Dag. Best. had ik b. v. op rozen willen plaatsen. ? Toorts had ik Mr. N. J. den Tez willen uitnoodigen, de stoelen te komen asnwgzen, waarop de leden der Coalitie zich vermeten in den regel ta gaan zitten; die plekken had ik vuurrood willen maken, want feitelijk ? leidt toch aHe oppositie tegen het gezag tot commune. Ook zou het niet iwaad zgn geweest hier en daar een vallnik aan te brengen, met het oog op de enfant-temble-rol, waarin sommige raadsleden nu en dan vervallen. i Doch het kleed ligt nu eenmaal en van harte hoop ik, dat het lang zal aanbleven", langer dan de raadsleden der coalitie. Mochten we er nog receptie op honden bg de tweede internationale, koloniale en uitvoerhandeltentoonstellmg. Maar wat ik ook van harte hoop is, dat het zachte warme tapijt onder hunne voeten nrijn praatzuchtige collega's niet zal verleiden, de zittingen nog meer te rekken dan nu reeds geschiedt. Zooals mijn kiezers weten, verzuim ik nooit. Maar ik verzeker hun, dat het vertrouwen dat de burgerij in mij gesteld heeft, me reeds heel wat kostbaren tijd heeft gekost. En waren de debatten dan nog maar vruchtbaar! Maar wat beteekent het nu bijvoorbeeld, ik vraag het u, kiezers! om anderhalf uur te spreken over een subsidie aan een teekenschool van timmerlui. B en W. hadden uit drukkelijk verklaard, dat zij de subsidie niet wenschten te geven, en hielden zij zich daarbij niet aan het advies van den Inspecteur en van de Cooam. van Toezicht op het M. O., dit moesten B. en W. immers zelf ,. weten! Bovendien zouden zij zich later tegenover die autoriteiten kunnen beroepen op het besluit van den Raad. ; Doch neen. De gewone schoolautoritciten" waren 't weer niet met den Wethouder voor Onderwijs eens. Zelfs vond het jongste raadslid in dit Onderwerp stof voor zijn maidenspeech. En 't mooiste was, dat iemand, die zelf begon met te verklaren geen onderwijsspecialiteit te zijn, de kat de bel aanbond. Hoe ernstig en krachtig was het antwoord van den wethouder! Men had gezegd, dat de teekenschool der timmerlui recht had op subsidie, omdat andere teekenscholen ook subsidie kregen alsof ik niet vrij zon zijn a iets te geven en uw buurman niet! ; ook was het nut dezer school _, breed uitgemeten en zelfs was er gesproken van een aanmoediging welke die timmerlui zouden verdienen omdat ze de school hadden opgericht. Alsof een timmerman tevens schoolmeester moest wezen. Dat ia juist de kanker van onze tegenwoordige maatschappij, dat iedereen iets anders wil wezen dan hij is. Zeer juist zeide dan ook de heer Gosschalk, dat een timmerman die goed teekent en timmert veel geschikter voer zijn vak is, dan een timmerman die mooie rekeningen schrijft. Hoe mijn geachte collega na deze ware opmerking zich niettemin vóór het verleeuen der subsidie kon verklaren, begrijp ik niet. Maar dit weet ik wel, dat als mijn timmerman les gaf op die school van Concordia Mer nos, hij op mijn klandizie niet meer behoefde te reke nen, feitelijk toch leidt al die timmermansconcordia tot hooge reke ningen en commune, 't Zal me dan ook ten eeuwigen dage een raadsel Wijven, hoe iemand als Mr. A. Kerdjjk, die toch óók een positie in de .Haatschappy heeft, kan zeggen, dat de offers" welke die timmerlui voor Iran school brengen, hun recht geven op aanmoediging, en, nog erger, l hoe kg heeft durven beweren, dat iedereen d. w. z. ieder raadslid ? gezegd had, sympathie voor die timmerteekenschool te gevoelen. Ik ten minste heb van geen sympathie gerept. Ik heb heelemaal niets gezegd. Ik zeg nooit iets. Maar mijn kiezers weten dat ik óók nooit verzuim en nog veel minder ooit in de oppositie ben. Trouwens, dat in dit geval iemand wél in de oppositie kon zijn, ik zeg alweer: 't is en blijft me een raadsel. Ik sprak reeds van het schit terend betoog van onzen "Wethouder voor Onderwijs. Inderdaad, het was ad rem. Daar sprak meer dan sympathie voor n school, daar sprak liefde voor alle scholen, daar sprak een beginsel uit. Het Gemeente bestuur mag niets doen, waardoor de prikkel om het door de Gemeente gegeven Lager Onderwijs te volgen, wordt weggenomen." Nu behoeft een knaap die teekenen wil leeren, om op die school van Concordia int er nos te komen, ongeveer niets te kennen. Hij behoeft dus het door de Gemeente gegeven L. O." niet gevolgd te hebben. Wil hij el dersteekenen leeren, dan moet bjg wel wat kennen, wél dat L. O. gevolgd hebben. We zonden dus immers onze eigen ruiten inslaan, als we die timmerschool gingen subsidieeren l 't Is zoo helder als de spiegelramen onzer raadszaal. Elke zesjarige adspirant-timmraerman zal, zonder de school van Concordia, naar het L. O. van de gemeente verlangen; maar als hij er toch eens kan komen, zonder Spa - a en 2x2, wel dan gaat hij immers in zijn tafeletoel slabbakken! En toch.... niettegenstaande dit duidelijk, principieel betoog.... is de subsidie toegestaan en heeft zelfs de Burgemeester.... Ach, niets is meer onmogelijk in onzen tijd! Nauwelijks was de school der timmerlui afgehamerd, of we zaten opeens in 'tgasbureau. 't Was er nog vrij duister. Geen wonder, dat er zoo herhaaldelijk werd misgetast. Ik vraag alweer: waarom ook zelf den weg gezocht en zich niet toevertrouwd aan de leiding van het Dag. Best. ? Ten slotte bleek immers toch, dat iedereen precies denzelfden weg uit wilde! Wat is de quaestie? Er moet controle worden gehouden op de gas fabriek, 't Is natuurlyk alleen pro forma, maar de Imperial betaalt er f25000 voor, en dus moet de gemeente daarvoor iets doen. Daarom be dachten B. en W., in overleg met den Directeur van Publ. Werken, dat het personeel van Publ. Werken wat uitgebreid kon worden, en steïden zjj voor, twee ingenieurs en een aantal lagere ambtenaren in dienst te stellen, waaraan dan de technische en administratieve bemoeiingen zou den worden opgedragen, welke een gevolg zjjn van de gasconcessie. Ongelukkig lieten ze zich den naam gasbureau ontglippen. En zie, nauwelyk is dat woord gehoord of een storm steekt op. Een gasbureau, een bureau voor het gas, voor de controle op de gasfabriek, op de Im$$rial, die Ecgelsche Haatschajapü?... Maar dan moet het ook een goed bureau zijn, een bureau dat wezenlijk controleert, met een bekwaam man aan hét hoofd, die het oog laat gaan over alles .... en dergelijke dolzinnigheden meer. Het gevolg was het voorstel van den heer Tromp, die een gasinsjjecteur" wou aanstellen op een tractement van f 10.000. Ik heb een gasvitter gekend, die f 700 had. Zeer lang is over deze zaak geredekaveld. Zelfs is er een avondeitting voor gehouden, wat me erg speet, omdat ik juist dien avond naar het Pariser Lében had willen gaan en nu in den Baad moest zjjn. Want, zooals mg'n kiezers weten, verzuim ik nooit. Maar dat was nog zoo erg niet. Wat me veel meer speet, was de om keer die door de discussiën in de plannen van B. en W. werd gebrachi. Want plotseling ging het Dag. Best. nu ook spreken van zoo'n groot gasbureau, met zoo'n Groot-inquisiteur aan het hoofd. Alleen stelden B. en W. de opschortende voorwaarde. Zooals gezegd, dit deed me zeer leed. Natuurlijk moeten we B. en W. gelooven, als zij zeggen, dat het altoos hun bedoeling is geweest, om, als dit op den duur mocht noodig blijken, het thans voorgestelde personeel uit te breiden. Maar ik verklaar gaarne, dat ik voor mij die bedoeling in de voordracht van B. en W. niet gelezen heb. En juist met die voor dracht was ik zoozeer ingenomen. Want hierin wordt voldaan aan de formaliteit, welke de gasconcessie eischt. Maar nu? Ik durf te wedden, dat nu het gas onvoldoende «al zijn! Altoos bekeken door een oppositiebril. En dan is Leiden in last. Dan moet er hoe eer hoe beter een deskundig hoofd" benoemd worden, welk hoofd natuurlijk niet zal te vinden zijn ten minste hier in het land niet. (Zocht men in 't buiten land, dan zou het iets anders wezen: de heer Hegener, de Keulscbe Her» cules b. v. zou m. i. juist the right man on the right place zijn.) En als dan dat hoofd benoemd is, wel, dan zal eenvoudig gebeuren wat het Dag. Best. juist zoozeer duchtte, dan zal men gaan vechten met de Maatschappij". En ik zeg het den heer Ankersmit na zoodanig moet de gemeentelijke controle toch niet zijn". Waarom haar niet overgelaten aan Publieke Werken in het algemeen? De twee ingenieurs kunnen den Directeur van Publ. Werken helpen, maar deze moet toch het hoofd blijven. Deze is bovendien op de hoogte; liy heeft wat de heer Tromp wenschte dat het deskundig hoofd" hebben zou kennis van zaken en menschen. Hij kent de stad; hij kent de plans voor de fabriek; hij kent den directeur.... ik meen den agent,." Jaren lang reeds kent h\j dezen; hij heeft onder hem gewerkt; en alleen als hij met den heer Bergsma moet samenwerken, samenwerken ten bate van Amsterdam, Burgerij en Imperial, heeft men kans, dat er eene verhouding zal ontstaan als van twee vriendin die elkaar hun feilen toonen, in stee van eene vyandige controle. Gelukkig heeft de Baad althans voorshands in het voorstel van B. en W. berust. Voorshands dus blijft de controle onder Publieke Werken. Mogen we nu van deze afdeeling verwachten, dat zij de grieven van Dr. Mezger uit den weg zal ruimen door de gasbuis niet Vlak langs zijn huis te leggen'? Eén van de twee: of de gasbuis moet weg of Dr. Mezger gaat heen. ?- ? Van harte hoop ik, dat het laatste niet het geval moge zijn. Want ook dit moet voor den goeden naam van Amsterdam in het oog gehouden worden: men zal de gasbuis spoedig vergeten, maar Dr. Mezger zal men niet spoedig vergeten. Ea zal het dan niet wezen, alsof Dr. Mezger om. een andere reden ware weggegaan? '-'?? Mocht bij dus blijven en mocht dit er nog eens toe bijdragen, om dien wensch van elk oprecht Amsterdammer te vervullen: mocht nog eenmaal, ook met het oog op hem, de residentie verplaatst worden van Den Haag naar de hooidstad. Ik geloof, dat mijn pakhuis uitstekend verbouwd zou kunnen worden voor Ministerie van Justitie. - - Raadslid NNr. 40. WARME KADETJES. E e n Z a t-ar-d a g- a v o n d £ r a a t j e» XL. Wat hebben die jongens verleden week by jouw aan huis do beest gespeeld!" zeide Sagittarius. Kan ik het helpen"", was mijn antwoord, dat de jeugd zoo vrool$c wordt en dat er eigenlijk geen jongens meer, maar slechts jonge oudemannetjes" bestaan? In vroeger dagen kon je zulke snaken-uren lang met knibbelspel en ganzenbord stil houden, maar tegenwoordig is daar geen denken meer aan en willen de knapen met alle geweld gewichtige rollen spelen." " Dat ligt in de lucht", meende mijn vriend, en ik moet je, onder ons gezegd, vertellen dat ik het zoo erg niet vind wanneer onze jongens streken uithalen, gelijk zij zulks, in de vorige week op Meerlust deden; ik vind het begrijpelijk dat zij gemeenteraadje spelen, want zij kijken de couranten in en bezochten met vaders, oom of oudere broeders, wellicht de zittingen van onzen achtbaren gemeenteraad; maar weet je wat mij erg gehinderd heeft, ja me zelfs boos maakte? Dat is dat de kornuiten van je zoon Jan zich niet ontzagen om, op oneerbiedigen toon, over een minister des Konings te praten, en van den minister H e e m s k-.etók zeiden...... Wat blief je!"" viel ik Sagittarius verbaasd in de rede, durf 3$ je daarover beklagen? Ben je niet de aauleidende oorzaak dat de kwajongens zoo impertinent durfden spreken?"" Ik?" was al wat hij antwoorden kon." Ja, jij!"" Metén sprong ik op, ging naar het boekenrek en haalde er een boekske af dat ik opende en las: De hetr Heemskerk Az. had het voorbeeld van Dirk Donker en van anderen voor zich, maar hij was te ijdel en te gevoelig voor vleitaal, dan dat hij zich het oudhollandsche spreekwoord zoude hebben kunnen her inneren: Hij spiegelt zich zacht, die zich aan een ander spiegelt." In plaats van het en avant deux verkoos hij het balancez, balan-> cez a droite et a gau&lie, en eindelijk was het dos a dos. Me

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl