Historisch Archief 1877-1940
AWSTÈ*fP0fAM*MER, WEfrK&fc-AB VOOR NEDERLAND.
Ik Iqjfc juist op den rand Waarlijk, Publieke Werken heeft er eer van!
Bc zou desnoods nog een weinig meer verscheidenheid gewenscht heb
ben: een alegorische mozaïek zon, verbeeld ik mij, zeer doelmatig zijn
geweest. De zet«J9 van het Dag. Best. had ik b. v. op rozen willen plaatsen.
? Toorts had ik Mr. N. J. den Tez willen uitnoodigen, de stoelen te komen
asnwgzen, waarop de leden der Coalitie zich vermeten in den regel ta
gaan zitten; die plekken had ik vuurrood willen maken, want feitelijk
? leidt toch aHe oppositie tegen het gezag tot commune. Ook zou het niet
iwaad zgn geweest hier en daar een vallnik aan te brengen, met het oog
op de enfant-temble-rol, waarin sommige raadsleden nu en dan vervallen.
i Doch het kleed ligt nu eenmaal en van harte hoop ik, dat het lang zal
aanbleven", langer dan de raadsleden der coalitie. Mochten we er nog
receptie op honden bg de tweede internationale, koloniale en
uitvoerhandeltentoonstellmg.
Maar wat ik ook van harte hoop is, dat het zachte warme tapijt onder
hunne voeten nrijn praatzuchtige collega's niet zal verleiden, de zittingen
nog meer te rekken dan nu reeds geschiedt. Zooals mijn kiezers weten,
verzuim ik nooit. Maar ik verzeker hun, dat het vertrouwen dat de burgerij
in mij gesteld heeft, me reeds heel wat kostbaren tijd heeft gekost. En
waren de debatten dan nog maar vruchtbaar! Maar wat beteekent het
nu bijvoorbeeld, ik vraag het u, kiezers! om anderhalf uur te spreken over
een subsidie aan een teekenschool van timmerlui. B en W. hadden uit
drukkelijk verklaard, dat zij de subsidie niet wenschten te geven, en
hielden zij zich daarbij niet aan het advies van den Inspecteur en van de
Cooam. van Toezicht op het M. O., dit moesten B. en W. immers zelf
,. weten! Bovendien zouden zij zich later tegenover die autoriteiten kunnen
beroepen op het besluit van den Raad.
; Doch neen. De gewone schoolautoritciten" waren 't weer niet met den
Wethouder voor Onderwijs eens. Zelfs vond het jongste raadslid in dit
Onderwerp stof voor zijn maidenspeech. En 't mooiste was, dat iemand,
die zelf begon met te verklaren geen onderwijsspecialiteit te zijn, de kat
de bel aanbond.
Hoe ernstig en krachtig was het antwoord van den wethouder! Men
had gezegd, dat de teekenschool der timmerlui recht had op subsidie,
omdat andere teekenscholen ook subsidie kregen alsof ik niet vrij zon
zijn a iets te geven en uw buurman niet! ; ook was het nut dezer school
_, breed uitgemeten en zelfs was er gesproken van een aanmoediging welke
die timmerlui zouden verdienen omdat ze de school hadden opgericht.
Alsof een timmerman tevens schoolmeester moest wezen. Dat ia juist de
kanker van onze tegenwoordige maatschappij, dat iedereen iets anders
wil wezen dan hij is. Zeer juist zeide dan ook de heer Gosschalk, dat een
timmerman die goed teekent en timmert veel geschikter voer zijn vak is,
dan een timmerman die mooie rekeningen schrijft. Hoe mijn geachte
collega na deze ware opmerking zich niettemin vóór het verleeuen der
subsidie kon verklaren, begrijp ik niet.
Maar dit weet ik wel, dat als mijn timmerman les gaf op die school
van Concordia Mer nos, hij op mijn klandizie niet meer behoefde te reke
nen, feitelijk toch leidt al die timmermansconcordia tot hooge reke
ningen en commune, 't Zal me dan ook ten eeuwigen dage een raadsel
Wijven, hoe iemand als Mr. A. Kerdjjk, die toch óók een positie in de
.Haatschappy heeft, kan zeggen, dat de offers" welke die timmerlui voor
Iran school brengen, hun recht geven op aanmoediging, en, nog erger,
l hoe kg heeft durven beweren, dat iedereen d. w. z. ieder raadslid ?
gezegd had, sympathie voor die timmerteekenschool te gevoelen. Ik ten
minste heb van geen sympathie gerept. Ik heb heelemaal niets gezegd.
Ik zeg nooit iets. Maar mijn kiezers weten dat ik óók nooit verzuim en
nog veel minder ooit in de oppositie ben.
Trouwens, dat in dit geval iemand wél in de oppositie kon zijn, ik
zeg alweer: 't is en blijft me een raadsel. Ik sprak reeds van het schit
terend betoog van onzen "Wethouder voor Onderwijs. Inderdaad, het was
ad rem. Daar sprak meer dan sympathie voor n school, daar sprak
liefde voor alle scholen, daar sprak een beginsel uit. Het Gemeente
bestuur mag niets doen, waardoor de prikkel om het door de Gemeente
gegeven Lager Onderwijs te volgen, wordt weggenomen." Nu behoeft
een knaap die teekenen wil leeren, om op die school van Concordia int er
nos te komen, ongeveer niets te kennen. Hij behoeft dus het door de
Gemeente gegeven L. O." niet gevolgd te hebben. Wil hij el dersteekenen
leeren, dan moet bjg wel wat kennen, wél dat L. O. gevolgd hebben. We
zonden dus immers onze eigen ruiten inslaan, als we die timmerschool
gingen subsidieeren l 't Is zoo helder als de spiegelramen onzer raadszaal.
Elke zesjarige adspirant-timmraerman zal, zonder de school van Concordia,
naar het L. O. van de gemeente verlangen; maar als hij er toch eens kan
komen, zonder Spa - a en 2x2, wel dan gaat hij immers in zijn
tafeletoel slabbakken!
En toch.... niettegenstaande dit duidelijk, principieel betoog.... is
de subsidie toegestaan en heeft zelfs de Burgemeester....
Ach, niets is meer onmogelijk in onzen tijd!
Nauwelijks was de school der timmerlui afgehamerd, of we zaten opeens
in 'tgasbureau. 't Was er nog vrij duister. Geen wonder, dat er zoo
herhaaldelijk werd misgetast. Ik vraag alweer: waarom ook zelf den weg
gezocht en zich niet toevertrouwd aan de leiding van het Dag. Best. ?
Ten slotte bleek immers toch, dat iedereen precies denzelfden weg uit wilde!
Wat is de quaestie? Er moet controle worden gehouden op de gas
fabriek, 't Is natuurlyk alleen pro forma, maar de Imperial betaalt er
f25000 voor, en dus moet de gemeente daarvoor iets doen. Daarom be
dachten B. en W., in overleg met den Directeur van Publ. Werken, dat
het personeel van Publ. Werken wat uitgebreid kon worden, en steïden
zjj voor, twee ingenieurs en een aantal lagere ambtenaren in dienst te
stellen, waaraan dan de technische en administratieve bemoeiingen zou
den worden opgedragen, welke een gevolg zjjn van de gasconcessie.
Ongelukkig lieten ze zich den naam gasbureau ontglippen. En zie,
nauwelyk is dat woord gehoord of een storm steekt op.
Een gasbureau, een bureau voor het gas, voor de controle op de
gasfabriek, op de Im$$rial, die Ecgelsche Haatschajapü?... Maar dan moet
het ook een goed bureau zijn, een bureau dat wezenlijk controleert, met
een bekwaam man aan hét hoofd, die het oog laat gaan over alles ....
en dergelijke dolzinnigheden meer. Het gevolg was het voorstel van
den heer Tromp, die een gasinsjjecteur" wou aanstellen op een
tractement van f 10.000. Ik heb een gasvitter gekend, die f 700 had.
Zeer lang is over deze zaak geredekaveld. Zelfs is er een avondeitting
voor gehouden, wat me erg speet, omdat ik juist dien avond naar het
Pariser Lében had willen gaan en nu in den Baad moest zjjn. Want,
zooals mg'n kiezers weten, verzuim ik nooit.
Maar dat was nog zoo erg niet. Wat me veel meer speet, was de om
keer die door de discussiën in de plannen van B. en W. werd gebrachi.
Want plotseling ging het Dag. Best. nu ook spreken van zoo'n groot
gasbureau, met zoo'n Groot-inquisiteur aan het hoofd. Alleen stelden
B. en W. de opschortende voorwaarde.
Zooals gezegd, dit deed me zeer leed. Natuurlijk moeten we B. en W.
gelooven, als zij zeggen, dat het altoos hun bedoeling is geweest, om, als
dit op den duur mocht noodig blijken, het thans voorgestelde personeel
uit te breiden. Maar ik verklaar gaarne, dat ik voor mij die bedoeling
in de voordracht van B. en W. niet gelezen heb. En juist met die voor
dracht was ik zoozeer ingenomen. Want hierin wordt voldaan aan de
formaliteit, welke de gasconcessie eischt. Maar nu? Ik durf te wedden,
dat nu het gas onvoldoende «al zijn! Altoos bekeken door een
oppositiebril. En dan is Leiden in last. Dan moet er hoe eer hoe beter een
deskundig hoofd" benoemd worden, welk hoofd natuurlijk niet zal te
vinden zijn ten minste hier in het land niet. (Zocht men in 't buiten
land, dan zou het iets anders wezen: de heer Hegener, de Keulscbe Her»
cules b. v. zou m. i. juist the right man on the right place zijn.)
En als dan dat hoofd benoemd is, wel, dan zal eenvoudig gebeuren
wat het Dag. Best. juist zoozeer duchtte, dan zal men gaan vechten met
de Maatschappij". En ik zeg het den heer Ankersmit na zoodanig
moet de gemeentelijke controle toch niet zijn".
Waarom haar niet overgelaten aan Publieke Werken in het algemeen?
De twee ingenieurs kunnen den Directeur van Publ. Werken helpen,
maar deze moet toch het hoofd blijven. Deze is bovendien op de hoogte;
liy heeft wat de heer Tromp wenschte dat het deskundig hoofd"
hebben zou kennis van zaken en menschen. Hij kent de stad; hij kent
de plans voor de fabriek; hij kent den directeur.... ik meen den
agent,." Jaren lang reeds kent h\j dezen; hij heeft onder hem gewerkt;
en alleen als hij met den heer Bergsma moet samenwerken, samenwerken
ten bate van Amsterdam, Burgerij en Imperial, heeft men kans, dat er
eene verhouding zal ontstaan als van twee vriendin die elkaar hun feilen
toonen, in stee van eene vyandige controle.
Gelukkig heeft de Baad althans voorshands in het voorstel van B. en W.
berust. Voorshands dus blijft de controle onder Publieke Werken.
Mogen we nu van deze afdeeling verwachten, dat zij de grieven van
Dr. Mezger uit den weg zal ruimen door de gasbuis niet Vlak langs zijn
huis te leggen'? Eén van de twee: of de gasbuis moet weg of Dr. Mezger
gaat heen. ?- ?
Van harte hoop ik, dat het laatste niet het geval moge zijn. Want ook
dit moet voor den goeden naam van Amsterdam in het oog gehouden
worden: men zal de gasbuis spoedig vergeten, maar Dr. Mezger zal men
niet spoedig vergeten. Ea zal het dan niet wezen, alsof Dr. Mezger om.
een andere reden ware weggegaan?
'-'?? Mocht bij dus blijven en mocht dit er nog eens toe bijdragen, om dien
wensch van elk oprecht Amsterdammer te vervullen: mocht nog eenmaal,
ook met het oog op hem, de residentie verplaatst worden van Den Haag
naar de hooidstad.
Ik geloof, dat mijn pakhuis uitstekend verbouwd zou kunnen worden
voor Ministerie van Justitie.
- - Raadslid NNr. 40.
WARME KADETJES.
E e n Z a t-ar-d a g- a v o n d £ r a a t j e»
XL.
Wat hebben die jongens verleden week by jouw aan huis do beest
gespeeld!" zeide Sagittarius.
Kan ik het helpen"", was mijn antwoord, dat de jeugd zoo vrool$c
wordt en dat er eigenlijk geen jongens meer, maar slechts jonge
oudemannetjes" bestaan? In vroeger dagen kon je zulke snaken-uren lang met
knibbelspel en ganzenbord stil houden, maar tegenwoordig is daar geen
denken meer aan en willen de knapen met alle geweld gewichtige rollen
spelen." "
Dat ligt in de lucht", meende mijn vriend, en ik moet je, onder ons
gezegd, vertellen dat ik het zoo erg niet vind wanneer onze jongens
streken uithalen, gelijk zij zulks, in de vorige week op Meerlust deden;
ik vind het begrijpelijk dat zij gemeenteraadje spelen, want zij kijken de
couranten in en bezochten met vaders, oom of oudere broeders, wellicht
de zittingen van onzen achtbaren gemeenteraad; maar weet je wat
mij erg gehinderd heeft, ja me zelfs boos maakte? Dat is dat de kornuiten
van je zoon Jan zich niet ontzagen om, op oneerbiedigen toon, over een
minister des Konings te praten, en van den minister H e e m s k-.etók
zeiden......
Wat blief je!"" viel ik Sagittarius verbaasd in de rede, durf 3$ je
daarover beklagen? Ben je niet de aauleidende oorzaak dat de kwajongens
zoo impertinent durfden spreken?""
Ik?" was al wat hij antwoorden kon."
Ja, jij!"" Metén sprong ik op, ging naar het boekenrek en haalde er
een boekske af dat ik opende en las:
De hetr Heemskerk Az. had het voorbeeld van Dirk Donker en van
anderen voor zich, maar hij was te ijdel en te gevoelig voor vleitaal, dan
dat hij zich het oudhollandsche spreekwoord zoude hebben kunnen her
inneren: Hij spiegelt zich zacht, die zich aan een ander spiegelt." In
plaats van het en avant deux verkoos hij het balancez, balan->
cez a droite et a gau&lie, en eindelijk was het dos a dos. Me