Historisch Archief 1877-1940
No. 348
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
van een huis dier dagen hing, nieuwsgierig kijkende naar de drokke
menigte op de avant-scène. Dat trof mij; dat was een schilderij?je,
voortrefhjk schoon. Lof den regisseur! Clairmont.
HET TOONEEL TE ROTTERDAM.'
Thérèse Raquïn.
Da heer Van Zuylen heeft deze week eene tooneelbewerkiug van Zola's
roman Thérèse Raquin op de planken gebracht. Deze roman van den
bekenden realist is ia 1866 verschenen en is de eerste, waardoor Zola bij
het groote publiek meer bekend is geworden, echter niet door do groote
verdiensten van dit werk, integendeel door het af keurend votum, dat alge
meen over dezen roman werd uitgesproken; een votum, zich tteunende
op aesthetische en moralische gronden. Wat de laafsten aanhetreft, Zola
heeft zich daarover zelf uitgesproken o. a. in de voorrede tot de drama
tische bewerking van VAssommoir. Hij beweert daarin, dat zijn romans een
groote zedelijke strekking hebben, omdat zij de gevolgen van het kwaad
in al zijn naaktheid doen zien en daardoor iedereen voor het kwaad zullen
waarschuwen. De schrijver wil waarheid, hy wil de gansche waarheid doen
zien, moge zij nog zoo afgrijselijk, nog zoo afschuwelijk zijn.
Men moge over de waarheid, die de schrijver ons al lezende doet door
leven, denken, zooals men wil; dit is zeker, dat die akeligheden, op het
tooneel gebracht, zoodat de toeschouwer ze niet meer in de verbeelding,
maar in werkelijkheid voor zich ziet, walgelijk zijn en daarom zijn Zola's
romans totaal ongeschikt, om als tooneelstukken bewerkt te worden;
zulke tooneektukken diecen met alle kracht van het tooneel te worden
geweerd. Daar Thérèse Raquin reeds in 1866 is geschreven, zal de inhoud
bij velen misschien niet meer goed in herinnering zijn, ik laat hem daarom
hier kort volgen.
Een oude dame, Madame Raqnin, woont met haren zoon Camille en
hare schoondochter Thérèse in de Passage du Pont-Tseuf. Camille is ambte
naar bij den spoorweg en in der tijf), hoewel toen en nog steeds aeer
ziekelijk, met zijn nicht Thérèse getrouwd. Eens op een avond brengt
Camille zijn vriend Laurent mede, die evenals hij ambtenaar bij den
spoorweg is. Laurent is dilettant-schilder en zal het portret van Camille
maken. Daardoor komt hij veel bij de Raquin's, zoodat hij meer en meer
vriend van den huize wordt, liefde opvat voor Thérèse en die lielde be
antwoord ziet. Daarna verleidt hij die vrouw. Om saman te kunnen
trouwen is Camille in den weg1; zij besluiten daarom hem te vermoorden.
Op een uitstapje vaart Laurent met Camille en hérèso in eene Loot en
midden op het water gekomen, grijpt Laurent Camille aan, werpt hem
in het water, laat de boot omslaan, grijpt Thérèse en zwemt roet haai'
naar don oever. Er is een ongeluk gebeurd en. men dankt Lam-ent
nog, dat hij Thérèse gered heeft. De moeder van Camille wordt
door den schrik ernstig ziek, herstelt eindelijk weder en langzamer
hand beginnen de zaken weer hun ouden loop te nemen. Lam ent komt
als de grootste vriend des huizes dagelijks bij Madama. Baquin; de vrien
den, Michaud, een gepensionneerd comm'ssaris van politie, en Griv^t, een
oud spoorwegbeambte, komen ook weder als vroeger iedercn Donderdag
hun dominooije maken en alles is oogenschijnlijk weer in orde. Thérèse
is echter stil en afgetrokken, men meent door het leed over den dood
van haren man, en om in haar toestand verandering te brengen, besluiten
de vrienden, dat Thérèse en Laurent samen zullen trouwen. Madame
Raquin vindt dat plan goed; Thérèse en Laurent zullen bij haar blijven
wonen en haar een steun op haar ouden dag zijn. Zij deelt het mede
aan Tl.Jrèse, Michaud aau Laurent, beiien stammen natuurlijk toe en
hst huwelijk heeft plaats. Van het oogenblik af, dat zij getrouwd zijn,
zien zij overal het beeld van Camille; wroeging grijpt hen aan, zij be
ginnen elkander vcrwijtingen te doen, hun liefde gaat in haat over.
Madame Raquin heeft begrepen, wat gebeurd is, zij wordt door een be
roerte getroffen, die haar geheel verlamt. Een enkele maal bewegsn zich
hare handen in het bijzijn der vrienden en zij schrijft op de tafel: Laurent
en Thérèse hebben , maar dan begeven haar de krachten weder en
zij laat de hand, die haar zoon wilde wreken, vallen. De haat tusschen
de beide echtgenooten wordt dagelijks grooter, de eene verwijting volgt
op de andere, wroeging heeft beiden met onweerstaanbare kracht aange
grepen; waar zij zijn, zien zij het beeld van den vermoorde. Laurent
toekent, maar al zijn koppen gelijken op Camille. Op een avond na een
heftigen strijd, maken zij een einde aan dat leven, zij nemen een sterk
vergif en sterven onmiddellijk, in het bijzijn van Madame Raquin.
liet tooneelstuk, uit dezen roman getrokken, heeft vier bedrijven. Het
eerste bedrijf vindt Laurent reeds als de geliefde van Thérèse bij do
Raquin's, het tweede speelt na den dood van Camille, er wordt tot het hu
welijk tusschen Thérèse en Laurent besloten; het derde is de avond van
den huwelijksdag, waarin zich Thérèse en Laurent voor het eerst na den
moord alleen tegenover elkander bevinden; het vierde brengt ons heftige
tooneelen tusschen deze twee en hun dood.
Ik behoef zeker niet ia het breede uittewijden over den walgenlijken
indruk, die dit stuk op den toeschouwer maakt. De galerij verkneukelt
zich in het derde bedrijf, wanneer Thérèse zich uitkleedt; zij is in
sidderende spanning in het vierde bedrijf, wanneer dat onbcweegbare
gelaat van Madame Raquin begint te herleven en zij de handen beweegt
om te schrijven, een spanning, die het hoogste toppunt heeft bereikt,
wanneer Laorent Madame Raquin wil wurgen en deze plotseling oprijst,
een lange speech houdt en de beide echtelingen zieh dooden, waarop
dan Madame Raquin uitroept: de marteling (van deze twee namelijk)
heeft niet lang genoeg geduurd", dan valt het gordijn, maar de galerij is
nog aoo in extase, dat zij de tooneclspelors nog een?, ja nog tweemaal,
driemaal wil zion. De beschaafde toeschouwer daarentegen is gelukkig,
dat de marteling voor hem eindelijk voorbij is, zij heeft reeds veel te lang
geduurd, tenzij het hem gaat, zooals het Maandagavond velen ging, die
bij het sterven van die beiden in een vrecsehjk lachen uitbarstten. Du
Bublime au ridicule, il n'y a qu'uu pas." '
Over de opvoering wensch ik niet te spreken, alleen wil ik opmerken,
dat zij zoo nainrgetrcu was, dat het beeld van Camille, dat aan den muur
hing, workeüjk het beeld van den heer Crispijn was, die de rol van Camille
heeft gespeeld. De directeur Van Zuylen is soms gedwongen, om ren
offer aan zijn beurs te brengen en door het opvoeren van melodrama's,
die door het publiek met graagte worden gezien, zijn kas te Etijven. Het
offer eehter, dat hij door de opvoering van Thérèse Raguin heeft gebracht,
is al te groot geweest, want het was de kunst iu het aangezicht slaan en
voor zulke ontheiliging der kunst behoede zich de kunstenaar Van Zuylen.
21. 2. '84. M. 11.
TEN-TOON-STELLING: CH. ROCHUSSEN.
In de Kunstzaal van het Panorama-Gebouw" is eene allerbelangrijkste
tcn-toon-steliing geopend. Wat men zou mogen noemen L'OEUVBE DS en.
KOCIÏUSSEN wordt daar door meer dan twee honderd waterverftekeningen
vertegenwoordigd. Rochussen is een der weinige talenten, die tegen zulk
eene partieele ten-toon-stelling bestand zijn.
Toen men van een zulke te Parijs de proef nam, en, in der tijd, Ingres
en Gudiu bijv. van het gros der kunstenaars afzonderde, waren er niaar
weinig bezoekers, die, uit het Ingres-heiligdom komende, wet in hunne
fyzionomie de uitdrukking hadden: e'csi Hen beau, mais c'est bienfroid;
terwijl op het gelaat der genen, die uit do miroiUnte kamer vc.J den
zeeschilder kwamen, duidelijk te lezen stond: eest grandiose, mais c'cstbisn
lariolé.
Van iets dergelijks, van klacht over eentonigheid, kan op de ten-toon
stelling Rochussen geen spraak zijn. Dat rijke genie, die krachtige geest,
die teekenpen, dat psncoel, die de stoutste korrekthcid met de meest
charakteristieke gratie weten te verbinden, die in bewegingen toon altijd uit
drukken wat zij willen, en die allervruehtbaarst zijn niet alleen in getal, ma.ir
ook in verscheidenheid van kompozities, die beurtelings met het zelfde mees
terschap landschappen, boomen, bergen, historische toestanden, dramatische
onderwerpen uit alle eeuwen en onder alle homelstreken aanschouwelijk ma
ken, deze zullen nooit tot den uitroep aanleiding geven: alweer dat zelfde.
Voor de kennis van het charakter der eeuwen heeft Rochussen ten
onzent geen mededinger, met kans hem te overtreffen; ook onder de
geleerden niet. Hij dringt met een wonderlijke scherpte van blik door in
do verschillende beschavingstoestanden; hij voelt diep, dat in eenig tijdvak
alles bij elkander hoort: de filozofie, do gebeurtenissen, de zeden, het
küs'uum. Clmque fan c a son geste, son attitude, et son mainticn. Dat weet
Rochussen uit te drukken in de personen, maar ook in de tijdvakkeu.
't Is een groote vreugde voor den geest der toeschouwers, na te gaan,
hoe Rochussen, kind van zijn tijd, nooit bij die tijd ten achterenis geweest.
Iu vele opzichten is de kunst in natuurwaarneming, in begrip van charak
ter, vooruitgegaan; heeft z'eh losgemaakt van de romantische manier. De
romantiek was zeker eauo reaktis. Als de reaktiën hebben uitgewerkt, dan
treedt er een harmonische toestand in. Dit is vooral hier het geval. In
't algemeen reageert nu weer het naturalisme tegen de romantiek; maar
bij Rochussen is die reaktie geene overdrijving.
Met het eigenaardig 3 van een grooten geest, is deze kunstenaar zijn tijd
ook vooruit geweest. Men proneert tegenwoordig met eenigen nadruk de
impressionistische werken. Rochussen is een impressionist, in den besten
yin des wooids. Na zijne romantische periode (die zijner illustraties Aimard),
begint wat men zijn impressioniatischen zou kunnen noemen. Toen andera
Netlerlandseho schilderd nog vóór alles trachtten het objektiovo te kopiëeren,
voelde Rochussen al, dat de kunstenaar te geven had het objektieve, ja; maar
vooral den indruk, dion hot op zijn gemoed gemaakt had. Het onvoltooide,
dat men vroeger aau Rochussens werk pi ach te verwijten, kwam hieruit
voort. Hij voelde de dingen levendig, mot juistheid, hij had eon scherp
pikturaal gehoor, maar een kunstenaarshart is geen daguerreotype, en het
gevoel geeft iets vlottend-bezields aan do lijnen; de blik van den kunste
naar doet du voorwerpen lichten en stralen.
Wat in vele werken van Rochussen aangenaam aandoet, is hot
beurtelino-s martiale en elegante zijner keuze. Hij heeft iets ridderlijks in zijn
optreden, en toch vallen ook de lagere klassen der maatschappij niet
buiten het bereik van zijn talent; maar hij ontziet zich voor de afbeelding
van het ordinaire, van het onwelriekende; eene ware verademing, bij zoo
zeer vermenigvuldigde da^loonerstooueelen als de moderne kunst ons
levert.
De Ten-toon-stelling Rochussen is eene reis naar Amsterdam waard.
De verzameling is bijeengebracht uit de portefeuilles van Z. M. den Ko
ning, van de hh. F. Buffa en Zn., D. Franken Dz., C. M. van Gogh,
Goupil & Co., W. Th. van Gricthuyzen, G. A. cineken, J. H. Heckes,
W. IL J. van Kempen, A. C. Krusemau, R. J. Kijzer, A. Lefebure, J. H.
Tutcin Nolthenius, Fr. D. O. Obreen, P. A. L. van Ogtrop, dr. N. G.
Pierson, J. G. Robbers, P. Stortenbeker, mr. G. van Tienhoven, Hendrik
Teder, jhr. P. A. van der Velden, Verstolk Vulcker, G. F. Westerman en
mevr. Lefebure. Terwijl de Direktie tevens ter beschikking heeft eenig
schetsboeken van dan kunstenaar.
20 Feb. 1S84. Alb. Th.
L E T T E R K U N D E.
IETS OVER DICHTERS.
Naar aanleiding van Een day van Weelde" door Louis Couperus,
opgenomen in de Gids van Januari 1831.
II. (Ski.)
Toen Lords Couperur, Sfinfn CJiiara uitgaf zag mrrntafrpc-len, die schoon
waren en waard te worden bewonderd. Kaar logischon sn.ir-.enhfingin het
gioot behoefde men nog niet te vragen daar was lui gedicht te klein
voor. Ook uu, naJat ie» Star van Hope en Een Daij fan Weelde er
op volgden zou het niet recht zijn reeds over den gang van Let geheel te
oordeelen. Handeling ea wat is deze anders dan de vjj van oorzaken