De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 2 maart pagina 6

2 maart 1884 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

^^^?^^J^^^l^^lS^H^^^II^ig^^^B^^P^^P^^^^^ff^1"^^^"^^ ' -. U.gH. L-.._?;, >L?' 1" . ,-»=1B-.-.TTnr.ii. -,,..- , . DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. EEN KLEINE VESTE AAN ZEE. Fantasie door A. J. DucJiateau, Eè'n goed doel werd er beoogd door den S., toen hy bovenstaand trerk schreef. Om zijn landgenooten op onderhoudende manier begrippen te geven van de wijze waarop ons land ongeveer zal verdedigd worden ?n vooral om de mogelijkheid daarvan te doen inzien, deelde hij zijne denkbeelden mede in den vorm eener novelle, eener fantasie. Na, een fantasie is het l Een jongmensoh, Edmond Rodenburg, is de hoofdpersoon. Hij is te tltreeht doctorandus in de medicijnen en ia smoorlijk verliefd op een mooi jong meisje, Bertha, wier familie volgens zijna meeniag ook tsiet onbemiddeld is. Daar hij niets bezit en aanvankelijk ook nog geen goeda ?vooruitzichten heeft,-laat hij zich door zijn oom overhalen in beider be lang zijn engagement te verbreken. Maar als hij meent, dat een ander aieh van haar zal meester maken, dan ontwaakt de jaloezie. Hij verwijt daarom zyn gewaanden medeminnaar, notaris Harten, op hoogen toou onedele bedoelingen -1- waarvoor niet de minste reden is en slaat dus een gek figuur. Hij ontmoet echter Bertha weder en de oude liefde kereenigt hen. Nu breekt de oorlosf uit met Duitschlanrl, tengevolge Tan «en reeds eenigen tyd hangend geschil tusschen beide Staten. ' Edmond heeft besloten als lid van een korps vrijschutters zijn deel «p aich te nemen van de verdediging des vaderlands. Vóórdat hij vertrekt echter komt zqn oom hem de treurige mededeeling doen, dat Bertha's vader in plaats van fortuin te hebben in schulden zat tot voor korten tyd, toen hij slechts gered is kunnen worden door de financieele hulp hem verleend door notaris Harten ; dat dus dankbaarheid en eergevoel dien vader den plicht opleggen zijn dochter aan dien man te schenken; oom eindigt met de ernstige aanmaning om van dat meisje af te zien. Na eenigen strijd belooft Edmond dat. Hij zal een roemvollen dood trachten te sterven, niet alleen om zich zelven maar ook om Bertha leed te be sparen, als zij eenmaal aan een ander verbonden is. Hy gaat evenwel afteheid nemen van Bertha en hare familie; bij het heengaan liggen de gelieven weer in eikaars armen oom is weer vergeten, natuurlijk. Ifaar hjj zal sterven denkt hy en dan is de quaestie voor beiden opgelost. Voor hg ten rtrijde tijgt heeft Edmond echter nog een ander avontuur gehad; op een wandeling in de omstreken van Utrecht ontmoet liij een rijtuig waarvan de paarden aan 't hollen zijn en waarin een oude heer en ajjne dochter, Helen», zijn gezeten. Het rijtuig valt om, breekt, de oude heer wordt ernstig gewond; Edmond verleent hem de eerste genees kundige hulp en doet hem dragen in een boerenwoning. Het beold van den jonbm&n staat sinds dien tijd onuitwiachbaar m de ziel van het Bchoone meisje gegrift. Het Trjjkorps, waarran Edmond deel uitmaakt, staat onder bevel van een gepeniionneerd kapitein. In de bijeenkomsten, die vóór en onmiddellijk na de oorlogsverklaring werden gehouden, worden gesprekken gehouden, waarin de schrijver in hoofdtrekken heeft doen uitkomen hoe ons vader land kan en ongeveer zal verdedigd worden. Beschrijvingen worden gegeven van den toestand in de eerste dagea des oorloga, de voorbereiden de maatregelen die genomen worden, enz. , Het vrijkorps, uit jonge wakkere gasten samengesteld houdt zich kranig; met beleid handelt de commandant; spoortreinen dost men verongeluk ken en o. a. wordt een gevangene bevrijd, dia onschuldig ala represaille voor de daden der vrijschutters zou worden doodgeschoten. Het toeval «il dat die bevrijde niemand anders dan de notaris Harten is, die in deze omstandigheden toont een man met een hart te zijn. De vrijschutters moeten eindelijk het terrein ruimen, bemaunen eenige echepen op de Zuiderzee; zij halen met deze vee enz. uit Friesland om hst terrein aohter de Nieuwe Hollandsche Waterlinie van voorraad te voorzien. Lnter wordt met nog andere schepen een soort van vloot gevormd, die bij een jTsrval van Muiden door vijandelijke schepen, deze reeds half verloren Testing redt. ' Hier te Muiden ontmoet Edmond het meisje, Heleiia, wier vader hij eeni bjj dat ongeval met het rijtuig van dienst was, en een paar dagen later zegt h\j haar dat zy de zijne moet worden. Maar by een uitval die -ondernomen wordt om 's vijands belegcringspark te vernielen en waarbij ook een deel van Muidens vrouwen en Helena de laatste om Edmond zjjn uitgetrokken, verdrinken die vrouwen in een afloopende inundatie en daarmede ook Helena. De afloop des oorlogs wordt in het midden gelaten, maar alles komt terecht! En zoo wordt dan Edmond Rodenburg na een paar jaar arts te Barneveld en huwt Bertha, die van notaris Harten een vorstely'ken uitzet heeft gekregen. ? Vraagt men mij nu: wat zegt gij van dezen roman of novelle? dan moet ik bekennen, dat hg als roman zeer weiaig waarde heeft. Daaren tegen heeft de S. op een onderhoudende en vooral op een weinig didaktische manier en dat is juist de ware al hetgeen op ouze verde diging betrekking heeft in zijn verhaal ingevlochten. Men krijgt het zoo Ongemerkt en in hoofdzaken juist. Enkele opmerkingen houde de S. ons ten goede. Men moet namelijk ciet spreken van zoodra de vijand onze troepen heeft geslagen" (aan den IJsel), enz. De bedoeling van de S. is waarschijn lijk goed, maar een niet-militair dit lezende, zal verbaasd vragen: maar veaarom gaan toch onze troepen naar den IJsel orn geslagen ta worden? Dit zal,immers niet mogen gebeuren; ons eerste optreden in het Ooaton dietjt slechts om in voeling te komen met den vijand, ora zooveel moge lijk rtn hem te weten te komen; dit zal alzoo moeten geschieden door decavallerie, ondersteund door de rydecde artillerie en hier en daardoor kleinere afdeelingen infanterie tot opneming vau de Uselovergiingeu, die zoo min mogelijk moeten vechten, touzij dit tegenover kleinere vijandelijke afd- e'.iugeu mogelijk en weuschelijk is om mot-r te wetea tewkomtu. .Nk", gued is het voorts om do tocii zoo graai? aangenomen meening ?;> ?, e: sterken, dat onze HulLmdsclie jongeus, terwijl le«er en schutterij ..-.:???.;MOj.iiZ don vijand kseren. L-innen 3 rnawiden het legs:r tot ecu macht t ;.;, ./jJ.uOO geoefende sol'latou souden kunnen duea aungi\;oicu. Mengchenmassa's vormen geen leger. Wie zou al die menscJten in dien tijd moeten oefenen, hoe zou men hen tot soldaten maken en zoo n leger encadreeren? Zeker zal men velen, die zich dan aanbieden, ook al beztten zij nog in 't geheel gsen militaire eigenschappen, kunnen ge. bruiken, b. v. als arbeiders, opzichters, ingenieurs, schippers enz., welfce soort van verdedigers wy in ons zonderling land in zeer groot aantal noodig hebben. Maar laten wij vooral trachten den waan weg te nemen, dat, om een leger te vormen voldoende in getalsterkte en gehalte, het vol doende is dat men zich ala vrijwilliger aanmeldt na de oorlogs-erk armg. Ik wil voorts met den S. innig hopen, dat onze boeren zullen komen helpen als orn strijd", tot het verrichten van opruimingen, enzj mna in 1672 hebben wy tegen onze boerea formeel moeten vechten, om hun ver zet tegen allerlei verdedigingsmaatregelen te breken; het zal dus goed zijn nog niet te veel on hunne hulp te rekenen. Dat opruimen is een kwestie van voorbereiding, evenals die van het tijdig aanschaffen van paarden; betoon nu Keker niet in n dag zou kunnen geschieden, ge lijk S. het in zijn werk doet voorkomen. Er ziju nog wel emcele andere zaken op te merken, welke echter niet zooveel tot het geheel aidoen O. a. is de oude bisschopsveste" volstrekt niet veilig bij vijandelnken .aanval (bl. 1.), d. w. z. zij zal niet alleen in latere periode van den BtnjU veel van het belegeringsgeschut te lijden hebben, maar m da eersie dagen des oorloga kan zij uit het veldgeschut, dat de vijand dadelytt ter beschikking heeft, uit het N. O. worden beschoten en dat is een belang rijke kwestie, omdat men juist in die eerste dagen vele hulpmiddelen ure die groote stad zal willen trekken en er veel vervoer door hare strareu zal plaats hebben, enz. - onder granaatvuur, enz. zal dat alles t» naiv. rustig in zijn werk gaan. - Gaarne hadden wij ook gezien, dat e o. B de hem eigen handige wijze in een gesprek b. v. ook eens iets ingevlocnten had omtrent ouze Oude Hollandsche Waterlinie en d°?e.rTi sche, omdat juist in die terreinen, eenig ter wereld, onze groote kracht ligt. | In het algemeen kunnen wij ons echter met het militaire gedeelte van ae novelle het best vereenigen; het gedeelte van de oorlogsverklaring tot aan die inphantastische gebeurtenissen hij Muiden is het best, ge Blaagde. Slechts handelen dis vrijrehutters dikwijls ontzettend suei, er gebeurt veel in een oogwenk", plotseling" enz. waardoor het verhaal hier en daar meer van een verslag" krijgt dan van een boeiende beschr«' ving, dia ons in hooge spanning zou kunnen houden, als wij de a van de vrijwilligers meer voet voor voet, meer in détails zouden Kunnen m.« het andere.... Er moest nu eenmaal een novelle van^bet geheel gemaakt worden en dat is te veel merkbaar, len eerste^ ? het romantische, de liefdesbUtorie va&l te zvrak met den eigrlog samen. Ten andere handslt de hoofdpersoon, Edmond wel wat erg kwajongensachtig; nu een* is 't aan, dan weder is en met al zijn weemoed en ziin sterrensmoed, met het beeld van certha in het hart, zegt hij tot "het eerste het bSSte mooie meisje datt hij ontmoet en dat hij eens uit een rijtuig heeft zien vallen, oat «J de zijne moet worden. En dan die geschiedenis met dat rijtuig: t is zoo n alledaagsche geschiedenis in de romans namelijk, zoo n miaaei om iongelui tot elkaar te brengen: uit een rijtuig ot van een paara vaien". En waartoe dient toch dat rytuigavontuur ? Het staat met hetgeen er larer te Muiden voorvalt geheel buiten het verhaal. Ue b. heelt zyn werk een kleine veste aan zee" genoemd, wr.arom begrijp ik niet. VM laatste gedeelte, die verrassing van Muiden schijnt effect te moeten ma^n, maar als liet foheel was weggelaten KOU nieuwnd er iets van bemerKen, terwijl iutegendeel titel en behandeling er toe hadden moeten leiden, dat in dat gedeelte, de gehecle inhoud der novelle, zoowel de gang des oorlojrs als de liefdesgescM^nta ah in n pact samenliepen, waar uit dan tevens de ontknooring, ten minste de oplossing of een einde dat te denken gaf had moeten voortkomen. - Op zich zelf bescaouwjL ia ook dat laatste gedeelte het zwakst. Te Muiden wordt d« S. zoo pnau.astiscb, zoo vluchtig, zoo van den hak op den tak springend, opgewonden, dat men met een glimlach ophoudt met lezen, in plaats van langzamer hand al meer en meer in spanning te geraken. Is het al onwaarschunl-,»: dat de vijand langs de Vecht binnendringt - het is tochniette vvion-ersteilen dat de Vecht niet is afgesloten en bij een vesting van znU ge^cjt met de Wcstbatt^rij en het Kasteel slechts door eeu paar ach^ooza schildwachten wordt bewaakt - is het al onmogelijk aat hy met aea stroom de rivier weer afdrijft, daar de Vecht geeu rivier is zoo uua buitenals binnen de zeesluis en er ook geen stroom is op ce Bui.envccut tenzij men tijdelijk de hoog opgezette Vcchtboezem aan t altappen ^.aa _ nog onwaarschijnlijker is het, dat een vloot uit allerlei schuiten, eu*. ?am-ngesteld. oador aanvoeriag van een kapitein der infanterie, een notaris, eea doctorandus in da medicijnen een dergelijk gevec.it .eveit, als waarvan S. eeu verhaal geeft. En dan die uacUelylw uitval, uou M al te los, te schematisch behandeld; er wordt slechts aangestipt, wy kunnen niets en niemand volgen, ons niet verplaatsen - wij hebben er geen tyd voor. Wij raken mat den S. buiten adem. Het denkbeeld van dien uitval is werkelijk zeer verdienstelijk gevonden. Maar wat had daarvan niet gemaakt kunnen worden! Daarin ligt een geheele roman. Wat eea gelegenheid tot beschrijving van toestand, van terrein, van personen, van «emuodsaaadoening. van hartstochten, enz. AU wïden kapitein bij heb volvoeren van «fin stoutmoedige daad eens had den kunnen volgen voet voor voet, eens hadden kunnen medevoelen wal er al in zün ziel moet omgegaan hebben, zijn koelbloedigheid **?*i' hadden kunuea bewonderen bij eiken stap, elke beweging die hy heelt moeten iraken om by dat buskruit te komen - d,n had er in ons hoo.d en iu on? »«.rt, wat kunnen omgaan voor wij het einde vau het verhaal bereikten. , Een kleine vpste aan zoo" is te losjos, te gewoon, te vluchtig. Lt is "te woii.ig strijd, ta weinig gemoedsaandoening, behalve die we.kezich nu en dan in uitroepen opeübawt; er is by dit we.kio - st'g ta weinig dMin.it.isch taifnt bij den S. Zooais La boek diuir ligt, lijkt het niij (ie S. houde kot mii ten

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl