Historisch Archief 1877-1940
DÏesch gedacht en geschreven stokjen, dat alszins de eer verdiende aan
onze uitmuntende Ingennttéen Jeune Ir róle, Mevr. Rössing, te worden
opgedragen. Misschien is het een fout, dat het misverstand, waarin de
knoop ligi, eenigszins onwaarschijnlijk luidt : er was niet gestolen op 'i
tcsnïoot1 t$ Van Zevenhuyseri" maar: op een iïantoor, naly dat van Van
Van Piet Vluchtig had ik fets pittigers verwacht in Een in- en een
Uitval. De titel is reeds minder juist. De inval is natuurlijk het trouwplan
van den ouden jongenheer; maar den uitval herkent men zoo licht niet.
Toch,' fg het een tafreeltjen, dat zich door Morin en Mevr. Stoetz uitnemend
liet Spelen.
1)6 Kersïloom van den Heer Slingervoet Ramondt is een lief provelre
de Salon. Men neemt, in dit aandoenlijk stukjen, de kleine onwaarschijn
lijkheid gaarne voor lief: terwijl bovendien de toestanden met takt
roör'bereid zijn. Lenfe's Eerstelingen van den zelfden auteur zal het publiek
minder voldoen. De stof is daartoe te literair. Niet te prijzen is, dat, op bl. 23,
de schouwbnrgbevolking in de vertooning wordt betrokken. Op bl. 11 is
de laatste regel en bl. 12 de eerste te veranderen.
Dingen, die Hoed eiscJien, blijspel in 2 bedrijven, geeft getuigenis van
een e onbetwistbare vis comica. De stijl mist op sommige plaatsen de
losheid, die het eigendom der andere hier door mij behandelde hollandsche
Bchryvers is: maar er zijn moliëreske elementen in' het stuk. Wel is het
2e Bedr. een Weinig overtollig. Er is geen klioiax genoeg in den toestand.
Heel aardig parodieert de schrijver Victor Hngoos (toch zeer fraaye)
figuur van 2)on Guritan, met zyn: 'k Heb hem gedood. Ik durf
Claudius gerust aanraden voort te gaan.
Bén Heer A. fiüssing dank en aanmoediging voor zijn medewerking om
9BZe jonge .tooneelliteratuur op smaakvolle wijs in de waereld te brengen.
17 Mrt. 84, Alb. Th.
DE VREUGDE "VAN TE LEVEN.
Onder den titel La joie de vivre is het twaalfde deel van Zolaas ro
manserie Zes Rougon-Macquart een paar weken geleden uitgekomen.
Het getal der door hem in 't licht gegeven boekdeelen, allen tusschen de
400 en 500 blz. behelzende, is nu geklommen tot zeven en twintig: 10
deelen romans, 4 deelen novellen, l deel tooneelstukken en 7 deelen kritiek.
Zoki wordt in Nederland even veel gelezen als hij er weinig geprezen
Wordt. Ik geloof, dat Dr. Jan ten Brink en ik de eenigen zijn, die nu
?n dan het woord over hem nemen, de onnoozelbeden door den Lieer
van Hamel uit Parijs een enkele maal aangaande dit onderwerp naar den
Gids -of naar Los en Vast gezonden buiten rekemng gelaten. Maar het
bewjj», dat Zolaa» werken hier veel verkocht worden is te vinden achter
de ramen onzer boekhandelaren. Ik geloof, dat ons land hier een min
edel» houding tegenover den franschen kunstenaar inneemt. Men leest
Bjjn romans in 't geheim, aangetrokken door het groote talent, of ook
door do schilderingen der lagere openbaringen van het geslachtsleven, die
er in gegeven worden. Vervolgends affekteert men in zijn familiekring
f in d« kömnt,' gedreven door kalvinistiesch fatsoenbegrip of
aristokratiesch liberalisme, een groote mate van afkeer en minachting. Dit is on
oprecht en verschrikkelijk klein gehandeld. Zola heeft enorm talent,
»nderi zoudt gij zijn boeken niet verslinden, want krasser verhalen dan
de zijnen, kunt gij voor minderen prijs machtig worden, en nu meen ik,
dat ' hjj, die maar ronduit zegt, wat er van is en niet een beteekenisvol
»til zwijgen bewaart, een goed werk doet.
Zolaas manier van arbeiden is genoeg bekend. Het een of ander
ver(Schijnsel treft hem in de hedendaagsche waereld en komt hem belangrijk
genoeg töor om er een boek mee te vullen. Dan begint hij te werken:
h{j verzamelt feiten, diéhem te pas kunnen komen, langzamerhand
beginnetx t personen in zijn geest te leven, hij bezoekt de plaatsen, die hij
?childeröft wil schrijft alles op. Allengakecs ontwaart hij nu de perso
nen in hun omgeving, in hun woning, met de luchten daarboven en de
andere woningen of velden in den omtrek. Zijn personen komen met
elkaar in kontakt: er ontstaat een verhaal, een drama, een botsing en een
harmonie van levende wezens, alles beïnvloed, gewijzigd en bepaald door
de afstamming, het verleden en de tegenwoordige levensinrichting dier
«rezetts. Nn komen de gebeurtenissen, er wordt geboren, er wordt
gedtórvefl, men trouwt, men vermoordt, men verleidt, men bemint, men haat,
voord* ia tóén schoenlapper, geneesheer of minister. Zola leest en raad
pleegt persoonlek de specialiteiten onder zijn tijdgenoten, die elk hem over
een speóiaal geval of een speciaal vak kunnen inlichten. Hij komt aldus
op déhoogte der technische bizonderheden. Na dat hij alles in noten bij
een ieeft gebracht, maakt bij grosso modo de verdeeüng van zijn roman,
en weet hot evenwicht vast te stellen. Daarna gaat hij tot de rangschik
king der enderdeelen over. Wanneer alles op vervolg ligt, schrijft hij
een voor «n de hoofdstukken van zijn roman, en herziet niet hetgeen hij
?chreef vóór het in eerste drukproef onder zijn oog komt.
Beurtelings poost Zola in Parijs en in de provincie. Hij had zich nu
center zoolang met de provincie bezig gehouden, in zes romans achter
elkaar, dat hy blijkbaar weer naar het platte land verlangde.
Zola is de fflan, die de groote harmoniën ontdekt tusschen de waereld daar
buiten en het gemoed daarbinnen. In La joie de vivre maalt hij ons een
verlatsn plek gronds aan de Normandische kust, een schamel dorp is daar
langzaam aan 't vergaan : de zee spoelt, de hutten der bewoners wech en de
drink verwoest hun lichamen. Het verhaal speelt ten huize van den
burgemeester, die zelf en wiens familie onder groote ellende gebukt gaat.
Hg, de heer Chanteau, heeft van 't begin van het boek tot het einde een
vreeselijke ziekte, het pootjen, en vervult de woning met zijn jammer
klachten. Z^jn vrouw, die haar gezin ziet verarmen, en om in hunne
behoefte te voorzien langzamerhand het geheele kapitaal van een bij hen
inwonend nichtjen vertetrt, waarop zij geenerlei recht bad, sterft in 't
midden van het boek, aan het water. De zoon dezer lieden, Laz ire, is
iemant, die begint met allerlei grootsche plannen te hebben van kunst en
indugirie, m«ar die, door het mislukken van al zijn ondernemingen, tot een
zwart pessimisme gebracht wordt, onophoudelijk d
wordt gekweld en eindigt met een huwel^te d
maakt. HU '
huwt namelijk zijn
netjen van naar *^,to
Zware huwt niet met zyn ander nicbtje
persoon is van het werk, aan wie de tite iS,
wording van het begrip opofferin* en
teaus iïhuis woont, alü/d vLlijk fs, 1
huisgenoten verzacht, hun behulpzaam
m-rne kinderen van het dorp brood en
ziekenoppasster blijkt. ZjJ i, een vV0 t,
huwen, te baren, m. a. w. de rol bT ulf"^
d
vervallen. Ook bemint zij amuit heela
opperste daad van zelfvergetenheid te doen
met Louisc, haar medeminnares, trouVt w
te houden. En het kind, dat uit den echt
wordt, is haar zoo dierbaar als
f T 7olma8kta
* hebbeD' "
^ "" T *
T* *? «T* "*
^ '
LoUtSe sc
£
^^
straalt als een «n te midden der haar omgevende ellende.
Ln wy dem.en mot te-rug voor die ellende en al dat onheil, II wT't
maar alleen, wijl zij 't zijn, die de figuur van Pauline mogelijk maken!
Aciuen werd meer deernis en erbarming, zelden meer gezonde Ieren*
liefde m een boek gelegd. Het doet m« leed, dat mija bestek niet toelaat
op do mooiste passaadjes te wijzen.
19. 3. '84. T _ _ ,
L. van Deyssel.
BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.
Vosmaer's Amazone," door" Hiri Irving in het Engelsch vertaald, k bij
den Londensehen uitgever Fisher Umvin ter perse. Deze nitgave wotót
met belangstelling en ingenomenheid door de Engelsche letterknndiire
bladen te gemoet ge.ien. De heer Vosmaer tooh is door zgn werk over
Kembrandt met eere in Engeland bekend, terwijl men bovendien aldaar
weet, dat George Ebers een zeer waardeerende voorrede voor de
Duitsche uitgave van Aoiazone" in het licht heeft gegeven. Die veor*ede
wordt door M.n Irvmg bij hare vertaling gevoegd, terwijl zij zelve dezo
laat voorafgaan van een enkel woord, waarmee zij Vosmaer's streven en
werken, Z,jn opvatting van aard en doel der letterkunde zoekt te
kennhetien. Tademas teekening zal ook de Engelsche uitgave illnstreeren.
Horbert Spencer heeft bedankt voor de eer om candidaat voor het Par-~
lement gesteld te worden. Hij zou 2ich, zegt bij, bij geen der bestaande
politieke partijen kunnen voegen en daardoor aan geen enkele part
kunnen voldoen. "
Om den hnmor en pathos van Dickens te doen uitkomen heeft de heer
Charles Kent een uittreksel van zijn werken, 460 bladzijden beslaande,
gemaakt. Iets dergelijks, maar minder volledig, heeft de heer Percv
Fitzgerald met de brieven van Charles Lamb gedaan.
In de Sevue des deux Mondes van 15 Maart komt een eigenaardig
artikel voor, door den bekenden geleerde, Constant Martha, geschreven
Het heet: Laprécision dans Part, tude de psychologie esthétigue. De schrij
ver wijst daarin aan, dat juistheid van uitdrukking fijnheid van schakeering en
bepaaldheid van omtrekken exactitude" in n woord, door alle eeuwen
en alle kunstphasen heen, zoowel in de beeldende kunst als in de
belletrie, een kenmerk van den waren kunstenaar zijn. In den laatsten tijd
is het zegt hij, vooral ten opzichte van de uitwendige wereld dat de
letterkundigen naar die juistheid streven. Ten onrechte naar hij
meent, wijl zij daardoor gevaar loopen de hoofdzaak, juistheid in de
schildering van de inwendige wereld, gering te schatten en alzoo naaf
het hoogste m de kunst niet te reiken. Verder wijst hij aan, dat men
m een eeuw als de onze, waarin de exacte wetenschappen bgzonder in
eere zijn, niet genoeg waarde kan hechten aan de beoefening der
letterkimde. Deze toch werkt met lijnen, die niet meer dikte hebben dan die
der geometrie en bezigt balansen, die nog veel gevoeliger dan die der
physica en cliemie zijn. De letteren op andere wijze te prijzen, van hun
bekoorlijkheid, van den verheffenden, versterkenden invloed, die zij op het
menschelijk karakter uitoefenen te spreken, zou. voegt hij er met fijne
ironie lij, wat al te gewaagd zijn: de heeren positivisten zouden hem
een droomer schelden,
Bij de Erven F. Bohn te Haarlem, ia verschenen: Wanüa, door t .i*?,
Uit het Engelsen door Mevr. v. Deventer Busken Huet. 3 dln.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
Spectator 15 Maart.
Berichten en mededeelingen; M. A. J. BafehnyBen d««r Dr. M. F. A,
G. Campbell ; Uitboezerringen van een excentrieke -V - door S. E. W.
Roorda van Eysinga; Vlugmaren.
Eigen Haard 15 Maart,
Het eeuwig nieuwe, door Henri Raloff (Vervolg) ; Be Transvaal ia
haar verleden, heden en toekomst, (slot) met afbet-ldJagea; Iets ovet
de watervoorziening, door JLr. Th. Six; Verscheidenheid.
Dageraad 9de Afl.
Kant's kritiek op de bewijzen van het bestaan van God geifcandhaafa
door D. J. Mijers (vervolgl; De SjbiilünscJue «utk«fafcd«aKJfeeJlBctecb