De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 23 maart pagina 8

23 maart 1884 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DÏesch gedacht en geschreven stokjen, dat alszins de eer verdiende aan onze uitmuntende Ingennttéen Jeune Ir róle, Mevr. Rössing, te worden opgedragen. Misschien is het een fout, dat het misverstand, waarin de knoop ligi, eenigszins onwaarschijnlijk luidt : er was niet gestolen op 'i tcsnïoot1 t$ Van Zevenhuyseri" maar: op een iïantoor, naly dat van Van Van Piet Vluchtig had ik fets pittigers verwacht in Een in- en een Uitval. De titel is reeds minder juist. De inval is natuurlijk het trouwplan van den ouden jongenheer; maar den uitval herkent men zoo licht niet. Toch,' fg het een tafreeltjen, dat zich door Morin en Mevr. Stoetz uitnemend liet Spelen. 1)6 Kersïloom van den Heer Slingervoet Ramondt is een lief provelre de Salon. Men neemt, in dit aandoenlijk stukjen, de kleine onwaarschijn lijkheid gaarne voor lief: terwijl bovendien de toestanden met takt roör'bereid zijn. Lenfe's Eerstelingen van den zelfden auteur zal het publiek minder voldoen. De stof is daartoe te literair. Niet te prijzen is, dat, op bl. 23, de schouwbnrgbevolking in de vertooning wordt betrokken. Op bl. 11 is de laatste regel en bl. 12 de eerste te veranderen. Dingen, die Hoed eiscJien, blijspel in 2 bedrijven, geeft getuigenis van een e onbetwistbare vis comica. De stijl mist op sommige plaatsen de losheid, die het eigendom der andere hier door mij behandelde hollandsche Bchryvers is: maar er zijn moliëreske elementen in' het stuk. Wel is het 2e Bedr. een Weinig overtollig. Er is geen klioiax genoeg in den toestand. Heel aardig parodieert de schrijver Victor Hngoos (toch zeer fraaye) figuur van 2)on Guritan, met zyn: 'k Heb hem gedood. Ik durf Claudius gerust aanraden voort te gaan. Bén Heer A. fiüssing dank en aanmoediging voor zijn medewerking om 9BZe jonge .tooneelliteratuur op smaakvolle wijs in de waereld te brengen. 17 Mrt. 84, Alb. Th. DE VREUGDE "VAN TE LEVEN. Onder den titel La joie de vivre is het twaalfde deel van Zolaas ro manserie Zes Rougon-Macquart een paar weken geleden uitgekomen. Het getal der door hem in 't licht gegeven boekdeelen, allen tusschen de 400 en 500 blz. behelzende, is nu geklommen tot zeven en twintig: 10 deelen romans, 4 deelen novellen, l deel tooneelstukken en 7 deelen kritiek. Zoki wordt in Nederland even veel gelezen als hij er weinig geprezen Wordt. Ik geloof, dat Dr. Jan ten Brink en ik de eenigen zijn, die nu ?n dan het woord over hem nemen, de onnoozelbeden door den Lieer van Hamel uit Parijs een enkele maal aangaande dit onderwerp naar den Gids -of naar Los en Vast gezonden buiten rekemng gelaten. Maar het bewjj», dat Zolaa» werken hier veel verkocht worden is te vinden achter de ramen onzer boekhandelaren. Ik geloof, dat ons land hier een min edel» houding tegenover den franschen kunstenaar inneemt. Men leest Bjjn romans in 't geheim, aangetrokken door het groote talent, of ook door do schilderingen der lagere openbaringen van het geslachtsleven, die er in gegeven worden. Vervolgends affekteert men in zijn familiekring f in d« kömnt,' gedreven door kalvinistiesch fatsoenbegrip of aristokratiesch liberalisme, een groote mate van afkeer en minachting. Dit is on oprecht en verschrikkelijk klein gehandeld. Zola heeft enorm talent, »nderi zoudt gij zijn boeken niet verslinden, want krasser verhalen dan de zijnen, kunt gij voor minderen prijs machtig worden, en nu meen ik, dat ' hjj, die maar ronduit zegt, wat er van is en niet een beteekenisvol »til zwijgen bewaart, een goed werk doet. Zolaas manier van arbeiden is genoeg bekend. Het een of ander ver(Schijnsel treft hem in de hedendaagsche waereld en komt hem belangrijk genoeg töor om er een boek mee te vullen. Dan begint hij te werken: h{j verzamelt feiten, diéhem te pas kunnen komen, langzamerhand beginnetx t personen in zijn geest te leven, hij bezoekt de plaatsen, die hij ?childeröft wil schrijft alles op. Allengakecs ontwaart hij nu de perso nen in hun omgeving, in hun woning, met de luchten daarboven en de andere woningen of velden in den omtrek. Zijn personen komen met elkaar in kontakt: er ontstaat een verhaal, een drama, een botsing en een harmonie van levende wezens, alles beïnvloed, gewijzigd en bepaald door de afstamming, het verleden en de tegenwoordige levensinrichting dier «rezetts. Nn komen de gebeurtenissen, er wordt geboren, er wordt gedtórvefl, men trouwt, men vermoordt, men verleidt, men bemint, men haat, voord* ia tóén schoenlapper, geneesheer of minister. Zola leest en raad pleegt persoonlek de specialiteiten onder zijn tijdgenoten, die elk hem over een speóiaal geval of een speciaal vak kunnen inlichten. Hij komt aldus op déhoogte der technische bizonderheden. Na dat hij alles in noten bij een ieeft gebracht, maakt bij grosso modo de verdeeüng van zijn roman, en weet hot evenwicht vast te stellen. Daarna gaat hij tot de rangschik king der enderdeelen over. Wanneer alles op vervolg ligt, schrijft hij een voor «n de hoofdstukken van zijn roman, en herziet niet hetgeen hij ?chreef vóór het in eerste drukproef onder zijn oog komt. Beurtelings poost Zola in Parijs en in de provincie. Hij had zich nu center zoolang met de provincie bezig gehouden, in zes romans achter elkaar, dat hy blijkbaar weer naar het platte land verlangde. Zola is de fflan, die de groote harmoniën ontdekt tusschen de waereld daar buiten en het gemoed daarbinnen. In La joie de vivre maalt hij ons een verlatsn plek gronds aan de Normandische kust, een schamel dorp is daar langzaam aan 't vergaan : de zee spoelt, de hutten der bewoners wech en de drink verwoest hun lichamen. Het verhaal speelt ten huize van den burgemeester, die zelf en wiens familie onder groote ellende gebukt gaat. Hg, de heer Chanteau, heeft van 't begin van het boek tot het einde een vreeselijke ziekte, het pootjen, en vervult de woning met zijn jammer klachten. Z^jn vrouw, die haar gezin ziet verarmen, en om in hunne behoefte te voorzien langzamerhand het geheele kapitaal van een bij hen inwonend nichtjen vertetrt, waarop zij geenerlei recht bad, sterft in 't midden van het boek, aan het water. De zoon dezer lieden, Laz ire, is iemant, die begint met allerlei grootsche plannen te hebben van kunst en indugirie, m«ar die, door het mislukken van al zijn ondernemingen, tot een zwart pessimisme gebracht wordt, onophoudelijk d wordt gekweld en eindigt met een huwel^te d maakt. HU ' huwt namelijk zijn netjen van naar *^,to Zware huwt niet met zyn ander nicbtje persoon is van het werk, aan wie de tite iS, wording van het begrip opofferin* en teaus iïhuis woont, alü/d vLlijk fs, 1 huisgenoten verzacht, hun behulpzaam m-rne kinderen van het dorp brood en ziekenoppasster blijkt. ZjJ i, een vV0 t, huwen, te baren, m. a. w. de rol bT ulf"^ d vervallen. Ook bemint zij amuit heela opperste daad van zelfvergetenheid te doen met Louisc, haar medeminnares, trouVt w te houden. En het kind, dat uit den echt wordt, is haar zoo dierbaar als f T 7olma8kta * hebbeD' " ^ "" T * T* *? «T* "* ^ ' LoUtSe sc £ ^^ straalt als een «n te midden der haar omgevende ellende. Ln wy dem.en mot te-rug voor die ellende en al dat onheil, II wT't maar alleen, wijl zij 't zijn, die de figuur van Pauline mogelijk maken! Aciuen werd meer deernis en erbarming, zelden meer gezonde Ieren* liefde m een boek gelegd. Het doet m« leed, dat mija bestek niet toelaat op do mooiste passaadjes te wijzen. 19. 3. '84. T _ _ , L. van Deyssel. BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN. Vosmaer's Amazone," door" Hiri Irving in het Engelsch vertaald, k bij den Londensehen uitgever Fisher Umvin ter perse. Deze nitgave wotót met belangstelling en ingenomenheid door de Engelsche letterknndiire bladen te gemoet ge.ien. De heer Vosmaer tooh is door zgn werk over Kembrandt met eere in Engeland bekend, terwijl men bovendien aldaar weet, dat George Ebers een zeer waardeerende voorrede voor de Duitsche uitgave van Aoiazone" in het licht heeft gegeven. Die veor*ede wordt door M.n Irvmg bij hare vertaling gevoegd, terwijl zij zelve dezo laat voorafgaan van een enkel woord, waarmee zij Vosmaer's streven en werken, Z,jn opvatting van aard en doel der letterkunde zoekt te kennhetien. Tademas teekening zal ook de Engelsche uitgave illnstreeren. Horbert Spencer heeft bedankt voor de eer om candidaat voor het Par-~ lement gesteld te worden. Hij zou 2ich, zegt bij, bij geen der bestaande politieke partijen kunnen voegen en daardoor aan geen enkele part kunnen voldoen. " Om den hnmor en pathos van Dickens te doen uitkomen heeft de heer Charles Kent een uittreksel van zijn werken, 460 bladzijden beslaande, gemaakt. Iets dergelijks, maar minder volledig, heeft de heer Percv Fitzgerald met de brieven van Charles Lamb gedaan. In de Sevue des deux Mondes van 15 Maart komt een eigenaardig artikel voor, door den bekenden geleerde, Constant Martha, geschreven Het heet: Laprécision dans Part, tude de psychologie esthétigue. De schrij ver wijst daarin aan, dat juistheid van uitdrukking fijnheid van schakeering en bepaaldheid van omtrekken exactitude" in n woord, door alle eeuwen en alle kunstphasen heen, zoowel in de beeldende kunst als in de belletrie, een kenmerk van den waren kunstenaar zijn. In den laatsten tijd is het zegt hij, vooral ten opzichte van de uitwendige wereld dat de letterkundigen naar die juistheid streven. Ten onrechte naar hij meent, wijl zij daardoor gevaar loopen de hoofdzaak, juistheid in de schildering van de inwendige wereld, gering te schatten en alzoo naaf het hoogste m de kunst niet te reiken. Verder wijst hij aan, dat men m een eeuw als de onze, waarin de exacte wetenschappen bgzonder in eere zijn, niet genoeg waarde kan hechten aan de beoefening der letterkimde. Deze toch werkt met lijnen, die niet meer dikte hebben dan die der geometrie en bezigt balansen, die nog veel gevoeliger dan die der physica en cliemie zijn. De letteren op andere wijze te prijzen, van hun bekoorlijkheid, van den verheffenden, versterkenden invloed, die zij op het menschelijk karakter uitoefenen te spreken, zou. voegt hij er met fijne ironie lij, wat al te gewaagd zijn: de heeren positivisten zouden hem een droomer schelden, Bij de Erven F. Bohn te Haarlem, ia verschenen: Wanüa, door t .i*?, Uit het Engelsen door Mevr. v. Deventer Busken Huet. 3 dln. INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. Spectator 15 Maart. Berichten en mededeelingen; M. A. J. BafehnyBen d««r Dr. M. F. A, G. Campbell ; Uitboezerringen van een excentrieke -V - door S. E. W. Roorda van Eysinga; Vlugmaren. Eigen Haard 15 Maart, Het eeuwig nieuwe, door Henri Raloff (Vervolg) ; Be Transvaal ia haar verleden, heden en toekomst, (slot) met afbet-ldJagea; Iets ovet de watervoorziening, door JLr. Th. Six; Verscheidenheid. Dageraad 9de Afl. Kant's kritiek op de bewijzen van het bestaan van God geifcandhaafa door D. J. Mijers (vervolgl; De SjbiilünscJue «utk«fafcd«aKJfeeJlBctecb

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl