Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
N»; 353
zijn vrome woede uitlaten aan de oud-leeraren, de heeren De Meyier en
Lieftinok en voegde hen de Bilderdijkscho liefelijkheid toe;
Wanneer een volk door zonde, moet vergaan,
Vangt in da kerk de zielsmelaatschheid aan".
Dat daarop een scherpe repliek aan het adres van den Gorkumschen
christen-staatsman volgde, was niet meer dan natuurlijk.
Treurig is 't intusschen dat juist datgene, wat voor zoovelen het heiligste
is, bjj dergehjke kaatspartijen als bal wordt gebruikt.
Er is deze week meermalen gesproken van haakjes, waaraan men bij
de eene of andere wet, onderwerpen, die er geheel vreemd aan zjjn,
ophangt.
Een voorbeeld. Bij de drankwet-discussie vond de heer Eenchenius aan
leiding om de verheffing van den oud-gouverneur-generaal Loudou in den
adelstand er bg te sleepen.
Sterker kan 't toch wel niet. Voor zulk] een tour de force moet men
bijzonder nuchteren zijn.
En met welk doel die toespeling ?
Tweeërlei. Om de Regeering gemis aan beginselvastheid te verwijten
hierin gelegen dat ze den bewerker" van den Atjehoorlog in den adel
opnam en Van de Putte, die er toch ook belangrijk deel aan had, niet.
Een hatelijkheid aan 't Kabinet en aan den heer van de Putte, Dat
geeft verademing als de gal dreigt te bersten.
Als artikel 2 der drankwet wordt verworpen, zal ik de schorsing der
beraadslaging vragen om den Koning verlof te verzoeken het wetsontwerp
in te trekken.
Zoo dreigde de heer Heemskerk.
Maar art. 2 was niets anders dan een interpretatieve bepaling, waarvan
de noodzakelijkheid het was in confesso door de verlenging van
het gecombineerd bedrijf, geheel overbodig was geworden. En de Minis
ter zelf had de gevaren van een verwerping der geheele voordracht zeer
breed uitgemeten.
Van waar dan de bedreiging om den boel in de war te sturen, zonder
noodzaak, als hij zijn zin niet kreeg?
Heemskerk was kitteloorig geworden, doordien men hem al te duidelijk
had aangetoond dat, door zijn toegeven, te elfder ure, aan den wensch
tot uitstel van den termijn van l Mei 1884, zijn geheele Januari-voordracht
eigenlijk was op zijde gezet.
Dat kan hy nog altijd niet verdragen. Het sic volo" zit er nog te diep
bij hem in.
De heer Bergsma spreekt over den heer Heemskerk:
den parlementairen bewindsman, dien w\j hier sinds een jaar aan
c'e groene tafel met genoegen hebben zien zit'ten.\
Wil ?
Met genoegen?
'1)0 heer Bergsma had wél gedaan zijn lof nader te omschrijven.
Wij dat zijn dan toch enkel de heeren van 't Kappeyne-clubje, die
/een ander alternatief kennen dan Tak of Heemskerk.
En 't genoegen zal zich dan toch ook bij hen nog wel tot een zeer
betrekkelijke tevredenheid, gevolg van noodzakelijke berusting, bepalen.
Pcccavimus!
We hebben den Minister van financiën eigenlijk toch niet rechtvaardig
behandeld of beoordeeld, door zyn laisser faire ten aanzien van de
financieele voorzieningen te gispen.
Heeft de heer Grobbée Dinsdag niet meegedeeld, dat Vrijdag te voren
door den Ministerraad het bedrag en de hoofdpunten van een nieuwe
geldleening zgn vastgesteld?
Wat wil men meer?
Er woedt dan toch wel voor de behoeften der schatkist gezorgd.
We erkennen gezondigd te hebben maar we wisten t niet.
EeAaaldehjfc heeft de Voorzitter der Tweede Kamer deze week door
jqjn stem het staken der stemmen over belangrijke punten van verschil
voorkomen,
De vraag ia gedaan: of hij dan papier blanc" was ten aanzien van de
te beslissen vragen.
Dat ia zeker 't ge val niet; de heer Cremers behoort tot de uitnemendste
leden der Kamer.
Doch gaat het dan wel aan om, door het uitbrengen van zijn stem, naar
gelang van den stand der stemlijst, een staking te voorkomen, zelfs met
opoffering van eigen inzicht.
Misschien 't is waarlijk zelfs aannemelijk heeft de heer Cremers
toch geheel naar eigen overtuiging gestemd.
Maar waartoe dan bg de vraag hoe hg stemde eerst de lijst geraadpleegd
n na lange aarzeling het voor" of tegen" uitgesproken?
Il faut viter les apparences ? vooral wanneer men op den voor»
ztttenzetol geplaatst is.
Waarom heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken het wetsontwerp,
houdende bepalingen omtrent vervoer, opslag, verkoop enz. van buskruit
en andere licht ontvlambare of ontplofbare stoffen, niet mede-onderteekend?
V|jf Ministers zjjn er b\j betrokken: Waterstaat, Justitie, Financiën,
Oorlog en Marine.
Maar de heer Heemskerk is er buiten gelaten.
Zijn collega's kennen hem. Als mentem in contact brengt met licht
Ontvlambare of ontplofbare stoffen, is 't gevaar voor het gebeele kabinet
niet te overzien. Zijn geheele politiek verleden wijst aan, dat men hem
met buskruit niet moet laten omgaan.
Heemskerk's naam onder deze wet zou misschien een ontploffing veroor
zaken. Het is vuur en zwavel bij elkander.
ONZE BLADEN.
Een nieuw onderwerp van meer algemeen belang heelt zich deze weekt
niet voorgedaan in de politieke of maatschappelijke wereld. De bladen
blijven zich bepalen tot de reeds besprokene.
De eerste plaats blijft ingeruimd aan de bekende rede van dr. Kuypet
in Patrimonium en de aan- en opmerkingen daarover ten beste gegeven.
Nadat nog onderscheiden bladen hun bevreemding of verontwaardiging
hadden geuit, heeft dr. Kuyper zich tot eenige verklaring gedrongen
gevoeld. In ons Dagblad is die nadere verklaring ter toetse gebracht in
het artikel Onjuiste Verslagen". Een tweede artikel van dr. K. volgde
ter verduidelijking van nog een aantal punten door hem besproken. De
indruk, door de rede in 't buitenland teweeggebracht en waarop de aan
dacht van prof. Hartiug werd gevestigd, heeft den waardigen grijsaard
aanleiding gegeven een woord te richten tot bet Britsche volk, een woord,
waardoor ongetwijfeld de minder gucstige indruk gesteld dat hu meer
dan voorbijgaande is gaweest geheel zal worden weggenomen.
Het rapport der Grondwetscommissie en de voorstellen omtrent het
kiesrecht hebben de WerTcmansbode zeer ontstemd. Het blad wjjst erop
dat de voorstellen zeer bepaald tegen den werkman zijn gericht en een
voudig uitsluiting bedoelen. Onder deze omstandigheden spoort het blad
allen, die voor algemeen stemrecht zijn, tot krachtig optreden aan. Ook
de Standaard is niet tevreden over de plannen en pleit voor
Hnismanskiesreeht, d. w. z. kiesrecht voor hoofden van gezinnen. Dit is in 't oog
van 't blad het meest rationeele beginsel. Nog werd Tiet rapport bespro
ken door het Vtr. DagWad, door de Bredasche. Ct., de Kamper Ct., d0
Maasbode (naar aanleiding van de nota van den heer van Nispen) e. a.
Het Hand., verdedigde tegenover laatstgenoemd lid der commissie d
noodzakelijkheid der herziening.
Ook de Klassenbelasting bleef deze week aan de orde. Het Utr.Dagbl
gaf er een tweetal artikelen over. Ook de Standaard besprak ze, maar
in ongunstigen zin.
De interpellatie van den heer Van Kerkwijk over de Grondwetsherzie
ning wordt door de EoU. Ct. een mislukten aanslag genoemd. Het mi
nisterie is er h. . door versterkt. De Delftsche Ct. sprak naar aanleiding
van het gevoerd debat in de Kamer een min gunstig oordeel uit. Der
Geist der sfcts verneint is nog steeds in de Kamer overheerschende. Ook
de Kamper Ut. liet er zich over uit.
De Drankwetwjziging, die deze week haar beslag kreeg uitstel voor
n jaar gaf nog aanleiding tot enkele opmerkingen. Het Vtr, Dgbl,
en de Tijd spreken er o.a. over.
De polemiek tusschen de Standaard en dr. Betz is nog niet ten einde.
Wel heeft de Standaard haar reeks van artikelen ten einde gebracht,
maar dr. Betz is het antwoord niet schuldig gebleven in het JRott,
Nivbl. en de Standaard heeft op nieuw van repliek gediend.
De Arnh. Ct. zette hare beschouwingen over het juridisch debat in de
Tweede Kamer voort, terwijl de Asser Ct. voor de afschaffing der Ge
rechtshoven pleitte.
Voorts wijdde de N. EoU. Ct. de aandacht aan het voorstel van den heer
Van Eek nopens de afschaffing van het adres van antwoord op de Troonrede.
Het blad achtte het 't best, dat maar op zijn beloop te laten. Blijkt een
antwoord nuttig, dan dient de gelegenheid daartoe te blgveu bestaan.
De Teend. Ct. sprak over den Eed en hoopt, dat eindelijk een definitieve
beslissing wordt genomen. De zaak moet voor goed geregeld worden.
De Bred. Ct. schreef over Weezenverpleging, de Alkm. Ct. voltooide baar
beschouwing over Schoolwetsherziening, de Gelderl. over Krediet en
Woeker, de Tijd over de Journalisten, de Amst. Ct. eindelijk kwam nog
nog eens terug op de Utrechtsche speelzaak.
Hetgeen in verschillende bladen over de Militie-luitenants is te berde
gebracht, heeft de heer Staal aanleiding gegeven in de Militaire Gids
een en ander ten gunste van het thans ingevoerd stelsel te doen hooren,
Mars weersprak hem in 't Handelsblad.
WARME KADETJES.
Een Zaterdag-avond Praat je,
XLIV.
Het zal mij verwonderen of het mij gelukken zal om ditmaal een ka
detje te bakker, want de schrik zit mij nog door al de leden en ik arbeid
met verbonden hoofd.
Weet lezer dat er op M e e r l u s t eene spiritistische séance heeft plaats
gevonden die verschrikkelijke gevolgen had, maar.... laat ik u de dingen
die voorvielen in geregelde volgorde vertellen en heb een beetje toege
vendheid, wauceer ik wat hortend en stootend vertel, want mijn arme
hoofd is totaal van streek en gloeit als een pot.
Eenigen tijd geleden kwam ik met een medium'c in kennis en wag
weldra in een druk gesprek met dien heer gewikkeld. Wij hadden het
natuurlijk over zoogenaamde onthullingen van later jaren en hetgeen in
Arnhem, Amsterdam, en, nu onlangs in Weenen was voorgevallen en ik
waagde het te verkondigen dat ik geen hoogen dunk van het Spiritisme had.
Dat komt omdat U er niemendal van weet", zeide het medium, wan
neer gij mij, den leerling van Hume, aan het werk zaagt, aoudt ge er
geheel anders over denken".
Bent u zoover in de kunst", waagde ik het te vragen,
Wellicht gelooft u het niet, maar ik heb, om een voor beeld tenoemenj
de geest van Socratea wel zestigmaal, en dat niet enkel in Amerika, maar
ook in de meeste landen van Europa opgeroepen".
He, dat is merkwaardig", antwoordde ik, en welke taal sprak
Soerates dan welï"
Hij sprak overal de taal van het land waar ik hem citeerde".
Maar dan is het toch doodzonde", merkte ik op, dat de goede man
niet meer onder de levenden behoort, want hi} zoude als tranalateur een
aardig duitje geld hebben knnnen verdienen",
Ik geloof dat u mg voor bet lapje houdt, mijnheer!" sprak het
urn ernstig,