Historisch Archief 1877-1940
2
DE AM-STERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NED-ERtAND.
De Noorweegsche staatsrechtelijke quaestie is door de vonnissen
van den Rigsret niet opgelost. De meesten der oude ministers zijn
door tiet Hof afgezet, doch de Kening heeft een nieuw kabinet ge
kozen, dat evenzeer met de meerderheid der Kamer in oppositie
zal zijn. Koning Oscar wil volhouden, dat hij een absoluut recht
van veto bezit tegen grondwetsverandering, en de meerderheid dep
vertegenwoordiging leest in de constitutie juist het omgekeerde.
De toestand wordt gecompliceerd door een advies van het
Zweedsche ministerie, dat zeer gemoedelijk verklaart niets met
Noorweegsche l zaken te maken te hebben, maar toch het oordeel
uitspreekt, dat in de grondwetten der beide zusterstaten geeno
verandering kan worden gemaakt zonder toestemming des Konings,
, Deze Zweedsche staatsdienaren ztjn echter geene officiëele uitleggers
der Noorweegsche wetten, zoodat hun advies de meening blijft van
eenigeparticulieren; meer niet. Maar de daad des Konings die het
ad vies vroeg, schijnt aan tetooneq,dat men, in Stokholm op dwang
middelen zint.
De toepassing van zulke middelen zou een gevaarlijk spel ztja
voor de kroon.
B I Jf 3T K ST'l, A UT D.
' De nieuwe 'Minister van Koloniën is Maandag bij zijn dabuiji, begon
nen met een bewijs van zijn zucht naar gemeen overleg. ?
HU liet uit de wjjzigings-voorstellen betreffende de reglementen van
Suriname en Curacao, een komma vallen. .'. ,
Mit 's kleine fangt man an!" : *
Viy bits gaf de Minister van Waterstaat b j} de discussie over net
voorstel-Rutgers, toen die afgevaardigde hem beleefd verzocht tem in Bet
debat te willen voorgaan, ten antwoord: Ik meen dat de Regeering vol
komen viij moet blijven in het kiezen van het oogenblik waarop zij bet
woord wil nemen. Ik zal daarmede wachten totdat de. heer Rutgera
zal hebben gesproken." "
En toen de heer Rntgers aiet sprak, nam de Minister toch fladeltjk
het woord. ? ;
liet herinnert ons aan de afgezaagde komedie-aardigh*id van twee
personen, die elkander bij 't verlaten van een kamer willen laten voor
gaan en ten slotte, na veel strijkages, elkander tegen 't Ijjf loopen
zoodat er n omvalt. '??'?'
Ditmaal viel de Minister vrij onzacht.
Het heeft den heer Oorver Hooft geweldig gehinderd dat de he,er Rnt
gers durfde beweren: In de geheele Kamer zijn misschien geen zes leden,
die weten wat een kanaalpan d is.
Ten onrechte.
Onder de zes of minder kon de heer Oorver Hooft immers zjjn.
En toch zoo heel veel reden om zich als specialiteit te doen gelden,
had de heer Oorver Hooft niet.
Bfl de discussiën over het Merwedekanaal heeft hij echter nooit getoond
te weten wat een Rijnvaartkanaal voor Amsterdam is.
Of wist h$ het wél, en hield bij juist daarom het tot «tand komen er
van tegen?
Mijne Heeren! Ik huldig de leer: beter ten halve gekeerd dan geheel
gedwaald", zei de heer Wintgens op l April, bij de Kanaaldiscussie.
We dachten aan een aardigheid.
Maar neen.
Reeds den volgenden dag verklaarde hij niet terug te willen naar do
bij de wet eenmaal afgeschafte octrooien. ' *
Van nu af mag men dus verwachten dat de heer Wintgens ook de af
schaffing .van de differentie ale rechten en allo bestaande wetten zal eer
biedigen.
Men is nooit te oud om te leeren.
De beer Bastert erkende volmondig: wanneer ons in 1861 het
Veeatpand (in het Merwedekanaal) niet was voorgespiegeld, zou ik nooit m£n
stem aan die wet gegeven hebben.
Een gulle bekentenis.
Maar ze werpt een eigenaardig licht op de opvatting van het algemeen
belang, door dien afgevaardigde, die ook Donderdag een oratio pro
domo (voor de steenfabrikanten) hield, en grondwetsherziening,
kiesrechthervorming, alles lager stelde dan 't belang.... aifoer industrie. ;
. En .die afgevaardigde ontzag zich nochtans niet aan de ingenieurs wn
den Staat de zijdelingsche verdachtmaking naar het hoofd te slingeren,
die voor een goed verstaander is gelegen in de bewering, dat zij -uit over
tuiging, of om welke andere redenen, weet ik niet" de voorkeur geven
aan bnitenlaudsche steen!
Zulke steenen treffen den fabrikant die ze maakt.
' Om mittelooze tijdverspilling te voorkomen, trok de heer Buma aijn
voeretel over de droogmaking der Zuiderzee in en maakte er een motie
van, waarin hij ook de Lauwerzee opnam. Dat ging in een moeite door.
Om nnttelooze tijdverspilling te voorkomen, veroordeelde ds Kamer do
motie, zonder eenige discussie, ter dood.
Had de heer Buma zijn doel, nnttelooze tijdverspilling', niet beter kunnen
bereiken door nooit zijn onbekookt voorstel in te dienen ?
Wellicht bad hij er zich zelf ook een dienst mee gedaan en aan de
kiezers van Sneek een gevoel van gerechtvaardigden spijt bespaard.
De heer Buma zelf gevoelde dat hij op l April een dwaze figuur maakte.
Want, terwijl de Minister van Waterstaat zijn ontwerp het meest ge
niaalste" (de Minister bedoelde natuurlijk meest geniale") noemde dat tot
- nu toe door de Kamer is behandeld, vatte de heer Buma-dit zoo o
Z.'Exc. het door hem voorgestelde van geen overwegend belang fa*»eb«wt.
Of de heer Buma begreep dus dat de Minister hem in 't-zeenetge zette",
r- f~hg begreep zelf niet welke beteekenis zijn voorstel had.
Dat laatste na is niet zoo geheel onmogelijk. Er waren er mwr.fü» 'i
niet begrepen, ?.
ONZE BLADEN.
In 't Begin der week verscheen de offieieele Pl»ncius-red*. Dr.
h«eft zich, na de vele aanmerkingen op zjjn woorden, verplicht geacht meda
te deelen wat hy gezegd heeft of heeft wiUen zeggen, waat de strijd ia
door de nu gegeven lezing niet bezworen. Dr. Kuyper heeft de brochure
toegezonden aan prof. Harttag met een begeleidende missive, in verschil
lende bladen opgenomen.
De strijd is niet bezworen, zeiden wij, want niet alleen dat prof. Harting
onbewimpeld heeft medegedeeld dat ook in de rede, gelijk z^j na luidt,
zinsneden voorkomen die hij oamogelgk goedkeuren kan, maar de meest»
bladen hebben een vecgehjkiag getrokken tnaschen de uitgesprolwae en
de geschrevene redevoerimg, die wet zeer vleiend voor Dr. Kuypw lot*.
In ens Dagblad werden verschiHeadc ponten aaagednid waar jpreöt ver
schil bleef bestaan, werd op een veramterMg gewezea nog aangebracht»
. in de nadere officieele leei&g van de Stand, zelf, hoewel ten slotte werd
.toegestemd dat de brochure arkhans ee&ige verdienste had daas «ij eea
zy een soort van bekentenis inhield. :?:;?;
Het N. v. d. D., het Vad., de T$d, dr. Bronsveld ra zjjoe bekende
Kroniek e. a. deden mede uitkomen dat tegen deze lezing op aiemwlf nog
vrij wat bezwaren bhjven bestaan. Sedert heeft de Stand, naderhet doo»
dr. K. in de officieele rede ten opzichte van een der (aangevoerde ponton
aangenomen standpunt verdedigd. Vooral de geestverwanten die een af*
keurend oordeel over zjjn woorden hadden uitgesproken, moeten het daarüx
ontgelden. ,
De beslissing in de Goesche Eeds-qnaesüe genomen de bethufoo tot
welke de twee zonder den eed toegelaten raadstede* b«bben medege
maakt zijn vernietigd wordt door het Haagsehc £agW. zeer teegejaieat.
De besliste houding hier door de regeering aangenomen woedt door bet
conservatieve blad zeer op prijs gesteld. Het Tod. had van Mr.;He«B8>
kerk geen ander besluit verwacht. Be N. Soft. Cl. billykt -de grond**,
in 't koninklijk besluit ontwikkeld, niet. Be Kamper Ct dringt naar
aanl- iding van de bespreking van AU geval op een afdoende ddhntiera
regeling aan. Het Ovcrvelwvsch Weekblad wil d«n eed vervangen voor
hen, die verklaren er geen waarde aan te hechten, door een Bcbriftelgke
verklaring. " - *
Ons Blad, het te Amersfoort verschonend weekblad, kwam nogmeate
'op de qnaestie-Muller terug en wees op het verkeerde van de houding
door de Regeering «n. verdere machthebbenden in den laat»ten tijd tegen
over ambtenaren aangenomen. Het Bot t. Nicttwsbl. de Letdsfhe Ct. en
het Nieuwsbl. van Ncderl. bestreden den maatregel der Indische re»
grering ten opzichte van den opiumhandel en de besliteing in zake de
opiumkitten.
De Schoolquaestie werd in de deze week verschenen maandbladen, da
Gids en de Tijdspiegel, behandeld. Prof. Spruyt schreef in 't laatgenoemde
een artikel tegen de politiek der liberale partij in de school-quaétie, de
heer De Beaufort sprak tegen de tegenwoordige regeling der examens
voor de hoofdonderwqzers-akte.
De bladen lieten het vraagstuk goeddeels rusten. Allén de Artth. d.
kwam met een artikel over het regeeringsontwerp en het Haagsche Dag
blad met een beschrijving over den onderwijzer buiten de school, welk
laatste de school zelfs weinig raakte. Het VóHcsblad besprak de vraag:
wat wil de oppositie ? De sedert ingekomen verslagen der Kamer op
de aanhangige wetsontwerpen zullen ongetwijfeld spoedig weder nietiwa
stof leveren.
? Eet Grondwetsrapport werd deze week evenmin druk besproken. Da
Arnh. Of. gaf een drietal stukken over de wijzigingen van Hoofdstuk I
en II der Grondwet, de Kamp. Ct. en de tfoornscfit CouffiMt gaven
er mede een artikel over, en eveneens de WcrJcsman$bode. De 2Mf.
Ct. beschouwde den politieken toestand van het oogenblik -gunstig
' was het resultaat over de verschillende proefnemingen niet en ook de
MM. Ct. was blijkens haar artikel: hetpolitiekkegelspel" vrij ontstemd
over de bonding van een deel der liberale party. .?'?-,!'
, De N. Eott. Ct. en het Haaysche Baqbl. gaven nog artikelen o ver het
Congo-Traetaat.
't Vad. besprak uitvoerig de Staatspoorweg op Java terwjjl hefc
Haagsche iïagbl. over Java-oegst sprak in verband met de resultaten der
Nederlandsche politiek in het Oosten.
Nog maken wij melding van een artikel in 't N. v. d. 2?.:;Voor of
achter ons, waarin het volk tot wakker .voorwaarts streven wordt aange
maand; van een tweetalibrieven in de Tyd getiteld: Gedachten van een
oudgeneesheer: van een hoofdartikel in de Atnsfolbode waarin een drietal
verrassingen worden aangekondigd; van een beschouwing eindelijk in do
Gelderlander over Beachawng en Christendom.
K U N S T.
MEVBMIW BÖBSIS«, ALS «GENEVIÈVE".
Het is geen wonder, dat een zoo geestige kastijding, aan de B1wit«»lni"
toegediend ter eere der Panjeenaars, als NOS bons viHeffeeis in-ier-tgil in
de groote schouwburgstad veel opgang gemaakt beeft. Sardau heeft,
natuurlek, talrijke benijders, de banden der kunstbroederschap voelen
in Frankrijk niet altijd even Suweelig aan, maar het sucees van zulk
een groot talent laat het publiek zich niet betwisten. Men weet, dat desa
zedescheta een van Sardous mmat op efl'ekt berekeaae, nmetop de traan»
klieren werkend» dramaaa-i»: 200 «eioigr-dat de ear fioo«B»aatej;--uiet