De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 13 april pagina 2

13 april 1884 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 355 ontwijfeld uiet ongeneigd is zich bij zijn landgenooten verdienstelijk te maken door voor hun «rechten en vrijheden" op te treden, dreigt met represailles. Kleine oorzaken, groote gevolgen. Een paar kantteekeningen op de jongste Tweede Kamer-discussiën. De heer Dijckmeester i;ad zwaar werk om zijn zwenk te maken in de zaak-Poppink. Honderd betuigingen van liefde voor de openbare neu trale school; krachtige handhaving van het neutraliteitsbeginsel; gloeiende uitingen van getrouwheid aan de liberale onderwijspolitiek en toch eindigen met, in gezelschap van Bastert en Oorver Hooft de antirevohrfionaire en ultramontaansche gelederen te versterken! Er was slechts n goede reden voor te vinden: de heer Dijckmeester etemde thans even als zijn Tielschs mede-afgevaardigde, de heer Beelaerts. Dat heldert veel op. Vivent les lecteurs, périssent Zes principes! Nogmaals moet ons een protest uit de pen tegea de wijze waarop, door een zuiver theologisch debat, godsdienst en christendom in de laatsta Kamerzittingen zijn gediscrediteerd. Een protest, waarbij zich zelfs de ongeloovigen zullen aansluiten, die, gelijk wij, genoeg eerbied hebben voor de godsdienstige begrippen van andersdenkenden," om een christologisch dilettantisme a's dat van den heer Keuchecius, in het parlement, te beschouwen als een bespotting van erkieer en christelijk geloof. Fanatisme kan ook het heiligste ontheiligen. "Welnu," riep de heer Lohman, dan constateer ik, dat niet wij, maar dat gij zelf het zijt, die onze schoone geschiedenis hebt verwezen naar de catechisatie." Inderdaad had de heer Van der Kaay den spreker toegeroepen: Dat behoort te huis op de catechisatie." ? En toch maakte de heer Lohman een verkeerde gevolgtrekking, een valsche conclusie. Niet onze schoone geschiedenis maar de feiten, waarop onze gelieele protestantscha overtuiging steunt," had de heer Vau der Kaay naar de catechisatie verwezen. En terecht. Niet de geschiedenis, maar de protestaiitsche overtuiging ligt buiten de neutrale school. Qui bene distingtdt, bene docct. Haffmans, die in het Vcnloosch Weel-Mail de zaak-Poppink besprak, in den zia van de meerderheid der commissie, bestreed in de Kamer haar conclusie en bekende, dat hij in niju blad erover sprak, zonder er iets van te begrijpen. ioyaal is 't zulk een' bekentenis te doen. Maar wie zal, na die gull<; verklaring, nog waarde hechtca aan Haffinnns' adviezen in het Weekblad ? De heer Haffmana in de Tweede Karaer is de esnige, die 't weet, zal men zeggen. Maar deze loopt bij d« stemming weg. Eilieve, wat heeft men dan aan hem? Do Haffmans, die schrijft, weet er geen zier" van en de Haffmans, die spreekt, stemt niet! Bravo! bravo! heer Wintgens. Hij stemde in de zaak-Poppink, met de liberalen. Het schijnt hem dus wel ercst te zyn met zijn verzekering: beter ten halve gekeerd dan geheel gedwaald. "We zijn op het punt van geheel met den Eaagschen afgevaardigde verzoend te raken. _^____ Maar nog niet met de conservatieve partij." Want de partij" was door twee leden vertegenwoordigd en doemde zichzelf ook nu weer tot machteloosheid. De eene helft de heer Wintgens keerde ten halve; de andere fcelft de heer Oorver Hooft volhardde in de dwaling, Arme 'conservatieve party"! Een Voorzitter kan ook ie onpartijdig zijn. In de avondzitting van Vrijdag jl. vroeg de heer Viruly te gelijk ni^t, den heer A. Mackay het woord, de laatste om nogmaals te herhalen, wat reeds driemaal was gerepeteerd over de zaak-Poppink; de eerste om een motie tot sluiting van het debat voor te stellen. De heer Mackay stoorde zich niet aan het luid aankondigen der motie en sprak voort. En in plaats van, tegenover dat ignoreeren van het voorstel-Vivuly, den heer Mackay het zwijgen op te leggen, ontzegde de Voorzitter den heer Viruly het recht om de motie te handhaven op grond, dat de heer Mackay reeda aan het troord was. Het officieel verslag der zitting geeft het beeld van dit incident niet juist terug. Men zou meenen, dat de heer Mackay werkelijk reeds sprak to°n de heer Viruly opstond. Dat is 't geval niet geweest. Zoodra de Voorzitter aankondigde, dat de heer Mackay het woord had, riep de heer Viruly (die het trouwens ta voren reeds aan den Voorzitter hnd aangekondigd) dat hij de sluiting van het debat voorstelde. il n alleen door het opzettelijk doorpraten van den hoe? Mackay gelnkt.fi het dezen reeds een tiental woorden te hebben geuit, voordat do 'i sident attent wns gemaakt op het voorstel-Viruly. i.»e Voorzitter had ditmaal dan ook ongelijk en dreef de onpartijdig heid te ver. Het eenige wat de Minister Heemskerk over de zaak-Poppink wist t zeggen was, dat de Kamer verkeerd zou doen door incidenteel een von nis te vellen over het neutraliteitsbeginsel der onderwijswet. Over de verdiensten van het beginsel, over het gevaar om'fc, zelfs niet incidenteel, aan te randen, geen woord. Hoe voorzichtig! Doch is het ook flink? Een Regeering, die voor het hoogste der nafie niet durft opkomen,, moet wel over een mininum van zedelijke kracht beschikken, ONZE BLADEN, Mr. Levy's woorden in een artikel van zijne hand, opgenomen in ons Dagblad, waarin hij de meening uitdrukte, dat de verkondigers van on verschillig welke orthodoxie, die zich zouden vermeten de hand naar den staatsteugel uit te strekken, door de liberalen met de daad zouden wor den bantwoord, hebben na de Plancius-rede en al hare lezingen een nieuw debat uitgelokt, waarin deze week zoowel de Standaard als de Tyd in volle wapenrusting verschenen. De Standaard, gewapend met de zwara en niet altijd scherpe wapenen der orthodoxe oratorie, stelt Mr. Levy's verdediging der hoogheid van den rechtsstaat, haren lezers voor als een dreigement, dat het liberalisme de overheid zou wapenen om het verzet der kerkelijke partijen te breken, des noods met geweld. De Tyd kiest een ander wapen. Zy maakt zich meester van den in Patrimonium geuiten wensch, dat het volk uit het gezegde zou mogen leeren dat wie voor der Joden Koning niet buigt, alle kans beloopt bet voor de Joden te moeten doen. Dit antisemitisch aphorisme, hier te paa gebracht omdat da heer Levy Israëliet is, staat in vette letters gedrukt nan het hoofd van het groote orgaan der Nederlandsche Katholieken. De katholieken in het buitenland lieten dezo vervolgingsleer over aan do confessioneele protestanten. Zou de vrucht, hier met zooveel overleg op katholieken bodem gepoot, wortel schieten? Het is niet te verwachten; veeleer gelooven wij dat deze stem van de Tyd eene zal zijn des roe penden in de woestijn. Het Sociaal-democratisch orgaan Reclit voor Allen beeft medegedeeld dat aan de Sociaal-dftmocratische Vereeniging rechtspersoonlijkheid is ge weigerd. In afwachting der motieven is dit Koninklijk besluit scherp af gekeurd door de liberale pers. Het Nieuws van den Dag, de N. Eott. Cl., het Vaderland, het Utr.Dagbl, de Amsterdammer en anderen spra ken onverholen hunne meening uit over deze handeling der regeering. Nu zijn de motieven bekend; het Vaderland maakte ze wereldkundig, maar het is niet te wachten dat het oordeel der pers er door zal worden gewijzigd. Volgens de wet moet-de weigering haren grond vinden in de statuten, en het moet een scherpziend oog zijn, dat daarin de reden vindt om aan de Vereeniging het recht to onthouden, contracten te slui ten of eigendommen te verwerven. Da grondwetsherziening, dat wil zeggen het ontwerp, gaf aan de Arnli. Ct. aanleiding tot een viertal artikelen over do eerste twee hoofdstukken eri de daarin voorgestelde veranderingen. Het Handelsblad behandelde de quaestie van art. 194 en lichtte in een volgend artikel toe hare meening, dat een voorschrift omtrent het karakter en de regeling der volksschool niet in de grondwet behoort. Een derde artikel zal spreken over de sympathie van het blad voor hot openbaar onderwijs. Op schoolgebied hoort ook het Poppink-debat thuis. Het Huisgezin meent dat nu voor goed is aangetoond, dat neutraliteit op de school on mogelijk is, terwijl de Kamper Ct. het votum der Kamer toejuicht. Tal van andere onderwerpen werden in deze stille week behandeld. De staatsspoorwegen op Java door het Vaderland, de preventieve hech tenis in Indiëdoor het Handelsblad, de oneerlijkheden in Suriname door de Tijd, de Marine- en het Merwede-kanaal" door het Handelsblad. De Arnli. Ct. ontraadt der Kamer om het voorstel tot herziening van het reglement van orde, door den heer Van Eek voorgesteld en door dezen veteraan nog in de laatste zitting met zeker dépit over de niet-behandeling aanbevolen, riet te behandelen, met het oog op de herziening van art. 108 der Grondwet. De Arnhemschc maakt op de herziening reeds berekeningen! De Maasbode spreekt over dr. Kuyper als schrijver naar aanleiding van het boek over de protestantsche martelaren, waarvoor de veel besproken Plancius-redenaar eone voorrede schreef. Het katholieke blad bedreigt den heer Kuyper dat op den dag des oordeels de valsche maskers zullen wor den afgerukt en als [volksleiders zullen ontmaskerd worden die nu met smachtende oogeu en zalvende woorden razen tegen de afgodische Mis en den Paapschen antichrist. Dr. Kuyper is niet gelukkig met wat hij, in deze dagen spreekt en schrijft. WARME KADETJES, Een Zaterd*g-avond Praat je,' XL V, Is dat nu niet curieus Pa?" vroeg Jan2 Ja Jan," antwoordde ik, dat is zeer curieus! Ik noem dit een kapi taal stuk werk dat van eene groote mate van genialiteit getuigt, hooge waardeering verdient en wel waardig is om eens rustig bekeken te wor den." Dus sprekende veegde ik de glazen van mijn bril af, zette dat nuttig instrument op, en ging met, op den rug gevouwen handen nauwlettend toeschouwen. Jan had mij op de Prins-Hendrikkade gebracht en wel' op dat geueel'o er van dat vroeger llaring-pakkerij" heette en waar men, op liet oogrnblik met een machtig interessant werkje bezig is.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl