De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 13 april pagina 3

13 april 1884 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. , Naar de lezer-weet, bevindt zich daar ter plaatse, aan de zijde van hét T, een iiijk, terwgl tnsschen dien dijk en de perceelen, die tusschen Sin gel en Martelaars-gracht gebouwd zijn, een straatweg in de diepte ligt. Onze vroede vaderen kwaman terecht tot de conclusie, dat men met een misstand te doen had en stelden, daar men nn toch eenmaal in onze stad aan het bouwen, breken, dempen en graven is, aan den Gemeenteraad voor om verandering ten goede te bewerkstelligen. Nauwelijks verscheen echter de voordracht van Burg. en Weth. of cta 1 haring-pakkers begonnen luide te jammeren en, als echte Amsterdammers te protesteeren en te adresseeren en te beweren dat zij in hunne rechten gekrenkt werden. Onze achtbare Gemeenteraad was zoo verstandig om van al dat geka kel geen notitie te nemen en keurde de voordracht goed. Voorloopig gebeurde er nu niemendal, maar toen de passage die Nieuwendj)'k en Prins Hsndrikkade verbindt, gebouwd werd, werd tegelijkertijd op hoogst practische en nuttige wijze een soort van bordes voor dit bouwgewrocht aangelegd, waardoor men langs gelijken weg van de kruin van den d;jk binnen het gebouw kan geraken. Dat is ten minste reeds n oor van het varken gewasschen," dachten de mannen die met de uitvoering van het gemeenteraadsbesluit belast <waren, nu zullen wij het geheele beest ook wel klein krijgen;" zij ver.eenigden daad en woord en op een fraaien morgen begon een ploeg -werkvolk een kurkdrogen dempings-arbeid. , De Haringpakkers schreeuwden moord en brand; men gaat ons levend , begraven!" riepen zij, onze benedenverdiepingen worden onnut gemaakt! Men jaagt ons op verschrikkelijke onkosten! Te wapen! te wapen!" 't Allerbelachelijkste wat men denken kan geschiedde: er werd namelijk een tweede adres afgevuurd en het had tot gevolg dat het droge dempingswerk werd gestaakt. ; Met grenzelooze lankmoedigheid werd er uitstel van executie verleend en ,in beginsel uitgemaakt dat hij, die zijne woning laat verbouwen, gehouden is zich aan het verhoogingsplan te onderwerpen, terwijl da niet-verbouwenden in hunne aloude rechten blijven. ? Het is mallenwerk," riep Jan, Chineezen zouden zoo dwaas niet zijn!" , Wat mankeert je Jan?" vroeg ik ontsteld, want ik dacht dat den jongen iets deerde. j Maar zie je dan niet vader, welke dwaasheid hier begaan wordt? : Recht s en links brengt men voor twee huizen verhoogingen aan, terwijl een perceel, dat tusschen die twee in staat, in de diepte blgft liggen." Maar dat vind ik alleraardigst Jan en ik aarzel geen oogenblik om .de bewoners van dit perceel benijdenswaardig te vinden; het moet een eigenaardig genot voor hen zijn, om van den vroegen morgen tot den laten avond trap beklouterende natuurgenooten te zien; bovendien h ebben zjj, als het zwaar plasregent, vermoedelijk het voordeel om gratis watert vallen te aanschouwen en dan heeft het ten slotte veel voor om in een soort van dal te wonen. Ik denk dat de menschen die in dit huis wonen, thans .goed tegen den 'noordenwind beschut zullen zijn en ik zoude wel willen .dat Meerlust ook zoo laag gelegen was." Meent u alles wat ge zegt, Pa?" vroeg Jan. ? j>Zeker jongen! Ik verzeker je, dat als ik niet Aquarius was, ik zoude wenschen de benijdenswaardige firma Rikmenspoel te zijn." Wil ik u eens wat zeggen", antwoordde m\jn spruit, als die firma verstandig is sluit zy' een contract met een chirurgijn, wien zij bijv. kost .en inwoning geeft, maar die zich daartegenover verplicht om de helft zijner verdiensten uit te keeren." Hoe zoo?" vroeg ik, want ik begreep den jongen niet. Wel het zal hier natuurlijk een goudmijn voor een heelmeester wor den, want ik maak mij sterk dat hier heel wat armen en beenen en misschien wel nekken zullen gebroken worden." O Jan, je overdrijft!" riep ik. , Overdrijven, Pa? maar kijk dan asjeblieft eens uit je oogen; wanneer men van de zijde der Martelaarsgracht komt, loopt men eerst op beganen . grond, dan moet men een trapje op over eene verhooging heen en een trapje af; daarop volgt weder begane grond, trapje, verliooging en weder . een trapje en dan wederom begane grond, trapje, verhooging en .... een afgrond." Een afgrond Jan ?" Ja pa! daar pal bij het Singel. Het is wel mogelijk dat men die laatste puist van een hek zal voorzien, maar dat maakt de zaak nog erger, want bij nacht en ontij zal menigeen daar gevoelig tegen aanloopen; ik voor my zonde daar in 's hemels naam ook maar liever een trapje hebben (gemaakt." Daar kan ik je niet heelemaal ongelijk in geven Jan'', zeide ik, dan ? hsd het ensemble meer op tante Mina's onovertrefbaar recept tot het vérvaardigen van appel-prol geleken: een laagje brood en dan een laagje ' appelen en dan weer een laagje brood en opnieuw een laagje appelen en zoo tot in het oneindige l" Juist Pa!" sprak Jan, maar ik geloof eigenlijk dat u den toestand tiien u hier aanschouwt, zoo heel erg niet vindt!" Ik heb je eens laten doorslaan, jongen", antwoordde ik ernstig, en nu zal ik je mijn opinie eens zeggen: al wat hier voorvalt en gedaan wordt getuigt opnieuw van de vaderlijke zorgen die de mannen die onze veste besturen, ten opzichte van de burgerij koesteren. Te ang reeds was ons publiek onzelfstandig en kon het zonder voorlichting niets doen, en daarom verheug ik er mij oprecht in, dat hier deze drie puisten zijn neergelegd, die den wandelaar schijnen toeteroepen: Kijk uit je oogen en let op waar je je voeten neerzet!" Wezenlijk jongen, op deze wijze zal ons volk wat flinker en degelijker worden en uit de oogen leeren zien." Een mooie boel," riep Jan, Als er des winters een pak sneeuw valt «n het dan flink begint te dooien of als het donkere maan is, zullen eerst heel wat lieden het gelag moeten betalen." Je vergeet," zeide ik, dat wg op het bezit van een uitstekenden reinigings dienst mogen bogen en. dat de gasverlichting in Amsterdam niets te .overlaat,'^ Nauwelijks had ik deze woorden gesproken of Jan brulde het uit van het lachen. Verbaasd keek ik hem aan en wilde juist vragen wat hem mankeerde, toen een voorbijganger mij aansprak. Neem mij niet kwalijk, mijnheer,v zei de man, dat ik u zoo aanspreek, maar ik hoorde het een en ander van uw gesprek met uw zoontje en ik moet zeggen dat de jongeheer geen ongelijk heeft." Versteld keek ik den mij geheel onbekenden raan aan. Ziet u, de toestand is hier piramidaal miserabel en gelijkt naar niks, niemendal. Voor de bewoners van de Haringpakkerij is het hier haast niet om uit te houden " Het is hier altijd de buurt van de martelaars geweest," interpelleerde Jan, terwijl hij naar da plek wees waar eertijds de beruchte Haringpakkerstoren stond. Zeit uwe dat wel jongeheer," vervolgde de man, maar vroeger mar telde men de menschen niet lang en maakte men kort proces, en tegen woordig duren de kwellingen tot in het oneindige." Wilt u zoo beleefd zijn om me te vertellen waar u eigenlijk heen wilt ?" vroeg ik tamelijk onbeleefd, want ik begon kwaad te wordan." O jawel, met plezier! Wat hier op het moment gedaan wordt is niets andera dan een valstrik, want een kind zal kunnen zien dat de bestaande toestand onhoudbaar is en weldra zal het heeten: alles gelijk maken" en dan heeft men zijn zin." Welke men" snaauwde ik. Daar moogt u naar raden. Maar enfin, als net zoover is, dan zullen de eigenaars en bewoners van perceelen in deze buurt gedwongen worden om groote onkosten te maken en dat ter wille van een (»ril, want elke verandering is bior onnoodig. Vroeger had men n op den dijk n aan de zijde der huizen breede en goede rijwegen en wanneer nu bij politie verordening bepaald was dat gaande en komende voertuigen verschillende richtingen moesten behouden, dan...." Bonjour mijnheer l" riep ik, ik heb geen pleizier om naar uwe verve lende praatjes te luisteren; weet enkel dit: dat als ik burgemeester van Amsterdam was, ik het passagegebouw kocht en het netjes liet inrichten en op dit juweelig en uitgezocht plekje ging wonen". Toen liep ik door en deed alsof ik niets hoorde, toen de man Jan nog eenige modedeelingen over uilskuikens en malle Amsterdammers deed en herhaaldelijk op zijn voorhoofd wees. Hebt u heusea alles gemeend wat u gesproken hebt?" vroeg Jan na een poosje. Zeker, waarom zoude ik het niet gemeend hebben?" De jongens op school zeggen dat u satiriek bent". O jongen!" riep ik ontsteld, hoe komt men er aan? Ik en sati riek l Zie je zoo komt een mensch 'nu, op onrechtvaardige wijze, in de verdrukking; af en toe vermeld ik, in de kadetjes, de malle opmerkin gen die meneer Sagittarius en jij je veroorloven en nu gaat men daaruit distilleeren dat ik satiriek zoude zijn! Dat is waarlijk meer dan erg en doet mij meer leed dan ik je zeggen kan". Hépa," zeide Jan en hij deed het erg huichelachtig voorkomen alsof het geval hem erg speet. Ga jij je eigen weg maar," vervolgde ik, laat je ouden-grijzen vader maar alleen met zijne ellende voortsukkelen. Best pa, dan ga ik naar de Sahara!" Maar bon je nu heelemaal stanelmal jongen? Zóó maar op eens weg gaan. Zonder vaarwel te zeggen, zonder dat ik weet onder welk ge leide je gaat, zonder O ik ga onder uitstekend geleide", betoogde Jan. Dat kan jij wel zeggen, maar daar dien ik mij als vader van te over tuigen ; men laat zijne kinderen zoo maar niet pardoes de wijde wereld ingaan". Maar waar denkt u dan eigenlijk dat ik heen wil?" Ik was met mij zei ven reeds overeengekomen dat ik Jan, na ra ij van den aard van zijn reis-gezelschap te hebben overtuigd, stilletjes naar Afrika zonde laten trekken, en ik had mij reeds verheugd dat ik op zoo kostelijke wijze, een tijd lang van hem af zoude zijn. Je zegt immers dat je naar Midden-Afrika wilt trekken?" Voor de tweede maal begon de jongen te proesten; maar pa", zeida Lij, .,de Sahara, dat is niemendal anders dau het gedempte Daairak, waar wij tegenwoordig machtig veel plezier hebben." Zoo", antwoordde ik, heelemaal uit de lijken geslagen, nu ga dan je gang maar, ik geef je mijn zegen". Mijn zoon snelde weg en ik volgde hem op een afstand om even ean kijkje aan het Damrak te nemen. Het is ook daar zeer curieus en bewonderenswaardig zijn de goede zorgen die men er neemt om het publiek uit eigen oogen te leeren zien; wie van Zoutsteeg naar Papenbrugsteeg, of omgekeerd koers wil zetten, moet door een zandwoestijn, geparsemeerd met steenen en planken, en er is kunst en vliegwerk noodig om in behouden haven aan te landen. Ik zoude te uitvoerig worden, wanneer ik de Damrak-wonderen uitvoe rig beschreef en vermeld ten slotte enkel een plannetje dat in mijn brein ontstond: Men bestrate het gedempte Damrak niet, maar overkappe het, late da trams, ter voorkoming van ongelukken, over luchtbruggen rijden en bieden dan het, aldus verkregen lokaal, aan de mannen aan die zoo ijverig voor de kinder-speeltuinen bezig zijn. , Geen stad ter wereld zoude dan een speeltuin rijk zijn, zóó schoon en uitgestrekt ala die der goede stad Amsterdam. Aquarius. IN DEN RAAD. Och, och, wat hebben we 't in deze stillle dagen" vóór Goeden Vrijdag weer te kwaad gehad! Water, water, en altoos water! 'k Heb een gevoel, als had ik zelf aan het water geleden. Et dire, dat we 't den kiezers misschien nog niet

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl