Historisch Archief 1877-1940
DE AM'ST'ERDAlfrM^&, W^EESBLAD VSOfl NEDERLAND.
«romen by 0-. Itiiberts; British fertility by JohnSurroughs; Recent
architecture in America by Van Rensselaer; Spring by Elbridge
?Kingsky; Evehingsong in May by Vance Cheney; A. Pandde by
Bourke Matsten; Dr. Levier by W. Cable; AmarriagebyMaryAing
de Vere; RoseMadder by Ivory Blaclt; An average man (cont)
by Sob. Graat; The Lords day by Car. Mascm; The bay of
Islands in calm and storm by W. Benjamin; In after days by Austm
Dóbson; The woman of the beehive; One way of love by. El Hall;
, On the training of parents of Fr. StocJcton; The reproach by Edm.
Gosse; Trade unionisme in England by Thom. Hughes; One seaside
grave by Christ. Bossetti; Chief Joseph the ner-porcéby C-E. Wood.
Nieuwste uitgaven in Nederland.
"F. A. Buis. (A. N. J. Fabius), Novellen uit het klein-steedsche leven :
Mr. W. C. I. J. Cremers, Aanteekeningen op de Nederlandsohe
Wetboeken, bevattende de litteratuur en de jurispriedentie .
Jack, Cherchez la Femme ..,..., ;
Ludwig Nonne, Georg van Frundsberg , l i . '
A. Nuijens, De ziekten der vogels ..... Per afl.
Joh. Ludvig Runneberg, 't Kan niet! ..?..,
Chriatiaan Steketee, Een boekje voor mijn hart en wandel, be
vattende eene bekeeringsgeschiedenis uit vroeger tijden (1712
1824), nagelaten door Chriatiaan Steketee, geboren te Borsele
10 September 1782, overleden te Nieuwdorp 13 September 1864 .
Eduard Swart, V. R
Catharina Alberdingk Thijm, Lucratieve betrekkingen voor vrouwen
uit den beschaafden stand
Dr. S. Coronel Sr., De gezondheid en schoonheid der vrouw .
Dr. M. F. van Lennep, Gasper van der Heyden 1530?1586 J
,1,50
2,50
0,50
4,80
0,75
0,75
Nieuwste uitgaven in Frankrijk.
Charles Courret, A. l'Est et a l'Ouest. l l l l J
Paul Ginisty, L'Amour a trois J ; ; ; ;
E. Paul, L'avenir de l'Egypte J J ; ; , i
Edroond Tarbé, Barbe grise . . . 5 ; t j ;
L. V. Meunier, Les clameurs du pavé. J . « «
Ch. Canivet, Lei colonies perdues ? ? » J i 5
Arsène Houssaie, La Comédienue »»??«?
Edmond de Joncourt, Chérie . . i i » i .
Elémir Bourges, Le crépuscule des dieux .' . . J J
Lermontoif, Le demon « » , '
A. Houssaye, Les douze nouvelles nouvelles , ; i
E. Jaubert, Les herbes de Saint Jean. ;
Fr. Brunetiere, Histoire et' litterature. . . ;
G. Kandel, Lieutenant, Capitaine, Commandant. .
Qauttiers Villars, Mark Twain . .... :
De Maupas, Mémoires sur Ie second empire , ',
Louis Bourgaut, Nouvelles pièces a dire . . ;
A. Carcassonne, Nouvelles champenoises . ', \
De Bengy Puyvallée, Plein air . . , . ;
Emile Rictebourg, La petite Mionne ....
F. Dumonteil, Les sept femmes du coionel d'Artot .
Ch. Salmon, Vie de Mgr. Daveluy ....
Vat et Pion, Les visions d'un noyé. jj , : ?
Niemvste uitgaven in Engeland.
Anderson, Sprigs of heather. ? t » » I J *
E. Barr, Cluny Macpherson . . - ; . . , ; j
A. de Florian, Holy Blue ; »
M. H. Forster, Outlines of history and geography . . ;
W. R. Grey, Miscellaneous essays .... i »
Mrs. Hunt, Self condemned new ed. '. » ;
F. Marryat, Peeress and Player \ J J . ; j
H. M. Merivale, Binko's Blues .......
R. Miln e.The problem of the churchless and Poor in our large to wns
G. Nieritz, The smugglera revenge transl. from the german .
H. S. Paterson, Life, function, health ..,..?.
T. W. Robinson, Women are strange new. edit.
W. M. Thackeray, Works Stand. ed. The Virginians'.
J. S. Fletcher, Anima Christi ....
D. Grant, Lays and legends of the north , '. ;
A. P. Graves, Songs of Irish Wit and Humour . '.
A. M. T. Robinson, The new Arcadia
«0,50
»2,75
?0,60
3,25
» 2,50
fr. 5.90
3.50
1.3.50
3.50
2.25
3.50
3.50
3.50
o
3.50
»
2.3.50
B 3.50
3.50
7.50
o
n o.
3.50
»
2.»
6.n 3.
» .~
» S
sh. 3
2.6
2
7.6
o
3.6
5
5
2
3.6
7
10.6
5
5
2.6
6
EEN MARINESTAF.
lenigen tijd geleden verscheen in het N. v. d. D. een artikel over een
Blarinestaf van de hand van den luitenant ter zee Ie klasse Kempe, nadat
ook te voren m een verslag van de voordracht van den kapitein-luitenant
t» zee ten Bosch in het Dagblad de Amsterdammer in 't kort het denk
beeld Tan een staf was aangegeven.
Da heer Kempe heeft op goede gronden de noodzakelijkheid van een
marinestaf aangetoond; wij achten het niet ondienstig hetzelfde onder
werp in dit Weekblad ter sprake te brengen, in de hoop dat wij wederom
door anderen zullen gevolgd worden, en deze zaak zoolang aan de orde
zal blijven tot eindelijk eene beslissing zal genomen zijn.
De overtuiging moet veld winnen dat een goede gang van zaken zonder
het oprichten van een staf ondenkbaar is; dat een langer wachten de
verderfelijkste gevolgen voor ons onafhankelijk volksbestaan hebben kan
Men zegge niet waartoe toch die nieuwigheid? we hebben 't zoo
laag «onder ata£ gedaan en h«t kan beat zoo
Wanneer toeh de noodzakelijkheid van een staf niet voor ieder helder
in het licht is getreden, dan is 't omdat wg ons maritiem organisme ge
lukkig in zijn geheel nog niet hebben behoeven te beproeven, omdat A»
tijd nog zooverre niet achter ons ligt, dat de marine zich luttel met da
defensie van ons Rijk bezig hield.
In het laatste opzicht is er echter verandering ten goede gekomen^
de belangstelling ia ontwaakt; de vereeniging door de marine officier*»
opgericht, wijdde een geheel werkjaar aan de verdediging des landb van
de zeezijde, naar aanleiding van de bekende studie van den schout bij nacht
Binkes; de belegerings-oefeningen op de kaart door zee- en landmacht
te Nienwediep gehouden werden, behalve door d» daarbij ingedeelde»,
door tal van officieren bijgewoond; de ontstane belangstelling heeft da
zaken, de defensie rakende, uit een geheel ander oogpunt doen bezien;
het onbekend maakt onbemind" verdween en maakte plaats v«or ijver;
de malaise op het stuk van defensie bestaande, verminderde; het vertrou
wen werd gewekt, dat bij krachtigen wil de verdediging onzer zeegaten
en van de Zuiderzee geen onbegonnen werk zou zijn, maar veeleer met kan»
op goeden uitslag zou kunnen gevoerd worden, mits in tijd van vred*
krachtige voorbereiding had plaats gehad en met de bizondere
hydrogra-fisehe gesteldheid van onze kust, wat betreft het materieel oordeelkundig
rekening was gehouden.
Zonder krachtige voorbereiding echter, geen hoop op goeden
Het is -zaak, het is plicht, dat zij die dit diep gevoelen, hunne
verkondigen, waar en wanneer dit pas geeft.
1 Evenmin als het leger kan bestaan zonder generalen staf, Kan bet*!»
Marine-; evenals bij het leger in Nederlandsch-Indië, door schade eb»
sehande geleerd, tot het oprichten van een generalen staf moest worde»
overgegaan, evenzoo zou bij een ernstig conflict van Nederland met aso
zijner machtige naburen de marine met schade en schande leeren, dat zQ
zonder staf niet kon bestaan; dit doen zij, die dit inzien, hunne uiterste
krachten inspannen om onze marine voor die ondervinding te vrijwarenjj
want die ondervinding kon wel eens de laatste zijn, die zij als Holland^
sche marine, lijden kon.
Is het denkbeeld om een marinestaf te bezitten, zoo maar klakkeloos
uit de lucht komen vallen? Indien dit zoo ware, met recht zou men dan'
van eene onnoodige nieuwigheid kunnen spreken.
Doch het is niet alzoo; reeds vóór lang werd door helderziende
mannen op leemten in de organisatie der marine gewezen.; les
idees marchent"; hunne denkbeelden hebben zich verspreid, zijn opge
nomen en hebben geleid tot de overtuiging dat vooral in goede voorbe
reiding heil moet gezocht worden en dat deze alleen te verkrijgen is
door een permanent korps van scherpzinnige, kundige en ijverige officieren.
Wie het uitgebreide veld aandachtig beschouwt, dat de marine te
bearbeiden heeft, de verschillende gewichtige deelen waaruit haar materieel
bestaat, de werkzaamheden die zij bij de verdediging van ons land te
verrichten zal hebben, wordt getroffen door de veelzijdigheid harer be
moeiingen en beseft de noodzakelijkheid van eene eenvormige leiding, die
de verschillende schakels te zamen brengt en, met elkaar vereenigd, het
grootst mogelijk nuttig effect bij 'a lands verdediging doe afwerpen.
Wanneer wij nagaan hoe weinig tijd de vijand ons laten zal, om ons
gereed te maken voor den strijd, dan schrikken wij terug bij de gedachte
dat het indrukwekkende woord oorlog" voor ons kan worden uitgesproken.
Zonder in een staf een panacee te zien voor alle kwalen, zoo gelooven
wij toch dat hij een machtige hefboom zou zijn, om voor de marine eea
toestand in het leven te roepen, die ons met meer gerustheid een oorlog
zoude kunnen doen afwachten.
De marinestaf zou moeten voorbereiden naar een vast plan van
defeneie te water; hiermede willen wij niet gezegd hebben dat de middelen
waarmede de strijd gevoerd zal worden, stationnair moeten blijven
in geenen deele het zal ook de plicht van den staf zijn, een open oog
oog te hebben voor den vooruitgang op maritiem gebied en na te gaan
op welke wijze daarvan voor ons land kan worden partij getrokken. Maar
wij verstaan onder een vast plan van defensie, het na rijpe overweging,
in overleg met den staf der landmacht, aannemen van eene bepaalde wijze
van verdediging. Dit eenmaal geschied, worde er met onverzettelijke
geestkracht naar gestreefd, het plan in alle deelen te kunnen
verwezent1 ijken.
Is aangenomen dat op verschillende plaatsen versperringen moeten ko
men, dan moet het bij het uitspreken dier meening niet blijven; neen
dan moet ook gezorgd worden, dat al wat daarvoor benoodigd is, kant
en klaar in de magazijnen ligt opgeborgen; dat de middelen aanwezig
zijn, om de versperringen naar de aangewezen plaats te kunnen brengen,
en dat het personeel aangewezen zij, om de werkzaamheden uit te voeren.
Is bepaald dat zinkschepen in enkele vaarwaters gelegd zullen worden,
het blijve niet bij bepalen, maar men zorge voor de uitvoering,
Al naarmate het plan van verdediging, zal het materieel op eea
vasten grondslag komen te komen te rusten; rekening houdende met onze
bizondere toestanden en met de opdrachten die de marine te vervullen
zal hebben, wordt zij ingericht en de schatkist loopt geen gevaar dat
onnoodige producten van menschelijk vernuft ten haren laste komen.
Met ijver werkt de staf aan het mogelijk maken van eene snelle mobi
lisatie der vloot en alle voorzieningen worden getroffen, om in tijd van
gevaar de defensie voor zooveel de marine betreft, met vrucht te kunnen
voeren.
De oefeningen worden ook door den staf geleid en wel zoodanig dat
er voor de verdediging het meest partij van wordt getrokken; zooveel
mogelijk dus op het terrein, dat in oorlogstijd het vechtterrein zal z#n
en rekening houdende met locale toestanden; maar bovenal worde wederom
gestreefd naar eenheid in leiding, zonder opoffering echter van de zelf
standigheid der commandanten: iets wat naar onze meening zeer goed
kan te zamen gaan.
Werkte de marinestaf in overleg met den generalen staf der landmacnt,
dan zoude bovendien eene voortdurende samenwerking verkregen worden,
die tham IsunnüoMÜig door het bijeenroepen vut TOBunigiiün moet