De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 4 mei pagina 7

4 mei 1884 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

DE AM'ST'ERDAlfrM^&, W^EESBLAD VSOfl NEDERLAND. «romen by 0-. Itiiberts; British fertility by JohnSurroughs; Recent architecture in America by Van Rensselaer; Spring by Elbridge ?Kingsky; Evehingsong in May by Vance Cheney; A. Pandde by Bourke Matsten; Dr. Levier by W. Cable; AmarriagebyMaryAing de Vere; RoseMadder by Ivory Blaclt; An average man (cont) by Sob. Graat; The Lords day by Car. Mascm; The bay of Islands in calm and storm by W. Benjamin; In after days by Austm Dóbson; The woman of the beehive; One way of love by. El Hall; , On the training of parents of Fr. StocJcton; The reproach by Edm. Gosse; Trade unionisme in England by Thom. Hughes; One seaside grave by Christ. Bossetti; Chief Joseph the ner-porcéby C-E. Wood. Nieuwste uitgaven in Nederland. "F. A. Buis. (A. N. J. Fabius), Novellen uit het klein-steedsche leven : Mr. W. C. I. J. Cremers, Aanteekeningen op de Nederlandsohe Wetboeken, bevattende de litteratuur en de jurispriedentie . Jack, Cherchez la Femme ..,..., ; Ludwig Nonne, Georg van Frundsberg , l i . ' A. Nuijens, De ziekten der vogels ..... Per afl. Joh. Ludvig Runneberg, 't Kan niet! ..?.., Chriatiaan Steketee, Een boekje voor mijn hart en wandel, be vattende eene bekeeringsgeschiedenis uit vroeger tijden (1712 1824), nagelaten door Chriatiaan Steketee, geboren te Borsele 10 September 1782, overleden te Nieuwdorp 13 September 1864 . Eduard Swart, V. R Catharina Alberdingk Thijm, Lucratieve betrekkingen voor vrouwen uit den beschaafden stand Dr. S. Coronel Sr., De gezondheid en schoonheid der vrouw . Dr. M. F. van Lennep, Gasper van der Heyden 1530?1586 J ,1,50 2,50 0,50 4,80 0,75 0,75 Nieuwste uitgaven in Frankrijk. Charles Courret, A. l'Est et a l'Ouest. l l l l J Paul Ginisty, L'Amour a trois J ; ; ; ; E. Paul, L'avenir de l'Egypte J J ; ; , i Edroond Tarbé, Barbe grise . . . 5 ; t j ; L. V. Meunier, Les clameurs du pavé. J . « « Ch. Canivet, Lei colonies perdues ? ? » J i 5 Arsène Houssaie, La Comédienue »»??«? Edmond de Joncourt, Chérie . . i i » i . Elémir Bourges, Le crépuscule des dieux .' . . J J Lermontoif, Le demon « » , ' A. Houssaye, Les douze nouvelles nouvelles , ; i E. Jaubert, Les herbes de Saint Jean. ; Fr. Brunetiere, Histoire et' litterature. . . ; G. Kandel, Lieutenant, Capitaine, Commandant. . Qauttiers Villars, Mark Twain . .... : De Maupas, Mémoires sur Ie second empire , ', Louis Bourgaut, Nouvelles pièces a dire . . ; A. Carcassonne, Nouvelles champenoises . ', \ De Bengy Puyvallée, Plein air . . , . ; Emile Rictebourg, La petite Mionne .... F. Dumonteil, Les sept femmes du coionel d'Artot . Ch. Salmon, Vie de Mgr. Daveluy .... Vat et Pion, Les visions d'un noyé. jj , : ? Niemvste uitgaven in Engeland. Anderson, Sprigs of heather. ? t » » I J * E. Barr, Cluny Macpherson . . - ; . . , ; j A. de Florian, Holy Blue ; » M. H. Forster, Outlines of history and geography . . ; W. R. Grey, Miscellaneous essays .... i » Mrs. Hunt, Self condemned new ed. '. » ; F. Marryat, Peeress and Player \ J J . ; j H. M. Merivale, Binko's Blues ....... R. Miln e.The problem of the churchless and Poor in our large to wns G. Nieritz, The smugglera revenge transl. from the german . H. S. Paterson, Life, function, health ..,..?. T. W. Robinson, Women are strange new. edit. W. M. Thackeray, Works Stand. ed. The Virginians'. J. S. Fletcher, Anima Christi .... D. Grant, Lays and legends of the north , '. ; A. P. Graves, Songs of Irish Wit and Humour . '. A. M. T. Robinson, The new Arcadia «0,50 »2,75 ?0,60 3,25 » 2,50 fr. 5.90 3.50 1.3.50 3.50 2.25 3.50 3.50 3.50 o 3.50 » 2.3.50 B 3.50 3.50 7.50 o n o. 3.50 » 2.» 6.n 3. » .~ » S sh. 3 2.6 2 7.6 o 3.6 5 5 2 3.6 7 10.6 5 5 2.6 6 EEN MARINESTAF. lenigen tijd geleden verscheen in het N. v. d. D. een artikel over een Blarinestaf van de hand van den luitenant ter zee Ie klasse Kempe, nadat ook te voren m een verslag van de voordracht van den kapitein-luitenant t» zee ten Bosch in het Dagblad de Amsterdammer in 't kort het denk beeld Tan een staf was aangegeven. Da heer Kempe heeft op goede gronden de noodzakelijkheid van een marinestaf aangetoond; wij achten het niet ondienstig hetzelfde onder werp in dit Weekblad ter sprake te brengen, in de hoop dat wij wederom door anderen zullen gevolgd worden, en deze zaak zoolang aan de orde zal blijven tot eindelijk eene beslissing zal genomen zijn. De overtuiging moet veld winnen dat een goede gang van zaken zonder het oprichten van een staf ondenkbaar is; dat een langer wachten de verderfelijkste gevolgen voor ons onafhankelijk volksbestaan hebben kan Men zegge niet waartoe toch die nieuwigheid? we hebben 't zoo laag «onder ata£ gedaan en h«t kan beat zoo Wanneer toeh de noodzakelijkheid van een staf niet voor ieder helder in het licht is getreden, dan is 't omdat wg ons maritiem organisme ge lukkig in zijn geheel nog niet hebben behoeven te beproeven, omdat A» tijd nog zooverre niet achter ons ligt, dat de marine zich luttel met da defensie van ons Rijk bezig hield. In het laatste opzicht is er echter verandering ten goede gekomen^ de belangstelling ia ontwaakt; de vereeniging door de marine officier*» opgericht, wijdde een geheel werkjaar aan de verdediging des landb van de zeezijde, naar aanleiding van de bekende studie van den schout bij nacht Binkes; de belegerings-oefeningen op de kaart door zee- en landmacht te Nienwediep gehouden werden, behalve door d» daarbij ingedeelde», door tal van officieren bijgewoond; de ontstane belangstelling heeft da zaken, de defensie rakende, uit een geheel ander oogpunt doen bezien; het onbekend maakt onbemind" verdween en maakte plaats v«or ijver; de malaise op het stuk van defensie bestaande, verminderde; het vertrou wen werd gewekt, dat bij krachtigen wil de verdediging onzer zeegaten en van de Zuiderzee geen onbegonnen werk zou zijn, maar veeleer met kan» op goeden uitslag zou kunnen gevoerd worden, mits in tijd van vred* krachtige voorbereiding had plaats gehad en met de bizondere hydrogra-fisehe gesteldheid van onze kust, wat betreft het materieel oordeelkundig rekening was gehouden. Zonder krachtige voorbereiding echter, geen hoop op goeden Het is -zaak, het is plicht, dat zij die dit diep gevoelen, hunne verkondigen, waar en wanneer dit pas geeft. 1 Evenmin als het leger kan bestaan zonder generalen staf, Kan bet*!» Marine-; evenals bij het leger in Nederlandsch-Indië, door schade eb» sehande geleerd, tot het oprichten van een generalen staf moest worde» overgegaan, evenzoo zou bij een ernstig conflict van Nederland met aso zijner machtige naburen de marine met schade en schande leeren, dat zQ zonder staf niet kon bestaan; dit doen zij, die dit inzien, hunne uiterste krachten inspannen om onze marine voor die ondervinding te vrijwarenjj want die ondervinding kon wel eens de laatste zijn, die zij als Holland^ sche marine, lijden kon. Is het denkbeeld om een marinestaf te bezitten, zoo maar klakkeloos uit de lucht komen vallen? Indien dit zoo ware, met recht zou men dan' van eene onnoodige nieuwigheid kunnen spreken. Doch het is niet alzoo; reeds vóór lang werd door helderziende mannen op leemten in de organisatie der marine gewezen.; les idees marchent"; hunne denkbeelden hebben zich verspreid, zijn opge nomen en hebben geleid tot de overtuiging dat vooral in goede voorbe reiding heil moet gezocht worden en dat deze alleen te verkrijgen is door een permanent korps van scherpzinnige, kundige en ijverige officieren. Wie het uitgebreide veld aandachtig beschouwt, dat de marine te bearbeiden heeft, de verschillende gewichtige deelen waaruit haar materieel bestaat, de werkzaamheden die zij bij de verdediging van ons land te verrichten zal hebben, wordt getroffen door de veelzijdigheid harer be moeiingen en beseft de noodzakelijkheid van eene eenvormige leiding, die de verschillende schakels te zamen brengt en, met elkaar vereenigd, het grootst mogelijk nuttig effect bij 'a lands verdediging doe afwerpen. Wanneer wij nagaan hoe weinig tijd de vijand ons laten zal, om ons gereed te maken voor den strijd, dan schrikken wij terug bij de gedachte dat het indrukwekkende woord oorlog" voor ons kan worden uitgesproken. Zonder in een staf een panacee te zien voor alle kwalen, zoo gelooven wij toch dat hij een machtige hefboom zou zijn, om voor de marine eea toestand in het leven te roepen, die ons met meer gerustheid een oorlog zoude kunnen doen afwachten. De marinestaf zou moeten voorbereiden naar een vast plan van defeneie te water; hiermede willen wij niet gezegd hebben dat de middelen waarmede de strijd gevoerd zal worden, stationnair moeten blijven in geenen deele het zal ook de plicht van den staf zijn, een open oog oog te hebben voor den vooruitgang op maritiem gebied en na te gaan op welke wijze daarvan voor ons land kan worden partij getrokken. Maar wij verstaan onder een vast plan van defensie, het na rijpe overweging, in overleg met den staf der landmacht, aannemen van eene bepaalde wijze van verdediging. Dit eenmaal geschied, worde er met onverzettelijke geestkracht naar gestreefd, het plan in alle deelen te kunnen verwezent1 ijken. Is aangenomen dat op verschillende plaatsen versperringen moeten ko men, dan moet het bij het uitspreken dier meening niet blijven; neen dan moet ook gezorgd worden, dat al wat daarvoor benoodigd is, kant en klaar in de magazijnen ligt opgeborgen; dat de middelen aanwezig zijn, om de versperringen naar de aangewezen plaats te kunnen brengen, en dat het personeel aangewezen zij, om de werkzaamheden uit te voeren. Is bepaald dat zinkschepen in enkele vaarwaters gelegd zullen worden, het blijve niet bij bepalen, maar men zorge voor de uitvoering, Al naarmate het plan van verdediging, zal het materieel op eea vasten grondslag komen te komen te rusten; rekening houdende met onze bizondere toestanden en met de opdrachten die de marine te vervullen zal hebben, wordt zij ingericht en de schatkist loopt geen gevaar dat onnoodige producten van menschelijk vernuft ten haren laste komen. Met ijver werkt de staf aan het mogelijk maken van eene snelle mobi lisatie der vloot en alle voorzieningen worden getroffen, om in tijd van gevaar de defensie voor zooveel de marine betreft, met vrucht te kunnen voeren. De oefeningen worden ook door den staf geleid en wel zoodanig dat er voor de verdediging het meest partij van wordt getrokken; zooveel mogelijk dus op het terrein, dat in oorlogstijd het vechtterrein zal z#n en rekening houdende met locale toestanden; maar bovenal worde wederom gestreefd naar eenheid in leiding, zonder opoffering echter van de zelf standigheid der commandanten: iets wat naar onze meening zeer goed kan te zamen gaan. Werkte de marinestaf in overleg met den generalen staf der landmacnt, dan zoude bovendien eene voortdurende samenwerking verkregen worden, die tham IsunnüoMÜig door het bijeenroepen vut TOBunigiiün moet

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl