De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 11 mei pagina 2

11 mei 1884 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

SfeEseEa&Atf?®, Ne. 359 De pFögressistisdie afgevaardigde- Janson heeftmet eenige anderen^ een voorstel ingediead, strekkende om het decreet van Messidor, . ingevolge hetwelk de regeering aan de wijdingsplechtigheden der issscheppjeB deelnam, afteschaffen. , * ' - fci f&ÜB zal deze week bet debat beginnen over de belangrijke spoorweg#uaestie. Het voorstel der regeering strekt tot groepee. rag der lijaen in twee groote netten, dat der Adriatische en dat der Middellandsche zee. Alle lijnen zouden daartoe door den staat aangekocht worden; de exploitatie van de eerste groep zon worden gegund aan de tegenwoordige Zuid-Italiaansche spoorweg maatschappij ; die van den tweede aan een nog op te richten consortium van bankiers. Onze marine wordt mat een groot gevaar bedreigd. V We zijn op weg naar den toestand van vóór 1874, waaruit de Atjeh» oorlog ons plotseling opschrikte door ons te plaatsen voor het beschamend feit, dat er geen schip disponibel was voor de plotseling opgekomen be« hoefte. Er zijn in Indiëschepen noodig; dat is in confesso. Verschillende bo« dems zijn afgekeurd en eischen vervanging. / Maar de zuinigheid verschalkt de wjjsheid en de Kegeering wil het aan1 bouwen van schepen uitstellen en zich met palliatieven behelpen. De nieuwe Minister van Koloniën is het eens met het denkbeeld om de Indische militaire marine in te krimpen en daarentegen uitbreiding te gevwi aan de gouvernementsmarine. Natuurlijk dat geeft hem de gelegenheid om het schroefstoomschip 4de klasse, dat ter vervanging van de Déli op het koloniaal budget was gebracht, te schrappen. Een waar kolfje naar zijn hand. Doch zal de nieuwe Minister van Marine nu ook terstond met een voor stel tot uitbreiding van de gouvernements-marine durven komen? Dan is hij de kwade man tegenover de bezuinigers! De heer Sprenger van Eyk laat hem de kastanjes uit 't vuur halen. En doet hij 't niet, dan rust op den heer Taaiman Kip de verantwoor delijkheid als de dag des gevaars ons onvoorbereid vindt. Aangenaam is de zuinigheid van den Minister van Koloniën voor zijn marine-ambtgenoot dus zeker niet. Toch zal deze het belang des landa eerder behartigen door onze Marine voor verval te bewaren, dan door toe te geven*aan de overdreven schroomvalligheid tegenover de schatkist. Herstemming te Almeloo tusschen den liberalen candidaat, mr. Van air en den katholiek, mr. Van Sonsbeeek. De 130 stemmen op den antirr evolutionair, den heer Van Alpheft, uit' . $fondbkrva&an den doorslag geven. Nu dan is de- eindstemnang gemakkelijk te raden. Hoe -%1 E«me en Dordt ook deze week tegenover elkander aan da steiabus* hebben gestreden, als het geldt een liberaal te verslaan, is de vVede spoedig geteekend. Br aoü-revolutionairen kunnen niet achterblijven om den katholieken tó^r Van Sonsbeeck te helpen. , Do- 9i> '«fes. Als ze-'de ultramontanen te Almeloo in den Bteek laten is oei Voör«^den"vervolgermet de hulp -in de anti-revolutionaire districten 4De>-oo£3*sfcfvanrfhet ontslag uit de-gevangenis, aan baron Van Heeckeren Verleend, ligt in het duister. JHet st*at vast dat de rechterlijke macht over het verzoek om gratie gtóoord is, mwr niet gunstig heeft geadviseerd. Het is bewezen, dat de geneesheer der gevangenis het ontslag niet uit fee» sanitair oogpunt heeft aanbevolen. Het bleek ook dat de commiasie van toezicht geen aanleiding er toe jaéeit -gegeven. Dus heeft de Koning, blijkbaar althans, uitsluitend op de voordracht van den Minister van Justitie den baron kwijtschelding van zijn straf ver leend, omdat de huisdokter van zijne hoogedülgeborcn het noodig achtte! Dit wekt ergernis en doet het vermoeden ontstaan, dat rang en fortuin zelfs in Nederland in staat zijn het werk der gerechtigheid ongedaan te maken. Protest daartegen mag niet uitblijven. Vooral niet tegenover een Minister, die, om de misdaad streng te tuehtigen, lijfstraf en water en brood wil invoeren, als compensatie voor oas nieuwe milde strafrecht. Kromsluiting en water en brood wil de Minister dat alleen voor den armen veroordeelde en voor de rijken gratie, zonder de wettelijke forma liteiten als 't zijn moet 'i De heer Schaepman heeft zijn motie over het getal onzer universiteiten ingetrokken. Hij had begrepen, dat de vorm niefc deugde. Zonderlinge redeneering. Als het doel goed is, dan waro niets gemakke lijker dan den vorm te wijzigen. Waarom er niet rond voor uitgekomen: de redeneering, die aan de motie ten grondslag ligt, heeft bij de begrooting dienst gedaan. Het was een bezuinigingskreet. De begrooting is voorbij de motie heeft uitgediend. Stevige handen moge de heer Schaepman hebben stevige voorstellen biedt hij er niet mee aan. De Elex novolla op het wetboek van strafrecht is ingekomen. Geen twijfel dns meer of, als de Karaer duchtig voortwerk, -Jaa kau hot nieuwe strafwetboek dit jaar uog voor invoering gereed komen, Maar de Kamer-mag dan op-én zaak wel het oog houden: zij zorge, dat^de heer Bu Tour van Belinehave niet zeSelijk verplicht werde tot affreding, vóórdat de novelle-is aangenomen. Met andere woorden: de Kamer wachte met de behandeling van de beginselen voor het gevangen-wszen, totdat al het everige achter den rug is. Doet zij dit niet dan zal de Minister van Justitie, vreezen wjj, gelijk een nieuwe Mozes, den politieke» dood st«r?en met het beloofde land voor oogen. Voor hem zou het natuurlek hardïijn, maar voor degenen, die naar bfit nieuwe strafwetboek verlangen nog erger. ONZE BLADE» Eeofe' opmerking, vóór 14 dagen in deze overigens onschuldige rubriek geni'aakt, dat in de zaak der weigering van rechtspersoonlijkheid de Zutph. Ct. tiet standpunt der bourgeoisie satisfaite innam, gaf aan het genoemde blad een hoofdartikel in de pen, dat spoedshalve in ons Dagblad werd beant woord. De Tyd vond in dit antwoord JBelangrtfhe Bekentenissen. De Havenbelasting, die eerlang door de Tweede Kamer in behande ling zal worden genomen, hield eenige organen der pers bezig. Hetfiaai;scJie Dagblad bracht eene lange reeks artikelen ten einde, de Oranjevaan en het Vaderland wijdden stukken aan dezelfde quaestie, die ook in ons Dagblad m drie artikelen werd behandeld. Ook over de suikerbelasting deed zich nog eene enkele stem hooren, in de Purmerender Courant en het Handelsblad. Het onderwerp leverde eene zeer omvangrijke lectuur, dikwerf zxvaar te verteren. Een zeer belangrijk verschil van opx'atting met de Standaard over de regeling van het Kiesrecht bij de Grondwetsherziening, gaf aan Mr. De Savornin Lohman aanleiding een brief aan het anti-revolutionnaire blad te schrijven, die, met het antwoord der redactie werd opgenomen. Wij noemen hier slechts de mededeeling van den heer Lohman, dat volgens do bedoeling der commissie in Amsterdam en Rotterdam [niet zullen uitgesloten zijn, zij die beneden / 300, maar alleen zij die beneden f 100 huiip betalen. De Standaard zag hierdoor eea harer bezwaren opgeheveu, doen haar ideaal van Huismans-Kiesrecht nog niet bereikt. Do Indische begrooting, de entree van den heer Sprenger van Eyk, weJtfc groote belangstelling iu het land. De voorgespiegelde bezuiniging is zoo groot, dat zij algemeen verrassing heeft gebaard. De Eott. Ct., Het Handelsblad en de Kamper Courant bespraken haar. Speciale artikelen werden geschreven: inliet Handelsbl. over kolonisatie, den loodsdiemt, in verschillende bladen uit het Noorden over de verkie zing ta Dokkum, in de Gelderlander over den Paus en zijna verhouding tot het volkenrecht, in de N. PM. Ct. over stadsreiniging en in het Vad. door den heer H. P. de Kanter een tweede artikel over het schooltoezicht. Alles samengenomen een matige oogst dsze week, .*.^É^-*""' ? WARME KADETJES. Een Z a t e r d a g- a v o n d P r a a t j e.' XLVII. Trek je jas aan Jan", zeide ik, en zet jo pet op: wij -gaan uit". Hépa, gaan xve pofferfjes eten r" vroeg de jongen. Het was half vasten eu de vraag van rnijn zoon was dus niet geheel ongewettigd, maar toch ergerde ik mij, omdat ik opnieuw bewezen-zag hoe de jongelieden onzer dagen steeds-het allereerste aan eten eH'drinkea denken. \Vc gaan de zitting van den gemeenteraad bijwonen, Jan". O", sprak Jan, dan eten wij geen poffers maar dan hooren wij soep"! . Wat bedoelt ge daarmede mijn zoon"? vroeg ik zser ernstig. Y/el pa, van avond wordt immers over de quaestie omtrent de uitdetrling van warme spijs op de scholen gedebatteerd! Ik keek Jan eens goed aan, want ik vermoedde dat de jongen weder om ziju onzaligcn lust tot spotten botvierde, maar hij bleef hoogst ernstig, en ik zeide dus maar niets, uit vrees van zaken te hooren die ifr minder oorbaar achtte. Wij kuierden naar het stadhuis, beklommen een stoep, gingen binnen en bevonden ons weldra in een vertrek dat als wachtkamer" gesignaleerd werd. Een xvachtkaiuer", meende Jan, is een ding dat men aan de sporen vindt en dat ook wel voor stoombooten en omnibussen dienst doet maar .... Houd je stil jongen", beet ik hem toe, aie jo niet dat je door op merkingen die hscren stoort,"? Er zaten namelijk een zestal heeren aan een lange tafel, die zich met sdmjüveili onledig fcbenen te houden. Eerbiedig nam ik mijn hoed af on sloop door Jau gevolgd naar eene deur, waarop met vette letters te lezen stond: Toegang tot den Gemeenteraad". Ik trachtte de deur te openen maar zij was stevig gesloten en dus wendde ik niij verbaasd tot do schrijvers met de vraag: is er geen gemeenteraad hoerau;'" De heeren xvaren zoo druk aan liet krassen, dat zij geen tijd hadden, om mij antwoord te geven. Ze houden comité-generaal", hoorde ik achter mij zeggen. Ik keek om en bemerkte thans eerst dat er een bank tegen een dei? muren stond, waarop een klein aantal personen plaats had genomen. Wij wachten ook al een heelen tijd," vervolgde de spreker, je zult nog wat geduld moeten hebben, ouwe heer; als de vroede vaderen onder elkander aan het praten zijn, zijn ze gewoonlijk nog al lang van stof, een half-uurtje zal je nog wel moeten wachten." Ik vond het gezegde hoogst oneerbiedig, maar antwoordde niets, f^OtlStO enkel de wenkbrauwen en ging op de bank zitten. tiet ziju heeren met pruiken pa!" sprak Jan. Wat zeg je daar '.?"' Ik bedoel die heeren op de schilderijen, pa!" vervolgde mijn zoonj terwijl hij in do hoogte wees, waar ik een paar oude doeken ontwaardde. Toen droegen, ze, jaruikea", b*amde de spreker van zooeven;.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl