Historisch Archief 1877-1940
No. 359
DE AMSTERDAMMER, WEEK&LAB VOOR NEBBRL-AN
men de handen niet in den schoot; vooral van de eijde der onderwijzers
rekenen wij op krachtigen steun.
CAMBREAUX.
OVERZICHT VAN MILITAIRE ARTIKELEN IN DAGBLADEN.
Een held uit den Afjeh-oorlog door E. B. K. (Vaderland 3 April).
Het incompleet van het leger in Oost-Indië. (De Amsterdammer 4 April).
Aan Mars door H. P. Staal. (Ilandelsllad 5 April).
Aankoop van paarden uit de hand door Mars. (Handelsblad 6 April).
Defensie. (De Amsterdammer 10 April).
De Marine en het Kanaal Amsterdam-Merwede door Nautilus. (Han*
elsblad 10 April).
Proeven op militair gebied door Mars. (Handelsblad 12 April).
Ridmeesters, Wijnstroom's meening over ons paardenras. (Handelsblad
U April).
Promotie. (Handelsblad 46 April.)
Een ontslag uit den militairen dienst. (Handelsblad 17 April)
Wijnstroom-Mars, door Mars. (Handelsblad 17 April).
De Spoorwegen op Java, uit een militair oogpunt, doos L. B. Kielstra.
(Vaderland 17 April).
Een beroep op de natie. (De Amsterdammer 18 April.)
Militaire overpeinzingen, door Vuurpijl. (De Amsterdammet' 20 April).
De aanvulling van het korps militaire intendanten, door E. W. Horst
maan, Kapitein-intendant. (Nieitivc Eotterdammer Courant 22 April).
Mars-Wjjnstroom. (Handelsblad 24 April).
SCHAAKSPEL.
No. 19.
Van G. J. SLATER (Botton).
Befcroonil met den tweeden prijs in -'t Vde tornooi der Nttova Itiyista degli Scacclu",
ZWART.
abedefgU
WIT.
Wit spoelt voov en geeft in 2 zotten mat.
(Wit 8 en Zwart 7 stukken met K. D 5).
TLOSSING VAN SCHA AKPK OBLEE M No. 17,'
Bij te voegen een zwarten pion op H 7.
E 4 F 5 'a
F 5 P G '
l A 5 O 41!
2 B 2 C 2 +
3 F 4 D 5 mat.
(a)
I ..i.,- G 5 nt F 4 (Ir
ot G 5?G 4 of P E 5
2 D C 2 + K, ad libitum.
3 l' 2 D 2 mat.
O)
l C 5 nt C 4 (c
2 -P 2 E 2 + K. onverschillig.
3 D. E 5 mat.
-l
(o)
T. D 5 (d
'2 v B 3 C 2 + T. D 3 of K. D 4
3 " D. nt D 3 of Pd. nt E C mat.
W
T. A 5 of elders (9
2 Pd. D 2 + K. E 3 of F 5
3 T. P 3 of G 2 G 4 mat.
(e)
Bij zwart l C 5 E 5 volgt 2 B 2 nt E 5 mat,
Schijnbaar reddeloozc pa r t ij,
1.1 G G nt H 7! B C nt E 3
2 H 7 H 8 E. en wit wint.
?etS9 *it in plaats van een' Raadsheer eene Dame, moet zwart antwoorden met IJ.
d i, die door de Dame niot genomen kan wo.'denzondorzwartrenjisp (Put) temaken.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN
to. 17 en 18 ia juist opgelost door W. v. H. te Delft.
BRIEFWISSELING.
J. J. A. te A. No. 15. l D 3 D 4! zwart F 8 B 8 volgt 2 E 5 nt E 5 mat*
J. J. B. te A. De dubbele matzetten maakt het niet mooi l
Schijnbaar redde'oozo partij No. 2.
Wit: K. f 3, T. f 7, Pd. b 4; P. b 3, c 4, g 4 h 5.
Zwart: K. A 8, D. E 5, P. b 6, c 7, f 4, g 5 on h C,
Wit 7, zwart 7 met KAS.
Wït beslist het spel ten zijnen voordeele in drie zetten.
NAGEKOMEN OPLOSSINGEN.
Juist ia opgelost No. 1G, 17, 18 door J. J. B. (over probleem zie boven) No.
17 en 18 door W. d. V. en Henri; No. 18 door J. J. A; Met Z'n vieren en G. R,
allen te Amsterdam. Voorts V. d. M. te N. N. (ook 18) en J. H. N. te ??. beiden 17
Bonder zwart pion H 7, In dei tijd hebben wy eene handleiding uitgegeven die
reeds langen t\jd uitverkocht is. Neem voorloopig Neumann, Handleiding Schaakspel
bij G. B. van Goor te Gouda (a 60 cents.) P. J. C. te A. Uwo oplossingen van
IS en 17 vallen in duigen bij goed tegenspel van zwart; Onze oplossing van No. 15
wordt ook door U tegenspel niet weerlegd. Immers l D 3 D 41 zwart f 8 nt f 5;
2 Dame b 7+. Koning E 6; 3 Pion D 4 D 5 mat.
Volgende week over ingezonden problema's.
CARLOTTA.
Uit het Italiaanschj
NAAR
. B O I T O.
Dit alles deed een vreeselijk vermoeden in mij oprijzen. Ik
zocht Ie vergeefs naar het een of ander feit dat mij die ontzet
tende zekerheid kon ontnemen, die mij toch bijna deed verstijven
en mijn keel toeschroefde. Ik verzocht mijn buurman die een
ander blad gekocht had, mij het zijne even te laten doorloopen.
Een volgende draalde er mede, ik scheurde het hem bijna uit de
hand. Hij zweeg; ik geloof dat hij mij voor waanzinnig hield. De
Morgenpost gaf hetzelfde bericht als de Glocke; de anderen zwegen
er over. Wij waren intusschen te Liesing aangekomen. Ik vloog
uit den waggon en beval den telegraphist onverwijld een telegram
aan dr. Ilerzfeld te verzenden, waarin ik hem verzocht mij aan
het Zuiderslation af te komen halen. Toen ik mijn waggon weer
opzocht, vond ik dien ledig; het bleek dat mijn medereizigers
zich in mijn nabijheid niet veilig achtten en daarom een anderen
waggon hadden opgezocht. Ik wist niet meer wat ik deed. Ik her
inner mij slechts flauw, dat ik de ijzeren staven waarop het net
met onze bagage rustte, vast omklemde en mij zoo staande hield.
Wij bereikten eindelijk het Zuiderstation, waar mijn vriend mij
stond te wachten. Ik greep zijn arm vast en sleurde hem met
mij de wachtzalen door.
Weet gij iets van Carlotta
Niets.
Hebt gij haar heden of gisteren misschien gezien
??Neen. Ik zie haar bijna nooit.
Weet gij niets van een dame die gisteren in den Doiiau ge
vallen is en naar het groote gasthuis werd vervoerd?
Niets.
Mijn smart had haar toppunt bereikt. Ik knelde de hand
van mijn vriend zoo stevig in de mijne, dat hij zich losmakende
een pijnlijke kreet slaakte en hij driftig uitriep: Alle duivels, gij
doet mij pijn. Zijt gij krankzinnig geworden?
Ik vroeg hem om vergeving en daar wij juist plaats genomen
hadden in een rijtuig met twee paarden, dat mij in galop naar
mijn woning op den boulevard Frans Jozef moest brengen, gaf
ik Ilerzfeld Carlotta's brief en het nieuwsblad, terwijl ik zijn aan
dacht vestigde op het slot van het artikel van den brief en de
samenloop van dag en uur. Ik zag hem daarbij strak aan. Hij
verbleekte; maar herstelde zich spoedig en zeide:
De samenloop van omstandigheden is toevallig; Carlotta is
echter niet de eenige schoone dame in Weenen, en zeker hebben
veel anderen dien morgen langs den Donau gewandeld.
Maar haar schrik voor begrafenissen?
En wie zegt u dat de bedoelde dame uit schrik in het water
viel! Daarenboven is een flauwte nog iets anders dan de dood,
en de dame kan nog wel zeer goed met den schrik zijn vrijge
komen
Die woorden deden weer een greintje hoop in mijn hart herleven;
mijn vriend merkte dit op en vervolgde om mij wat af te leiden
Overigens heb ik u een goede tijding te brengen en daaren
boven nog drie duizend gulden. Uw schilderij is verkocht. Ik
weet het viel ik hem met een beweging van ongeduld ia
de rede»
, Zij is verkocht, zonder een enkele aanmerking op den prijs.
Gisteravond deed een der leden van het bestuur mij als uw
vertegenwoordiger, het geld toekomen. Ik schreef hun een quitantie
uit; en hier zyn de drie duizend gulden die ik bij mij stak, daar
ik bij het onlvaügen van uw telegram meende, dat gij ze
misschien noodi^- zond t kunnen hebben.
Behoudt ze maar, bid ik u.
Neen, neen, gij rncet ze nu aannemen,
I v na u zo aan eu s:,ak ze in mijn borstzak. Wie heeft hét
doek ;; kocht? vn e;- ik.
En onbekende.
i oe n: o--*- onbeke'de?
Zoo /..de mij hjt bestuurslid. De koopcr noemde a^jnnaam