Historisch Archief 1877-1940
zijn toegedaan, onmiddelrjk tot een geloofsartikel te verheffen, en
eiken aanval daarop als heiligschennis voor te stellen.
Uit Soedan blijven de berichten zeer zorgwekkend. Soeakim wordt
opnieuw door Osman Digma ernstig bedreigd; Gordon is te
Khartoem sedert eene maand van alle gemeenschap versteken, en
de opstand breidt zich meer en meer in noordelijke richting uit.
B i ar .ar E s JL A K i>.
Toosten uitbrengen is een bijzonder talent en we kunnen niet zeggen,
dat de-heer Van Kerkwijk daarin een meester is.
Zijn rede, Maandag jl. gehouden, ter herdenking van 's Konings 35-jarig
regeerings-jubileum, was in ons oog althans niet zeer gelukkig.
Reeds dadelijk immers klinkt een beroep op de welwillendheid der
hoorders, wanneer men zich tot tolk maakt van de geestdrift, waarmee
de natie op 't regeeriBgstijdperk van den Oranjevorst terugblikt, den
indruk alsof men vreest iets heel zonderlings te zeggen.
In de tweede plaats was de herinnering aan de gewoonte," die den
eersten spreker verplicht bij bijzondere gelegenheden bijzo.ndere feiten te
gedenken, een overbodig excuus, een rechtvaardiging, die alleen te pas
ware gekomen, als de spreker bijv. een speech had willen houden over
de Maandag juist aangevangen Haagsche kermis.
Ten derde had de rede zelve heel weinig van een dankbare hulde aan
den Vorst die zoovele jaren in vrede en het volk ten zegen over Neder
land heeft geregeerd, 't Was me^r een soort van Sa-jarig overzicht van
de tot stand gekomen werken op legislatief en materieel gebied, gevolgd
door eenige Ijeremiades over onze ledige schatkist en besloten met de
aanmaning aan de Kamer om, bij de aanstaande finincieele discussies,
haar plicht Gode welgevallig te vervullen!
Maar over den Koning en 7.ijn jubile ongeveer geen woord.
Neen, dan deed de heer Heemskerk 't beter. Een kort woord, een echt
Tuurwerkje, waaraan alleen een: hip, hip, hip, hoera! ontbrak.
In de zaak?Büchler heeft de Kamer zich dapper geweerd.
Op de meest duidelijke wijze was haar uiteengezet, dat de verklaring
van ongeloof, door dien leeraar in eeu publiek geschrift, een krant, afge
legd, hoe weinig ook van goeden smaak getuigend, niet viel binnen de
termen der wettelijke bepalingen, die den leeraren bij het middelbaar
onderwijs tot handhaving van het neutraal karakter der school, hebben
in acht te nemen.
Dr. Büchler had niet als leeraar in maar als zijns ondanks in den
kerkelijken omslag als contribuabel aangeslagen ongeloovig mensch,
buiten de school een anti-kerkelijke belijdenis afgelegd. Dat is de zaak.
De school stond er buiten de schoolautoritciten en de Minister had
den er niets mee te maken.
Dittvrom wilde de conclusie van de comBïissie ad hoc ook verklaren, dat
er in deze voor de Kegeering geen voldoende termen bestonden zich met
de zaa,k in te laten.1'
Ja, maar dat was toch een beetje kras
Waren er dan wél termen voor de inmenging?
Niemand stelde voor dit te beweren.
De heer van der Kaay zocht echter een middenwegje: te verklaren, dat
de kamer na de inlichtingen van den Minister geen termen vindt om een
oordeel uit te spreken."
Geen oordeel goed- noch afkeurend.
Mooi gevonden.
Toch was ook dat nog te beslist."
De Kamer verwierp de een n de andere conclusie en zei ? niets.
Nu weet men ten minste niet hoe de heeren er over denken. Dat
Ipaart veel verwijten.
De krankzinnigen-interpellatie van den heer Donner heeft plaats gehad.
Ons doel is daarbij bereikt.
De Minister van Binnenlandsch Zaken heeft met den meesten nadruk
verklaard dat zg, die aan mania religiosa lijden, niet bij de
godsdienstoefeningen in het staatsgesticht te Medemblik zullen worden toegelaten.
Voor 't overige laat ons de zaak koad.
Hoe een verstandig man er prijs op kan stellen, dat vooral toch recht
zinnige leeraren voor de krankzinnigen zullen optreden, is ons inderdaad
een raadsel.
£js 't onderwerp niet te ernstig ware, zou men bijna tot de vraag komen,
of de heer Bonner de liberale dominees te verstandig vindt voor het gods
dienstig werk in de krankzinnigengestichten dan wel of hij meent, dat
de OBgetakkjge waanzinnigen alleen de orthodoxe predikanten kunnen
nroSc cBpir art. 168 der Grondwet trok de heer Donner in.'
Ta» aHe zaden was hem dit aanbevolen.
Ik kan 't maar niet zoo dadelijk doen", antwoordde hij eerst.
Natuurhjt niet. Hij had pas eenmaal gesproken.
Nadesband, toen hij het noodeloos debat nog een half uurtje had gerekt
en e heer Keuchenius ook een hartig woordje had meegepraat, nam
hjj de motie terug.
Dat komt in de mode.1
Over de spoorweg-enquête is geen woord in de TweedeJ£amer gewisseld.
Of zoo'n enquétte ook nut heeft?
Maandenlang is er aan gewerkt, tal van getuigen zijn gehoord,
ea schat van geld zal aan het drukken van rapporten en verbalen worden
besteed ea dat alles, opdat er niemand ooit meer notitie van zal nemen.
Zcli's Ju heer Tak, die een speech gereed had over spoorwegpolitiek,
bleef zwijgen.
Met de enquêtes gaat het dus nog erger dan met de motiën;delaatsfen
worden ten minste nog met of zonder debat ingetrokken; de enquêtes
blijven bestaan ora getuigenis af te leggen van het tijd- en
gsldverspiilen in Nederland
ONZE BLADEN.
De strijd over de weigering der rechtspersoonlijkheid aan cïe Soc. Dem.
Vereeniging werd deze week voortgezet .De N. 'HM. ut, hield
vol-tegenover hare tegenstanders dat bij de aanvrage om rechtspersoonlijkheid
voor den adviseerenden en contrasigneerenden minister alleen de statuten
feitelijke basis van beoordeeling zijn. Het Weekblad van Jict Recht be
streed deze stelling op nieuw, op denzelfden dag, waarop do N. R. Ct.
in een derde artikel de matedeelen zijde van bet vraagstuk besprak.
Aan deze discussie, weken geleden, in ons Dagblad aangevangen, knoopt
zich vast het protest der Zutphensche Courant tegen de in deze rubriek
door ons op haar toegepaste qualificatie vaa bourgeoisie satisfaite. Wy
rechtvaardigden die uitdrukking in ons Dagblad van 4 Mei en mochten
eergistersn op die rechtvaardiging in de Ziitphenselie Ct. een antwoord
lezen, onder den titel Ten Halve.
Re onderwijs-novelle gaf der Orarijevaan aanleiding tot eene beschouwing.
Het Vollcsblad stak den draak met prof. Spruyt, die als een nieuwe Josua
met de bazuin zijner welsprekendheid de, naar het Volksblad meent,
hechte muren der mogelijke en geschikte neutraliteit op de school wil
doen vallen, en de Standaard voltooide in een vierde artikel de afbake
ning der grenzen binnen welke de Christelijke school zich heeft te houden
tegenover het godsdienst-onderwijs en de opvoeding in liet gezin.
De belasting-quaestie geeft aan een inzender in Het Handelsblad de
stof voor een artikel in vier bedrijven, waarin de nota der dertien Kam
erleden de eerste rol speelde. Overigens wees de N. Molt. Ct. op oude
verkeerdheden", naar aanleiding van het ontwerp tot intrekking der vrij
stelling van grondbelasting voor gebouwde eigendommen; het Haagsche
Dagblad eischte dat, indien de Suiker-industrie bescherming vereischt, deze
bescherming oprecht en niet vermomd zou zijn, en Het Vaderland be
gon de behandeling der Indische begrooting, zoo nauw met Nederlandsche
belastingzaken verwant.
De Standaard gchetste vluchtig hoe liberalist en communard er op
uit zijn om eerst d& wetgevende macht te veroveren en later van die
macht misbruik te maken voor allerlei leelijke dingen; terwijl de katho
lieke Gelderlander, ook al bevreesd voor dezelfde gevaren, aan de
antirevolutionnairen eene eerlijke deeling van het district Almeloo voorstelde,
zoodra de heer Oorver Hooft zijn mandaat neerlegt. Eene vermomde
manoeuvre, tot dezelfde transactie vond men in den brief van dr. Kuyper
aan de beide candidaten in herstemming, waarop de heer Sonsbeeck zoo
antv.-oordde, dat hij voor de anti-revolutionnairen aannemelijk werd.
Het Haagsche Dagblad bevatte eene etudie over de Congo-quaestid
die voor Nederland van groot belang is.
Het Nieuws van den Dag vond, in hetzelfde nommer waarin het de
instelling der miltie-luitenants aan critiek onderwerp, plaats voor een
hoofdartikel over Het Kleine." Het Niemvs zingt den lof van het
kleine" en spoort ons aan er onze aandacht aan te wijden. Tot dat
kleine behoort ook de zich gelijkblijvende en niet erkende trouw, waar
van Göthe zingt dat zij, in tegenstelling van de zich alom bewegende
liefde, stil alleen woont en moet opgezocht worden.
Liebe kommt euch rasch entgegen,
Aufgesucht will Treue sein.
Eveneens hoorden wij dezen winter in den Parkgchouwburg I
Die Liebe ist die Kuospe nur,
Aus der die Treue bricht;
Maar de zangeres verkoos de bloesem boven de vrucht, want zij gingi
voort:
D'rum achtet auf die
LiebeZoo zoekt niet ieder met voorliefde het kleine, het vergcholena
Het Nieuws brengt ons van zelf op De Tijd, die deze week zijnen le
zers de faits et gestes van St. Servafius, don beschermheilige van
Maastricht, blootlegde. De TyA kastijdde het Nicuics, dat in een feuille
ton van dr. Weijenbergh oneerbiedig had gesproken over eenige den
katholieken godsdienst rakende zaken. De goddelooze bladen-die altijd
door zulke ongerechtigheid bedrijven, zijn volgens De Tf/d, niet gevaar
lijk. Wel echter het Nictiius smokkelwaar voor katholieke monden
dat (De T-ijd spreekt) bij de nadering van groote Chrisrtelijko feestda
gen in den regel als hoofdartikel rationalistische preekjcs bevat, die alleen
voor ongeloovigen of twijfelaars kunnen bestemd zijn. Op andere dagen
moet men zelfs tusschen de regels lezen om deu geest en de strekking
der redactie te doorgronden." '
WARME KADETJES.
? Een Zaterdag-avond Pra.atjjgi
XLVIII.
MijnheerdeKed^ct-eur!
Het spijt mij verschrikkelijk dat ik n moet mededeelen dat mijn hoog
geschatte vriend Aquarius sedert eenige dagen danig in de pottebank is.
Ik weet niet of de hoofdwonde, die hij onlangs bij gelegenheid eener
spiritistische séance ontving de schuld zijner ongesteldheid is, dan wel
of de plotselinge warmte hem te pakken heeft, en e\enmin zoude ik dur
ven be^vel?cn, dat hij ziek werd tengevolge vaa het langdurig verblijf in
do wachtkamer van den Gemeenteraad ten Stad'uuize, waarvan hij in
de vorige week een uitvoerig verslag gaf.
Zooveel is echter zeker dat hij niet in staat, is om een kadetje te schrij
ven en ik ^bea^ daarom 200 vrij u vaoilestellen. het ?oor hem te mogen