Historisch Archief 1877-1940
,?_ '(met eriige spijt) op E. S. Witkamp Jr., die volkomen missloeg in
*% ' het penseelen' van eene op den grond liggende geheel ontkleede dame
,, - va», achteren te zien, met eeuen rechter heup et cetera, wier proportie
,?'. * doet schateren van lachen.
f-* Be heer A. Wagener, voormalig professor te Gent, geboortig uit
Roer\ mond,, las in de openbare zitting der Koninklijke A c a d e m i.e (klasse
^ der letteren), den 7n Mei eene verhandeling, getiteld La libertéde
conV sciènce a Athènes. De geëerde spreker ontwikkelde de gedachte, hoe in
/' " de tijden dat nauwelijks de platonische wijsbegeerte begon te ontwaken,
er te Athene geen cathechismus van rechtgeloovigheid bestond. Men
' daeht zich de goden gelijk*men verkoos; er bestonden daarover geene
,, voorschriften. Werd iemand wegens ongodsdienstige handelingen
1 " ^efltraft, zoo was dit uitsluitehjk omdat hij op eene of andere wijze voor
werpen van den cultus had onteerd, gestolen,, of derglijke. Doch toen de
l^ politieche redenaars toenamen, de wijsbegeerte en de sofisten zich
ont'wikkelden, namen de zaken eeneu keer. Een aantal wijsgeeren werden
.; jn processen gewikkeld. Met de ontwikkeling van het spiritueel beginsel
door Anazagoras nam ook de nijd en onverdraagzaamheid toe. Men weet
( ' dat deze wijsgeer arm en verlaten stierf. De geschriften van Protogoras,
waarin hij aan 't bestaan dor Grieksche goden twijfelde, werden verbrand.
' Aan Socrates, die dezen twijfel deelde, ging het niet beter. Dewijl hij
' ' . bovendien tegen de, volksregeering sprak en een paar leerlingen Kritias
en Alcibiades had, die wegens zekere ondeugden gehaat waren, wordt
1 ' de wijsgeer, gelijk men weet, beschuldigd den godsdienst en de jeugd te
'*?* bederven, en tot den gifbeker veroordeeld. Men was niet meer zoo
', * verdraagzaam als vroeger. Door de libertéde conscience, meent de
schrij' ver ware de onschuldige van den dood gered.
Een tweede redevoering werd gehouden door den heer Ch. Loomans
- "uit Lanaeken. Hij betitelde die La question sociale ches flaton et
Aristote. De spreker gaf een populair overzicht der critiek van
Aristo'' teles op Plato's Republiek, en toonde ten slotte aan, dat de beginselen
*' va» het Christendom bij 't oplossen der question sociale in 't oog te
_' houden zijn.
; ;/ 'Brussel, 11 Mei 1884. M. A.
; LETTERKUNDE.
Troon en Eerüer. Een bladzijde uit de
geschiedenis der Russische Rechtspleging
door H. Wolfgang van der Meij. Haarlem
"'?'"...' W. Gosler.
, Onze niet zeer omvangrijke hedeudaagsche literatuur over Rusland is
onlangs weder verrijkt met een werk dat ongetwijfeld veler aandacht zal
trekken. De naam toch van den auteur doet veel verwachten en is ons
?en waarborg voor zeldzame degelijkheid en grondige kennis der behan
delde stof. Troon en Kerker is het vervolg van een reeks hoogst
belang. rjjka geschriften welke wij reeds aan dezelfde pen te danken hebben
een vervolg waaraan zich trouwens de behoefte deed gevoelen, sedert
, de. heer Van der Meij ons de ingewikkelde, lang in het duister gehulde
maatschappelijke toestanden van het Czarenrijk in zulke heldere duide
lijke trekken uiteenzette. Onze spreekwoordelijke lauwheid en
onversöhiiligheid, ot liever gezegd: het gemis aan zuiver objectieve belang
stelling d»t een onzer nationale karaktertrekken heet uit te maken, wordt
althans in deze bladzijden tot een onwaarheid gemaakt, Wij treffen hier
«J» echt Nederlandsch schrijver aan, bezield door een onderwerp, vreemd
. ato ons eigen volksbelang, een onderwerp dat ons alleen kan boeien en
rneesleepen door de diepe historische beteekenis welke er aan ten grond
slag ligt. Zooals de heer Van der Meij ergens zegt: Onze nakomelingen
«Uilen ons de gebeurtenissen benijden die wij aanschouwd hebben. Voor
4en~ 4enkenden en gevoelenden mensch is zeker geen leven ooit rijker
: geweest aan wetenschappelijke feiten, duizelingwekkende daden en opwin
dende denkbeelden dan de laatste vijftig jaren voortbrachten. Onze
zoorjtónajjande-practische en prozaïsche tijd sluit de stof voor een epos in,
' waaybij het grootste heldendicht uit vroegere eeuwen mat en kleurloos is."
:?'. Datv die stof in de eerste plaats in het Czarenrijk kan worden verza
meld behoeft wel geen betoog. Het geschrift dat voor ons ligt, getuigt
? dan ook op elke bladzijde van den rijkdom van eeu onderwerp, welks
^«handeling in meer dan een" opzicht gi-oote moeielijkheden oplevert
moeielijkheden die slechts door een vereeniging van zeldzame gaven
konden worden overwonnen.
?Troen en Kerker is niet slechts een sociaal politieke sehets van den
bgruchten Netschajef wiens proces jaren geleden alle gemoederen in be
weging .bracht en van wien de dagbladen nu onlangs op nieuw gewag
naakten. Het is tevens en wel hoofdzakelijk een historische studie, breed
van aanleg met forsche krachtige lijnen geteekend, slechts dan in de d
tails afdalende, waar een fijnere nuanceering en ontleding der
onderdeelen voor een duidelijk begrip der toestanden gevorderd wordt. De
?hoofdpersoon, de woeste anarchist met zijn onpractisch, aan waanzin gren
zend fanatisme, is, ondanks zijn onmiskenbare gaven en schier
boveunjenschelijfce geestkracht, een te afstootende antipathieke figuur, dan
dat z\jn levenschets iets andera voor ons wezen kan dan een studie, de
nauwgezette ontleding van n enkel dier merkwaardige verschijnselen,
te voorschijn geroepen uit den hopeloozen strijd tusschen twee machtige
elementen. Het beeld van Netschajef wordt daarom voor ons belangwek
kend, wijl de schrijver, het ons in sprekende trekken weergevende, het
voortdurend in het ware licht der gebeurtenissen en omstandigheden weet
te-plaatsen, steeds met bewonderenswaardige objectiviteit het individueele
tot hét algemeene weet terug te leiden, steeds de politieke figuur
op den voorgrond stelt, zonder daarom ooit het zuiver menschelijka uit
het oog te verliezen.
' Verscheidene hoofdstukken zijn gewijd aau de Ruesisclie rechtspleging.
Wüzien o. a. boe de radicale hervormingen 'm 18ö2 ingevoerd niet kou
den beletten, dat tijdens het proces van Netschajef en anderen, president,
procureur, advocaten en jury de met autocratie bezwangerde atmosfeer
inademden en zich vóór alles getrouwe onderdanen betoonden, die een
hoogeren wil wisten te eerbiedigen. Enkele advocaten hadden den moed
volgens hun overtuiging te spreken, maar in zulk een geval moesten al
de hulpmiddelen der rhetorica te berde komen om de waarheid op zoo
danige wijze in te kleedan, dat een al te nauwgezette plichtsbetrachting
den sprekers niet noodlottig werd.
Een allerbelangwekkendste bijdrage vormt ook het revolutionair pro
gramma, woordelijk en in zijn geheel opgenomen: het credo der nibilisten!
De dronkenschap der verwoesting gestegen tot waanzin! Geen woest
Jakobijn", zegt de schrijver dan ook, zou het programma willen onder
schrijven der Russische anarchisten. Deze lieden gaan verder. Zij be
oogden niet langer de omverwerping vau het bestaande, maar joegen
slechts n doel na, voor geen tweeërlei uitlegging vatbaar: vernietiging
van het bestaande, vernietiging van zijn naasten, van zich zelven, van
aarde en hemel, menschheid en Godheid. Wat zij nastreefden was een
philosophie der verlossing: niet een theoritesohe als die van Hartmann
of Mainlander, beoogend het hechter maken der zedelijke wereldorde,
maar een praetische, ten doel hebbende de oplossing der zedelijke wereld
orde: de bestaande wereld tot mortel te slaan, waaruit een nieuwe op
te bouwen het werk was der volgende generatiën."
Op de laatste bladzijden wordt de sluier opgeheven welke jaren lang
over het kerkerleven van Netschajef gespreid lag. Authentieke bescheiden
en documenten worden overgelegd, die ons een blik doen slaan in de
Peter-Paul-vesting, in het Alexander-ravelijn, in al die afzichtelijke holen,
waarin een groot gedeelte der Russische jongelingschap wegkwijnt, ala
ware in het onmetelijk Siberiënog geen ruimte genoeg om het aantal
staatsgevangenen tot een geestelijken en maatschappelijke!! dood te
veroordeelen.
Met klimmende belangstelling zullen allen die de vroegere werken over
Rusland van den heer Van der Meij gelezen hebben, van dezen
zijnjongsten arbeid kennis nemen. Te meer moeten wij dien arbeid waardeeren,
wijl hier te lande zeker weinigen berekend zijn voor een taak als deze,
weinigen zoo geheel op de hoogte zijn van Russischen toestanden, van
taal, letteren, land en volk, dat zij even als hij hun bouwstoffen aan de
bronnen zelven kunnen opsporen, om ze onder de oogen van het Neder
landsen publiek te brengen. De nauwgezetheid waarmede de schrijver van
Troon en Kerker de historische motieven naspeurt en op den voet volgt,
verdient evenzeer bewondering als de wijze van bewerking, de
groupeering, de kunst om db vele onderscheiden trekken tot een schoon indruk.
wekkend geheel samec te stellen. Het is den lezer, na het boek te heb
ben dichtgeslagen, alsof hij in alle bekende en onbekende diepten der
Russische Staatkunde, in alle duistere verborgenheden van het Socialis
tisch en Nihilistisch streven is doorgedrongen, zoo scherp zijn de hoofd
lijnen geëtst, met zooveel gloed en talent weet de schrijver licht en scha
duw aan te brengen, of eeu feilen lichtstraal te doel vallen op de hoofd
punten die de leidende gedachte iu liet werk vertegenwoordigen.
Horatio.
TAYLOR'S JONGSTE ROMAN.
Duitschland is in onze dagen het land, waar de historische roman het
weligst tiert. Iu de laatste jaren zijn het vooral Ebers, Dahn, Taylor en
Eckstein om van de miadere goden als b.v. Samarow te zwijgen
die ons in dit genre heerlijke kunstwerken hebben doen genieten. Bijna
geen jaar gaat voorbij of zij onthalen hunne talrijke lezers op een nieuwen
roman. Elk hunner heeft daarbij zijn eigen arbeidsveld; b\j den een even
wel scherper begrensd dan bij den ander. Dahn blijft steeds aan zijne
eerste keuze getrouw en schildert met voorliefde de oude Germanen.
Heeft hij zich als degelijk wetenschappelijk onderzoeker een grooten naam
verworven door verschillende geschiedkundige werken, waarvan ik hier
alleen wil wijzen op zijn onlangs voltooide Urgeschiclite der Germanischen
und Momanischen Völker, maar algemeen bekend is hij hier te lande als
dichter en romanschrijver zijn Kanipf um Eom vond hier vele bewonde
raars. Minder bekend zijn aijno talrijke kleinere romaus en gedichten.
Toch zijn daaronder kunstscheppingen, die den Kampf urn Som in de
schaduw stellen, b.v. Odhins Trost. Eckstein heeft het oude Rome tot
tooneel gekozen en schonk ons Die Ctaudier (in 'tHollandsch vertaald
onder den titel: (Quintus Qlaudius) en Prusias. Ebei-s werd te onzaliger
uur aan Egypte ontrouw en deed in zijne beide laatste romans vreezen,
dat de zon van zijn roem als romanschrijver 'tzenith reeds achter den
rug heeft. Taylor eindelijk onder welken pseudoniem Prof. Haussrath
zich verbergt gaf in zijn roman Anlinous een verhaal uit 't oude Rome.
't Vorige jaar verplaatste hij ons ia j&yt/tia, naar 't Duitschland na da
Hervorming eu ia zijn onlangs verschenen Jetta voert hij ons ia de ver«
beelding terug naar den heldentijd der Allemannen.
Aangezien Taylor's romans ook hier te lande veel gelezen worden
Antinoüs werd door den Heer van Loenen Martinet in 't Hollandsen ver
taald wil ik een oogenblik bij zijn laatste pennevrucht stilstaan. Vooraf
doe ik opmerken, dat naar de nieuwste roraana van genoemde schrijvers
niet meer met die geestdrift gegrepen wordt, waarmede Eber's eerste
romans en Dahn s Kampf um Hom werden begroet. Tweeërlei oorzaak is
geloof ik daarvoor bij te brengen. Ten eerste geldt hier het spreek
woord, 't welk ons leert, dat men ook van het goede te veel kan krijgen.
Na Kingsley's Hypathia dat altijd onvolprezen meesterstuk waa
men op 't gebied van den historischen roman voor zooverre deze de
grijze oudheid tot onderwerp heeft niet verwend. Van daar dat de
scheppingen van een Ebers en Dahn waarbij Hamerling's Aspasia
niet vergeten mag worden gretige lezers vonden. Zij gaven afwisseling
en verandering baart vreugde, zeiden de Romeinen. Men leefde bij het
lezen hunner werken eens in een andere waereld; men maakte kennis
met andere zeden en gebruiken.
De bewering vau sommigen, dat Ebers' Egyptenaren eigenlijk slechts
i een Egyptisch kleed gebuide Duitschers ziju, deed aau de gretigheid,