Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAM ME R, W E^O'L A^ >&*&&* £E D E R L A N D.
No. 864
In den Zwitserschen Volksraad is door een- drietal
ultramentaansche leden, namens de conservatieven en ultramontaaen, een voor
stel tot wijziging der Grondwet gedaan. Het heeft tot strekking
de kantonnale onafhankelijkheid uit te breiden en is tegen den
liberalen geest in de constitutie gericht. Wordt dit voorstel in
den Volksraad verworpen, 't geen wel waarschijnlijk is, dan zullen
de voorstellers ongetwijfeld trachten om de 5000 handteekeningen
bijeen te krijgen, noodig voor een voorstel tot wijziging der
firondwet. Een heete strijd staat in Zwitserland voor de deur.
*
* *
De constitutioneele strijd in Noorwegen is geëindigd; Koning
Oscar II heeft gebogen voor den wil des volks. Daar het ministerie
Schwei gaard niets deed om het bestaand verschil uit den weg te
ruimen, begreep het Storthing op den eenmaal ingeslagen weg
voort te moeten gaan. Er werden maatregelen voorbereid om
nader aan te dringen op uitvoering der besluiten van het Storthing,
besluiten welker uitvoering door den Koning is geweigerd, en het
ministerie weder ia staat van beschuldiging te stellen. De heer
Schweigaard durfde den aanval niet afwachten en vroeg zijn
ontslag, welk voorbeeld door de andere leden werd gevolgd. De
Koning riep toen den heer Broch tot zich, en deze kwam met den
heer Sverdrup, president van het Storthing fot een schikking.
Er zal een kleine wijziging worden gebracht in het besluit van
het Storthing, volgens hetwelk de ministers de beraadslagingen
in de Kamer voortaan zullen bijwonen; in den vorm wordt den
Koning een nederlaag gespaard, maar in het wezen der quaestie
zal de zaak worden geregeld overeenkomstig den wil van het
Storthing.
15 I
K N , A
Bij de Nisero-interpellatie heeft men zich onthouden van alle scherpe
en vijandige uitlatingen tegenover 't machtig Albion.
Dat was verstandig.
Het zou aan de waardigheid der Kamer en aan den indruk, dien de
interpellatie in Engeland moet hebben gemaakt, zelfs geen nadeel hebben
gedaan, indien da heer Brantsen zijn twijfel had verzwegen aan 't wer
kelijk ig ongehik stranden van 't schip; maar in elk geval was er in het
debat geen woord, dat aanstoot kon geven aan de overzijde van den
Oceaan.
En daarom protesteeren wij met alle kracht tegen de door den heer
Keuchenius uit de vaderlandslievende woorden van den heer Van der
Hoeven gedistilleerde verdachtmaking van Engeland's eerlijke bedoelingen.
Met geen woord was daaromtrent twijfel geuit.
"Waartoe dan zulk een krachtige verdediging waar geen aanval was?
Het Nederlandsche standpunt, waarop zich de lieer Keuchenius plaatste
ook bij de Indische begrooting, toen hij de rechtmatigheid van de sluiting
der Atchineesche havens betwijfelde is van een zonderlingen aard.
Jammer dat die rede niet in 't Engelsch is uitgesproken!
Herhaaldelijk bracht de heer Verniers aan der Loeft7 bedenkingen tegen
de suikerwet te berde.
Maar telkens liet hij zich overtuigen en verklaarde zich dus volkomen
voldaan.
Pat had invloed.
Zoo hielp de spreker de wet er veel krachtiger door, dan met zwijgen
of rechtstreeksch verdedigen.
Er lag iets onpartijdig bewonderends in zijn goedkeuring na twijfel.
De heer Keuehenius ontdekte bij da discussie over de Indische begroo
ting een algemeene zucht tot zwijgen.
En toch is de algemeene beraadslaging in twee zittingen niet ten
einde gebracht.
Hij wilde aanvankelijk niet spreken en zou slechts een paar opmerkin
gen maken.
En toch sprak hij ongeveer anderhalf uur.
Wordt gevraagd: hoe lang zou de Kamer debattceren als er een alge
meene zucht ware tot spreken en iedereen iets meer te zeggen had dan
wat een paar opmerkingen" heet?
Met de koloniale conservatieve politiek is 't voor goed gedaan.
De heer Wintgens heeft bij de Indische begrooting gezwegen.
Gezwegen, niettegenstaande de heer Van Gennep uitdrukkelijk consta
teerde dat er in de Kamer geen verschil meer bestaat over de koloniale
richting, doch hoogstens over de mindere of meerdere consequentie van
eene bepaalde richting, die door alle partijen erkend wordt en die, zooal
niet door allen met warmte voorgestaan, dan toch door allen met be
rusting wordt aanvaard."
En daarop zweeg de heer Wintgens!
De conservatieve «partij" mag wel in vertwijfeling uitroepen: Gij ook,
Brutus ?
Nog drie conservatieven in de Kamer en zij aanvaarden de liberale
koloniale politiek!
ONZE BLADEN.
In de laatste dagen hield n onderwerp boven alle ds pers bezig:
daNisero-quaestie. Nadat Maandag in de Kamer v.-as bekend geworden, dat
de Engelsche Minister van Buiteulandsche zaken een hoogen toon in de
officieele briefwisseling had aangeslagen, en dat Engeland met eene
interventie dreigde, wees de pers dadelijk op het hoog ernstige der zaak.
Krachtig handelen, luidde de lenze in de Standaard, in een ingezonden
stuk van de Tijd, en in ons Dagblad werd uitvoerig uit de geschiedenis
der zaak betoogd, dat aan Nederland alleen het recht van handelen toe
komt, en dat de Engelsche inmenging moet worden geweerd.
In het Handelsblad en enkele andere bladen werd herhaaldelijk ge
nsinueerd dat de Nisero met zekere geheime bedoeling in de Atjeh'sche
wateren zou verzeild zijn geraakt. De jarenlange vijandigheid der koop
lieden in de Straits kan tot dat vermoeden wellicht aanleiding geven,
een positief gegeven was er echter niet voor te vinden. Deze zijweg om
tot eene conclusie te geraken werd dan ook niet door alle bladen gekozen.
Gretiger nog dan de hoofdartikelen zijn de belangrijke officieele stnkken
gelezen, die op deze zaak betrekking hebben. De briefwisseling tussohen
de diplomaten, hier te lande weder later dan in Engeland gepubliceerd.
was hoogst belangrijk, en het was de moeite waard hoe sommige zaken
van verschillende zijden verschillend werden voorgesteld.
In deze omstandigheden waren de beschouwingen over de Marine ia
Indië, in ons Dagblad door Staunch, in het Hbl. door Nautilus geleverd,
meer dan ooit van belang. Indien het toch tot handelen komt, zal de
toestand dier Marine in nog helderder daglicht komen dan de voortref
felijkste artikelen haar kunnen schilderen.
Naar aanleiding van de Indische begrooting werden nog een aantal
artikelen geschreven. Het Vad., ons Dagblad, het Utr. Dgbl. wijdde er
artikelen aan, terwijl het Hbl. de speciale quaestie der Staatsspoorwegen
behandelde.
Ons Blad, een meestal zeer lezenswaardig orgaan, dat de vlag van het
liberalisme in Amersfoort hoog houdt, besprak de zelfstandigheid van den
volksvertegenwoordiger, naar aanleiding der veel besproken Almeloosche
verkiezing en de briefwisseling van het Centraal-Comitéder
antirevolutionairen met de beide candidaten.
De ophanden zijnde feestviering te Delft heelt, zooals wij vroeger ver
meldden, de scherpe pen van De Standaard oen beeld van
Tyranntnmoord in eigenaardige Standaard-trekken doen krassen. Het Wag. WeeJcbl.
betoogde hieruit welk eene diepe klove er tussohen zijne richting en die
van de Stand. ligt.
Hier en daar werd nog de klassebelasting behandeld, en enkelen wijdden
een artikel aan het leenings-ontwerp; niet de meest opwekkende lectuur
in deze dagen.
De Tyd riep aan de Transvalers, die, als onze lezers dit overzicht in
handen krijgen, de terugreis hebben aanvaard, een vaarwel toe^
WARME KADETJES!
Een Zaterdag-avond Praat j e.
L.
Oorspronkelijk ben ik van plan geweest om ditmaal eens op bijzonder*
wijze uit den hoek te schieten en den lezers van dit weekblad onder hel
oog te brengen dat het heden eigenlijk feestgetij mag heetennu Aquaruu
voor de vijftigste maal een Kadetje schrijft.
Ik had willen aantoonen dat er toch wel menschen gevonden schijnen
te worden dio zich met den toon" van mijn schrijven kunnen vereenigen,
daar ik anders mijne schrijverij wel niet zoude hebben kunnen voort
zetten. :
Dan ook had ik mijne lezers plechtstatig willen danken, dat zij zich zoo vaal
welwillend tegenover den Kadetjesbakker hebben betoond en niet al tt
boos waren wanneer zijn gebak eens wat testig en niet al te gaar waai
ik had mijne erkentelijkheid willen betuigen aan vele anonyme briefschrjj
vers en briefschrijfsters, die mij de overtuiging gaven dat mijn geschrij!
ook door tegenstanders werd gelezen en eenige, al was het dan ooi
nog zoo kleine waarde moest hebben, daar zij mij anders eenvoudij
dood zouden hebben gezwegen.
Eindelijk had ik eon pluimpje op mijn eigen muts willen zetten, want
ach, ik ben al net zoo ijdel als alle andere menschen en ik had mij zelver
willen toevoegen: Ik feliciteer je Aquarius, dat zijn nu al vijftig stuki
oude jongen, tracht op die manier voorttegaan en vermijd het bovena
om vervelend worden!"
Wanneer ik aan al die plannen geen gevolg geef, dan wordt zulki
eerstens daardoor veroorzaakt dat ik te zeer ontroerd ben en dan omdai
ik ditmaal iets vertellen kan, dat mijn vijftigste Kadetje reeds tot eei
feestnummer maakt, zoodat ik niet noodig heb de stemming nog b
verhoogen.
Ik geef mijn lezers toch de primeur van een nieuwtje, dat geen anda
dag- of weekblad nog onder de oogen van het publiek heeft kunne]
brengen; ik ontvouw in korte bewoordingen het, dezer dagen tot werke
lijkheid komende, plan van een vriend, dat zoo geniaal en stout gedacb
en zoo meesterlijk van conceptie is, dat ik niets weet wat er mede t
vergelijken is ; ik geloof zelfs dat men het vermaarde ei van Colombus ei
de beroemde rijks-travers van den minister Heemskerk niet op eene ei
dezelfde lijn met het machtige denkbeeld mag stellen.
Er kan geen vreemdeling naar Amsterdam, dus redeneert njjjj
vriend ? hij zij dan buitenlander of landgenoot komen, of men martel
hem letterlijk af door hem al het moois van onze stad te laten zien; hj
moet langs de Heeren- en Keizersgrachten wandelen; een kijkje op d<
Hoogesluis nemen, Artis, Panorama, Panopticum en Aquarium bezichti
gen; hij moet in Ymuiden koude vatten en aan den Paardenhoek d<
Zuiderzee bewonderen, om dan, alsof dat alles nog niet genoeg is, da
avonds naar den Park-Schouwburg te worden gesleept om honden ej
apen te zien dansen, of bij Krasnapolsky de electrische lichtjes te ziel
flikkeren.
Gemeenlijk zegt de vreemdeling, te huis gekomen, dan ook: Amstei
dam is mij tegengevallen en alles is er, met uitzondering van de tram
die er nog al levensgevaarlijk rond rijdt, .,tout comme chez nous!"
Moet het zoo blijven voortgaan, vraagt mijn vriend en ik vraag h
met hem, moeten wij steeds dingen laten kijken die iu elke groofi