Historisch Archief 1877-1940
No. 364
DE AM"STE-m&A4IME»R, WEEKSLAB V08R NEDERLAND.
van zijnen naamgenoot bjj het binnentreden der poorten waar, de hoop
ophoudt" of vervuld wordt.
Louis Brassin was van Aken geboortig, maar vele jaren professor aan
't Brusselsen conservatorium, ahvaar hij-de beginselen van het moderne
klavierspel handhaafde, en met groote energie doorzette. Kracht van de
eene, fijnheid van de andere zijde karakteriseerde zijn spel. Men boorde
't hem aan hoe de geesten van Hnmmel rechts en van Thalberg links de
nieuwe richting niet vergaven. Brassin voerde onder anderen in Belgi
den noordschen kernachtigen Grieg binnen, dien men te Amsterdam niet
minder weet te schatten, en schreef zelf eene reeks merkwaardige tïides
in dien geest. Sedert eenige jaren had hij eene plaats als orkestmeester
te St. Petersburg aangenomen, en kwam aldaar te overlijden. Zijn op
volger te Brussel is de hoogst begaafde Zarembski, wiens zwakte van ge
zondheid ongelukkig aan de volledige ontwikkeling zijner kunstgaven in
den weg staat; als een grootsch aangelegd gebouw waarvan burgeroorlog,
brand of geldgebrek de voltooiing vertragen. Belgiëlevert van zulke
scheppingen zoovele voorbeelden op, dat de toespeling den lezevs niet
onnatuurlijk moge schijnen. Talrijk zijn de onvolbouwde torens, de half
voltooide oude k o op h a 11 e n, meesterwerken der edelste soort, bij de
tegenwoordig meer en meer in den smaak komende inarchcs couvcrts te
vergelijken, zooals eene welingerichte troonzaal bij eei;e schuur. Doch,
door de wijziging in de eisehen des handels zijn die aloude hallen, iu 't
verloop der eeuwen van bestemming veranderd, en men herkent nauvvlijks
de oorspronkelijke bestemming. Niet minder dan vele andere gebouwen
is het stadhuis te Gent een voorbeeld dier stoornis der voltooiing
van een aanzienlijk kunstwerk, hetwelk mij hier te eer in den zin komt,
dewijl het plan tot eene herstelling is gemaakt, waarvan de kosten op l Yi
miliioen franken zjjn geraamd.
De eerste steen van dit gebouw werd in 1481 gelegd, doch het bouwen
duurde slechts drie jaren geregeld voort. Na 1518 was de hoofdgevel eerst
afgewerkt. Na 1600 zou het werk weder opgenomen worden, maar de
geest van den stijl der 15e eeuw was weggevlogen. Eenezüowtó-
eromeinsche manier plekte tcet buitengewone ruwheid hare levenlooze versierselen
op de aloude fijne proüels. De bouwmeester van Piijsselbergbe heeft het
plan der restauratie voorgeslagen, doch zonder do tweede verdieping op
te bouwen, welke oorspronkelijk tot het plan behoorde.
Wanneer de lezer deze vreedzame medodeelingen onder 't oog zal krijVen,
zal de groote slag geslagen zijn, die morgen huif Belgiëin rep en'roer
brengt. Wat zeg ik? Morgen? Half België?... Neen, morgen, en jaai- in
jaar nit, geheel Belgiëiti beweging zet. Do kiesstrijd. Hot zal morgen
evenwel scherper dau ooit toegaan; daarom aal oi.ze burgerwacht, de
troepen lanciers, enz. ondersteunende, op alle gevaar!ijke(?) punten
deistad bijtyds gaan postvatten om mogelijke groote vechtpartijen en straat
schenderij te voorkomen.
In het voortreffelijk overzicht der politische gebeurtenissen heelt het
Weekblad verleden Zondag reeds den uitslag der verkiezingen voor de
provinciale Staten medegedeeld, welke, onverwacht, door de uitbrei
ding van het kiesrecht (vai progi-essistische zijde op't touw gezet), aan de
katholieken een zeker overwicht hebben gegeven. Daardcoi- van de ccuo
zijde bemoedigd, van do andere zijde verbitterd of teleurgesteld, wordt da
kamp om zetels in ds kamer nu met grootere hevigheid dan ooit dooi
de partijen opgenomen.
En vraag nu niet of deze opgewondenheid dadelijken invloed heeft op
het sociale leven, op latterou., op kunst! Slechts al te zeer.
Krachtige beweging en maatregelen tor verheffing vnn den intcllcctueelen
barometer worden er door verlamd. Vóór eene maand of drie werd ecüo
algemeene Landdag" beraamd, ter bespreking dor grieven van de
Ylaamsche bevolking, tegenover de Waalscho. Men zou eens eene duchtige klacht
er over verheffen hoe bijna alle directeuren der Atheneums en ande.ro
middelbare scholen in 't hart van 't vlaamsche land Walen zijn, hoe of
bijna uitsluitend Waalsche douanen worden aangesteld, welke daarbij noc
de schriftelijke belofte moeten afleggen geene poging te doen de
Vlaamsche provinciën ooit te verlaten'-' (zie Het Volksbelang van de 31 n.
Mei, 8e kolom).
Doch plotseling rijst de gedachte aan de verkiezingen op: Wij kun
nen of willen da papen niet helpen, het ministerie brandende
takkcbcssen aan de schenen te leggen". Taal, letteren, de natuurlijke aanleg des
volks, moeten daarbij achterstaan. Andere liberalen zijn niet van deze
meening, en beweren dat de liberale partij niets verliezen kan door een
geregeld vasthouden aan de rechtmatige eisehen voor de bescherming
van den geest des duitschon stams.
Wanneer de bisschoppen ook Fransc-hgezind zijn, en de bisschop van
Brugge zelfs het eerediploom aanneemt van anti-Vlaanm-he ge
zelschappen, wij zullen de geestelijkheid wel dwingen hunne scholon naai
den aard van 't volk in te richten, wanneer wij maar durven, 't Is echter
waar: de geestelijkheid meent dat de groote lui" nog niet veel van
Vlaamsen willen hooren klappen, en worden de staatsscholen vervlaamschfc
dan neemt de bisschoppelijke school in aantal kinderen toe.
Vervlaarnschen wij onze scholen" zoo spreekt de geestelijkheid dan loopen do
groote lui's kinderen weg.... met een deel van onzen invloed" En
soo blijft Vlaanderen zelfs Fransch of is in stilte uit bitterheid orangistisch,
d. i. zou van Holland het gecstesvoedsel willen verkrijgen, wat de eigene
geestelijke overheid niet geven wil.
Aldus worden clan een aantal goede rechtvaardige middelen, die tot
een even rechtvaardig doel leiden, geneutraliseerd door politieke partij
schap. Men zegge nu vrij: In den tusschentijd der verkiezingen zal men
de Vlaamsche belangen zonder aanzien der partij handhaven!" Doch men
bedenke: 't jaar '8=1 heeft drieërlci verkiezing, waar tusschenin de wapenen
moeten gesmeed worden.
Een enkel oogenblik van vrede en vreugde zien wij dit jaar nog te
gemoet op den 2tn Augustus, de dagteekening van 't taaicongres
te Brugge, ofschoon ook daarover al weder verschillend wordt gesproken.
Ba gelegenheid, dezer vergadering vyeuscheu de. lieercn, J. Caliebertr
Eegnaert, onderwijzer te Dadizeele, en Alfried La Gravière, letterkundig»
te Weenen, eene bloemlezing uit te geven van Vlaamsche dichter» bene
den de 34 jaren. Elk jonkman mag eene levensbeschrijving aan ajjn ge
dichtje toevoegen; het werk zal keurig gedrukt-ia drie boekdeelen ver
schijnen.
'Nu nog de zeer verblijdende tijding dat Die Slclsfersingcr von
Niirnberg in 't volgend tooneelseissoen zullen worden opgevoerd. De ver
taling van den tekst door Victor Wilder moet den 25sten September gereed
zijn. liet beroemde qnintet en andere fragmenten werden reeds, gelijk
men weet, onder Joseph Duponts leiding (niet Auguste Dupont, zooals
ik laatst bij vergissing schreef) in een Concert populaire ten gehoore ge
bracht, 't Is bekend dat Joseph Dupont tevens orkestmeester der
Monnaïa is.
Men bereidt hier ook de viering of het vijftigjarig jubelfeest van
den bouw der eerste spoorlijn voor. Er zal onder anderen een op
tocht plaats hebben, voorstellende de ontwikkeling dezer nijverheid: een
geschiedkundig overzicht der vervoermiddelen en ander materiaal. De
gedachte is niet gezocht; de uitvoering kan haar nut hebben. Kef is
geen bepaalde voorstander van wagens (met groote moeite en kosten
voorbereid) waarop een aantal beroemde on onberoemde mannen in bonte
kleccliug plaats nemen, om zoogenaamd een historisch tijdperk voor te
stellen; groepen meestal zonder samenhang of eenheid, van weinig kunst
of historische waarde, niet genoeg op 't leven afgezien om eenen blijvenden
indruk te maken, op wagens uit het oogpunt van bouw- en schilderkunst
in den regel belachelijk.
Brussel, 9 Juni 84. M. A.
NB. De groote slag is geslagen. De cleiïcalen hebben de meerderheid
in de kamer verkregen. Zullen nu de bisschoppelijke scholen, die over
bodig geworden zijn, pas opgebouwd, voor afbraak worden verkocht?
That is the question. 10 Juni 's
avondsLETTERKUNDE.
*>^'-." _
DON JUAN TENORIO.
III.
Onclcrtusschen had ook de toonkunst zich van de oude sage meester
gemaakt. Reeds in 1713 had Le Tellier eene opcra-uomique, Don Juan"
genaamd, vervaardigd en in Parijs doen opvoeren; verschillende Italianen
behandelden na hem hetzelfde thema eii ook Glück componeerde in 1760
de muziek voor een balltt, dat ten onrechte ia vergetelheid geraakt is.
Eindelijk schreef Lorenzo da Ponte den tekst voor Mozarfs heerlijke
schepping. Met deze opera, die den 29 October 1787 voor het eerst te
Praag werd opgevoerd, breekt eeue nieuwe periode in de ontwikkelings
geschiedenis van het Don Juan-type aan.
Het streven naar vereenvoudiging van het aan handeling al te rijke
Spaausche drama, dat men bij bijna alle volgende bewerkingen opmerkt, is
ook door da Ponte toegepast. De karakters der Hertogin Isabclla en Donna
Anna uit deii Burlador vereeuigde hij in ccn persoon en vermeed zoodoende
ukt alleen da herhaling van de nachtelijke poging tot verleiding maar
verkreeg ook meer ruimte om het karakter van zijne Anna beter te ont
wikkelen. Ook Tbbea en Amiuta worden door slechts eene landelijke
schoonheid, Zerline, vervangen.
Aan Molière ontleent hij Elvire; ook hier vindt men hetzelfde aarzelen
tusschen liefde en medelijden, berusting en haat. In tegenstelling met
Tirso's held, die in 't laatste oogenblik om een biechtvader roept, gaat hier
de groote zondaar te gronde zonder berouw te toonen, en redt daardoor
zijne tragische grootheid.
Het oorspronkelijke, dat in de sage sluimerde, het poëtische, dat reeds
in Tirso's drama aanwezig is, had Mozart met zijn doordringenden geest
ontdekt. Da sage had reeds tweehonderd jaren lang naar onsterfelijkheid
gestreeft, doch geen der dichters was het gelukt haar die te verschaffen,
geen had haar diep genoeg opgevat. Een toonkunslenaar eindelijk slaagde
erin. En zulks is iiict te verwonderen. Wanneer Faust voor den dichter de
meest tragische stof is, dan heeft Don Juan dezelfde beteekenis voor den com
ponist, liet gebied dier beide kunsten is verschillend; het woord onthult
hi;t rijk dor gedachten, de taal der tonen daarentegen dat van het
gevortl. Faust behoort tot het eerstgenoemde gebied, Don Juan tot het
tweede. Dit hebben zij echter met elkaar gemeen, dat de onvolkomenheid
der menscbelijke natuur beiden ten ondergang brengt. Faust geeft zich
ever aan stral'bai'e,heineltergendc gedachten, Don Juan aan een ovennaat van
wellustige genietingen; Faust werkt zich, bij Götbe, weer op uit de diepte,
waarin hij gezonken was, door een rusteloos werken en streven, door de
daad; Don Juan bespot, bij Mozart, de vermaning van den geest en wil
niet erkennen, dat zijn verloochenen der bovennatuurlijke machten eene
dwaling en een misdaad is; dus wordt hij door de helsche geesten ver
scheurd. De Spaant-che sage, op den bodem van het katholicisme ont
sproten, ademt een warmen zuidelijken gloed, terwijl de Duitsche, uit den
tijd der Reformatie, nergens de meer abstracte richting van het Noorden
verloochent. Bt-ida zoo verschillende sagen kunnen dus onmogelijk tot
haar recht komen door eene en dezelfde kunst. De lotgevallen van Don
Juan zijn van eene meer zinnelijke, die van Faust van eene meer geeste
lijke natuur; het ::ieleleven van den eenen kan dus slechts door de muziek,
dat van den anderen slechts door de poëzio volmaakt worden weerge
geven.
Mozart's Don Juan is geen Spanjaard of Franschman meer, evenmin
behoort hij langer tot eenigen godsdienst. De macht der muziek verheft
hem verre boven zijna gewone, aardsche omgeving, zij maakt hem tot een
demon, tot een souverciu heerscher over de lichamen en zielen van ai
degenen die zich, gelijk de mug door de kaars, met eene onweerstaan
bare kracht vo.elüu aangetrokken dooc 340.9 fretftOKflreade peraonnlakhoaL