Historisch Archief 1877-1940
6
DE AMSTERDAMMER, WEÏPEflLAB "VO-8'R I*fra«»RLAN».
Eren machteloos als in den beginne haar gevoel van eerbaarheid en
deugd, is naderhand tegenover hem haar wraak. Slechts de
bovennatuurlijke machten zijn in staat hem te vernietigen. En
tóch is door .een onafgebroken reeks van overwinningen zijn zelfbewust
zijn, het vertrouwen in zijn bovenmenschelijke kracht zoo mateloos hoog
gestegen, dat hij ook dezen meent te kunnen trotseeren. Zich aan hen
gelijk wanend, noodigt hij een dezer geesten bij zich te gast, wil hem als
't ware dwingen afstand te doen van zijn hoogere eigenschappen en de
aardsche wetten te erkennen, die hij zelf huldigt. Deze ongehoorde over
schatting van zich zelf is de oorzaak van zijn ondergang. Hij wordt
terug geworpen binnen de grenzen zijner natuur, die hij met zulk eene
stoutmoedigheid had overschreden.
Het grootsche dezer opvatting, het nieuwe licht, door Mozart op den
grooten verleider geworpen, moest natuurlijk een krachtigen en
duurzamen invloed uitoefenen op de meeste volgende bewerkingen. Van de op
voering van Don Giovanni" al vindt men bij de verschillende dramatici een
streven de stof van meer algemeene, ideale standpunten te beschouwen.
Niet weinig heeft tot deze nieuwe zienswijze de geniale maar
liedevrjjke auteur van Kater Murr", de te vroeg gestorven Hoffmann, bijgedra
gen. In zijne Phantasiestücken" gaf deze eene uitlegging der opera, die,
hoewel slechts eene dichterlijke opvatting, tot maatstaf heeft gediend voor
latere bewerkers. Dat óók Göthe's Faust hierbij van grooten invloed ia
geweest, is buiten kijf.
Beschouwt men, meent Hoffmann, de opera zonder er eene diepere
beteekenia aan te geven, zoodat men slechts het feitelijke in aanmerking
neemt, dan is het bijna niet te begrijpen, hoe Mozart zulk eene muziek
daarbij heeft kunnen componeeren. Een bon-vivant, die den wijn en de
vrouwen bemint, die uit moedwilligen spot het steenen standbeeld aan zijn
tafel noodigt, in zoo iemand ligt niet veel poëzie en zulk eenmensch
is het niet waard, dat de eeuwige machten zich zoo bijzonder om hem
bekommeren, dat de geest van den gedooden gouverneur den zondaar in
diens -laatste uur tot boete komt vermanen en de duivel zijn beste tra
wanten uitzendt om het transport naar zijn rijk op de versehriklijkste
wijze te doen plaats vinden. Du kannst es mir glaubeu, Don Juan
stattete die Natur, wie ihrer Schooszkinder liebstes, mit alle dem aus, was
den Menschen in naherer Verwandtschaft mit dem Göttlichen ber den
gemeinen Trosz erhebt, was ihn bestimmt, zu bestegen, zu herrschen. Ein
kraf tiger, herrlicher Körper; eine Bildung, woraus der Funke hervorstrab.lt,
der die Ahnungen des Höchsten entzündend in die Brust iïel; ein tietes
Gemüth; ein sohnell ergreifender Verstand. Abes das ist die
entsetzliche Folge des Siindenfalls, dasz der Feind die Macht behielt,
dem Menachen aufzulauern und ihm selbst in dem Streben nach
dem Höchsten, worin er seine göttliche Natur ausspricht, böse
Fallstricke zu legen." Don Juan werd vervoerd door de aanspraken
op het leven, die uit zijne lichamelijke en geestelijke organisatie voort
sproten en een eindeloos brandend verlangen, dat hem het bloed in
rustelooze vaart door de aderen joeg, dreef hem er toe om in onvermoeide
begeerlijkheid alle verschijningen der aardsche wereld aan te grijpen,
vruchteloos hopend in haar bevrediging te vinden. Niets op aarde echter
grijpt den mensch 200 in zijn innerlijkste wezen aan als de liefde. Geen
wonder is het alzoo, dat Don Juan daarin het verlangen hoopt te stellen,
waarvan hij vervuld is, en dat de booze hem hier den strik om den hals
werpt. In Don Juans Gftmüth kam durch des Erbfeindes List der Gedanke,
dasz durch die Liebe, durch den Genusz des Weibes schon auf Erden das
erfüllt werden könne, was blosz als himmlische Verheiszung in unserer
Ernst wohnt und eben jene unendliche Sehnsucht ist es, die uns mit dem
berirdischen in unmittelbaren Rapport setzt. Vom schonen Weibe zum
Bchönern rastlos fliehend, bis zum Uberdrusz, bis zur zerstörenden
Trunkenheit ihrer Reize genieszend; immer in der \Vahl sich betrogen glaubend,
immer boffend das Ideal endlicher Befiïedigung zu finden, muszte
doch Don Juan zuletzt alles irdische Leban matt und flach finden und
indeni er berhaupt den Menschen verachtete, lehnte er sich auf gegen
die Erscheinung, die, ihm als das Höchste im Leben geitend, so
bitter getauscht batte. Jeder Genusz des Weibes war nun nicht mehr
Befriedigung seiner Sinnlichkeit soudern frevelnder Hohn gegen die Natur
und deu Schöpfer." Hij gevoelde diepe verachting voor de gewone be
schouwingen des levens, waarboven hij zich verheven waande, en bitteren
spot voor de menschen, die, gelukkig door de liefde, in de daaruit ont
stane burgerlijke vereeniging ook slechts eenigszins de vervulling der
hoogere wenschen durfden verwachten, welke de natuur in onze borst
legt. Dat alles dreef er hem toe den Almachtige hinderend in den weg
te treden, overal waar van zulk eene verbintenis sprake was. ledere ver
leiding eener geliefde bruid, elk door een gewelddadigen, onherstelbaren
onheilbrengenden slag vernietigd geluk der minnenden is voor hem een
heerlijke triumf op de vijandige macht, op de natuur op den Schepper!
Donna Anna's verleiding met de daaraan verbonden omstandigheden is
het toppunt, waartoe bij opklimt, daar treft hem de straffende hand
des Allerhoogsten!
Welk een afstand, roept men onwillekeurig uit, tusschen deze nieuwe
schepping, dit kind eener dichterlijke phantasie, en den oorspronkelijken
Don Juan, den Spaauschen rouémet zijn in lichtzinnige avonturen
opgaanden, door geen ernstige overdenkingen gestoorden levensloop!
Het zou hier de plaats wezen ook Byron's Don Juan te gedenken;
eene bespreking van dit beroemdste gedicht van den grootsten Engelsche
dichter dezer eeuw kan echter kort zijn. Wanneer Swinburne in zijne
Essays and studies" over Byron spreekt, maakt hij de opmerking, dat
deze hier een algemeen bekenden naam genomen en als opschrift boven
zijn epos heeft geplaatst zonder ook slechts schijnbaar eene poging te doen
om de gelijkenis te bewaren of de daaraan verbonden traditie te volgen.
This hero is not even a reduced copy of the great and terrible figure,
\sith which hèhas nothing in common but a name." Inderdaad heeft
Byron's episch gedicht met den held der sage slechts den naam gemeen;
een enkel tooneel slechts herinnert aan den Burlador: dat van Don Juan's
schipbreuk en zijne redding door Haidee, a long low island gong o£
ancient days," waarin men met eenigen goeden wil het avontuur, dat de
Spaansche edelman met Tisbea beleefde kan terugvinden. Meerdere over
eenkomst bestaat er niet.
De Engelsche lord scheen trouwens zelf niet recht te weten, wat hij
met zijn held zou aanvangen. Het eerst vermeldt hij hem in een brief aan
Thomas Moore: I have n'nished," aldus schrijft hij, a first canto of a
poem called Don Juan, it is meant to be a little quietly facitions upon
every thing," In een brief aan zijn uitgever Murray deelt big twee en een
half jaar later een soort van plan mede: I meant to take him the tour
of Europe with a proper mixture of siege, battle, and adventure and to
make him finish as Anacliarsis Cloots in the French Revolution, I meant
to have made him a cavalier servente in Italy, and a cause for a divorce
in England, and a sentimental Werther-faced man" in Germany, so aa
to show the different ridicules of the society in each of those countries,
and to have desplayed him gradually f/dtéblaséas hègrew older, as is
natnral. But I had not quite fixed whether to make him end in heil, or
in an unhappy marriage, not knowing which would be the severest: the
Spanish tradition says heil, but it is probably only an allegory of the
other state. You are now in possession of my notions oa the subject."
De werkelijke inhoud van het gedicht stemt echter in geenen deele met
deze hoofdtrekken overeen. In Frankrijk en Italiëzet Don Juan geeu
voet en Duitschland vliegt hij met postpaarden door. Daarentegen ver
toeft hij geruimen tijd aan de borst van Haidee op een eiland in
deMiddellandsche zee en daarna te Konstantinopel, neemt dan een werkdadig
aandeel aan de belegering van Ismaïlove en komt eerst in Engeland
na eenige maanden te Petersburg aan het hof der wellustige czarin Kafcha-,
rina II te hebben doorgebracht.
Moge nu al Byron, wat waarschijnlijk is, geen bepaald plan gevormd
en zich bij de vervaardiging van zijn gedicht door de stemming van het
oogenblik hebben laten leiden, of wel er een genoegen in gevonden hebben
zijn publiek door mystificaties op een dwaalspoor te brengen; zeker is het,
dat zijn epos, dat telkens, als 't ware, weder opnieuw aanvangt met dea
ouden Don Juan niets gemeen heeft dan diens afstamming uit Sevilla.
Met Grabbe's drama Don Juan und Faust" betreden wij het eigenlijke
gebied der sage weer. De gedachte de twee vertegenwoordigers van zoo
verschillende levensbeschouwingen in eene tragedie saam te brengen, spreekt
voor de koenheid en het genie des dichters. Zijn schepping is, als 't
ware, eene illustratie van de schoone woorden die Göthe zijn Faust in den
mond legt:
Zwei Seelen wohnen ach! in meiner Brnat,
Die eine will eich von der anderen trennen»
Die eine halt in derber Liebeslust
Sich an die Welt mit klammemden Organft
Die andre hebt gewaltgam Bich vom Duat
Zu den Gefilden hoher Ahnen",
met dit onderscheid alleen, dat d.it conflict niet in n menschenborst
plaats vindt, maar wordt voorgesteld in den strijd tusschen twee elkaar
vijandige naturen. Het gedicht schildert het contrast van een romantischen,
idealen hartstocht en eene zinnelijke liefde, wie het slechts om het
oogenblikkelijk genot te doen is. Dit contrast is in het drama voortreffelijk en
met ware poëzie doorgevoerd. Dat ter bereiking van een bevredigend
resultaat het oorspronkelijke karakter van Faust eenigszins moest gewij
zigd worden, ligt voor de hand. De zinnelijke hartstocht, die DonJuan's
gansche wezen uitmaakt, is ook Faust niet vreemd. Hg is echter slechts
een moment in den ontwikkelingsgang van den Titaan, die alle verschij
ningen des hemels en der aarde heeft leeren kennen. Gevaar bestaat er
dus, dat Don Juan klein zal schijnen in vergelijking met dien meerdere
in ervaring. Zulks hangt intusschen slechts af van de wijze, waarop de
dichter zijn stof behandelt. Grabbe stelt zijn Don Juan als volslagen,
materialist en sensualist voor. Geen hoogere wenschen vervullen hem,
liet genot van 't oogenblik is hem voldoende; Faust daarentegen,
de idealist, leeft in de toekomst; steeds heeft hij een doel, waarnaar
hij streeft, doch dat hij nooit bereikt, daar hij het voortdurend buiten
de grenzen der menschelijke natuur plaatst. Wozu bermenscblich, wenn
du ein Mensch bist?" vraagt Don Juan hem; zijn antwoord is: Wozu
ein Mensch, wenn du nach bermenschlichem nicht strebst."
Deze Don Juan is alzoo weder de oude, die niets meer van het leven
verlangt, dan wat het geven kan; dit echter dan ook in zijn geheel, tot
aan den laatsten druppel. Donna Auna's dood brengt hem dan ook niet
tot vertwijfeling, gelijk dit met Faust wel het geval is. Er zijn nog
andere schoone meisjes" is zijn troost.
Niettegenstaande enkele fouten behoort Grabbe's drama, dat door
Picatoste zelfs niet genoemd wordt, tot het beste wat de Don Juan-litteratuur
heeft aan te wijzen. Een verheven dichterlijke vlucht, een overvloed van
origineele en treffenda gedachten, een grootsche beeldspraak en verschil
lende echt dramatische tooneelen verzekeren het een aereplaats onder de
voortbrengselen der dramatische kunst in Duitschland." Niet ten onrechte
noemt Menzel het dan ook eine tollschöne Dichtung, wo die Gedanken
Blitze, die Worte Donner und die Empfiuduugen Schlage eind."
Amersfoort, 5 Juni 1884. W. N. Coenen:
(Slot volgt).
mm.^jAan Wal en aan Boord, door Petrus
van Oort. 's Gravenhage, Henri J.
Sternberg. 1883.
Daar ons romanlêzifind publiek geene hooge eischen stelt, zal het zeker
met genoegen kennis maken met P. van Oort's jongste werk; Aan Wal
en aan Boord is onderhoudend geschreven. Overigens bezit het weinig
kunstwaarde; het munt noch door de intrige noch door karakterteekening
noch door iets anders uit. Merkwaardig is de nauwgezetheid, waarmede
de schrijver de deugd beloont en de ondeugd straft. Anna Poelenberg en
Eli Hartman zijn even schoon en even lieftallig; daarom huwt de eersta
met Karel Hartman eu da laatste met Johan Dorens, welke jongelingen