De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 15 juni pagina 6

15 juni 1884 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

6 DE AMSTERDAMMER, WEÏPEflLAB "VO-8'R I*fra«»RLAN». Eren machteloos als in den beginne haar gevoel van eerbaarheid en deugd, is naderhand tegenover hem haar wraak. Slechts de bovennatuurlijke machten zijn in staat hem te vernietigen. En tóch is door .een onafgebroken reeks van overwinningen zijn zelfbewust zijn, het vertrouwen in zijn bovenmenschelijke kracht zoo mateloos hoog gestegen, dat hij ook dezen meent te kunnen trotseeren. Zich aan hen gelijk wanend, noodigt hij een dezer geesten bij zich te gast, wil hem als 't ware dwingen afstand te doen van zijn hoogere eigenschappen en de aardsche wetten te erkennen, die hij zelf huldigt. Deze ongehoorde over schatting van zich zelf is de oorzaak van zijn ondergang. Hij wordt terug geworpen binnen de grenzen zijner natuur, die hij met zulk eene stoutmoedigheid had overschreden. Het grootsche dezer opvatting, het nieuwe licht, door Mozart op den grooten verleider geworpen, moest natuurlijk een krachtigen en duurzamen invloed uitoefenen op de meeste volgende bewerkingen. Van de op voering van Don Giovanni" al vindt men bij de verschillende dramatici een streven de stof van meer algemeene, ideale standpunten te beschouwen. Niet weinig heeft tot deze nieuwe zienswijze de geniale maar liedevrjjke auteur van Kater Murr", de te vroeg gestorven Hoffmann, bijgedra gen. In zijne Phantasiestücken" gaf deze eene uitlegging der opera, die, hoewel slechts eene dichterlijke opvatting, tot maatstaf heeft gediend voor latere bewerkers. Dat óók Göthe's Faust hierbij van grooten invloed ia geweest, is buiten kijf. Beschouwt men, meent Hoffmann, de opera zonder er eene diepere beteekenia aan te geven, zoodat men slechts het feitelijke in aanmerking neemt, dan is het bijna niet te begrijpen, hoe Mozart zulk eene muziek daarbij heeft kunnen componeeren. Een bon-vivant, die den wijn en de vrouwen bemint, die uit moedwilligen spot het steenen standbeeld aan zijn tafel noodigt, in zoo iemand ligt niet veel poëzie en zulk eenmensch is het niet waard, dat de eeuwige machten zich zoo bijzonder om hem bekommeren, dat de geest van den gedooden gouverneur den zondaar in diens -laatste uur tot boete komt vermanen en de duivel zijn beste tra wanten uitzendt om het transport naar zijn rijk op de versehriklijkste wijze te doen plaats vinden. Du kannst es mir glaubeu, Don Juan stattete die Natur, wie ihrer Schooszkinder liebstes, mit alle dem aus, was den Menschen in naherer Verwandtschaft mit dem Göttlichen ber den gemeinen Trosz erhebt, was ihn bestimmt, zu bestegen, zu herrschen. Ein kraf tiger, herrlicher Körper; eine Bildung, woraus der Funke hervorstrab.lt, der die Ahnungen des Höchsten entzündend in die Brust iïel; ein tietes Gemüth; ein sohnell ergreifender Verstand. Abes das ist die entsetzliche Folge des Siindenfalls, dasz der Feind die Macht behielt, dem Menachen aufzulauern und ihm selbst in dem Streben nach dem Höchsten, worin er seine göttliche Natur ausspricht, böse Fallstricke zu legen." Don Juan werd vervoerd door de aanspraken op het leven, die uit zijne lichamelijke en geestelijke organisatie voort sproten en een eindeloos brandend verlangen, dat hem het bloed in rustelooze vaart door de aderen joeg, dreef hem er toe om in onvermoeide begeerlijkheid alle verschijningen der aardsche wereld aan te grijpen, vruchteloos hopend in haar bevrediging te vinden. Niets op aarde echter grijpt den mensch 200 in zijn innerlijkste wezen aan als de liefde. Geen wonder is het alzoo, dat Don Juan daarin het verlangen hoopt te stellen, waarvan hij vervuld is, en dat de booze hem hier den strik om den hals werpt. In Don Juans Gftmüth kam durch des Erbfeindes List der Gedanke, dasz durch die Liebe, durch den Genusz des Weibes schon auf Erden das erfüllt werden könne, was blosz als himmlische Verheiszung in unserer Ernst wohnt und eben jene unendliche Sehnsucht ist es, die uns mit dem berirdischen in unmittelbaren Rapport setzt. Vom schonen Weibe zum Bchönern rastlos fliehend, bis zum Uberdrusz, bis zur zerstörenden Trunkenheit ihrer Reize genieszend; immer in der \Vahl sich betrogen glaubend, immer boffend das Ideal endlicher Befiïedigung zu finden, muszte doch Don Juan zuletzt alles irdische Leban matt und flach finden und indeni er berhaupt den Menschen verachtete, lehnte er sich auf gegen die Erscheinung, die, ihm als das Höchste im Leben geitend, so bitter getauscht batte. Jeder Genusz des Weibes war nun nicht mehr Befriedigung seiner Sinnlichkeit soudern frevelnder Hohn gegen die Natur und deu Schöpfer." Hij gevoelde diepe verachting voor de gewone be schouwingen des levens, waarboven hij zich verheven waande, en bitteren spot voor de menschen, die, gelukkig door de liefde, in de daaruit ont stane burgerlijke vereeniging ook slechts eenigszins de vervulling der hoogere wenschen durfden verwachten, welke de natuur in onze borst legt. Dat alles dreef er hem toe den Almachtige hinderend in den weg te treden, overal waar van zulk eene verbintenis sprake was. ledere ver leiding eener geliefde bruid, elk door een gewelddadigen, onherstelbaren onheilbrengenden slag vernietigd geluk der minnenden is voor hem een heerlijke triumf op de vijandige macht, op de natuur op den Schepper! Donna Anna's verleiding met de daaraan verbonden omstandigheden is het toppunt, waartoe bij opklimt, daar treft hem de straffende hand des Allerhoogsten! Welk een afstand, roept men onwillekeurig uit, tusschen deze nieuwe schepping, dit kind eener dichterlijke phantasie, en den oorspronkelijken Don Juan, den Spaauschen rouémet zijn in lichtzinnige avonturen opgaanden, door geen ernstige overdenkingen gestoorden levensloop! Het zou hier de plaats wezen ook Byron's Don Juan te gedenken; eene bespreking van dit beroemdste gedicht van den grootsten Engelsche dichter dezer eeuw kan echter kort zijn. Wanneer Swinburne in zijne Essays and studies" over Byron spreekt, maakt hij de opmerking, dat deze hier een algemeen bekenden naam genomen en als opschrift boven zijn epos heeft geplaatst zonder ook slechts schijnbaar eene poging te doen om de gelijkenis te bewaren of de daaraan verbonden traditie te volgen. This hero is not even a reduced copy of the great and terrible figure, \sith which hèhas nothing in common but a name." Inderdaad heeft Byron's episch gedicht met den held der sage slechts den naam gemeen; een enkel tooneel slechts herinnert aan den Burlador: dat van Don Juan's schipbreuk en zijne redding door Haidee, a long low island gong o£ ancient days," waarin men met eenigen goeden wil het avontuur, dat de Spaansche edelman met Tisbea beleefde kan terugvinden. Meerdere over eenkomst bestaat er niet. De Engelsche lord scheen trouwens zelf niet recht te weten, wat hij met zijn held zou aanvangen. Het eerst vermeldt hij hem in een brief aan Thomas Moore: I have n'nished," aldus schrijft hij, a first canto of a poem called Don Juan, it is meant to be a little quietly facitions upon every thing," In een brief aan zijn uitgever Murray deelt big twee en een half jaar later een soort van plan mede: I meant to take him the tour of Europe with a proper mixture of siege, battle, and adventure and to make him finish as Anacliarsis Cloots in the French Revolution, I meant to have made him a cavalier servente in Italy, and a cause for a divorce in England, and a sentimental Werther-faced man" in Germany, so aa to show the different ridicules of the society in each of those countries, and to have desplayed him gradually f/dtéblaséas hègrew older, as is natnral. But I had not quite fixed whether to make him end in heil, or in an unhappy marriage, not knowing which would be the severest: the Spanish tradition says heil, but it is probably only an allegory of the other state. You are now in possession of my notions oa the subject." De werkelijke inhoud van het gedicht stemt echter in geenen deele met deze hoofdtrekken overeen. In Frankrijk en Italiëzet Don Juan geeu voet en Duitschland vliegt hij met postpaarden door. Daarentegen ver toeft hij geruimen tijd aan de borst van Haidee op een eiland in deMiddellandsche zee en daarna te Konstantinopel, neemt dan een werkdadig aandeel aan de belegering van Ismaïlove en komt eerst in Engeland na eenige maanden te Petersburg aan het hof der wellustige czarin Kafcha-, rina II te hebben doorgebracht. Moge nu al Byron, wat waarschijnlijk is, geen bepaald plan gevormd en zich bij de vervaardiging van zijn gedicht door de stemming van het oogenblik hebben laten leiden, of wel er een genoegen in gevonden hebben zijn publiek door mystificaties op een dwaalspoor te brengen; zeker is het, dat zijn epos, dat telkens, als 't ware, weder opnieuw aanvangt met dea ouden Don Juan niets gemeen heeft dan diens afstamming uit Sevilla. Met Grabbe's drama Don Juan und Faust" betreden wij het eigenlijke gebied der sage weer. De gedachte de twee vertegenwoordigers van zoo verschillende levensbeschouwingen in eene tragedie saam te brengen, spreekt voor de koenheid en het genie des dichters. Zijn schepping is, als 't ware, eene illustratie van de schoone woorden die Göthe zijn Faust in den mond legt: Zwei Seelen wohnen ach! in meiner Brnat, Die eine will eich von der anderen trennen» Die eine halt in derber Liebeslust Sich an die Welt mit klammemden Organft Die andre hebt gewaltgam Bich vom Duat Zu den Gefilden hoher Ahnen", met dit onderscheid alleen, dat d.it conflict niet in n menschenborst plaats vindt, maar wordt voorgesteld in den strijd tusschen twee elkaar vijandige naturen. Het gedicht schildert het contrast van een romantischen, idealen hartstocht en eene zinnelijke liefde, wie het slechts om het oogenblikkelijk genot te doen is. Dit contrast is in het drama voortreffelijk en met ware poëzie doorgevoerd. Dat ter bereiking van een bevredigend resultaat het oorspronkelijke karakter van Faust eenigszins moest gewij zigd worden, ligt voor de hand. De zinnelijke hartstocht, die DonJuan's gansche wezen uitmaakt, is ook Faust niet vreemd. Hg is echter slechts een moment in den ontwikkelingsgang van den Titaan, die alle verschij ningen des hemels en der aarde heeft leeren kennen. Gevaar bestaat er dus, dat Don Juan klein zal schijnen in vergelijking met dien meerdere in ervaring. Zulks hangt intusschen slechts af van de wijze, waarop de dichter zijn stof behandelt. Grabbe stelt zijn Don Juan als volslagen, materialist en sensualist voor. Geen hoogere wenschen vervullen hem, liet genot van 't oogenblik is hem voldoende; Faust daarentegen, de idealist, leeft in de toekomst; steeds heeft hij een doel, waarnaar hij streeft, doch dat hij nooit bereikt, daar hij het voortdurend buiten de grenzen der menschelijke natuur plaatst. Wozu bermenscblich, wenn du ein Mensch bist?" vraagt Don Juan hem; zijn antwoord is: Wozu ein Mensch, wenn du nach bermenschlichem nicht strebst." Deze Don Juan is alzoo weder de oude, die niets meer van het leven verlangt, dan wat het geven kan; dit echter dan ook in zijn geheel, tot aan den laatsten druppel. Donna Auna's dood brengt hem dan ook niet tot vertwijfeling, gelijk dit met Faust wel het geval is. Er zijn nog andere schoone meisjes" is zijn troost. Niettegenstaande enkele fouten behoort Grabbe's drama, dat door Picatoste zelfs niet genoemd wordt, tot het beste wat de Don Juan-litteratuur heeft aan te wijzen. Een verheven dichterlijke vlucht, een overvloed van origineele en treffenda gedachten, een grootsche beeldspraak en verschil lende echt dramatische tooneelen verzekeren het een aereplaats onder de voortbrengselen der dramatische kunst in Duitschland." Niet ten onrechte noemt Menzel het dan ook eine tollschöne Dichtung, wo die Gedanken Blitze, die Worte Donner und die Empfiuduugen Schlage eind." Amersfoort, 5 Juni 1884. W. N. Coenen: (Slot volgt). mm.^jAan Wal en aan Boord, door Petrus van Oort. 's Gravenhage, Henri J. Sternberg. 1883. Daar ons romanlêzifind publiek geene hooge eischen stelt, zal het zeker met genoegen kennis maken met P. van Oort's jongste werk; Aan Wal en aan Boord is onderhoudend geschreven. Overigens bezit het weinig kunstwaarde; het munt noch door de intrige noch door karakterteekening noch door iets anders uit. Merkwaardig is de nauwgezetheid, waarmede de schrijver de deugd beloont en de ondeugd straft. Anna Poelenberg en Eli Hartman zijn even schoon en even lieftallig; daarom huwt de eersta met Karel Hartman eu da laatste met Johan Dorens, welke jongelingen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl