De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 15 juni pagina 7

15 juni 1884 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

'No. 364 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOO-R NEDERLAND. beide even braaf zijn. Natuurlijk gaat dat maar niet zoo gemakkelijk in zijn werk. In het eerste deel krijgt Karel van den snooden Adolf Weernink met een emmerjuk een slag op het hoofd, die hem bewusteloos doet neerzinken; Johan Dorens krijgt in het tweede deel eveneens een slag op het hoofd, óók van Adolf Weemink, waarna hij óók in zwijm valt. Ter afwisseling wordt Johan niet met een emmerjuk, maar meteen zwaren ijzeren nagel getroffen. Adolf ontloopt zijne straf niet, want de auteur verdrinkt hem in de zee. De oude Weernink, die Eli's vader had tegengewerkt, sterft aan een beroerte; overste Korlaer, die de soldaten al te gestreng behandelt, maar overigens een degelijk man is, komt vrij met een styf been, dat hem noopt den dienst te verlaten. Polaerd, de geldwolf, wordt een verloopen sujet. Zoo weet de schrijver ieder te geven, vat hem toekomt. Eet schijnt, dat de heer van Oort niet bijzonder goed op de hoogte is van Indische toestanden; zoo worden in het begin assistent-resident en resident telkens met elkander verward; ook is de verhoudingtusschen een militair-dokter en een assistent-resident geheel anders dan de auteur meent. Op zee is de heer v. O. beter thuis; enkele tooneeltjes aan boord van de Triton zyn niet onverdienstelijk. D. N. _____ / *;r~"*" OEATIE VAN PROF. J. TEN BRINK. Op "Woensdag, den Hen Juni, heeft zich, in het Bataafsch Atheen", een feit voltrokken, dat toejuiching verdient, als de betaling eener natio nale schuld, en hooge waardeering, als een gebeurtenis, vruchtbaar in rechtmatig verwachte resultaten. Dr. Jan ten Brink heeft het Hoogleeraarsambt in de Nederlandsche Letteren mogen aanvaarden met eene redevoering over de leerwyze der letterkundige kunst, door hem toe te passen. Eere den genen, die, ten spy't eener kleingeestige en onedele tegenwer king, den historiograaf der Princen, die Coornhert en Breeroöheeten, den weg tot een leerstoel hebben gebaand, waar hij mér dan iemant aanspraak op had, en die niemant met meer waardigheid bekleeden zou. Esre den nieuwen Hoogleeraar, die met zoo veel edelmoedigheid als takt, kwaad met goed heeft vergolden, en ia zijne redevoering, zonder aanzien des persoons, talenten en kennis gehuldigd heeft, waar deze dit, naar ieders overtuiging, verdienden. Dr. Ten Brink heeft, in het eerste gedeelte zijner rede, een vrij vol ledig overzicht gegeven van hetgeen in Nederland van de XVIIe tot de XlXe Eeuw voor de geschiedenis der letteren gedaan is. Hij heeft voords, als de door hem in zijne kollegies te behandelen stof fen, aangekondigd: letterkundige historie en sosthetische kritiek. Zijne methode zal de historiesch-empirische zijn. Hij spant niet de paardea achter den wagen, als de genen, die de theorie vooropzetten en dan de feiten geven; hij zal de feiten geven, en daarna systematische begrippen (als er aanleiding toe bestaat) ontwikkelen. Hoe meer dan ooit, in onze tijd, kritiek moet geoefend, toonde de Hoogleeraar aan, door drie min of meer uitvoerig behandelde voorbeelden: Shakespeare geen meteoorsteen, zonder voorgeslacht, noch omgeving; de vraag, of La chanson de Roland ook bij geval van Duitschen oorsprong zou zijn; het allerbelang rijkst punt van onderzoek, of de dierenfabel bij de verschillende volken een gemeenschappelijken oorsprong heeft. Met groote aandacht en instemming werd, door het overtalrijk gehoor, dezer redevoering, die met kracht en schakeering, snel maar duidelijk voorgedragen, ongeveer 5 quartier innam, gevolgd. Zij werd besloten door een woord van dank aan de kuratoren, van broederschap en aanbeveling aan de Hoogleeraren, van warme belang stelling aan de studenten. De stemming onder de jonge-lni voor den nieuwen Professor schijnt uitmuntend, 't Is een goed teeken, dat eindelijk eens wordt ingezien: dat de Letterkunde is de wetenschap eener kunst, waarmee liet hart niet minder te maken heeft dan het hoofd, en dat de letterkunde vooral dan opbouwend, beschavend, verrijkend werkt, als zij niet als een pakettjen gchoolkundigheden, maar als eene levensopenbaring behandeld wordt. Alb. Th. BERICHTEN EN MEDEDEELINÖEN. j.-rof. Dr. W. L. van Heiten heeft een geschrift Over MiddelnederlandeSJieft Versbouw in het licht gezonden (Groningen, J, B. Wolters. 108 bladz. f 1.90). De schrijver meent, dat het hem gelukt is, tot een systeem te geraken, dat.... in hoofdpunten althans, alle willekeur buitensluit en het regelmatig scandeeren der Mnl. rijmwerken mogelijk maakt." Toch leent zich ook volgens dit systeem menig vers tot twee of zelfs tot drie meer of min verschillende accentuaties." Eerstdaags zal te 's-Gravenhage bij H. L. Smits een verhaal van A. Hoek verschijnen onder den titel Niet ?verlaten. Wij wenschen de aandacht te vestigen op een historisch werk van Mr. J. C. Naber, dat den titel draagt: Calvinist of Lïbertijnsch? (1572?1631)i en verschenen is bij J. L. Beyers, te Utrecht. Yan Heinrieh Heine's Buch der Lieder, geïllustreerd door Paul Thumann, verschijnt te Leipzig bij A. Titze eene uitgave in acht afleveringen. De Nordsee-Cyclus" is in deze uitgave weggelaten. Van den voor weinige dagen verschenen roman van Alfred Sirven %,?Enfant d'une vierge" zijn reeds zes duizend exemplaren verkocht. Een werk over Anglo-Saxon Literature" van de hand van John Earle, professor aan de Hoogeschool te Oxford, heeft te Londen het licht gezien. Van de bekende Geschichte der deutschen Dichtung aus den Quellen", door Karl Goedeke, zal een tweede druk verschijnen, die geschat wordt op 180 vel (bijna drie duizend bladzijden). ' ' ; ' INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. De Nederlandsche Spectator. 7 Juni. Brande's jongste werk, door mej. H. Mercier. Lucratieve betrekkingen.. door mej. Titia van der Tuuk. Ei ff en Haard, no 23. . Het eeuwig Nieuwe, door Henri Raloff (vervolg). De koninklijke Maatschappij de Schelde" te Vlissingen, door F. Nachtglas. Naarde Lampongs, door A. G. Vorderman (vervolg). De ringen van Brahma» door dr. P. H. Schoufce (slot). Verscheidenheid. Nederland, Juni. Proza: Ee.n huwelijk met den handschoen, door M. Haverkamp (Mar« tha). Een bladzyde uit de geschiedeis van Shakespeare'a tooneeldicht. door F. van der Goes. Oom Willems nichtje, door H. van der Laan. Poëzie: Een niet gebrachte groet, door H. J. Schim mei. Trouwe,: door C. E. Broms. Revue des deux Mondes, l Juin. Etudes diplomatiques. La première lutte de 'rédéric , et MarieThérèse VII. Campagne de Flandre, invasion de l'Alsace, par M. Ie duc de Broglie.?l'Innocent, dern. part. par M. Emile Pouvillon. Le salon de 1884, par M. Henry Houssaye. La Chine et les Chinois H, par M. Ie colonel Tcheng-Ki-Tong. Universités Allemandes et Universitéa franc.aises, par M. Ernest Lavisse. La Nouvelle. ? Zélande et les petites iles adjacentes V, par M. Emile Blanchard. La puissance eoloniale de l'Angleterre, par M. G. Valbert. Revue littéraire. Les Blasphèmes da M. Jean Richepin, par M. F. Brunetière. La Nouvelle Revue* l Juin. M. Alesandre Dumas, Aimée Desclée: Notes d'une Visite de Noces. M. Ramus, Le Péril financier et la République. M. Louis Pauliat, Madagascar. M. Ch. Deslys, La Belle-de-Mai (Trois. part.) M. Paul Arène, Promenade au salon. M. Eugène Forgues, Le Violon muet. M. Auguste Dorchain, Poésie. M. Henri de Bornier, Revue du Théatre: Drame et Comódie. Deutsche Rttndschau, l Juni. Unter uns." Roman van Ossip Schubin III (Schluss). Der Zug Schill's nach Stralsund. Aus dem Nachlass eines Zeitgenossen. I. Alessandro Manzoni von F. von Sarburg II. (Schluss). Der erste Band des Corpus sammtlieher Handzeichnungen Albrecht Dürer's von Hernw Grimm. Eine Reise nach Ostindien. Von Prof. Jul. Jolly in Würz burg III. Die Gesetzgebung Justinians von Prof. Lothar Seuffert. ? Die Berliner Theater von Karl Frenzel. Emamtel Geibel. Der Dicta tor von Wilna. Memoiren des Grafea M. N. Murawjew, u. a. w. The Fortniglitty Review, l June. England's Foreign Policy. By G. Le style c'est FHoinme. A Causerïe» By the Earl of Lytton. A world in Pawn (concluded). By Walter J. Sendall. The Bursting of the Bubble. By the Ilon. W. St. Joha Bi-odrick. M. P. Diana of the Crossways. Cliapt. I?III. By Goorge Meredith. The Religion Question in France. By Paul Bert. Sophocles. By Professor S. H. Butcher. Joseph and His Brethren. By Aa English Tory. International Rivalries in Central Africa. By E. F. G. Law. De 5e maandaflevering van Tuigen Haard bevat o. a. het vervolg van liet Eeuivig Nieuwe door Henri Raloff; Heusden, door W. J. N. Landré; Schetsen uit het Amsterd. Aquarium, door Dr. J. E. Rombouts; Het Museum Boymans te. Rotterdam, door Fr. D. O. Obreen (met afbeeldin gen) ; Naar de Lampongs, door A. G. Vorderman; Het Rotterdamscli Leeskabinet (met afbeeldingen) door J. Craandijk. Voorts een portret van Prof. Kern, met bijschrift door J. S. Speijer en de gravures: Huise lijke weelde, het stadhuis te Heusden, de weide, naar Potter, Madelieven en Door Klaas Vaak verrast, allen met bijschriften. In de Aarde en haar Volken worden vervolgd: Egypte en Marocco en vindt men het begin van: De ivestelyke Himalaja, uit de reisportofeuille van Mevr. Wijfalvy-Bourdon. Eene kaart van het Tatra-gebergte en van een deel van Podoliëwerd bij dit nummer gevoegd. Nieuwe uitgaven in Nederland. Mrs- Argles, Mona. Uit het Engelsch door Myra « i . Cd. Busken Huet, Oude romans J. Craandijk, Wandelingen door Nederland met pen en potlood. J. A. van der Kloes, De theorie van Prof. C. von Naegeli, in verband met de faecalien-kwestie in Nederland .... Mannen van beteekenis in onze dagen. Iwan Toer, génjef, door "W. J. Manssen ........... A. S. C. Wallis, Vorstengunst ...'... l P. F. Brunings, Mijn vriendin Cor. ". . . . . . Dr. A. Heijnsius, Onderzoekingen, gedaan in het Physiologisch Laboratorium der Universiteit te Leiden B. Hildesheim, Poëzie in Bijbel, Talmoed en Jodendom . . Johanna. Dat getob met oüze dienstboden". Wat onze huis houdster mij leerde ...,..»? Nieuwe uitgaven m Duitschland. M. Brasch, Die Klassiker der Philosophie, Ie Lief . ! H. Heine, Memoiren und neugesammelte Gedichte, Prosa und Briefe ? ? H. Lotze, Grundzüge der Aesthetik. Dictate aus den Vorlesungen .....i». Baron v. Roberts, Die Pensionarin ',.."> l '. Budolph, Kronriinz t. Oesterreicb, eiue Qnerfxeise. £ l G.90 3.80 2.25 0.90 . 0-50 4.25 1.60 2.50 0.35 0.73 M 0.50 2.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl