De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 6 juli pagina 3

6 juli 1884 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE egèa op Java, de wenscheljjkheid vanStaats-exploitatiebetoogende, laior door de redactie het tegenovergestelde standpunt werd ver *e ^WkfetorA bego» «zieappip««iatie d« Chriitelyke pers ten onzent. Btt ^vichtifc«4e werd gebracht door de Gtöa, waarin prof. Buys, een . der Leidichëleermeesters van den overleden kroonprins, een ernstig woord spr*1c over het sterfgeval en.den emstigen toestand van ons parlementÉriMne. !ï?'. * : ' " ' ?.;?"??? KUNST. V.. ' \ Vj :'; !f ;BET AMSTIIBDAMSeH TOONEEL, Weldra tal ih«t ;Ntd. Tooneel OM voorstellingen geven van Sftfdon's gHJtig» oomedie Oncle . Som, in 't Hollandsen overgebracht door Prdf. ???"? ; ttn Bripk.' Ziéaar ten minste een Winkelde draad te midden van het '?'T d^trif-oabedftifatda getouw, waarop het tegenwoordig 'repertoire der . T*r«»igint, i, «ingeweven. ' ': ! |- - Men 'i^^het geestige werkje van dr. Póurbin Paris en Amérique, '?'-?'- men weet op welke onbetaalbare wijze deze Parijzenaar de Amerikaansche r' iMeB ? karlka^areert en kastijdt. Wel»u, zoóals dr. Póurbin hier, in een ^ .*o«rt roman, het' hpofdeakehjk gemunt heeft op de kleine huiselijke ge- ": ?''? bjraiken ' «a g**róont«v op' de Vervoer- en comfort-middelen der Vereenigde Staten, «p déinrichting van huizen en bruggen, kanalen en straten, op ?-?-? ;< 'd*n^h«Bi«che9«fan Ix^^w g>wl»dtop»geiprekken, en'aldus het door vlug-^ ^i^<qi!^vi|iia^!:hiA ^r^iniÉri«l|teHr verstompèndëkarakter der Y*nk«e*-4aMfe»el>app9 aan de kaak stelt, zoo schildert Sardou, in zijn blijspel, eeèige kanten van het gemoed, dat uit een dusdanige samenleving -. ?'??'? jrebbreawflijdj zoo tast hij dieper en laat zyn fijnen fransehen lach weer klinken, ali bjj enkele zijden van het hart en het verstand dier heeren openlegt. ' ' '' '-'?' "; Sardon brengt mét elkaar in aanraking eenige wezens voortgekomen aft de broeikos v*n fransche opvoeding en beschaving n eenigen, die ;*:tS«kw.ékt:Vw«wa?,ia-'de hangende tuinen van transatlantischen humbug ?a swpderlingheW. Hét kontrast hieruit ontstaande vormt de komische " "?> kern van het stuk. Stelt u voor, twee Parijzenaars van de beste wereld die samenkomen met dames van daargibds om door fleuren", flirtation, . *» litfAesanronianr ,te beginnen, stelt u voor, dat de eene fraoschman - ??? aauwehjkf van beminnen heeft gesproken, of de jufvrouw, tot wie hij «ich richtte rgejsft&em ten antwoord («ij bevinden zich op een avondfeest): goed, laat ons dan maar dadehjk -óp 'reis gaan". Zij wil even «ea aadere £*p*n aandoen en voorts terstond vertrekken. Werkelijk reist 1 '1^ paar na e«n beelen t^Jd, maar eiken avond, "als in 'de een of andere '°' stad de dantó door haren cavalier naar haar hotel wordt gebracht, sluit gg d* de«r Vwor z^jB neus toe, en laat hem alleen staan op straat par*««tiÉ*^^ aanzoek, weigert haar te **? hu^en^ oiitvlucbt a^ kW en reist hij haar te vergeefs eenige dagen na "-? "oor haar «% .te 'spoiiea. iDe tweede FranBchman onderneemt ook een tocht Biet z$n lady, efl zekeren dag zitten ze samen aan 't strand een kop chocolade tf drinkan. In hun nakfbeid bevindt zich toevallig een geestelijke, die zich Mei hettxdfae .vocht te goed doet. SeherUéad vraagt de dame haren metguel: Zon : je niet met mjj willen trouwen?" Wel zeker," zegt "V .; 'dpt; foiirtrhmanj japt e«n galanten glimlach, dol graag". Nu, daar - ?preek '"üc :'^»jjn: zegen over uit" zegt op* z^n beurt de reverend, die een blik vaa d«" dame had opgevangen,' en laten w^ nu nog een kop chocolade "" Demen'V Goed, d« Franscaman reist verder met zijn jufvrouw, doch wanneer h|j, weer huiswaarts gekeerd, afscheid van haar wil nemen, wordt hem tot zon oiü*teUeni« verzekerd, dat hy in alle wezenlijkheid en ernst getrouwd w. H$ 'bedankt echter natunrljjk voor zoo'n trouwpartij met ;i «hoooladeHMkós. ;';>' 'V ? ' ?f: QTwr de x>nlkaooping, die het gevolg is dezer voorvallen en over den verderen inhoud der comedie willen wij verder het gordijn der bescheidenheid' laten havgea, om den lezer zijne verrassing niet te ' L '?ontnemen. Wy raden hem echter aan eens frisch te gaan lachen om Sardou's geest in bet zomertheater, gedurende de warme dagen van heden. Aan mevrouw de Vries en den heer Morin «jjn uitmuntende rolletjes toe bedeeld ; zij «allea daar zeer op hun plaats welen. Wanneer het stek gaat is ons nog onbekend, maar zeker is te hopen, dat deze ruiker, door : Sardou in de blpenjengaarde van zfl'n vernuft sament[ezochtr spoedig de gearen verdi|>ve, welke na, van uit Charlotte ,c. BircUJ?féiff«ra nachtwerkerswagen de schouwburgzaal deorwalmen. .-, "v V, B^^s inderdaad TUèt wel mogelvk dat Kardinaal Maearin van Birch. Pfeiff«rdoor het iNèd. 27oo«eeZ te zien opvoeren. Dit, waarde lezer, is niet alleen . geen genie, geen talent, geen smaak, geen schranderheid, het is zelfs geen . -bombast, Sardou 'zou er niet eens om hnmbng in kaneen lachen. Men ... «oude. niet aé*n genietbare zgde van dit tooneelspel kunnen aanwijzen. . . Qet> ia «P zóó mede gesteld, dat wij, misschien de kans wagende niet op .,, ons woord door den lezer geloofd te worden, toch niet vermogen ons de b«6t» eener beredenèering en eener aantooning van de onbeduidendheden . jiit dat KariN/naal ? Maearm op te leggen. Maar wat het ergste is: men -. v«pant talenten als dat van onzan Bouwmeester voor zulk een vrachtje! ? X), koainkyjke (Tw»«iging, waar bleef weer uw lens en uw machtspreuk l , ? , t Laat on» hu ho^en, dat Biroh-Pfeiffer geen, eu Sardou een talrijk pu'' > >Bek lokken zal, «n dat'Oncfc Sam door veel zulke goede stukken gevolgd * '?'??. l<; _ K. J. W. . HBT TOONEEL TE ROTTERDAM. ? . Ik heb een stuk geschreven ic0mt inj wenxchel^jk voor, het nieuwe oorspronkelijke stuk van dta bMC J»a O. d» Y«« met dea hierboven vermelden zeer karakteris tieken titel eenigszins te detailleeren; de te vermelde dézullen mg dan gelfgenheid geven, om mijn oordeel uit te spreken. EêfSte bedryf. Willem H. J. van Leuteren, zit aan zijn bureau vrouw staat naast hem. Ja, kind', wat zeg je daarvan, ik heb een sta geschreven", zoo ongeveer begint het stuk. Ja, van Lenteren, koopman en employévan zijn rijken schoonvader tegen een salaris van f 3000'ajaara heeft zich op de letterkunde geworpen en.... heeft een stuk geschreven, maar hij heeft reeds van den Directeur Beem bericht, dat het ter op voering ig aangenomen. De man is wat in zijn schik over dat bericht, hij wil lekker eten, eta lekkers drinken, maar er is geen cent geld in huis, ja, er zijn in de plaats van geld een massa schulden de kleermaker en de wijnkooper komen hem met hunne rekeningen lastig vallen zoo veel zelfs, dat hij niet eens meer n flesch port kan geborgd krijgen. Aan iedereen vertelt hij onder het zegel der geheimhouding, dat hij ,een stuk heeft geschreven, in 5 bedrijven, in verzen, getiteld Claudius Civilis. Opmerkelijk is het, dat zijne vrouw er pas iets van hoort, nadat het al lang af en reeds ter opvoering aangenomen is. Ik zou zoo zeggen, dat hij er reeds vroeger iets van had laten uitlekken. H<j koopt een nieuw pak, spreekt met zjjn schoonvader over de dui zenden die hij voor zijn stuk en de nog volgende zal krijgen en denkt er over, hoe hij met den Directeur over den verkoop zal spreken. ' Daar meldt zich de acteur Dibbels aan. Deze heer heeft in de courant gelezen, dat er binnen kort een oorspronkelijk stuk van den heer Van Lenteren zal gespeeld worden en komt hem nu eens een bezoek brengen. Hij zit nog niet goed, of hij begint te intrigeeren; zijn collega's, de 'directie en de acteurs in het algemeen moeten het ontgelden, hij stelt - zich zelf voor als een uitmuntend acteur en weet den auteur te bewegen, dat hij (Dibbels) de rolverdeeling zal maken. Ik moet hier opmerken, dat uit het gesprek blgkt, dat de auteur niet het minste begrip heeft van een tooneel en niet eens de tooneelspelers, die zijn stuk moeten opvoeren, bij naam. kent. Dibbels is nauwehjks weg, of de actrice Willy Wilky komt binnen. Karakteristiek ia hier eene uitdrukking van de oude meid. Die lui maken haar de vloer vuil; wanneer m\jnheer weer eens stukken schrijft, gaat zij heen, want zij is er niet op gehuurd, dat mijnheer stukken schrijft. Die Willy Wilky is een geaffecteerd, bespottelijk wezen; later blijkt ook nog, dat zij eene gemeene vrouw is. Ook door haar laat zich de auteur verschrikkelijk beetnemen, zooals wij vooral in het tweede bedrijf zullen zien, maar reeds op het einde van het eerste bedrijf heeft z\j hem al zoo ver, dat hij met haar en Dibbels (ook nog een echte klaplooper) bij Couturier gaat dineeren en zg'n lief vrouwtje alleen laat zitten. Dan komt de critiek, ver tegenwoordigd door een vroeger ouderling en een ventje, dat pas van ;,de Hoogere Burgerschool komt. De een vraagt den auteur wie zijn vader, zgne moeder, zijne vrouw is en daar hij ze kent, zal hij iets goeds vaa het stuk schrijven. De andere dweept met Shakespeare, is een pedant, Verwaand kereltje en zal slecht over het stuk schrijven, al heeft liij het ook niet gezien, omdat de auteur bekent, wel Shakespeare's meesterstukken gelezen, maar dien dichter niet grondig bestu deerd te hebben. De twee critici, samengekomen, spreken met dea auteur, schelden elkander uit en gaan weer samen weg. Aan de deur krijgen wij dan dat allergrappigst, nog nooit vertoonde scènetje, dat bsiden de deur uit willen en tegen elkander aanloopen. Dat heb ik hensch in het Kölner Hünncsclten Theater veel mooier gezien. Wanneer de heer De Vos die scène weer eens noodig liesft in een ?tuk, geef ik hem den raad, toch vooral die scène bij JEZtfwnese/iswtebestudeeren, want daar komt zij zelfs bij bloedige treurspelen voor. '"-Nu komt de directeur Beem. Het gesprek van den directeur en deu auteur is mijns inziens het best geslaagde van het heele stuk. Aan den «enen kant de auteur vol hoop, aan den anderen kant de man ran zaken. Mijn kas is mijn kunst", is zvjn devies. Twee bedrijven moeten val len van de vijf en de rest ia dan toch 1103 slecht geaoeg, om te worden gespeeld. Van tijd tot tijd speelt hij wel eens een ooi4spronkelijk stuk, maar dat doet hij uitsluitend, omdat de couranten zoo schreeuwen om oorspronkeltfke stukken; ondertusschen nemen zij ver taalde feuilletons, omdat die goedkooper zijn. En nu het honorarium. ., . n percent voor elk bedrijf van de netto-ontvangst en een doorloopend ??vrykaartje, dus een gulden of zes per avond, maar daarbij kan Lij he*n niet beloven dat het dikwijls zal gespeeld worden. Eerst is de auteur uit het veld geslagen, maar eindelijk geeft hij toch alles toe, om zyn stuk gespeeld te zien. Hij gaat nu naar de acteurs kroeg, waar zijn vriend Dib d. i. Dibbels hem wacht. Nu krijgen wij een paar aardige tooneeltjes en wel tusschen Marie, de vrouw van Van Lenteren en haar vader, waar Marie haar vader overhaalt de schulden van haren man te betalen en een tooneel tusscheu Marie en den bloemist, waarin zij een krans voor haren man bestelt. De bloemist vertelt ons, hoe een auteur of eene actrice bloemen of kransen krijgt; óf aegt hij _ ner is wat van de l'amour", bij of ze zijn van hun eigers zelf of van een lid van de famielje." Van Lenteren komt naar huis met zijn vriend Dib, zoo dronken, dat hu niet op de beenen kan staan, om te vertellen, dat hij met hem en nog iemand (Willy Wilky) bij Couturier gaat eten; zijne vröUW"tt daarover zeer treurig, maar hij gaat toch heen en het gordijn valt. Het eerste bedrijf nog even resuroeerende, kom ik tot de volgende op merkingen. De heer De Vos hekelt hier in de allereerste plaats den auteur; hij stelt hem voor als een gek, een weetniet, een opgeblazen heer, een schuldemaker; dan de acteurs: zij worden voorgesteld als intriganten, klaploopers, verwaande gekken, ezels (Willy Wilky verwisselde de buste van Goethe met die van Schiller; was dat toevallig of op verzoek van den auteur ?); verder do critiek, voorgesteld door een pedanten aap van «en jongen-en een ouden zeurkous en ten slotte de tooneel-directie, voorge steld door een man zonder de minste liefde voor de tooneelspeelkunst en die als devies heeft: Mijn kas is mijn kunst." Ik wensch hier reeds te zeg gen, dat de heer Da Vos het stuk Eenige jaren geleden laat spelen, aoo

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl