De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 6 juli pagina 4

6 juli 1884 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

dat oogensohgolijk eeoe vroegere periode der tooneelwereld* gehekeld wordt; dit is echter slechts oogenschynlijk het geval, ik kom beneden daarop terug. Tweede Bedrijf. Pit bedrijf ion kunnen preken met het opschrift e»n kjjkje achter da ichermen." Wij hebben repetitie van den Clauciius Civitia. Van Lenteren's vrouw stopt den portier «ene fooi in de band, ? waarvoor 2$ de repetitie ongezien mag bijwonen. Zy hoort hoe de acteurs* over het werk van haren man spreken, zy hoort eindelijk, hoe haar man«Üne liefde aan Willy Wilky verklaart. Deze houdt hem echter een beetje voor den gek, vraagt klinkende bewijzen van zijne liefde, eer ZQ* bem iets meer toestaat en -heeft reeds een ring van hem aan haren vinger. In dia repetitie gaat bet nogal vreemd toe; een acteur eet zjjne boter ham op (geestig!), spelt den auteur een papieren poppetje aan sgn jas, dat hu voor die gelegenheid al heeft medegebracht (geestig: met voorbe» dachten rade!) en besmeert zgn hoed en paraplnie met Schminke (topV .punt van geestigheid!). Tal van flauwiteiten over de verzen zelf, di natuurlek bespottelijk slecht zijn, akelige intriges en tooneelatandjes... riehier het borduursel van dit bedrijf, dat zeker bet zwakst is van d* drie. Wanneer het sohertn gevallen is, vraagt men zich onwillekeurig af: wat wil de auteur eigenlijk met dit bedrijf? Ons toonen, dat acteurs ook . flauwe aardigheden kunnen verkoopen; ons toonen, dat er ook gemeene maitrewes onder de actrices te vinden zyn; ons toonen, dat ook acteurs de menschen naar den mond kunnen praten, on» achter hun rug te intrigewen? Nïet n net acteur zien wy verschijnen, die als representant van dexen stand «u kunnen "dienen. Ik weet zeer goed, dat de auteur hiei -geen werkelijke acteurs,.maar charges op het tooneel heeft gebracht; ik we«t zeer goed, dat eene repetitie zoo niet gehouden Wordt; dat er som« ;'bji^,;^r;naTdfittbet gevorkt WoWein,; om.«en stuk >ebooriyk i| te,siudeéren; ik ben m.y volkomen bewust, dat de acteurs niet zoo zijn als df auteur ze voorstelt. Ja! ik ben er trotsch op verscheidenen onder mijne 'kennissen en vrienden te tellen, maar het groote publiek, dat totaal on bekend is met bet leven n werken .van een acteur; hoe oordeelt dat? Het groote publiek schept zijn kennis van zaken uit zoo'n stuk, zegt.... hy zal het toch wel weten, want hg is zelf acteur en spreekt een ongunstig oordeel uit over den stand, dien bet toch maar al te licht uit onkunde geneigd ia te veroordeelen. Ik weet wel, dat op het programma staat het stuk speelt te Amster dam, eenige jaren geleden", maar wie uit het publiek denkt daaraan, dat, het eene'repetitie van vóór eenige jaren" moet voorstellen? Immers, de auteur zelf dacht er niet aan, want hy laat Dibbels n Van Lenteren af spreken, om elkander te treffen by.... Mast, een restaurant, dat hoog stens eea jaar of zes, zeven bestaat. Dtv zg'n het de acteurs van vóór ces, Beven jaar- (trouwens dat ligt ook in de uitdrukking eenige jaren") 'die h$ 'heeft voorgesteld; maar zjjn dat op enkele uitzonderingen na niet de tegenwoordige? Daar, waar hy er zelf niet om dacht, dat hy de tegenwoordige acteurs chargeerde, kan hij moeielijk verlangen, dat het publiek er om zal denken. Derde Bédryf. Wat hierin zal voorkomen, kan men zich haast den ken. Hét stukt valt, de auteur loopt vol, wanhoop naar huis op het oogenblik, dat zijne vrouw bem schrijft, dat zij weer naar haren vader terugkeert, omdat voor baar geen plaats meer is in zyn hart, dus ook niet in zijn buis. (Een koud bad ware misschien een betere kuur voor hem geweest). Er volgt eindelijk eéne verzoening. Tableau. Opmerkelijk is hier, dat de auteur, zelf acteur, een gewonen theater-truc zoo slecht gebruikt. Van Lenteren's vrouw schrijft hem, hij moet dien brief in handen krijgen; de gewone truo is, dat hij gaat zitten, waar de brief ligt, hy ziet hem en hy leest hem. Tot aan het zitten gaat het hier ook goed, maar op het oogenblik, dat hij wil lezen, neemt zijne vrouw den brief weg, want zij wil niet, dat hg bem leest, om.... hem in duizend stukjes te scheuren? Wel neen, om hem, na eerst meermalen gezegd te hebben, dat zij niet wil, dat hy dien brief zal lezen, te eindigen met hem te geven, nadat hy baar eenige on aangename dingen heeft gezegd. Het is een komiek gezicht die vrouw, met den brief in de hand, luid te hooren verkondigen, dat hy dien brief niet lezen zal. Ik had haar wel willen toeroepen: verscheur hem dan!" Ook doet zich de vraag meermalen aan ons voor: waarom heef t zij harea man niet gewaarschuwd?" , Zg had toch op de repetitie gehoord, hoe de acteurs over auteur en stuk dachten. Omdat zij hem niet wilde zeggen, dat zg de repetitie had bijgewoond en alles had gehoord? Mg dunkt, dat was niet half eoo erg als baar man er zoo te laten inloopen. . *,. Ik ben..900 aan het slot van mgne beschouwing gekomen en wenschals mjjtt gevoelen uit te spreken, dat ik van den Heer De Vos beter, dege lijker werk had verwacht Ik weidde tot in bijzonderheden wVomdat ik bier te doen heb, met het werk van iemand, die zich reeds een goeden naam als auteur verworven heeft. De heer De Vos is eenige dagen geleden benoemd tot lid der Maatschappij van Ned. Letterkunde, zeer zeker een hoog? onderscheiding, waarmede ik hem hier nog eens van harte feliciteer'. Die benoeming heeft hg voor een groot deel waarschijnlijk tédanken aan zijn Suzanne; na dat stuk beeft men in hem een talent gezien, dat> alom verdient gewaardeerd te worden.- Maar hg vergete dan ook niet,.. dat nu de plicht op hem rust in het vervolg even zoo goed, zoo niet beter werk te leveren dan zijn Suzanne van bem doet verwachten, of inders te zwijgen. Noblesse oblige! Ik kan niet nalaten, hem in herinnering te roepen de woorden, die Merck aan Goethe schreef na zgn Clavigo: Solch einen Quark muszl du mir künftig nicht mehr schreiben; das können die Anderen auch." Wat de opvoering betreft, zy deed zien, dat de acteurs het werk van hunnen collega in weerwil van alles toch con amore bestudeerd had den, zoodat de opvoering niets te wenschen overliet. Een woord van lof daarom aan de dames Mevr. De Vos, Mevr. Burlage en Mej. de Groot en aan de heeren Poolman-Mutters, De Gras, D. Haspels en den actem De Vos. Ook ben ik nog verplicht te constateeren, dat het publiek u weerwil van al de door mfj tegen het stuk ingebrachte bezwaren bet mooi vond en auteur en acteurs .herbaalde malen terugriep. 2 Juli 1884, M, » EUNST-TEN-TÜON-STELLINQEN. Utrecht, Amsterdam, 's-Gravenhagt. .' ? ! v' Wg zouden over de genre stukken spreken; e.i. stukken met een dra* matiesch belang, dat zich niet aan groote namen der geschiedenis verbindt. Ik kan niet nalaten den Heer Isaao Israël* fefetk te weassbm met zijn kapitaal tafereel, voorstellende een detachement kolonialen, die van Har* derwgk komen en, geëskorteerd door mariniers, over de Koningsbrug te Rotterdam trekken, om sieb te gaan inschepen". De innerlijke en uitwen dige gesteldheid dezer jonge soldaten is meesterlijk voorgesteld. Bjj al het natuurlijk» der kompoiitie ia er in het stuk e«ne schikking van lijnen en tooneffekten, die den eernaam harmoniégch" drafcen mag. Wel behoort de schilderg met zgn koelen nevel, nattigheid en modder, tot die stukken, welke den toeschouwer wat d» Dvitscher noemt miserabel" maken. Iadien dit te wijten U aa» e«ne pessimistische neiging b$ den jongen, reedt zoo bekwamen, kunstenaar, zou het mg* seer leed doen; want weinig stem mingen zgn onvruchtbaarder «u zouden, indien zy algemeen werden, zekerder het mensebdom ten onder brengen. De Heer D. A. C. Arts, die ia de laatste jaren mik» prgstyke schreden voorwaard* gedaan heeft, leverde o.a. Bögrootmoeder" een aardig» schildery, met h«t drinkende kleinkind van een w«l wat onsmakelijk oudtjen. ? ? - ';, ' . .... "-' ' ?'"'" ?' '" :'"' '" ?? De Heer Er J. Boks ie AndwerpeB^verde waSr een geestig gedacht, en fraai geschilderd tafereel, Hg' noemt het Otwt» t*U: bet is een Heer, die die zich boos maakt over de hoog* «keningen vaa Mevrouw. Een lief stukjen leverde de Heer Jae. F. Brugman Stukje brood voor moeder". Een liefhebber, die bier 140 rijksdaalders uittelt, aal aiet be kocht zijn. . De Wachtkamer" van Theódore Cériea beeft eao gevaarleken konkarrent ia Mej. Jeanne Rongiera reeds vroeger genoemd stak. De geestige teekenaar Schmidt Gram beeft De westen in de* familieraad geschilderd. De bewegingen zjjn niet alle even juist. Er is ook iots tams in de geheele behandeling, De Heer S.-C. «ergel$ks> voor es» «? ander onzen landgenoot Boks. De Heer Emile Delpérée levert Onbetwistbaar roeping1'?een jaapan, die zich van een schildersborstel heeft meestergeaaakt, en na (lin>i>sisn 't kladden is. Aangekocht voor de verloting is ayn ander, teerder, atufcjen: Zg bidt voor ben, die ons het naaste zijn". De Heer Juglar, te Parijs, leverde, ten 50sten male, La cipsV .tis een levensgroote figuur, met een paar vreemd geposeerd* boenen. Sst deren kunnen die Parqzenaara wel. De Heer Kever schilderde Het ontbijt", 't Is een jaaffe caoedor nat een jong meisjen, en kinderen. Het aardappelschillen begint mg te varvelen; maar dat ligt aan mg. Waar Mej. Louise Lalande van haar Gezellig ontbot" gewaagt, bariomer ik mg het beeld der schildery in 't geheel niet. Bravo voor Mej. Loder, met hare Btarokkaansche Jodin". Een prachtig Italiaapsch meisje" is door den Heer Willy Marteas in gezonden. Zg ziet zoo opwaarda met haar bruine oogen en hanteert zoo geestig den sinaasappel, dat men den lof van solide aan dit gewrecbt van den auteur niet onthouden zal. De Heer Melis heeft hier zijn zonnig, reeds elders vertoond, Oude Vriend schap en daarbij «en stuk getiteld Troost in de laatste dagen": een bybellezing levensgroot. Ook de Heer Jozef Israels beeft een levens groot stokoud bestjen geleverd. Er is geen reden voortaan zulke anjettea niet op nog grooter schaal te behandelen, aU zoo iets eenmaal toegelaten wordt. Er is iets naïefsin, door de grootte der afmetingen, niet door de grootheid der gedachten, zich der publieke aandacht te willen imponeeren. De Schafttyd van den Heer Nachtweh is reeds meermalea door mg besproken. De Heer Alb. Neuhuys levert No. 290 een Boerettbinnenhuis. Het tya sterke beenen, die de weelde dragen. Heeft de Heer N. alreeds t« veel succes gehad? Er wordt hier een poging gedaan tot het bewijs, que k laid c'est k beau. Het schilderytjen van den Heer Karel Ooms: Een Zwtedsch meüge, ia in alle opzichten deliciëus. De prijs is bet zelfde sJs die van No. 290: bei den / 1800. J . Geestig, natuurlijk, pittig, niet slordig is David Oyéns' De illustratie1' namelyk een Heer en Dame die ze samen bekijken. Pietar Oyens betitelt een zgner stukken De collega's" wel te verstaan in de Jtunst: een mannelyk individu, het werk eener kunstgenoot beschouwend: levens groot, sterk geboterd. Dat monumentale is (ook voor dit sujet) wat kras. De Heer Paling bewijst in zija Goede tijding, dat hu niet dea weg gaat van het diortjen, dat Jules Janin Le cardimal de la mer noemt. 's Heeren Te Peerdt's Gebed in een Italiaansch klooster en Pennachioi-s Morra-sptl zgn zeer fraai. Het laatste is een prachtige sapverfteekening. Tot de geestigste en fraaist bewerkte penr«-stukken behoort 's Heeren Gerard Portielje'a Angstig oogenblik (bg den tandmeester). Yoor dit meesterstuk van charakterteekening wordt maar f 800 gevraagd, 't Is onein dig fraayer dan Hogarth. Behaagzucht van den. Heer Pörtielje, Vader, beb ik reeds elders behandeld en gewaardeerd. Mooi is het nachttafereel van Raeymakers: De laatste bedieningDen stukken van den Heer Sadee ontbreekt het nooit aan ziel, en het leven wordt korrekt afgebeeld. In de Armenwyk is .wel wat week. Ik duide nog aan: de werken van de Heeren van Selm, Siberdt, Siohel, Sierig, Sigling, (wat grijs) en vooral de fraaye Lente" van den Heer Simons: Eene Dame m«t een hond; zy' gaat al korenbloemen plokkaad.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl