Historisch Archief 1877-1940
No. 367
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
' BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.
De heer J. van Loenen Martinet te Zwolle maakt er ons opmerkzaam
op, dat niet Die Geschichte eine Genies" het eerste grootere werk is van
Ossip Schubin (zie het opstel van Enrichetta in het vorig no. van het
Weekblad), maar de roman Ehre", die in de Deutsche Rundschau ver
scheen (l Febr. 1883) en ook afzonderlijk te Dresden en Leipzig werd
uitgegeven.
De eerste aflevering ia verschenen van het tijdschrift De 20ste
Eeuw onder redactie van Mevr. Quarlès, met medewerking van Dr. H.
Hartogh Hejjs van Zouteveen, J. A. de Bergh en andere vrijzinnige den
kers. In deze aflevering komen o. a. stukken voor tegen het vaccineeren,
tegen het eten van vleeschspijzen, tegen vivisectie, over bijgeloof, over de
vrouwenkwestie, enz.
Bij den uitgever J. P. Revers te Dordrecht heeft het licht gezien de
Resolutie der Regeering van Dordrecht, na den moord aan den Prins
van Oranje, gepleegd den 10 Juli 1584. Met een woord vooraf van Dr.
G. D. J. Schotel."
Genoemde resolutie werd dria dagen na den moord door den Secretaris
Joost de Menijn van de pui van 't raadhuis voorgelezen. Den inwoners
van Dordt wordt er in medegedeeld, dat do autoriteiten hebben besloten
met d'andere hare Bond-genoten mede te volharden in den rechtvaerdige
Defensie des Vrydoms des Vaderlands."
De tweede aflevering van Henri George-g eöcwie VraagstitJcJten, ver
taald' door J. Stoffel, is door W. Huisdier G.Jz. te Deventer uitgegeven.
Met nog ue aflevering van ongeveer 180 biadz. is het werk compleet.
Op 19 Juni j. 1. is de bekende Duitsche geschiedschrijver, Prof. Droysen,
op zes- en zeventig jarigen leeftijd gestorven. In zijn jonge jaren waren
het hoofdzakelijk da Grieksche letteren, die zijn aandacht trokken, getuige
zijn vertaling van Aeschijlus en vau Aristophanes, die tusschen 1830-40
het licht zag. In 183G gaf hij zijn Geschichte des Hellenismus" uit (de gr.
gesch. na Alexander den Gr.) een werk, dat tot zijn benoeming tot
hoogleeraar in de geschiedenis aan de universiteit te Kiel aanleiding gaf.
Daarna keerde hij zich echter van den ouden tijd af, om als geschiedschrijver
van den nieuwen tijd op te treden, In 1846 verschenen zijn voorlezingen
over den vrijheidsoorlog, waarop in '48 zijn Verfassing fur Denmark und
Schleswig Holsteiu" volgde, werken die hem in het Frankforter parlement
brachten. Zijn Leben des Feldmarschall York" in 1851 uitgegeven, maakte
grooten opgang in Duitschland en leidde met zijn Grundriss der Historik"
tot zijn aanstelling als Prof. in de Geschiedenis te Berlijn. Zijn hoofdwerk
is de GescViichte der Preussischen Politik, waarvan het eerste deel in
1855, het vijfde in 1881 is verschenen.
In das Magasin wordt met veel lof gesproken van twee bundels novel
len door een jong auteur, die OLder den vreemdklinkenden naam J. Boy-ed
schrijft, in het licht gegeven. De eerste bundel bestaat uit drie novellen:
Ein Tropfen", Seines Kindes Stimme" en In Nacht und Granen". De
tweede bevat twee verhalen, waarvan het eerste: Die Gewaltigste" vol
gens den Duitschen criticus tot het beste behoort van wat in dit genre in
Duitschland wordt geschreven. Over het geheel, zegt hij, valt het
moeielijk in deze twee bundels het eerste werk van een schrijver te zien; niet
alleen is alles daarin grootsch, rustig en klaar, maar zij getuigen ook
van een technische virtuositeit, die werkelijk bij een jeugdig auteur ver
wonderlijk mag heeten.
Mathilde Blind, die verleden jaar voor de Eminent Women Serie een
Studie over George Eliot heeft geleverd, zal binnen kort bij den
LondenBchen uitgever Unwin een roman Tarantella" het licht doen zien.
Het Julinummer van tJie Nineteenth Cenlury bevat een ballade van
Swinbnrne, de Century Magazine van Juli twee onuitgegeven schetsen
van Thackeray.
Omtrent het veelbesproken nieuwe dichtwerk van JeanRichep in maakt
een fransch blad de opmerking, dat de titel van dezen bundel niet juist
is, dat wie atheïst is geen Blasphèmes" kan schrijven. Over het geheel,
zegt dit blad, maakt het een zonderlingen indruk, een schrijver 339 blad
zijden achtereen te hooren uitvaren tegen een God, waaraan hij niet ge
looft, en een duivel te hooren verdedigen, waaraan hij evenmin gelooft.
Toch schijnt de uitgever een groot debiet van dit werk te verwachten,
want het verschijnt niet alleen in een goedkoope uitgave van ir. 3.50,
maar ook in prachteditiën van 20, 40 en 50 fr.
Een ander en meer aantrekkelijk prachtwerk wordt bij Firmin-Didot
uitgegeven. Het is: La Renaissance en Italiëet en France a l'époque
de Charles VIII. Het litteraire gedeelte van dit geschiedkundig werk is
door den reeds gunstig bekende Eugène Müntz geschreven-,
INHOUD VAN~TÏJDSCHRIFTEN.
Eigen Haard No. 26.
Een kleinzoon, door Cornelie Huygens (slot). Iets over het
Erasmiaansch gymnasium, door J. B. Kan. Bij den dood van den prins
van Oranje (met portret). Onze verdediging (vervolg). Verscheidenheid.
De Gids. Juli.
De dood van den Kroonprins. Van en over Betje Wolff, door
Dr. Johs. Dyserincl;. De traktaten tot verdeeling der Spaansche
monarchie 1698?1700, door Jhr. Mr. TL. J. van der Hcim I. Een
heldenleven, door Charles Boissevain III. Christophe Plantin, door
P. A. M. Boele van Hensbroek. Indogermaansche oudheden, door
Prof. S. A. Naber. Letterkundige kroniek.
?'." Vragen des Tyds, Juli en Augustus:
Prof. P. van Geer. De waarde van het menschelyfc leven IL
Mr. B. H. PeTtelliaring. Compagnonnage. Ifr. Ck. M. Dozy. Een
bijdrage tot de statistiek van de verdeeling van den grondeigendom
Spectator, 5 Juli.
Berichten en mededeelingen. Begrafenispenning van Góvert Fjinekj
'door G. A. Vetk. Letterkundige kroniek IX, (Slot), door Wolfgang,
Vlugmaren. Majolica, door Ant. L. de Kop. Pluksel.
The Confcmporary Review, Juli.
Egypt, Europe and Mr. Gladstone, by Henry Dunckley (verax).
The great political snperstition by Herb. Spencer. The proto Helvetians,
by W. Wettall. Official optimism, by Fr. Piek Untrodden Italy, by
Prof. Mahaffy. Wren's work and its lessons, by James Cubitt.
Parliarnent and the foreign poliey of India, by John, Slagy.
Contemporavy life and thought in Franco, by Gabr. Monod. Contemporary
records. v
Nieuwe uitgaven in Nederland.
Dr. W. J. A. Huberts, Korte handleiding tot de kennis der
algemeene geschiedenis, Ie stukje, Ge druk . . . . . . jf 0.50
Jhr. Mr. M. J. Schuurbeque Boeije, De eedsquaestie . . . D 0.40
Wetten en Besluiten betreffende de zeevisscherijen, de
zalmvisscherij en de visscherij op de Schelde en Zeeuwsche Stroomen '9 0,25
Mr. S. Muller Ilzn., De waterweg tusschen Amsterdam en
Rotterdam. Met 5 uitslaande platen ........ n 1.25
J. W. Muller, De oude en de jongere bewerking van den
Remaert. Bijdrage tot de critiek der beide Reinaert-gedichten.
Academisch proefschrift , , 2.50
Statistiek der Scheepvaartbeweging op de rivieren en kanalen
in Nederland in 1883 , , _ 0.35
Nieuwe uitgaven in Frarikrfylc.
Dubot de Laforest, Un Américain de Paris
d'Ambaloges, Assunta .....
Jean Richepiu, Les Blasphèmes . , .
Mgr. Gaume, Du Catholicisme . , J
A. de L'Isle, Le crime de Stillwater .
F. Nolte, L'Europe militaire. . . .
Jehan Soudan, Histoire l'autre de monde .
Dubot de Laforest, Mademoiselle Tantale .'
Robert Halt, Marianne ....
Cte. de Reiset, Modes et usages au temps de Marie Antojnette
Saint-Yves d'Alleyre, Mission des Juifs. .
Baron Ernouf, Maret duc de Bassano. ,
F. Saulière, Le père Brasero . . ,
E. Chartrain, Poivret et Cocardel. ? . » >
Eug. Müutz, Le Renaissance. ? ? ? t i
fr. 3.50
3.50
3.50
5.
3.
n
B
n
n
.
30.3.59
M
Nieuwe uitgaven in Engeland..
Airy fairy Lilian by author of Phyllis"
R. Buchanan, Love me for ever . .
O. Crawfurd, The world we live in .
Basil, A Drawn game . . . ',
Mrs Eilvart, Some of our girls . .
E L. Linton, lone . . . . ',
Basil, Love the debt . . . ',
F. Marryat, Her world agairst a lij . . f~ ' *;, . l
T. E. Trollope, Like ships upon the sea '. . "**" . i
J. Hinton, The law breaker and the coming of the law ?
R. Flint, Vico
W. H. Russe-11, The Indian mutiny j>'j 3 . - , -^ |
V
3.
n
3.»
20.*
20.7.50
« 3.
sh. 2.
» 2.
* 12.
31.6
* 2.
. 3.6
. 3.6
. 3.6
» 2.
» 6.
3:6
MILITAIRE ZAKEN.
TWEE STELSELS TOT OEFENING VAN ONS HOOFDWAPEN.
Meermalen is zelfs van regeeringswege de klaagtoon vernomen, dat de
eerste oefeningstijd voor de verschillende wapens te kort is.
Moge deze klacht wellicht voor de bereden wapens op een juisten
grondslag steunen, voor de infanterie en vestingartillerie heeft zij geen
recht van bestaan, zoo lang niet alles in het werk gesteld is, om met den
actieven diensttijd van twaalf maanden, volgens de bestaande grondwet,
te woekeren.
Nu vooral in de laatste jaren aan de oefening der strijdkrachten de
plaats is aangewezen, die haar zoo zeer toekomt; nu daarenboven bij den
tegenwoordigen financieelen toestand des lands de onmogelijkheid schijnt
te bestaan, om den oefeningstijd aanzienlijk te verlengen, wordt terecht
de vraag geopperd, of de bestaande oefeningswijze van ons hoofdwapen
met zijn veelzijdige bruikbaarheid en zijn groote getalsterkte, wel op
goede uitkomsten berekend is. Een onderzoek in die richting is dan ook
voor het land van het hoogste belang en reeds daarom zijn wij dank
schuldig aan allen, die daaraan hunne krachten wijden.
Onder de schrijvers, die in den laatsten tijd hunne aandacht op dit ge
wichtig onderwerp hebben gevestigd, behooren vooral de kapitein-adjudant
Prins en de Ie luitenant da Heester. Beiden staan een eigen stelsel voor
ter bereiking van een zelfde doel: betere oefening van de manschappen,
gepaard met vermeerdering der zelfstandigheid van den subalternen officier.
De eerste heeft zich ineen kortelings verschenen brochure: de oefeningen
lij de infanterie", als een verklaard voorstander doen kennen van het
reeds meermalen beschouwde stelsel van eotnpaguies- en
bataljonsoefeniagen; de laatste daarentegen heeft in de Militaire Gids 1883, 5e aflev., het
stelsel van besparing van arbeidsvermogen door centralisatie, d. i. samea»