Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
We. 368
wezen onderdeden der reglementen en voorschriften, is niet alleen
door den chef bepaald, op welke uren van den dag moet worden ge
xecreerd of theorie gehouden, maar ook zelfs wat bij elbe oefening vóór
of na de rust moet worden beoefend.
Voegt men daarbij, dat ook naniiddngoeferiingen gehouden moeten
worden, dan is het te begrijpen, dat zulle eene opvattin? van de gegeven
instructie niet geschikt is, om sympathie voor do op zichxelvo goede zaak
te doen ontstaan en het door den Inspecteur beoogde dool te bereiken.
Een en ander doet ons vragen, waaraan deze stand van zaken zijn
ontstaan te danken heeft. Ia het wellicht ook toeteschrijven aan liet
besef, dat de kapiteins van dat korps niet in staat zijn hunne taak naar
behooren nittevoeren?
J
OVERZICHT VAN MILITAIRE ARTIKELEN IN DAGBLADEN.
Van Swieten over den Atjeh-oorlog (Handelsblad, l Juni).
Promotie door X. (Handelsblad, l Juni).
Generaal Duycker (De Amsterdammer, 5 Juni).
Promotie, door Q. Q. (Handelsblad, 6 Juni).
Militaire Overdenkingen, door Vuurpijl (De Amsterdammer, 7 Juni).
De werkkring der zeemacht in onze Oost-Indische bezittingen, door
Staunch (De Amsterdammer, 7 Juni).
Een oude, maar niet verouderde Staatsschuld (Nieuics van den Dag,
7 Juni).
Is verandering in de maritieme middelen in Ooat-Indiëwenschelijk, door
Nautilus (Handelsblad, 8, 14 en 25 Juni).
De Kruiser Tromp, door T. A. Mondriaan (Nieuwe Rotierdamsclie
Courant, 8 Juni).
Is inkrimping der Indische Militaira Marine wenschelijk, door Staunch
(De Amsterdammer, 8 en 9 Juni).
Promotie door K. (Handelsblad, 11 Juni).
Een raadgeving door Brutus. (Handelsblad, 11 Juni),
Is verandering in den toestand der maritieme middelen in Oost-Indi
wenschelijk? door B. do Groot. (Handelsblad, 1.2 Juni).
Is verandering in den toestand der maritieme middelen iu Oost-Indi
wenschelijk? Aan den Heer B. da Groot door Nautilus. (Handelsblad,
15 Juni).
Indisch leger door Z. (Handelsblad, 18 Juni).
Militair Hospitaal te Amsterdam. (Nlcmvs van den Dag, 10, 20 en
21 Juni).
Zomeroefening bij de Marine door E. Kempe. (Nieuws van den Dag,
19 Juni).
Militaie Overdenkingen door Vuurpijl. (De Amsterdammer, 21 Juni)i
De sterkte van het leger in O .-I. (Nieuws van den Dag, 21 Juni),
SCHAAKSPEL
No. 28.
Yan FBITZ OFHANN to M n c h e n,
ZWART.
J
abcdefg
WIT.
Wit spoelt voor on ^ocft in 3 netten raat, (ïlocslevbtul;).
(Wit 7 en Zwart 30 pf.nWcon mof. K. F, ?>}.
OPLOSSING VAN S C IIAAKPHOBLEE M No. 2G:
l -p 3 _ J? 4 +1 K. rit E1 3 fa
2 l', 2 T2 4- V/at. z«-ait wil,
Dauio 5 of D 4 mat,
K. nt D 5
D 5 EG
2 P, 2 E 5 +
3 D.'.mo p 5 wat.
SirMjnbap.r rcdilolcozo party No. 4.
l F 4 nt G T- ! C 4 ut K 4
2 G 2 G 4 II O G 5
'3 A 5 A G en ^"irit uooruirm
Kvravt ri"t, kan vrriuaüofen coii
der pions Jcr-uingin haalt.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Juist is No. 25 en 2G opgelost door jlct z'n vieren to AmgtoïufJi; l'o. £7 doo
T?, v. H. te Delft.
NAGEKOMï^N OPLOSSING ^.N.
Jnist opgelost is No. 2" en 27 door V. d. H. to ". X.: 2" 'Iftnr .T, II: N. fo TcrJc
Die Tan Prouli Quartct te Arasierdain is doov scii'aj.'Vouten onjuist.
FEUILLETON.
Tv -W» A A
es Yoor
VAN'
.U13WI» IL AIS TH El R.
(Slot).
Wörlein had, terwijl het meisje de trap opsiwlde, zich
der tafeltjes voor het huis nedergezet. »Dwaas kind," mompelde
hij en hield de oogen vol verwachting op de deur gevestigd,
waardoor het meisje verdwenen was. Na verloop van eenige
minuien, die hem lang toeschenen, werd de deur geopend en
kwam de jonge dame dartel op hem toegesprongen. Een sterke
lavendelgeur kwam eensklaps Frits in den neus, en voor hem
stoad het meisje in het hem zoo welbekende gebloemde japonnetje.
Hij koek verschrikt naar de deur vreezende ook Muthilde te zien
verschijnen. Daarop staarde hij weer naar het kleedje ja, het
was Su.tzcifdüpatroon, het was de lavendelgeur.
s Gekheid", mompelde hij, »er zijn immers duizenden meiers*1
van dat goed.''
«Au, hoe vindt gij mij 1" vroeg het meisje en bekeek zich zelve
met wegevallea.
Hij vond haar afschuwelijk, belachelijk, gemeen.
Dat figuur was veel te plomp, veel te onbovallig voor die luchtig
daarheen gestrooide bloempjes. Het verlcgene rast zich zelf inge
nomen gezicht had plotseling voor hem eene domme onaange
name uitdrukking gekregen. En die roode handen met die korte
vingers! Uij was niet'in staat haar een compliment van welken
aard ook (3 maken. Een gevoel van afkeer, van walging ook
tegen zich zelven, rees er in hem op, ook zich zelven vond hij
afschuwelijk, belachelijk, gemeen.
»Wat mankeert u?" vroeg het meifje »Ge zegt geen woord."
Vrij onzacht trok hij haar de andere geschenken, die zij mede
gebracht had ia het papier waarin zij ze ontvangen had, uit de
hand. Ilnaslig bezag hij het opschrift: »Een klein aandenken van
de Noord duitsche vrienden," ja, daar stond het in het keurige
Icopcnde schrift, zoo menigmaal door Wörlein bewonderd.
»II ij a God!" riop hij eensklaps uit, »welke dag is het ook van
dong? Woensdag!'' 13ij haalde zijn horloge uit. «Gelukkig nog
niet te laat, maar toch hoogtijd! Adieu, adieu!"
ft n hij stormde heen. Glooiend van schaamte, buiten zich zelven,
radeloos riep hij rond, »Gr,isbergcr, .«prak hij aanhoudend bij zich
r.olven, »Grasberger! Grasberger. Het, kan niet anders!"
Met koortsachtige onrust dwaalde intusschen Malhilde van de
eene kamer van haar huis nrsar de andere, nu eens dit, dan dat
werk ter hand nemend, sik had het niet moeten doen; ik had
het op eene andere manier moeten laten blijken. Hoe zal dat
alloopen ! o God, het was niet goed van mij!''
Het eene uur na het andere verstreek. Zij schrikte bij ieder
geluid; elke voetstap in huis deed haar de hand op het angstig
kloppende hart drukken. Nu eens sloop zij naar de voorkamer,
waar zij den tuin en den straatweg kon overzien, dan weer
knielde zij in de achterkamer naast het wiegje van haar kind
neder. »Gij zult er onder lijden, arm kind! Aan u had ik moeten
denken! I3et was dwaas, het was krankzinnig van mij. Ik gevoelde
mij gekrenkt, en dacht alleen daaraan, niet aan heigeen ik op het
Fpel zette. Maar neen, het is immers onmogelijk, hij kan mij mijn
kind toch niet ontnemen! Hij mag mij immers niet verstooten!
Jk heb toch niets misdreven!"
Do U;d kroop ontzettend langzaam voorbij.
i1 i. «J if
Eindelijk daar naderden voetstappen daar7.011 hij wezen!
Ncdn, ecu brief! Een brief van zija hond! Met sidderende
vin.qers hr;:k zij hem opo.ii. Da letiers dansten haar voor de oogen;
zij raadde meer wat er stond, dan dat zij werkelijk las.
»0, Mijne vrouw! wnnt dat zijt gij nu eenmaal, daaraan kuö.
f';ij nieis veranderen. En ik, die hei zoo onwaardig ben. Jk weet
r,'les, ik weet, dat gij alias weet, ik weet, dat ik een erbarmelijk,
nietswaardig menscli bed, ik weet, dat tusschen ons o God
noen dat woord kan ik niet nederschrijven! Heb erbarmen met
mij! Als ;;ij gezien had, hoe dsze slag mij trof, hoe schaamte en
Leromv n,ij het bloed n-w het aangezicht joegen!
ik f dn ij C dezen brief aan iiet spoorwegstation. Hierheen ben
ik revi'jciit, omdat ik gcene andere gedachte meer had dan deze:
Cïiaer de oogea kan ik haar niet meer komen.
Jioe zou ik haren blik kunnen verdragen! O, Dat kleed! Die
wcbprekeade bloemen! Dat stilzwijgend verwijt! Dat kleed dat u