De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 13 juli pagina 2

13 juli 1884 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

HE AMSTERDAMMER, WEE*B"LAI> - ? ' '?? ? ' '-?. NEBERLAND. -- * -''{- * on 9 tegen het regeeriagsontwerp. Men he«pt deer e-wterhanjdetiigeri eenige leden van den Senaat te kmaon otefhafcn,?te. kranen omkoopen* zeggen de intransigenien, - het k vooral het hsker-centrem, dat den doerstog zal moeten geven. De cbokra, die *aw, behalve Ttonkm en Marseiöe otó eenig klcÉnre steden urt het mden van Frankrijk is binnengeslopen, leeft internationale moeieiyblfedon van aHodei aard. De q»a»a*» tomes berokkenen den handel onbepefceaëare schade; de strenge afefaitmg der Aipeagrens door hatie, der Pyceneeöigrons-déor Spanje doei niet alleen in Frankrijk, maar ook in de twee lalden zelf vele klachten rijeen, en geeft verwikkelingen met de landen, die zooals Zwitserland, nog niet besmet zijn, maar vwervoorzorgs^ maatnegofc» men onvoMoeade acht en die dan dus ook-met eei) eaoitair cordon omgeven worden. ? > ? ???: . : -. ? ; Bi hot Noorweegsche Storting is thans alles powrle imeux dans Ie meiiïeurdeèmonéet. Het nieuwe Kabinet is Woensdag in de Kamep verschenen overeenkomstig het vroeger aangenomen besTül^thans door den Koning goedgekeurd. De voorzitter, de heer Steen, wees op déhistorische: beteekonis van het feit, waar .de heer Sverdrap, do nienwe premier, de kracht deed uitkomen die het herboren Storting onder 's Vorsten medewerking zou kunnen ontwikkelen. . --? Onder de ingekomen ontwerpen bevond zich ook een zeer ge matigde uitbreiding van het stemrecht. Zij is aangenomen met groote meerderheid overeenkomstig de voorstellen van den heer Sverdrap. Een ander voorstel verhooging der toelage van den kroonprins van 36060 op 86600 kronen, werd mede goedgekeurd! Be houding van den koning brengt bij de vertegenwoordiging een verzoenende stemming te weeg. B I BT W E JT !< A H B. De Dwarsdrgvers en hun Caïididaat. EEN W00RD AAN BE KÏEZERS VAN HET DISTRICT HAARLEM. Op den 15n Juli e. k. hebt Gij te beslissen over eene gewichtige vraag. Zult Gij genoegen nemen met een candidaat voor de Tweede Kamer,, die U van 'sGravenhage uit wordt opgedrongen, omdat het bekende clubje dwarser jj vers meent te kunnen rekenen op de poMüeke onmondigiieid der Haarlemmers en Zaankanters ? Of zult Gij den heeren Tak, Lieftiack enz. op ondubbelzinnige wijze doen blijken dat ook Gij meer dan genoeg hebt van eene politiek, die het land op den rand van het verderf gebracht heeft? Zult Gij een bewijs van zelfstandigheid geven door een man af te vaardigen, bekend met uw district, maar vreemd aan het politieke spel van het Binnenhof, waarbij op vele dingen gelet wordt, maar nooit op 's L...ands belang? Van oudsher was ons volk gewoon te »prijzen, wat de Heeren wijzen" en te meenen dat de Heeren Regeerders het moesten weten. De invoering der grondwet van 1848 kon natuurlijk niet onmiddebjk eene verandering brengen in die overoude gezind heden. Men koos sedert dien tijd zijne vertegenwoordigers; maar men liet zich daarbij gaarne leiden door den raad der invloed rijke, deftige Heeren, die wel zoo vriendelijk waren den envoudjgen burger van de zorg over den gang der staatszaken te onthefFen. Wat die Heeren in klein comitéhadden vastgesteld, ging grif in de kiesvereeniging door. En zooals in het bekende spreek woord alle schapen volgen als maar n over de brug is, zoo deden de kiezers wat de deftige Heeren der kiesvereeniging op raad hunner nog deftiger leiders gedaan hadden. Eerst in de laatste jaren is er eenige verandering gekomen in de volgzaamheid onzer kiezers. Duidelijk is gebleken,dat zij, al thans in sommige districten, de oude practijk moede zijn, waarbij bun uit 's Gravenhage een vertegenwoordiger wordt opgelegd, die gekozen wordt naar de eischen van het bekende politieke spel, niet in 's lands belang maar om de ministerieelëzetels. Schitte rend waren dan ook in den laatsten tijd de resultaten van onzen parlementairen regeeringsvorm niet en het is voor ieder duidelijk dat ons land groote behoefte heeft aan andere en betere vertegen woordigers van de liberale richting. Te Haarlem evenwel raeenen sommige politieke Heeren nog een district gevonden te hebben,' zoo volgzaam, zoo kneedbaar, dat de kiezers hen door dik en dun zullen volgen, ook als zij de ongerijmdste dingen voorstellen. Sedert jaren wordt de goede gang van zaken in ons parlement f verstoord door de kleine fractie der Kappeyneanen. Telkens verW bindt zij zich met de antó-Iifoërale minderheden om zeer gewenschte A maatregelen te verhmdefen. Twee jamt laag. hebben haarfel en nifveffceid geleden aan de gevolgen der verwerping van het handfltek-êctaat met Frankrijk op 8 Mei 1882. Ke verwerping gefichMMe ten nadeeie van het land, bepaaldelijk van de reeders en Ueaphoden, ten voordeele van den heer Tak, die Van Ly*den wüde verdringen. o Aan dezeUde fractie is het te wijten, dat de vijfde pogwg tot verbetering onzer kieswet in 1383 zoo jammerlijk mistekte. Het ontwerp-Hwdyk werd niet eans behandeld, voorzeker tot groete schade van de liberale partij, die ook thans weer onmachtig bleek tot de eenve«digste hervorming, tot groote teleurstelling van de velen, wien de hooge census ra onze groote steden het kiesrecht ontneemt; maar, alweder tot meerdere eere vanden heer Tak c.s., die een nieuwen stoot wilden geven aan het ministerie van Lynden. Onze financieele toestand- is sedert jaren zorgwekkend. Sedert een jaar spant de gezonde kern der liberale partij zich in om door verbetering in het belastingstelsel dien toestand te wijzigen. Maar de rumoerige fractie is even ijverig in het verijdelen van die pogingen. .Zij durfde op 26 Juni U. de verwerping der inkomstenbelasting yoor hare rekening nemen, en daardoor eea nieuwen triomf te verschaffen aan de bestrijders van de liberale richting. 'Wat *eelverger is* zij aarzelt niet, altijd ter meerdere eere van de heeren Tak c. s., de positie van het Ministerie te verzwakken op het oogenblik zelf, dat het in zgne diplomatieke onderhandelingen met Engeland den steun der gansche natie noodig heeft en verdient Zelfs aan de geopende groeve van onzen Kroonprins konden de Kappeyneanen de zorg voor de belangen van de heeren Tak c.s. niet achter stellen bij'de zorg voor het vaderland. Eenstemmig was dan ook het veroordeelend vonnis, door d liberale pers en de liberale kiezers over een zoo onvaderlands lievend drijven geveld» En juist dien tijd hebben de heeren uit gezocht om de kiezers van het. district-Haarlem tot hun dienst te pressen. n te Haarlem o te Zaandam wordt de aan kiezers beduid dat nu eindelijk de leider der Kappeyneanen weder m de Kamer moet komen om zijn vriend Tak te steunen. De Haarlemsche kiezers denken de Haagsche heeren zijn lieden met wie men alle» doen kan. ' Zonder twijfel hebben zij daarbij toch wel wat al te veel op uwe volgzaamheid en vergeetachtigheid gerekend. Zeker is het dat de groep der dwarsdrijvers onder de liberalen voer haar be drijf geen beter steun kan vinden dan den heer Kappeyne. Lifcerale ministeries afbreken, liberale maatregelen met heUe redevoe ringen bestrijden was het begin en het einde van 's mans gëJjtiek leven. De lijdensgeschiedenis der liberale partij begint «et den val van het tweede mimsterie-Thorbecke in Febr. 1866. Ieder weet dat het Kappeyne was, die op arglistige wijae den Nestor der liberalen zedelijk dwong tot aftreden. Aan het Ministerie Thorbecke bracht hij op 39 April 1872, door zijn afval bij de behandeling der iakomstenbelasting, den doodsteek toe. Hij werkte mede om te voorkomen, dat de rechterlijke orga nisatie door de Vries, het krijgswezen door van Limburg Stirum hervormd werd. Kortom, bij alle pogingen tot hervorming in liberalen zin vond men Kappeyne, zoolang hij geen minister was, onder de heftige tegenstanders. Was het persoonlijke eerzucht, was het baldadige euvehnoed, die hem bij zijn-politiek leven dreef? Wij kunnen nét onbeslist laten; want m beide gevallen 'is hij voer elk ernstig kiezer «en Onmogelijk man. v . . ^ Als Minister bleek hij nog veel verde*fel9ker-.v»or zyne party dan hij als Kamerlid geweest was. Hij kwam toch op het meest ongeschikte oogenbiik. Het conser vatieve ministerie had eene schoolwet voorgesteld, waarbij aan aMe bereikbare wenschen der liberalen voldaan werd. Wat doet Kappeyne? Hij laat Heemskerk vallen wegens die wet, en treedt zelf op om er een te geven, waarvan hij erkent dat zij sprekend op die van Heemskerk gelijkt. ? ' Wist Kappeyne zijn tijd van komen niet te kiezen, nog ong* lukkiger was zijn heengaan» Hij laat Tak alleen staan bij de ver dediging der kanatenwet; wekt den schijn alsof bij de behandeling dier wet de kabinetsquaestie niet gesteld wordt; Iaat dan ook den heer Tak aanvankelijk aüten ontslag aanvragen... maar gaat toch eindelijk zelf weg naar aanfeiéiftg van-ëe moeiel^fchedefl, waarin de val dier wet hem brasht. Zoo trad Kappeyne af. Herhaaldelijk opgeroepen verklaring te geven van ztja zoadf*ü«g gedrag, acht hg het beneden aieh eenya opheldering te verschaffen. Ook thëns bJ^t hij achler^e sdwwnon. Sedert 1^79 bemerkt man^n innioed nagenoeg ajfeen dwr d»

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl