Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 368
denkt men niet aan vergelijking met den onnavolgbaren fabulist, van wien
bijna iedere proeve een afgewerkt tafereeltje vol humor en wereldwijsheid
is; die zfc'ne pittige waarheden zóó kort en zoo juist heeft geformuleerd,
dat zij in den spreekwoordenschat van alle volken zyn overgegaan en door
de staatslieden van den dag in alle parlementen tot resumeering van eou
debat, tot kenschetsing van een toestand worden aangehaald.
2ulke eiscben den eersten den besten te stellen die zich aan het samen
stellen van een fabel waagt, zou het doel voorbijstreven zijn. Het zij
genoeg indien de korte vertelling, niet al te onwaarschijnlijk, in
hoofdtrekken de waarheid die zij bewijzen wil doet uitkomen, indien zij voor
onze kleinen" bestemd, geen beelden en woorden bevat, met welke wij
niet willen dat deze kennis maken, en indien de moraal, in de fabel ge
leerd en aan het eind uitgesproken, juist is.
Maar van deze eischen gaat ook niets af, en in vele der fabelen van den
heqr Leefson wordt er tegen gezondigd. Laat ons beginnen met een ge
dichtje aan te halen, dat, het eerste in den bundel, bijna het beste is,
De knaap en het vogeltje.
Een jongen knipte in eenen val
Een aardig vogelijn
Kom", streelde hij, ik ben uw baas,
Gij zult gelukkig zijn,
En ?wel voorzien van spijs en drank»
In 't vogelkooitje leven l"
Maar dit beviel het diertje niet;
Gansch anJeis was zijn streven:
Het vloog op eens uit knaapjes hand,
En spottend riep het tot den kwant:
Onthoud dit goed, schoon knaapje mijn,
Het hoogst geluk is vrij t» zijn!"
Dit kleine stukje biedt vereenigd den eenvoudigen aangenamen vorm,
de onberispelijke taal en de juiste moraal. Meer of minder zijn in die
eelfde opzichten aan te bevelen: Jaak en zijn hond, De merel en liet
Mnd, Het paard en de ezel, De knaap en de pereboom, Het konijn en
eyn vrienden, De hond en de lammeren, De gebroken stoJc, De jacht op
liet wilde zwi/n (een der beste) en nog eenige.
Stellen wij hier tegenover een van de slecht geslaagde en het zal duide
lijk zijn hoe eenige afwijking van de gestelde eischen de fabel tot een
onding kan maken. De Zijdetvorm heet het afschrikwekkend voorbeeld:
. Nadat een nijvre zijdeworm,
Veel zjjde had gesponnen,
? En zoo op zijnen ouden dag
Groot aanzien had gewonnen,
Mocht hij ('tis 't loon van een insek
Steeds aan zijn plicht getrouw),
Gorust en vroolijk leven
Met zijne brave vrouw.
Maar ach! het ongestoord geluk
Is nooit van langen duur!
Hij stierf: zij u vreugde duurde slechts
Een snel vervlogen uur!
Kan men inderdaad meenen op het voorstellingsvermogen van eenig
kind indruk te maken met een zijdeworm die op zijn ouden dag groot
aanzien had gewonnen en met zijn brave vrouw gerust en vroolijk" leefde?
En op welke moraal, op welke aansporing tot vlijt, goed gedrag of bur
gerdeugd komt deze fabel neer? Zij predikt alleen dit onvruchtbaar
fatalisme:
Wat baat ons 't zwoegen hier op aarde ?'
Wat is ons kort bestaan ?
Als wij eens komen tot de mate,
Is het met ons godaan!
Voedt men zóó kinderen op voor het leven ? Van eene andere, De Vos,
3e wolf en de man, gaat de logica zich te buiten.
Dit diertjen is natuurlijk mijn!"
Zei Vos en wurgde een jong konijn;
De vos werd door een wolf betrapt,
Eu op zijn beurt werd hij gehapt; (!)'
En ook de wolf kwam in den nood.
Een flinke jager schoot hem dood >
En de flinke jager?" zal een verstandig kind vragen, wie hapte
hem?" te meer daar de moraal er bij voegt:
Doe nimmer uwen naasten kwaad:
De straffen volgen vroeg of laat.
Hier en daar is de tekat ontsierd door een plat of onjuist woord, een
Hinkend zwijn," waarachtig, 't is een kruis!" smijten," hij kon
kunstles," red u uit dat boos gekles."
Zoo het den heer Leefson niet aan te raden zijn, bij een herdruk van
Bijn boekje de vele goede elementen want inderdaad van een aantal
onzeïdichters van pretentie zou men vergeefs een zestal zoo onberispe
lijke fabelen vragen zorgvuldig te schiften van de micder goede? Met
wat correctie zijn er ook van de door ons niet genoemde nog vele te
gebruiken, bv. Het flmvijn en de vos, De man en de vos, De twee wolven
en het schaap, De hond en de aap, De wolf, De wilde duif, De loer en
zijn hondcnspan, De ezel en zi/n baas, De reizende hond en misschien
nog wel meer. Een goed fabeldichter is iets te zeldzaams, en de heer
Leefson toont te veel aanleg om er een te worden, dan dat men hem
niet ernstig zou opvatten. Scaramouche.
BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.
Een gelegenheidsboekje, Een Krans op het Graf van dew Zwijger,
wordt door C. L. Brinkman, alhier uitgegeven met het doel voor de
opbrengst werkelijk een krans op des Zwijgers graf te leggen.
By A. Smit te Steenwijk geeft de heer Willem Koning eenige
Bysonderhcdan betreffende den Sluipmoord uit, een dubbeltjesboekje, dat wel
geschikt is om ouder het volk een herinnering aan de dagen van 1584
te verlevendigen.
In das Magazin" van 5 Juli komt een opstel voor van den philosoof
Eduard von Hartmann. Hij zegt daarin, dat het hem onaangenaam is, telkens
op nieuw uitsluitend naar het werk zijner jeugd, naar die Philosophie
des Unbewussten," beoordeeld te worden, alsof hij daarin het geheel zijner
wereldbeschouwing zou hebben neergelegd. Hij kan natuurlijk geen zijner
lezers beletten zich tot de lezing van een zijner boeken te bepalen, maar
wel meent hy den wensch te mogen uitspreken, dat men in het openbaar
of in geschrifte geen oordeel over zijn philosophie veile, dat niet op
kennismaking met al zijn werken in hun samenhang berust. Daarop
gaat hij, om het verkrijgen van een overzicht over zijne geschriften en
hun innerlijk verband gemakkelijk te maken, een schets van zijn
gedachtengang, een kort begrip van zijn leer geven.
Harten Leina, en Spiegel vör Land und Lüt" is de titel van een ver
haal, dat in platdnitsch is geschreven en bij Kogge & Fritze te Berlijn
wordt uitgegeven. De grondige kenner van het platduitsch, KarlTheodor
Gaedertz, heeft er een inleiding voor geschreven.
Prof. Max Muller maakt een bundel biographieën voor de pers gereed»
Binnen kort zal in Engeland een werk worden uitgegeven The Wo«
mau's Question in Europe" genaamd, waartoe bekende engelsche vrou
wen, o. a, Mevr. Fawc^tt, hare medewerking hebben verleend.
"Een eenvoudig ffedenkteeken van zwart en grijs graniet is 28 Juni 11.
in tegenwoordigheid van verscheidene Kussische schrijvers op Tourgenew's
graf opgericht.?Rijker aan beeldhouwwerk is het monument, dat eerlang
op Dante Gabriul Rossetti's graf verrijzen zal en dat thans te Manchester
wordt ten tooa gestald. liet wordt den bekenden dichter en schilder door
zijn broeder William en zijn zuster Christina gewijd.
Voor do eersto maal is de graad van Doctor of Science" aan de uni
versiteit te Londen door een vrouw behaald. Het is Mrs Bryant, leerarea
in de wiskunde aan een meisjescollege te Londen, die zich dien titel heeft
?verworven.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
Tijdschrift voor Noordbralantsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde}
No. 17 en 18:
Oorkonde 19 October 1553; Muntwaarde, Cijnsen; De Nemelaar door
A- van Sasse van Yssclt; Grafzerken in Kempenland; Grafzerk te
Bergen-op-Zoom (met gravure); Besluiten van de Regeering van Helmond;
Duizel (met afbeelding); Noordbrabantsche Kinderrijmeu No. 7; Volks
sprookjes, bijgeloof; Kaboutermannetjes No, 6, en Klokken op schriften.
Spectator 12 Juli:
Berichten en mededeelingen. Jan de Witt, door prof. P. L. Muller.
Geen satire op een satire I, door dr. W. Doorenbos. Francesco
Jerace, door 3Ir. C. Vosmaer. Focquenbroch's Min ia 't Lazarushuis,
door dr. J. A. Worp. Sonnetten, van Fiore delia Nevo en Louis
Couperus. Pluksel.
Nederland, Jul'
M. Waarheid; Dr. F. H. B. von Ho/f, Do oorsprong der
bloedbeschuldiging tegen de Joden; Dr. Ja» ten Brink, Moderne Romans ;
IL van der Laan, Oom Willem's nichtje; Frederik van Eeiïen, De
wonderbloem (poëzie).
WelenscJiappelyke bladen, Juli.
Henrik Ibsen (Nord und Süd); De oorsprong der alchymie (Nouv.
Revue)', De Amerikaansehe onafhankelijkheidsoorlog uit Engelsch ge
zichtspunt (Preus. Ja/irbücher); Jean BaptisteDumas (Times en andere
bronnen); Hoe Amerika zich zelf en ons van ijs voorziet, (Longman's
Magazine); Overzicht van binnen- en buitenland; Opgaaf van
nieuw uitgekomen boeken.
Eigen Haard, No. 27.
Krates, een levensbeeld door Justus van Maurilc J>.;?10 Juli 1584,
door W. J. IIo/JsjJc; 1584 10 Juli 1884, door Ant.L. de Sop;
De portretten van Wiïlem den Zwijger, door David van der Keilen Jr.;
Ou?.» verdediging (Slot); Verscheidenheid.
Revue dos deux Mondes, l Juillet.
Etudos diplomatiques, par Ie duc de Broglie VIII; ija pamplina, par
André'J'he.tirict; Ijes chemins de fer Italiens, par Cuclieval-Clarigny;
??Les monumens do la renaissance franr,aise daiis la chapelle duchateau
de {Jliantilly, par A. Gruycr; Bianca Capello grande duchesse de Tos
cane, par Henri Blaze-de-Bury; Oswald Heer et son oeuvre, par Ie
Wtrquis de Saporta; L'Abyssinie et son Négus d'après un voyageur
Allemand, par G. Vulbert; Revue littéraire; la légende et Ie culte de
Krichna par F. Brunetière etc.
La Nouvelle Eevuc, l Juillet.
Mad. Adam (Jul. Lamber), La patrie Hongroise (Suite); Léonce de
Brotonne, La politique extérieure de l'empire (1852?1870); Louh
PtmUiat, Madagascar (Fin); Georgcs Glatron, Le Fayon (deux partie);
Charles Grandmougin. La Théosophie; IL Meren, Gennaro; Jean
Aieard, Poésies; Louis Gatht, Revue du Théatre.
Deutsche Riinclschau, Juli.
Geld, von Karl Trcnzel, I; Rede auf Geibel, von Wdh. ScJieret",
Der Zug Sohill's aach Stralsund II; Die Deutsche Memoiren-literatur,