De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 13 juli pagina 8

13 juli 1884 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 368 denkt men niet aan vergelijking met den onnavolgbaren fabulist, van wien bijna iedere proeve een afgewerkt tafereeltje vol humor en wereldwijsheid is; die zfc'ne pittige waarheden zóó kort en zoo juist heeft geformuleerd, dat zij in den spreekwoordenschat van alle volken zyn overgegaan en door de staatslieden van den dag in alle parlementen tot resumeering van eou debat, tot kenschetsing van een toestand worden aangehaald. 2ulke eiscben den eersten den besten te stellen die zich aan het samen stellen van een fabel waagt, zou het doel voorbijstreven zijn. Het zij genoeg indien de korte vertelling, niet al te onwaarschijnlijk, in hoofdtrekken de waarheid die zij bewijzen wil doet uitkomen, indien zij voor onze kleinen" bestemd, geen beelden en woorden bevat, met welke wij niet willen dat deze kennis maken, en indien de moraal, in de fabel ge leerd en aan het eind uitgesproken, juist is. Maar van deze eischen gaat ook niets af, en in vele der fabelen van den heqr Leefson wordt er tegen gezondigd. Laat ons beginnen met een ge dichtje aan te halen, dat, het eerste in den bundel, bijna het beste is, De knaap en het vogeltje. Een jongen knipte in eenen val Een aardig vogelijn Kom", streelde hij, ik ben uw baas, Gij zult gelukkig zijn, En ?wel voorzien van spijs en drank» In 't vogelkooitje leven l" Maar dit beviel het diertje niet; Gansch anJeis was zijn streven: Het vloog op eens uit knaapjes hand, En spottend riep het tot den kwant: Onthoud dit goed, schoon knaapje mijn, Het hoogst geluk is vrij t» zijn!" Dit kleine stukje biedt vereenigd den eenvoudigen aangenamen vorm, de onberispelijke taal en de juiste moraal. Meer of minder zijn in die eelfde opzichten aan te bevelen: Jaak en zijn hond, De merel en liet Mnd, Het paard en de ezel, De knaap en de pereboom, Het konijn en eyn vrienden, De hond en de lammeren, De gebroken stoJc, De jacht op liet wilde zwi/n (een der beste) en nog eenige. Stellen wij hier tegenover een van de slecht geslaagde en het zal duide lijk zijn hoe eenige afwijking van de gestelde eischen de fabel tot een onding kan maken. De Zijdetvorm heet het afschrikwekkend voorbeeld: . Nadat een nijvre zijdeworm, Veel zjjde had gesponnen, ? En zoo op zijnen ouden dag Groot aanzien had gewonnen, Mocht hij ('tis 't loon van een insek Steeds aan zijn plicht getrouw), Gorust en vroolijk leven Met zijne brave vrouw. Maar ach! het ongestoord geluk Is nooit van langen duur! Hij stierf: zij u vreugde duurde slechts Een snel vervlogen uur! Kan men inderdaad meenen op het voorstellingsvermogen van eenig kind indruk te maken met een zijdeworm die op zijn ouden dag groot aanzien had gewonnen en met zijn brave vrouw gerust en vroolijk" leefde? En op welke moraal, op welke aansporing tot vlijt, goed gedrag of bur gerdeugd komt deze fabel neer? Zij predikt alleen dit onvruchtbaar fatalisme: Wat baat ons 't zwoegen hier op aarde ?' Wat is ons kort bestaan ? Als wij eens komen tot de mate, Is het met ons godaan! Voedt men zóó kinderen op voor het leven ? Van eene andere, De Vos, 3e wolf en de man, gaat de logica zich te buiten. Dit diertjen is natuurlijk mijn!" Zei Vos en wurgde een jong konijn; De vos werd door een wolf betrapt, Eu op zijn beurt werd hij gehapt; (!)' En ook de wolf kwam in den nood. Een flinke jager schoot hem dood > En de flinke jager?" zal een verstandig kind vragen, wie hapte hem?" te meer daar de moraal er bij voegt: Doe nimmer uwen naasten kwaad: De straffen volgen vroeg of laat. Hier en daar is de tekat ontsierd door een plat of onjuist woord, een Hinkend zwijn," waarachtig, 't is een kruis!" smijten," hij kon kunstles," red u uit dat boos gekles." Zoo het den heer Leefson niet aan te raden zijn, bij een herdruk van Bijn boekje de vele goede elementen want inderdaad van een aantal onzeïdichters van pretentie zou men vergeefs een zestal zoo onberispe lijke fabelen vragen zorgvuldig te schiften van de micder goede? Met wat correctie zijn er ook van de door ons niet genoemde nog vele te gebruiken, bv. Het flmvijn en de vos, De man en de vos, De twee wolven en het schaap, De hond en de aap, De wolf, De wilde duif, De loer en zijn hondcnspan, De ezel en zi/n baas, De reizende hond en misschien nog wel meer. Een goed fabeldichter is iets te zeldzaams, en de heer Leefson toont te veel aanleg om er een te worden, dan dat men hem niet ernstig zou opvatten. Scaramouche. BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN. Een gelegenheidsboekje, Een Krans op het Graf van dew Zwijger, wordt door C. L. Brinkman, alhier uitgegeven met het doel voor de opbrengst werkelijk een krans op des Zwijgers graf te leggen. By A. Smit te Steenwijk geeft de heer Willem Koning eenige Bysonderhcdan betreffende den Sluipmoord uit, een dubbeltjesboekje, dat wel geschikt is om ouder het volk een herinnering aan de dagen van 1584 te verlevendigen. In das Magazin" van 5 Juli komt een opstel voor van den philosoof Eduard von Hartmann. Hij zegt daarin, dat het hem onaangenaam is, telkens op nieuw uitsluitend naar het werk zijner jeugd, naar die Philosophie des Unbewussten," beoordeeld te worden, alsof hij daarin het geheel zijner wereldbeschouwing zou hebben neergelegd. Hij kan natuurlijk geen zijner lezers beletten zich tot de lezing van een zijner boeken te bepalen, maar wel meent hy den wensch te mogen uitspreken, dat men in het openbaar of in geschrifte geen oordeel over zijn philosophie veile, dat niet op kennismaking met al zijn werken in hun samenhang berust. Daarop gaat hij, om het verkrijgen van een overzicht over zijne geschriften en hun innerlijk verband gemakkelijk te maken, een schets van zijn gedachtengang, een kort begrip van zijn leer geven. Harten Leina, en Spiegel vör Land und Lüt" is de titel van een ver haal, dat in platdnitsch is geschreven en bij Kogge & Fritze te Berlijn wordt uitgegeven. De grondige kenner van het platduitsch, KarlTheodor Gaedertz, heeft er een inleiding voor geschreven. Prof. Max Muller maakt een bundel biographieën voor de pers gereed» Binnen kort zal in Engeland een werk worden uitgegeven The Wo« mau's Question in Europe" genaamd, waartoe bekende engelsche vrou wen, o. a, Mevr. Fawc^tt, hare medewerking hebben verleend. "Een eenvoudig ffedenkteeken van zwart en grijs graniet is 28 Juni 11. in tegenwoordigheid van verscheidene Kussische schrijvers op Tourgenew's graf opgericht.?Rijker aan beeldhouwwerk is het monument, dat eerlang op Dante Gabriul Rossetti's graf verrijzen zal en dat thans te Manchester wordt ten tooa gestald. liet wordt den bekenden dichter en schilder door zijn broeder William en zijn zuster Christina gewijd. Voor do eersto maal is de graad van Doctor of Science" aan de uni versiteit te Londen door een vrouw behaald. Het is Mrs Bryant, leerarea in de wiskunde aan een meisjescollege te Londen, die zich dien titel heeft ?verworven. INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. Tijdschrift voor Noordbralantsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde} No. 17 en 18: Oorkonde 19 October 1553; Muntwaarde, Cijnsen; De Nemelaar door A- van Sasse van Yssclt; Grafzerken in Kempenland; Grafzerk te Bergen-op-Zoom (met gravure); Besluiten van de Regeering van Helmond; Duizel (met afbeelding); Noordbrabantsche Kinderrijmeu No. 7; Volks sprookjes, bijgeloof; Kaboutermannetjes No, 6, en Klokken op schriften. Spectator 12 Juli: Berichten en mededeelingen. Jan de Witt, door prof. P. L. Muller. Geen satire op een satire I, door dr. W. Doorenbos. Francesco Jerace, door 3Ir. C. Vosmaer. Focquenbroch's Min ia 't Lazarushuis, door dr. J. A. Worp. Sonnetten, van Fiore delia Nevo en Louis Couperus. Pluksel. Nederland, Jul' M. Waarheid; Dr. F. H. B. von Ho/f, Do oorsprong der bloedbeschuldiging tegen de Joden; Dr. Ja» ten Brink, Moderne Romans ; IL van der Laan, Oom Willem's nichtje; Frederik van Eeiïen, De wonderbloem (poëzie). WelenscJiappelyke bladen, Juli. Henrik Ibsen (Nord und Süd); De oorsprong der alchymie (Nouv. Revue)', De Amerikaansehe onafhankelijkheidsoorlog uit Engelsch ge zichtspunt (Preus. Ja/irbücher); Jean BaptisteDumas (Times en andere bronnen); Hoe Amerika zich zelf en ons van ijs voorziet, (Longman's Magazine); Overzicht van binnen- en buitenland; Opgaaf van nieuw uitgekomen boeken. Eigen Haard, No. 27. Krates, een levensbeeld door Justus van Maurilc J>.;?10 Juli 1584, door W. J. IIo/JsjJc; 1584 10 Juli 1884, door Ant.L. de Sop; De portretten van Wiïlem den Zwijger, door David van der Keilen Jr.; Ou?.» verdediging (Slot); Verscheidenheid. Revue dos deux Mondes, l Juillet. Etudos diplomatiques, par Ie duc de Broglie VIII; ija pamplina, par André'J'he.tirict; Ijes chemins de fer Italiens, par Cuclieval-Clarigny; ??Les monumens do la renaissance franr,aise daiis la chapelle duchateau de {Jliantilly, par A. Gruycr; Bianca Capello grande duchesse de Tos cane, par Henri Blaze-de-Bury; Oswald Heer et son oeuvre, par Ie Wtrquis de Saporta; L'Abyssinie et son Négus d'après un voyageur Allemand, par G. Vulbert; Revue littéraire; la légende et Ie culte de Krichna par F. Brunetière etc. La Nouvelle Eevuc, l Juillet. Mad. Adam (Jul. Lamber), La patrie Hongroise (Suite); Léonce de Brotonne, La politique extérieure de l'empire (1852?1870); Louh PtmUiat, Madagascar (Fin); Georgcs Glatron, Le Fayon (deux partie); Charles Grandmougin. La Théosophie; IL Meren, Gennaro; Jean Aieard, Poésies; Louis Gatht, Revue du Théatre. Deutsche Riinclschau, Juli. Geld, von Karl Trcnzel, I; Rede auf Geibel, von Wdh. ScJieret", Der Zug Sohill's aach Stralsund II; Die Deutsche Memoiren-literatur,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl