Historisch Archief 1877-1940
No. 373
DE AMSTERDAMMER, WËEKBLXüWOR NEDERLAND.
> >. *,"
oudste van een groot gezin, zich niet minder wijdt aan de bekngen en genoe
gens van een uitgebreidon familiekring dan aan hare letterkundige werk»
zaamheid, bemerkt zij met verbazing hoe de wereld haar waardeert. In
Londen wordt zij gevierd en bewonderd; Byron's onrustige geest voelt
zich aangetrokken door eene persoonlijkheid, wier voornaamste karakter
trekken waarheid en eenvoud waren. Thomas Moore, de zangerige lersche
dichter, prijst in warme bewoordingen den indruk, dien zij maakt. Zelfs
als zij Parijs bezoekt, bemerkt zij door de aandacht, die haar van alle
zyden geschonken wordt, hoe ook hier haar roem is doorgedrongen. En
echter de helle gloed van dien roem heeft nooit het helder licht van het
geluk dat haar levenspad bescheen, overschaduwd; zij keert terug naar
het oude huis om er te sterven na een lang leven, vervuld met al de ge
noegens van hart en geest
(Wordt vervolgd). Agnes van Egmond.
WERELD EN EENZAAMHEID.
Prijst vrij, zooveel 't u lust, uw luide feestgelagen,
Waarheen men rijk versierd met fiere rossen rijdt,
Waar ieder om den mond een glimlach dient te dragen,
Als waar deze aard van leed, van dood en rouw bevrijd;
Waar scherts en dartelheid zich met elkaar vereenen,
Aan 't juublen der muziek de klank der stem zich paart,
Waar alles schittrend straalt, vernuft en eedle steenen,
Om aan uw hart en blik een vuurwerk te verleenen,
Waar geest en oog zich blind op staart.
Roemt vrij dan ook nw bals, waar men in kostbre zalen
Verkoelend ijs u biedt en zoeten parelwijn,
Waar 't flikkrend spiegelglas, weerkaatsend honderd malen
Pen tooverglans verhoogt van safir en robijn,
Waar bij trompetgeschal en 't zacht geruisen der loov'ren,
Aan 's neren minnaars arm d'aanbeden schoone zweeft,
Waar, om den eereprijs der schoonheid te veroov'ren
De achttienjarigen met blik en glimlach toov'ren,
Die aan heur Bidders vleug'len geeft.
Verheerlijkt vrij de pracht, den donk'ren gloed dier oogen]
Wier lof de poëzie in duizend lied'ren zingt,
Die door een efik'len blik verneêren of verhoogen,
Die onweerstaanbaar tot in 't smachtend harte dringt;
Roemt vrij den ambergeur, die wasemt door uw zalen,
Den zilverschat, zoo rijk door 't weidsch salon verspreid,
Den wijn, dien 't kunstlicht rood als echt robijn doet stralen,
Der schoonen zoet gesnap maar mij, o! laat mij dwalen
In U, o plechtige eenzaamheid!
Verheven Tooveres, die wandelt, im de wouden,
Waar slechts een vluchtend hert de diepe stilte stoort,
Die op de rotsen, waar slechta aadlaars woning houden,
Naar 't bruisend golfgeklots der woeste branding hoort;
Die tot uw zetel kiest kasteelen lang verlaten,
Waar 't donker klimoploof om muur en poorten groeit,
En slechts in stillen nacht langs marktplein gaat en straten,
Om kerk en torentrans niet onbezocht te laten,
Door 't zilv'ren maanlicht zacht omvloeid
V kies ik! Reeds als knaap kondt Gij mij 't meest behagen;
Van leed en zorg nog vrij zwierf ik door heide en woud;
Gij hebt mij 't eerste lied geleerd in oude dagen,
In droeven, zwaren strijd mijn krachten opgebouwd;
En wou ook soms mijn ziel vergaan in leed en rouwe,
Steeds keerde ik van U weer met zachten troost in 't hart;
Gij spraakt mij van Gods macht, van Zijne liefde en trouwe,
Bij U vond ik 't Geloof, waarop-ik steun en bouwe,
Dat balsem schenkt in elke smart.
Gij, hoogverheven Vrouw! Gij hebt me in vroeger dagen
Aan 't Sunisch klippenstrand verhaald van Hellas' macht,'
Als ik, den vrijen blik op d'Oceaan geslagen,
Aan d' ouden roem der thans vervallen tempels dacht.
De roode distelstruik schoot op aan m^jne voeten;
Bij puin en bouwval groeide een halfverdorde tronk,
En 't was of 't zonnelicht den bouwval kwam begroeten,
Terwijl mijn Turkscho hengst luid brieschend bij 't ontmoeten
Uit marm'ren waterbekkens dronk.
Hoe zoet kwam ook Uw geest in droom en beeld me omzweven
In 't dichte beukenwoud op Duitschlands grondgebied l
De vroege herfst wou kalmte en zonnelicht ons geven,
Daar 't dof geluid der bijl zich telkens hooren liet.
'k Zag 't rijkgekleurde loof aan de oude takken hangen;
Geen tochtje! Zelfs het blad des eschdoorns was in rust:
Toen werd het loover plots door siddering bevangen:
Een koeltje kwam: mij was 't als werd ik door gezangen
Op Uw bevel in slaap gekust.
Voorwaar l Gij blijft mij trouw. Laat wien dit lust mij haten'.
Gij zijt mijn toe vlucht l Gy bewaart mij sterk en fier;
Ja, mocht ook zelfs in 't eind de Liefde mij verlaten,
Hoog doet Ge ontplooien mij der Schoonheid Rijksbanier.
Zoo laat dan ver aan 't strand, op bergen en in bosschen
Heel Uw legendenschat weerklinken in nujn lied,
Zooals, wanneer de Maan den Dagvorst af komt lossen,
De geur der leliën en oleandertrossen
Zijn balsem in de nachtlucht giet.
Kaar het Hoogduitsch van Qeïbd. C. M. Hnguenin,
BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.
Studiën op Godsdienstig, Wetenschappelijk en Letterkundig gebied.
Nieuwe reeks. Deel 23 afl. l, bevat Dreizehnlinden, door G. Jonckbloet;
Hezius en Erasmus, (eene nalezing op Dirk van Heeze"), door H. J.
Allard; Jan Holland, Doris en Doortje, door J. v. N. en Het vijftiende
eeuwfeest van Augustinus bekeering door M. Kallen.
Vostnaer's Amazone" tegint in Engelatid hoe langer hoe meer da
aandacht te trekken en wordt over het algemeen door de bladen gunstig
gerecenseerd. The'Inquirer" die de vertaling van Miss Irving uitstekend
noemt en haar dank zegt, dat zij haar landgeuooten bekend maakt met
eenige der beste romantische werken, die in de laatste jaren op het vast e
land zijn verschenen, noemt het boek aesthetic and artistic in the best
sense". ' De Engelsche Spectator van 2 Aug. verklaart dat het werk hem
aan Hawthorné's Transfonnation" doet denken, dat Vosmaer althans,
even als die bevallige toovenaar, het geheim kent, om nieuw licht op het
welbekende en vaak aanschouwde te doen vallen. Het zijn, acht hij,
vooral de uitvoerige gesprekken over Grieksche en Romeinsche kunst en
litteratuur, 't is ? de grondige en fijne analyse van deze beide door
critische en ontwikkelde geesten gemaakt, het zijn de vele nieuwe denk
beelden dienaangaande in bet werk uitgesproken, die er de oorspronkelijk
heid en ongemeenheid van uitmaken. Tot staving van dit beweren wijst
hij op de belangrijke discussie over het beeld dier Amazone, die het boek
haar naam leent en ook op des schrijvers verklaring van de machtige
aantrekkingskracht, die de Japansche kunst tegenwoordig op ons Wester
lingen uitoefent.
Tot de Noord-Nederlandsche letterkundigen, die op Let XlXe Taal- en
Letterkundig Congres te Brugge voordrachten zullen houden, behooren
Dr. W. Doorenbos, Dr. L. A. J. Burgersdijk, de heeren W. Gosler, Tac»
H. de Beer en J. Huf van Buren. De heer de Geyter van Antwerpen zal
onze stamgenooten in Zuid- Afrika vertegenwoordigen.]
Door den uitgever Smidt & Gunthe te Leipzig wordt een groot werk
van den onlangs overleden Friedr. vod Héllwald aangekondigd, n.l.
Frankreich in Wort und Bild." Het verschijnt in afleveringen elk van
75 pfg. Het zal in 50 afleveringen compleet zijn, die door 455 illustratieq
worden opgeluisterd.
Van Arnold's Light of Asia" wordt evenzeer een geïllustreerde nitgftVe
gereed gemaakt. Deze illustratiën worden vervaardigd naar photografien
van Boudhistiscbe beeldgroepen en freseos, die in oude ruinen van India
gevonden worden. Men meent, dat dit beeldhouwwerk tafreelen uit bet
leven van Boudha moet voorstellen.
De heer Vernon Lee, wiens werk Euphorion" (essays over de
sance, waarop verleden jaar in dit blad is gewezen) grooten opgang in
Engeland maakt, zal tegen primo October een nieuw werk, Miss Brown
genaamd, uitgeven. Dit zal zjjn: A story of aesthetic life."
Een van de laatste dagen der vorige maand is op negentig-jarigefi
leeftijd de Deensche dichteres Anna" (Anna Kristiane Ludwigsen) op
haar landgoed in Jutland overleden. Zij is vooral beroemd om hare
patriotische zangen op Schleswig-Holstein, die in het hart van duizenden
harer landgenooten weerklank hebben gevonden.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN:
Eigen Haard, No.
Krates door Justus van Maurïk Jr. (Vervolg); JaanMariaSchufW
door P. J. Veth, (met portret); Met verlof in Nederland door Lottise
S. B. (Slot). Verscheidenheid.
De 20ste Eeuw, Afl. 2.
Ridderorden; Een weddenschap; De vegetarische of natnurljj!»
levenswijze; De betrekkelijke waarde van een menschenleven; Kir*
kelijkheid en zedelijkheid; 't Vooroordeel; Geslachtelijke verhef*
dingen; De halslooze flesch; De vivisectie en de ontdekking V>D
den bloedsomloop; Luther ala vogel- en vegetariënvriend; Jte
vrouw (vervolg); Een en ander; Gedachtenmozaïk; Corresp
Ddentie.
La Nouvelle Revue, l Aoüt.
Zfme Adam (Jul. Lamber) La patrie Hongroise (Suite); HenrlJoli,
M. Pasteur; Gr. ffOrcet, Les anciennes corporations de Paris; Jvlesd
.T Glouvet, L'Etude Chandoux (deux. partie); Jidien Tiersot, Lamusiqu0
dans les fêtes de la révolution); Maurice Beynold, Trop tard? ?
v Chronique, etc.
Deutsche Rundscliau, Augustus.
Geld. Nov. von Karl Freneel\ Was sich der Walt eraahlt von Gtlf
tav von Putlitz; Ein Novellist des modernen Italiens von SiegfrieU
Samoch; Kreta von Eermann von Halttsan\ Bilder aus dem Bar*
liner Leben von Juliw Eoderiberg; Eine Reise nacb. Ost-Indien von
'Jul. Jolly V; Lydia von Otto Frans Gensichen; Politische Rund
schau; Neuere Romane von Albert Weigert; BibHograpbie n. B.*?
y
Contemporary Eevieiiw. August.
Goethe bij Prof. Seeletj; Leo XIII by Ruggero Songfii;
Teehtt.cal instruetion in America by James Rigg; Christianityandtheequaltfy
j»f jtha «axel byJAewün» Davits \ ae britisa «»o«i»tion «t Mort»