Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 373
al by Principal Grant', Party government by Mat. Macfie; Gold
, worship by A. Puley; The political crisis by D. Traitt:
Comtemporary thought and lifs in Belgiuta by Emih de Lavaleye;
Contemporary records.
Nieuwe Uitgaven in Engeland.
A. fievüle, Leetures on the origin and growth of religion
(Bibbert lectures) Sb, 10.G
Eastlake, Notes on the principal pictures in the Old Pina
kothek at Munich ..... 5 ...» 7.6
H. Spencer, The man versus the State n 2.G
Countess of Albany, by Vernon Lee (Eminent women series). 3.6
U. A. Fcrbes, Otterstone Hall »
21.-A. Thomas, Denis Donne ........ -i 2.
Repentance of Nnssooh transl from the original Hindustani
by Kempson . , ? . i . ? ? . ? n 3.6
Nieuwe .Uitgaven in Duïtschland.
K Arwed, Deutsche Edelleute l l > J . M. 6.
Friedr. Friedrich, Des Hauses Ehre . I ? ? ? » S.
Otto von Corvin, Aus dem Zellengefangniss . . . 7.
Friedr. S. Krauss, Sagen und Marchen der Sudslaven . . 7.
Dav. Brauus, Japansche Marchen und Sagen ...... 8.?>
Reinh. Anrep-Eimpt, Die Sandwich Insein . . . . 8.
Ferd. Gregororius, Euphorion, Dichtung aus Pompei', zw. Auil. 7.
F. Th. ViBcher, Nicht I, a Schwab. Lustsp 8.
B. A. König, Das Medaillon ....... n 8.10
Max Victor, Sommer und Winter . \ l ? i . 10.
. Nienwe Uitgaven in Frankrijk.
Emile Mortégut, NOS morts contemporains, 2de Serie.
Tola Dorian, Hellas, trad. de l'Anglais.
3. de Glouvet, Croquis de femmes.
Paul Mariéton, Joséphin Soulary et la pléiade lyonnaise.
Adolphe Badin, Couloirs et Coulisses.
Gabriel Bonvalet, En Asie Centrale.
Martin Philipson, La contre révolution religiense au XVI siècle.
Léon Sanion, L'impot du sang et l'impot du temps.
Ph. Audebrand, La lle de Cain.
Gabriel Ferry, Les deux maris de Marthe.
AndréBreton, Madame la Deputée.
Guy de Maupassant, Les soeurs liondoli.
Hector Trance, Le roman du Gure.
Alfred Ernst, L'oeuvre dramatique de Berlioz.
F. de Bois Gabey, Babiole,
Jules de Gastijne, L'amour et l'argent.
Jaques Normacd, Le monde ou nous sommes.
George Sand, Correspondance Tome V.
Jjouis Létang, Monsieur Narcisse.
Alfr. Bonsergent, Une nigme.
MILITAIRE ZAKEN.
MILITAIRE EN PARTICULIERE ZIEKENVERPLEGING.
«Het wenschelijk achtende, uitvoering te geven aan het bepaalde bij
i,punt 18 der Ministeriëele Beschikking, dd. 21 Februari 1881, He
Afdeerling, No. 26 (B. U. bl. 1977)" aldus luidt de considerans van de in
een der jongste afleveringen van het Rccueïl Militair opgenomen aan
schrijving van het Departement van Oorlog, He Afdoeling, Generale Staf,
dd. 23 Juli 1884, No. 91 is door den Minister van Oorlog thans een
voorschrift gegeven, waarnaar miliciens geoefend zullen worden in het
tlragen van zieken en gekwetsten.
' Meer dan drie jaren zijn er dus verloopen, alvorens gevolg werd gege
ten aan het, bij de reorganisatie van het wapen der infanterie me
ogedeelde voornemen, om voorschriften vasttestellen voor de oofeniug van
n milicien per lichting bij elke compagnie in het dragen vaa gekwetsten.
SÏa een bijna 4-jarig overleg met den Chef van den Generalen Staf enden
Hoofdintendant is het alzoo den Inspecteur van den geneeskundigen dienst
der landmacht eindelijk gelukt de Ministeriëele goedkeuring te verwerven
pp een zijner volgens Art. 14 zijner Instructie, vastgesteld bij KOU.
Jjesl. van 27 October 1880, No. 27, ingediende voorstellen, betreffende
fle regeling' van den geneeskundigen dienst in oorlogstijd, en wel in 't bij
zonder het transport van de gewonden van de gevechtslinie naar de
bulpverbandplaats.
Dit is ten minste de indruk, dien de niet-ingewijden tot welke
catcgoriöwij ons ook rekenen te behooren ontvangen bij de vergelijking
der tijdstippen, waarop de plannen tot regeling zijn ontworpen, en die,
waarin eij tot uitvoering zullen komen. Of de gemaakte gevolgtrekking
juist is, durven wij niet te verzekeren, maar wel, dat er nog veel geregeld
behoort te worden ten opzichte van den ambulancedienst, zoowel bij
het leger te velde als in de verdedigingsliën, stellingen, vestingen en forten.
Hoe het ook zij, met voldoening kunnen wij weder wijzen op een stap
voorwaarts in de richting, welke leidt tot deugdelijke voorbereiding van
bet leger voor zijne taak in oorlogstijd. Was reeds in 1882, bij de
oorlogsorganisatie, vastgesteld dat bij het Hoofdkwartier van het voldleger
eene reserve-verbandplaatsafdeeling en bij elke divisie eene
verbandplaats!afdeeling en een veldhospitaal behooren, en later aangegeven uit welk
geneeskundig personeel en materieel deze hoofddeelen zallen bestaan, nu
wordt voorzien in het gemis aan eene juiste omschrijving van de taak
der manschappen, die van de regimenten infanterie daarbij of bij de in
de verdedigingsliniën en stellingen op te richten verbandplaa^safdeeliugen
ingedeeld, om als eiekendragers optetreden, of wel !>y do compag
blijven, ten einde in liet gevecht en onder andere omstandigheden,
wanneer hun hulp als zoodanig wordt gevorderd, tgdelyli als ziekendra*
gers dien:t te doen.
Uit het gegeven voorschrift blijkt tevens, dat het toezicht op de
ziekcndragers bij liet vervoer der zieken en gewonden is opgedragen aan het
personeel der compagnieën hospitaal-soldaten, die bij de verbandplaatsen
optreden als siclicnvcrpleyers, het is te hopen, dat a ij dit spoedig wer
kelijk zullen kunnen doen en dat in de gevechtslinie ook officieren
van gezondheid zich moeten bevinden, ten einde zoo noodig
oogenblikkelijke hulp to kunnen verleenen en zich te overtuigen, dat de gekwetsten,
in verband met den aard der verwonding, behoorlijk worden opgenomen
en vervoerd. Verdar zullen achter de gevechtslinie htdpver'bandplaatscn
worden opgericht, waarnaar de gewonden zich hebben to begeven, indien
zij alleen kunnen gaan, of wel v/orden vervoerd, tot het ontvangen der
eerste geneeskundige hulp, en eene Jioofdverbandplaafs, van waar do
lijders, zoo noodig, overgebracht worden naar liet meer achterwaarts ge
legen veld- of tijdèlylc hospitaal, om later naar de verschillende, daarvoor
aangewezen plaatsen te worden geëvacueerd.
Voor zooverre ons bekend, zijn hieromtrent nog geene bepaalde voor
schriften gegeven, en is evenmin uitgemaakt, hoe de vrijwillige ziekenver
pleging hare medewerking mag verleeuen; alleen ia te dezen opzichte in
de internationale conferentiën van 1809 te Berlijn bepaald, dat de werking
der hulpvereenigingen van het Iloode Kruis alleen zal plaats hebben op
het slagveld na den strijd, voor transport van gewonden en zieken en
in de hospitalen. Hoezeer art. 7 van het Kon. Besl. dd. 19 Juli 1807,
No. 60 bepaalt, dat in tijd van oorlog het Hoofdcomitéder
Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde
krijgslieden in tijd van oorlog" of korter gezegd: het Roodc Kruis
met de Ministers van Oorlog en Marine in overleg zal treden over da
meest doelmatige aanwending van de hulpmiddelen der vereeniging,
gelooven wij echter, dat het wenschelijker zoude zijn dit overleg reeds in
tijd van vrede te doen plaats hebben, opdat vooraf zooveel mogelijk
voorbereid en hetgeen daartoe geschikt is ter algemeene kennis gebracht
kunne worden, ten einde aan onze krijgslieden de zekerheid te geven,
dat, indien zij bij de verdediging des vaderlands gewond of ziek mochten
worden, hun de meest mogelijke zorg zal worden verleend,
Het komt ons voor, dat het tegenwoordige oogenblik, waarin alles wordt
aangewend om ons land voor do onheilen der zoozeer gevreesde ziekte,
de cholera, te behoeden, alleszins geschikt is, om deze quaestie te bespre
ken en tot eene gewcnschte oplossing te brengen. Wij hopen, dat deza
regelen er iets toe mogen' bijdragen om tot dat overleg te doen geraken,
en, mocht dit werkelijk geschieden, dat, alsdan tevens worde nagegaan,
in hoeverre het mogelijk zoude zijn, het volgende denkbeeld practisch
uittevoeren.
Volgens art. 7 der Conventie van Genève, dd. 22 Augustus 1804, moeten
de gebouwen, het personeel en het materieel, in het bijzonder bestemd
voor de verpleging van zieke en gewonde militairen, hetzij door eene
vlag, hetzij door een armplaat (band), vertoonende een rood kruis op
een witten grond, van de anderen zijn te onderscheiden, om ze to kun
nen doen deelen in het voorrecht der onzijdigheid, Lij art. l en 2 van dat
verdrag aan de ambulances en militaire hospitalen en het daaraan verbanden
persom el toegekend. Alhoewel aan de Icuen en het materieel van de particu
liere hulpvoreeuigingen van het Kocde Kruis tot verzorging van gekwetsten
bij de tractaten geen onzijdigheid is verzekerd, is die onzijdigheid en be
scherming echter ouder zeker:' beperking in de jonaste oorlogen meest
tijds door de oorlogvoerende Mogendheden toegekend, zoo lang de leden
dier vereenigingea de verplichtingen nakomen, welke genoemde conventie
oplegt.
IJct is dus to verwachten, dat dit ook in do toekomst zal gescbioden.
Wenschslijk rang het derhalve geacht worden, zoodanige maatregelen ta
nemen, waardoor de kennis dier verplichtingen in den ruimst tr.ogolijkeu
zin wordt verbreid. Dit nu zoude, onzes inziens, kannen geschieden, indien
alle particuliere psrsouen en instellingen, welke zich in 't bijzonder wijden
aan de verpleging van zieken, zich schaarden onder de banier van het
Roode Krui', waardoor van zelf m elke der 112-1 gemeenten van ons land
een afdeeling (comité) der Kederlaudscha Ver?enigin;* zoude ontstaan,
daar volgens de statuten- een getal van slechts 10 personen nooiiig is, o:a
als zoodanig te kunnen worden opgenomen. (Blijkens het. Se Versla" \sn
do Handelingen der Vereeniging telde zij op 10 October IcSS 9-1 coKiitó'.; en '!1
correspondenten, of 7 afdecïing:-:n minder ca '2 coirespondoaten meer c'an
in 1881 en bestonden er dus slechts in Lvjna 1/12 van het totale aantal
tpmpcnteii dergelijke sifdeelingMi). Indien dan tevens vcvd bepaald, (tftt in d<3a
gevel van het g'.bouw vaa elke ziekeriinnchting liet symbool rood
kruis op witten grond te zien moet zijn, of wel de a^ugenorr.eH v'aij
van het dak behoort te waaien, en de geneeshceron, verplegers e:i ver
pleegsters, dragers, enz., het herkemiin-.f.st^eken ??hetzij op dea il1 m,
hetzij in liet knoopsgat' of op liet hoofddeksel -?z:.;!;er> draden, indien
zij eich in dienst bevinden, clu3 ook buitc-u 's huis, s;c;'oovcr) wij, d:;- op
cisze wijze tevens de belangstelling i;1, deze zóó fiswichtige phil,n;'ropi^eho
instelling zeer zal worden verhoogd, tfirvviU zij nu slechts opgev/ekt \vovdt,
wanneer de omstandigheden hare. msdc'.vtTkijr.; inroepen.
In plüatfen, waar zich een garnizoen bevindt mot personeel, enz., ba«
hoerende tot den militairen geneeskundigen dijnst, zal dit, naar CM
meeniag, te^clijkoilrjd leiden tot mosrriero samenwerking cp hot ffebieJ der
hygiëne en tot het traïon vin dau:;delijko maatregelen, niet alleen ter voor
koming eii beteugeling van ziekten.maar ook ter voorbereiding van hetgeen In
oorlogstijd noodig zal zijn. Mocht die tijd eenmaal aanbreken, hetgeen \vij
echter niet hopen, dan zuilen in verscheidene gemeenten tal van zieken
en gewonden, van het slagveld aanpevvcrd, zijn te verzorgen; hoe berer
alles \an to voren in overleg met elkander i? geregeld, des te meer zal
het herstel van onze krijgslieden zijn verzekerd.
Zoo ei,;ens, dan is op dit gebied foanasselijk: Eendracht .j.iakf, macht".
Moge dit worden liadacbi door de Departementen van lïinner^ndselie
van Oorlog t n \au Slarsue, dia alle in de^üzaak betrokken zijn/
Aves.