Historisch Archief 1877-1940
No. 374
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
loos; 194 Slag te Mont St. Denis ia beter; zoo ook 195, Aankomst
van Wittem III in Engeland; 222 is zeer in 't charakter der
patfiottenüjd; 232 Arrestatie van liet uitvoerend lewind door den Gene
raal Daendels is niet minder, 'tig jammer, dat aan een man als den Heer
Egenbarger geen gelegenheid verschaft is al i een serieus geschieclschilder
op te treden. Mij dunkt, dat hij zich oeu be roemden naam had kunrtea
maken. Zullen deze 64 kompozities zijn naam voor ondergang bewaren?
Zjj leveren slechts oen tantaalsch genot.
(Slot volgt.) Alb. Th.
UIT BELGIË.
De gemeentefeesteii. De holkmdsche
muzenzonen. Offioieele redevoeringen.
da Staatslieden in de Kamer eene der meest doornachtige en
brandende vragen behandelen die het tegenwoordig tijdperk kent, en om
wier wille de bitterste strijd wordt gevoerd namelijk de
onderwijsvraag vieren de meeste steden des lands, elk op hare half ernstige,
half humoristische, doch altoos even vreedzame en luidruchtige wijze*
haar jaarlijksch geemeentefeest, waaraan, bijvoorbeeld te Antwerpen, nog
altoos de aloude traditioneele ommegang" verbonden is. De gemeenten
wedijveren wie het meeste volk zal trekken, de aanplakbiljetten, van vier
tot 6 vierkante meters groot, overtreffen alles wat tot heden van dien
aard is gezien.
Zij verkondigen paardeloopen" (wedrennen), boogschieten, prijskamp
in 't gezang, verlichting, vuurwerk, toonetlyoorstellingen (vlaamsch en
fransch) met vrijen toegang, en voornamelijk allerlei volksspelen. Kent
de lezer het vlaarnsche balspel de kunst om eenen bal, die eenmaal
in de lucht geslagen is, niet weder den grond te laten bereiken gespeeld
door vier of vijf jongelingen op eene der groote plaatsen, ten aanzien
eener jury met diepernstige lang uitgestreken gezichten ?
Kent de lezer den wedloop met kikvorschen, meest door meisjes
uitgevoerd ? (De heer Koopraans van Boekeren behoeft er niet jaloerech
op ta zijn. Zie Halve Guldens-uitgave No. 1.) Elk meisje kruit een plat
open wagentje met drie kikkers voort. . Zij moet zorgen dat de
beestkens, die niet weinig onrustig worden door 't gerol, op den wagen blijven
tot aan 't einde der baan, wat slechts zelden geschiedt
Heeft de lezer wel eens staan kijken bij de jongens die met de tanden
een geldstuk uit eenen met stroop gevulden pot moeten halen, au risque
van voor altoos eenen afkeer te krijgen van die zoetigheid welke bij de
arme klasse den boter vervangt?
Welnu, 't is een reisje naar Brussel waard! Daar hebt gij de oude
vlaamsche spelen in al hun kracht gezwegen van 't hardloopen, 't
papegaaischieten, het barbaarsche ganzenknuppelen, enz. wat nog op vele
dorpen geschiedt.
Verleden week, o jerem^ werd de Antwerpsche ommegang door eene
donderbui overvallen. Men zag op eens de heerlijke (?) ridders, op hunne
dikke vlaamsche peerden, de cupido's en andere groepen uiteen stu'vcn,
en de straten vullen die uitloopsn op de groenmarkt. De wolbekende
Antwerpsche reus en reuzin Antigoon en Minérva, welke eene lange
eigene geschiedenis hebben (zie het Belgische museum, Deel V II.
363) stonden in hun romeinsch krijgskostmim een tijdlang nevens den
dolfijn rustig in het nederstroomende water... verlaten, van allen
verlaten, treurende, als da Ilomulus van Peter van Diest, die
Vergeefs naar eenen vrieud zoekt op 't oogenblik des gevaars (of de le
zer deze moralisatie kent!), treurende over de ondankbaarheid van het
menschelijk geslacht, dat zij jaar in jaar uit hunne wel beweginglooze
doch groteske gelaatstrekken vermaakten. De dolfijn, zooeven nog
vroolijk spuitende werd nu (welke vernedering!) zelf bespoten, zonder zich te
kunnen weren.
Doch alles gaat niet even comisch toe. Er is hier te Brussel bij voor
beeld-een locale wedstrijd voor koorgezang ingericht, welke dezer dagen
een aantal zittingen houdt. In dezen muzikalen kamp verwierf het
zanggezelschap Düettantenchib van Amsterdam in de eerste ai'deeling der
buitenlandsche genootschappen" den tweeden prijs, en het zanggezelschap
Zang en Vriendschap van Haarlem, in de tweede afdeeling des sociétés
réunies" den tweeden, en bovendien in de tweede afdeeling der buitenlaudscho
genootschappen den tweeden eersten p r ij ». Doeslnirgs mannenkoor
won eveneens twre eersten prijzen in verschillende afdeolingen.
Er daagde tegelijker tijd ook een muzikaal congres in ons midden.
Wij gelooven echter niet te weinig te zeggen, verklarende dat dit tot
(geenerlei belangrijke uitkomst leidde. Men besprak er de inrichting van
muziekfeesten, de plaatsing van kiosken, de zwevingeu van den diapason
maar.... zelfs de gekozen voorzitters waren niet op hunnen post.
Een andere prijskamp had er voor tooneelvoordracht, of, met het
oudcrwetschöwoord, voor uiterlijke welsprekendheid" plaats. Het gemeen)
efaest van Brussel, vroeger Septeiuberfeesten" genoemd eu sedert 1830
in 't leven geroepen, is naar Augustus verlegd, om do vijandelijke herin
nering der omwenteling zooveel mogelijk uit te wissehen. Hebben Brussel
en Antwerpen uitgcfeest" dan vangen de andere steden aan; zoo bijv.
Brugge den Sisten e. k. en gaat al feestend" voort tot 7 September.
Daarna is Leuven aan de beurt, wiens Icrmesse en foire niet minder
plechtig worden gehouden. Aldus rolt men door het schoone jaargetijde heen.
Deze nationale feesten' te Brussel worden altoos riog a's zulk eeno
gewichtige plechtigheid beschouwd, dat alle andere belangen er bij moeten
achterstaan. Aan de studiedorstigen wordt het bezoek der boekerijen en
archieven, den speculant den toegang tot, den tempel van Msrcurius ontzegd.
Menige drukkerij is gevloten, elk politisch nieuws wordt doodgezwegen,
Om aan de algemecue geestdrift paal noch perk te stellen.
Het spreekt van zelf dat bij zulke gelegenheid het uitreiken van prijken
en bolooningen een der gewichtigste oogeublikken is. Do minister van
landbouw, nijverheid, openbare werkea (alle schooao kunsten ingesloten!)
heeft dan ook, na eene deftige redevoering, de distïibutionsolennelledea
décorations iadusttielles et agricoles et des décorations spéciales" gehouden.
Hoe jammer dat van de vele honderden in de groote zaal van het palais
des académies vergaderde werklieden en boeren geen d e r d o den spreker
kon verstaan, dewijl zij het fransch niet machtig zijn! Ondertusschen werd
de minister toch toegejuicht, toen hij verklaarde dat de werkroausstand
van Belgiëest une des plus braves, des plus laborieuses BH Kiende" en
dat deze toutes les transformations que la découverte 3e nouveatix
procédés impose, il les accepte et sait les faire retourner a son profit."
's Anderen daags op hetzelfde uur werden, in tegenwoordigheid van
het vorstelijk echtpaar belooningen uitgereikt door den nnnister Jacobs,
die op zijne beurt eene fransche redevoering hield tot de mannen uit
het volk, welke zich bij brand en andere ongevallen door moed ?n stand
vastigheid hadden onderscheiden. Men weet niet of de blik van Zijne
Mfljfsteit Leopold II, of de woorden des ministers, of de njedalje
die wakkere mannen eene aanmoediging schenen tot volharding.
NB. Om aan de waarheid eere te doen diene nog gezegd téworden
dat, volgens de dagbladen de minister Jacobs zijne fransche redevoering
besloot met eenige volzinnen in de nederlandsche taal uitgesproken, doch
die door ref. niet werden vernomen.
Brussel. 19 Aug. '84. M'. A.
LETTERKUNDE.
IETS OVER DEN ENGELSCHEN ROMAN EN EENIGE
ENGELSCHE ROMANSCHRIJFSTERS.
II.
Een even vriendelijken indruk maakt het loven van Jane Austen, die
in het begin dezer eeuw eenige boeken schreef, wier gering aantal ruim
schoots worclt vergoed door het gehalte van het geschrevene. Levend in
nog beperkter omgeving dan Maria Edgeworth, heeft zij het stukje
menschenleven, dat binnen den kring harer waarneming viel, bekeken met
een kunstenaarsoog, liefgehad met een kunstenaarshart, da indrukken,
die zij ontving, uitgedrukt met eene levendigheid, die het wisselend ppel
van licht en schaduw over de eenvoudige bladzijden werpt. Het is bijna
eene eeuw geleden dat zij geschreven werden en toch als wij Sense and
Sensibility'' tar hand nemen, kost het ons weinig moeite ons te verplaat
sen in het rustige landleven, dat er in beschreven wordt, ons te ver
diepen in den levensloop der heldin. Zij leeft in de dagen, dat men
rog in aijn eigen rijtuig de reis naar Londen maakt, maar de lotgevallen
der monschen, het wel en wee dat zij ontmoeten, hun huiselijk
leven wai er niet veel anders om. Wat wel veranderd is, dat is onze
wijze van denken en ook eenigszins van gevoelen: daar is in ons een
verhoogd bewustzijn van liefde en haat, van saiart en genot, dat ons
inwendig 'even althans, zeer ongelijk maakt aan dat der heldinnen van
Jane Austen. Zij zelve is nog geen twintig jaau als zij Sanse and Sens
ibility" schrijft, maar zij laat daarin Maiïanne Dashwood, pas negentien
jaar oud, zich troosten in een gelukkig en rustig huwelijksleven met
kolonel Brandou, vele jaren ouder dan zijzelve, wiens rechtschapenheid
hem tot een uitstekend echtgenoot maakt, niettegenstaande de schaduwzijde,
dat hij een flanellen vest voor zijne gezondheid draagt. En toch heeft
diezelfdo Marianne vela tranen vergoten en zelfs zenuwaanvallen gehad, toen
Willoughby, haar minnaar, haar verliet om door een rijk huwelijk den
ongunstigen toestand zijner financiën te herstellen. En toch heeft
Willoughby voor haar gevoeld wat wij, in deze dagen, een hartstocht zouden
noemen, kan hij niet aan haar huwelijk met een ander denkan zonder
hartzeer". Maar, zegt de schrijfster That hèwas for ever inconsolable,
that hèfled frona society, or contracted an habitual gloom of temper, or
died of a broken heart, must not be depericled on for hèdid neither.
He lived to exert and frequently to enjoy himself. His wife was not
always out of temper, nor his home always uncomfortable and in bis breed
of horses and dogs and in sporting of every kind hèfound no
inconsiderablo degvee of domestic felicity."
Zeker, zoo te redeneeren, dat is sense,1' maar ik betwijfel het toch of
wij de aandoeningen in het boek beschreven zouden bestempelen met den
naam van sensibility" (gevoeligheid in eenigszins ongunstigen zin). In
de boeken van onzen tijd noemen wij zulke aandoeningen waar en echt en
wat wij ook in de wereld om ons heen zien gebeuren, ik geloof niet dat
tegenwoordig een schrijver het wagen zou een jong meisje zoo verstandig
ta laten redenperen over het huwelijk als de schrijfster het Ellinor Dash
wood laat doen, zoo om hare eigene woorden te gebruiken, exactly as
a good mind and a sound understanding must consider it."
Echter zullen de nakomelingen van kolonel Brandon en Marianne
Dashwood, een trouw en edelmoedig man en eene lieftallige vrouw, zeker
al de karaktertrekken bezeten hebben van dat vroegere geslacht, waartoe
Jane Austen zelve behoorde: warm van hart, helder en rustig van geest
maar beperkt van gezichtskring, beminnelijker en gelukkiger, maar niet
zoo belieerscbt door den drang naar waarheid, krachtiger van zenuwen,
gezonder van opvatting met minder hoog zelfgevoel, maar niet aoo ont
wikkeld van gevoels- en verataudsleven als het onze.
Eene verkwikkelijke rust ademt een leven als dat van Jane Austen;
om met de woorden van Miss Thackeray te spreken: het ia een land
schap, waar het vee graast, de takken der boomen worden door den wind
heen en weer bewogen, do vogels vliegen om bet oude eenvoudige huis,
waarin de huiskamer met het weinige ouderwetsche huisraad, uitzien op
den tuin, waar bloemen en groente te zamen groeit, het jonge meisje aan.
haar ouden lessenaai' zit te schrijven." Deroman ontbreekt niet in dit leven.
Maar als teleurstelling en treurigheid er het eenig gevolg van zijn, dan heeft
Juue Austen den moed OEI den boom haars levens niet in aoo onvruchtbare
aarde to laten wortelen ea al is de schoonste vrucht er van gestorven,
toca.rijjieüoogst te doen voortbrengen, Niet te min vreoljjfc is da