De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 24 augustus pagina 9

24 augustus 1884 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 374 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. trouwen, dat spoedig tot de inwerkingstelling der onderworpelijke, zeer belangrijke inrichtingen voor het leger zal worden overgegaan. Om do voordeelen na te gaan welke uit de door ons bedoelde wijze van levering zullen voortvloeien, is het noodig op te merken, dat thans de groothandelaren aaa geen aanbestedingen voor het leger deelnemen, en wel voornamelijk, omdat die niet genegen zijn naar alle garnizoensplaatsen de benoodigde artikelen te zenden. Het gevolg hiervan is, dat de eerste winst in handen van kleinere handelaars overgaat, aan wie men alzoo genoodzaakt wordt de leveringen te gunnen, en daar deze op de kosten en risico der verzending aan ruim veertig garnizoensplaatsen, per kwartaal, moeten rekenen, spreekt het van zelf, dat zij den prijs van de door hen te verstrekken waar in verband daarmede verhoogen. Bij de oprichting van en de levering aan de drie centrale verplegingsmagazgnen, die wij, met afwijking van het deswege voorgeschrevene, te Amsterdam, Utrecht en Dor d recht gevestigd wenschen, zou het bezwaar der groothandelaren worden opgeheven, zoodat men met reden kan verwachten, dat aan hen de leverantiën zullen worden toege wezen. Hieruit volgt dua, dat de winst, die thans door de kleinere handelaren wordt genoten, benever.3 de hoogere prijs, dien zij om bovenvermelde redenen verplicht zijn voor hunne artikelen to bedingen, ten voordeele van het Rijk zullen komen. Nu kan men ons wel tegenwerpen, dat alsdan dezelfde hoeveelheid levensmiddelen eerst naar de centrale maga zijnen en daarila weder naar de verschillende garnizoenen zal behooren te worden gezonden, doch daartegenover staat, dat het een zeer groot verschil in kosten moet opleveren, wanneer men bijv. eene hoeveelheid van 15 tot 16 duizend balen (zynde het geraamde getal voor 1884) van diverse artikelen naar 3 of 40 plaatsen verzendt, terwijl de verzanding uit de centrale maga zijnen naar de garnizoensplaatsen, volgen» militair tarief, veel min'ler kost baar is, dan wanneer zulks op de gewone wijze wordt bewerkstelligd. Er bestaat bovendien geene bepaalde noodzakelijkheid, om de leveringen aan de centrale magazijnen ieder kwartaal te doen plaats hebben; integendeel, het komt ons zoowel uit de hierboven omschreven fmancieele oogpunten, als om gedurende esn uitgebreider tijdvak over een grooteren voorraad levensmiddelen te kunnen beschikken, doelmatiger voor, dat da leverantiëa op slechts tweemaal 'sjaars werden vastgesteld. Mocht uit het vorenstaande voldoende gebleken zijn, dat bij eene re geling als door ons wordt bedoeld, de instelling der centrale verplegingsmagazijnen tot geen bezwarende uitgaven leiden kan, zoo blijlt ons nog over te doen zien, welke groote voordeelen die inrichtingen met betrek king tot de verpleging, als voorbereiding voor den oorlog, reeds in vredes tijd zullen opleveren. Die voordeelen zijn: lo. dat men uu in het beeit zal komen van magazijnen, die anders bfl eene oprichting in oorlogstijd niet of te laat iu werking kunnen worden gesteld; 2o. dat in die magazijnen steeds een voorraad gewone en verduur zaamde levensmiddelen, benevens hard brood of beschuit, zal kunnen wovden opgelegd, ten einde bij onvoorziene omstandigheden dadelyk het noodige te verschaffen; 3o. dat men langzamerhand zal verkrijgen een personeel, dat bekend is met het beheer, de administratie, de oplegging, bewaring, verpakking en verzending der verschillende artikelen; en 4o. dat da intendanten in de verplegingstellingen reeds in vredestijd zullen kunnen handelen, zooals mj geregelden aanvoer, ingeval van mobili satie, is bepaald. Door de toepassing van dit laatste punt, zullen de daarbij bedoelde intendanten op de hoogte moeten geraken van de verschillende middelen van vervoer, met den toestand der bewaarplaatsen en de middelen op sporen om deze laatste, des vereischt, in goeden toestand te brengen; verder zullen zij de bruikbaarheid en capacitieit der kookplaatsen en bakkerijen met alles wat daartoe behoort, door de ondervinding, leeren kennen; terwitjl eindelijk hunne aandacht steeds op den voorraad en de hoedanigheid van het drinkwater en wijders nog op een aantal schijn baar nietige zaken zal worden gevestigd, die voorkomen, dat, wegens gebrek of onbruikbaarheid van het een of ander, de grootste verliezen worden geleden. Ten einde ook verzekerd te zijn, dat de intendanten bij verbreking van den geregelden vervoer, naar behooren ia de behoeften der troepen zouden weten te voorzien, zou bijv. in de maand Juli of Augustus eene stremming tusschen de gemeenschap der centrale magazijnen, een vijande lijke aanval, of wel eene omstandigheid vaii anderen aard moeten worden verondersteld, en de hierbedoelde officieren worden opgedragen voor ge noemd tijdvak, geheel overeenkomstig de door hen ontworpen memoriiin, de benoodigde levensmiddelen en verdere behoeften voor de aan hunne zorg toevertrouwde bezettingen bijeen te brengen. Vooral door laatstgemelde handeling zouden de intendanten van het bezettingsleger de han digheid verkrijgen, bij mobilisatie, uit den kring van da hun aangewezen stelling, alles te verzamelen en weg te voeren, wat tot het onderhoud der bezettingstroepen en in 't algemeen voor het leger van dienst kan worden geacht. Met de verpleging der bezettingstroepen, zooals door ons wordt bedoeld, moet uit den aard dor zaak ook eene andere dienstverdeeling der intendance gepaard gaan. Hoewel die verdeeling eenvoudig te regelen is, kan die toch op geene door ons gewenschte wijze geschieden, zoolang de re geering niet overgaat om bij het Departement van Oorlog n comptabiliteits-bureau tot betaling van alle officieren zonder troepen en voor de mandaleering der korpsen in het leven te roepen, zooals zulks in het Militair Blad No. 4, en in No. 353 van dit weekblad, beide vaii dit jaar, wordt aanbevolen. Op dien grond zijn wij dus verplicht om, over eenkomstig de thans bestaande bepalingen, eene arbeidsverdeling aan te geven, die o. i. in verband met de door oiis bedoelde plaatsing der intendanten als doelmatig mag worden beschouwd. Door aan den Hoofd-intendant zooals het behoorde een hoofd officier toe te voegen, of wat nog beter zou zija hem aan het hoofd der Afdeeling Intendance bij het departement van oorlog te plaatsen, zou do thans bij hem werkzaam zijnde kapitein-intendant met de ees kapiteins» intendanten in de Militaire Afdeelingen, in do verplegingstollingen kunnen worden geplaatst, terwijl de betrekking van deze laateten altyd door da officieren, welke den intendance-cursus hebben doorloopen, zou kunnen worden vervuld. uitbreiding van personeel zal dus niet, óf althans niet noemenswaardig behoeven plaats te hebben, terwijl er een zeer wenschelijke verdeeling van arbeid die thans voor de intendanten in de militaire afdeelingen te drukkend is tot stand zou worden gebracht, wanneer die arbeid in den geest als hieronder bedoeld, werd gewijzigd. Wij wenschen, voor zooveel noodig, met instandhouding der verder gemaakte bepalingen bij de beschikking van den Minister van Oorlog dd. 21 Februari 1881, II Afd. Gen. staf no. 25 (ree. mil. bladz. 386), de man dateering van de officieren zonder troepen, van da militaire beambten, van de tijdelijk gepensionneerden en de officieren op aou-activiteit, zoomede da voorziening van fondsen aan de korpsen en inrichtingen van kfct leger, in plaata van aan de intendanten in de drie militaire afdeelingeu, aan die in de zeven verplegiugsstellingen opgedragen te zien, terwijl de laatstbedoelde intendanten tevens belast zouden moeten worden met de controle van de inwendige administratie en het sluiten der algemeena rekening der troepen tot hunne stelliug behoorende. Door dezen maatregel zouden de afdeeling.sintendaaten veel minder werk te verrichten hebben, doch men vergete niet, dat hun twee intendanten worden ontnomen, tegen ontvangst van n met <ls practijk onbekend adspirant-intendant, en dat zij bovendien in het bestuur der centrale verplegingsmagazijnen veel bemoeienissen zullen vinden, vooral wanneer die bemoeienissen ook worden uitgestrekt tot de vervaardiging en opleg ging van niet te kostbare, gemakkelijk door den soldaat mede te voeren, roserve-rations, die, voor zooverre ons bekend is, in 't geheel nog niet bestaan. De intendanten in de verplegingsstellingen zouden door de ons hun toegedachte werkzaamheden alweder dieusten verrichten, die hun in oorlogstijd, geheel of althans voor een groot gedeelte zullen worden toe* gewezen, zoodat ook ten deze, bij mobilisatie, geene veranderingen zouden behoeven plaats te hebben. Naar dit laatste moet dan ook zooveel mogelijk worden gestreefd. Laat ons bedenken, dat alle verandeviogen in tijden van gev,tar verwarring en de laatste de grootste onheilen kan veroorzaken. Daarom zeggen we met Ar es, laat een ieder, voor zoovor mogelijk in vredestijd handelen als in den oorlog moet worden gehandeld, want alleen de praetische voorbe reiding kan doen leeren, welke gebreken onze theoretische werkzaamhe den aankleven. Diüovertuiging heeft ons dau ook doen besluiten, den voorstanders van eeco organieke verdeeling van onze troepen in veld- en bezettings leger te doen blijken, dat do uitvoering hunner denkbeelden op geene administratieve of groote geldelijke bezwaren kan stuiten, en tevens^ dat wanneer de indeeling en de werkzaamheden der intendanten werden geregeld, in den geeat als door ons wordt bedoeld, de legerver? pleging een groote schrede voorwaarts zou gaan. B. BIBLIOGRAPHIE. No. 7 van het Indisch Militair Tijdschrift bevat: De vermeestering der benting Mandoeroeian in de Znider- en Oosterafdeeling van Borneo. (Met eene schets), Het voorloopig voorschrift op den velddienst voor het Nederlandsch Indische leger. Eenige denkbeel den omtrent de compagmesschool. (Met schetsen). Eene manege voor liet regiment cavalerie. De militaire pensioenen in Indie. Eene In dische officiersvereeniging. Een kolonel der genie. Een protest. Boekbeschouwing: De toestand van liet Indische leger, door E. B. Kielstra. Beitrüge zur Kenntniss der Russischen Armee. Varia: Militaire rechtspraak. Een Indische veldschoen. (Met eene schets). Berichten en mededeelingen: De landtorpedo van Zubovits. (Met eene schets). Rijdende bergartillerie. Een smartelijk verlies. FEUILLETON. HET ONGELUKSKEHD. Een verbaal uit Einslancl DOOKK. VOS, III. Tweemaal tien jaren. »Ze heeft uitgeraasd!" zeiden de menschen van Husingen, toen Driek een stokoud moedertje van tachtig jaren was. Sedert zij het ambt van kegeljongen had laten varen, had zij zich het tabakrooken aangewend en de mannen beweerden, dat de tabak haar kalmer en gedweeër had gemaakt, terwijl de vrouwen volhielden, dat, zij nog steeds treurde over den weggeloopen kleinzoon, die, indien hij nog leefde, nu ongeveer twintig jaar moest zijn. Ware Driek een zachtmoedige vrouw geweest, niemand zou er haar dankbaar voor geweest zijn, dat zij met haar tachtigste

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl