Historisch Archief 1877-1940
'f.
-,-J*
735.
DE AMSTEBDAMMEB
A°. 1884,
WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Pitgev«r«: DAGBLADVEBEENiaiNQ Hoi.» * Oo»
Kantoor: Singel 211.
Hoofd-Agenten: te Batavi», G. KOLFP A Oo.
Zondag 31 Augustus.
Abonnement per 8/m. ....... f 1.?. fr. p. p. ? 1.15.
Afzonderlijke Nummer* aan de Kiosken verkrijgbaar a 0.10.
Advertentiën van 1?6 regels f 1.?, elke regel meer . 0.15.
tusschen den tekst per regel ...... 1.?^
Abonnement op de Matt-Editie per jaar .....,?18.?.
Advertentiën in » regel 6.20.
IN H OUD:
BUITENLAND. BINNENLAND. Onze bladen. Een Prul, door E.
Brieven van Jan van 't Sticht Kunst: Het Amsterdamsen Tooneel, doorK. J. W.
Uit België, door II. A. Letterkunde: Iets over den Engelschen Boman en
eenige Engeliche romanschrijfsters, III, door Agues van Egmond. Vier idyllen
van Koning Arthur, door Alb. Th. Java, door A. M. K. Berichten en
Mededeelingen. Inbond van Tijdschriften. Nieuwe uitgaven. Militaire Zaken:
De permanente militaire Bpoorwegcommissie, door Area. Zelfstandigheid en on*
dergeschiktheid van het leger, door B. F. Feuilleton: Het ongelukskind, een
verhaal uit Emiland door E. von Dincklage, V. Schaakspel. NIEUWS VAN DB
WEEK. Faillissementen. Overzicht van de Effectenmarkt, door 8. Burger
lijke itand. Veiling van vaste goederen. **? Te huur, Advertentiën, Schouw*
burgen, enz.
B F I T E UT l, A UT I».
De oorlog tusschen Frankrijk en China, hoewel nog steeds niet
verklaard, is in vollen gang. Naar de Nationd verneemt, zou
Frankrijk, zelfs als China de oorlogsverklaring zond, haar niet be
antwoorden, om zich niet al de internationale moeielijkheden van
den zeeoorlog op den hals te halen. Ook Ferry verklaarde aan
den heer de Blowitz, dat men China niet als een oorlogvoerende
mogendheid, maar als een trouweloos en barbaarsch volk beschouw
de, dat voor zijn verraad gestraft moest worden.
Deze strafoefening is begonnen. Admiraal Courbet had bevel
ontvangen het arsenaal van Foo-Chow te vernielen en heeft zich
van deze opdracht, die volstrekt niet zoo van gevaar ontbloot
was, als de Engelsche bladen het deden voorkomen, gekweten.
Hij is de rivier de Min opgevaren, hetgeen de reeks forten welke
den nauwen doortocht aan haren ingang van weerszijden bestrij
ken, ongehinderd hebben toegelaten, waarschijnlijk er op rekenend
dat de Fransche vloot na den strijd bij het arsenaal aanmerkelijk
verzwakt zou zijn, en alzoo gemakkelijk door hun geschut ge
teisterd en geheel vernield zou kunnen worden.
Bij het arsenaal, dat aan een wending der rivier ligt, aangeko
men, heeft Courbet, ondanks het vuur van eenige Chineesche
fichepen en van de kanonnen van het arsenaal, dit geheel vernield
en den kostbaren inhoud ervan, o. a. 140,000 geweren, waarde
loos gemaakt. Aan de bemanning der schepen werd geen genade
geschonken, zoodat hunne verliezen zeer groot zijn.
Daarna deed Courbet zijn eskader den steven wenden en begaf
zich op den terugtocht, waar hij twee dagen noodig had om eerst
de posten van den Mingan-doortocht, toen die van den
Kim-paidoortocht, te vernielen. Hiermede is het eerste gedeelte der tuch
tiging afgeloopen. Of nu verder de haven van Kelung een gedeelte
van Formosa, het eiland Chusan, het eiland Haïnan zal genomen
worden, dan wel de oorlog verklaard en op Pekin zelf losgerukt,
is nog niet bekend. Eenige berichten spreken van eene schikking
waartoe China zou willen overgaan; anderen van een inval in
Tonkin door 80,000 man Chineesche troepen. Van dit alles is
echter niets bevestigd.
Een belangrijk vraagstuk dat de buitenlandsche politiek thans
in Frankrijk doet oprijzen, is of Ferry gedwongen zal zijn de Ka
mers vroeger bijeen te roepen ten einde een oorlogsverklaring
aan China of althans kredieten voor de >straloefening" te vragen,
dan wel of het voldoende is als hij later haar den uitslag zijner
bemoeiingen mededeelt. De Regeering meent het laatste; vele
bladen meenen dat in een zoo gewichtige zaak het Parlement wel
gekend mocht worden, en een vroegere motie der Kamer,»dat zij ver
trouwt dat de Regeering Frankrijks waardigheid zal weten te doen
eerbiedigen" wel wat ver gerekt wordt, als men er een
volledigen oorlog met China in vervat wil zien.
* *
Bet meest gewichtige feit van het oogenblik is de aanstaande
bijeenkomst der drie keizers. Keizer Wilhelm, Gzar Alexander en
Keizer Frans Joseph, zullen, vergezeld van hun eerste ministers,
nabfc Warschau, werwaarls de Czar zich eerstdaags begeeft, samen
komen. De juiste datum en de juiste plaats worden nog geheim
gehouden. Vermoedelijk zullen Alexander en Frans Jozef
elkandea den 6 Sept. zien om dan gezamenlijk den 10 of 11 Sept.
d. a. v. Keizer Wilhelm te ontmoeten.
Voor het overige is het in Duitschland in de politieke wereld
«eer rustig, Alleen de Keizerlijke familie gaf deze week eenige
reden tot ongerustheid. De Keizer is Maandag in 't Park te
Babelsberg van het paard gevallen, zonder zich ernstig te bezeeren. Hij
moest echter eenige dagen rust houden. Eerst drie dagen na het
ongeval is] het den volke door den Reichs Anzeiger verkondigd.
Een tweede geval is van ernstiger aard. Prinses Wilhelm is kort
na haar bevalling door roodvonk aangetast en hard ziek. Het laat
ste bulletin luidt evenwel weder gunstiger.
De koloniale politiek is deze week niet nader op het tapijt
gefcomen. Wel zijn weder particuliere berichten ontvangen uit
Cameroon in de Golf van Biafra, waaruit schijnt te blijken dat
ook hier niet het Rijk den grond heeft bezet, maar particulieren
eigenaars zijn geworden onder den steun des Rijks. Dit stemt
geheel overeen met vroegere verklaringen van den Kanselier.
n
* *
In de voorbereidingen voor de Engelsche expeditie, die gene*
raal Cordon en de hem getrouw geblevene bezetting van Khartoem
zou moeten bevrijden, schijnt eindelijk voortgang te zullen komen.
Generaal Wolseley our only general, zooals onlangs een der
Engelsche bladen schreef, en zeker de eenige Engelsche Generaal,
die een aantal expeditiën in half beschaafde streken met succes
heeft geleid is tot bevelhebber der troepen in Egypte benoemd.
Het blijkt, dat de reeds in Egypte aanwezige generaals Earle en
Stephenson zich hadden verklaard tegen het plan, om de expeditie
met booten en schepen langs den Nijl te verzenden, omdat, na«r
hunne meening, de cataracten niet zouden kunnen gepasseerd
worden. Zij raadden den weg over Soeakim en Berber aan, doch
de regeering wilde hier niet van hooren.
Lord Wolseley schijnt weder aan de Nijlroute de voorkeur te
geven; hij wil echter dien tocht op dezelfde manier maken als
de beroemde expeditie, welke hij in 1870 langs de Roode Rivier
in Canada ondernam, en zich bedienen van een groot aantal kleine
vaartuigen, die bij elke hindernis in de rivier, door de troepen
uit het water worden genomen en over land verder worden
gebracht. Op den reeds genoemden tocht was dit 46 maal gebeurd;
de zes cataracten van den Nijl waren dus in het oog van Lord
Wolseley eene kleinigheid.
Dat zulk een tocht veel tijd zal kosten, is te begrijpgn. Men
berekent dan ook, dat de Engelsche troepen niet vóór Januari a.s.
Khartoem zullen kunnen bereiken, maar hoopt, dat het Majoor
Kitchener met zijne kleine bende reeds lang vóór dien tijd geluk
ken zal, de gemeenschap met generaal Gordon te Khartoem te
herstellen.
De heer Gladstone bezoekt zijne kiezers in Mid-Lothian; even
als in 1879 en 1880 is deze reis voor hem een ware triomftocht.
Men verwacht bij deze gelegenheid van den Engelschen premier
verschillende groote politieke redevoeringen.
BINNENLAND.
Men beweert -overigens dat de Minister van Financiën zgn
hervormings-plan" nog niet heeft laten varen. Hij wil alles probeeren! Reeds
lag een portefeuille-belasting klaar voor de Kamer; doch de heer Grobbée
schijnt ten laatste nog te hebben begrepen, dat de constitutioneele leer
toch eenige grenzen stelt aan de ministerieele gedweeheid om naar de
bestellingen" van de oppositie in het Parlement te werken.
Nu heet het weder dat de Minister zijn toevlucht andermaal zal nemen
tot indirecte belastingen.
Zooals verleden jaar ? Moet het voorstel?Van Delden c. s. weer d»
stimulans worden om flink uit den hoek te komen?
Waarlijk, het wordt tijd dat er nu eens een andere leidende gedachte
korne in onze financieele politiek dan die van«... ondanks alle oedec*
lagen en onhandigheden te blijven zitten.