Historisch Archief 1877-1940
No. 375
DE AJfS-PERDMlMER, WEEKBLAD V 013* N;E D E* L A*} D.
Tot loon voor al hare bemoeiingen was het huis van den heer
Backer, na afloop van de voorafbepaalde drie maanden voor het
gansche dorp een wonder van zindelijkheid en nette inrichting;
om den tuin was een nieuwe muur opgetrokken, en waren nieuwe
bloembedden, paden en een klein heuveltje aangelegd en de brui
loft van den heer Backer was met luide feestvreugde gevierd. De
juffrouw had zijn en haar levenslot als een kluwen garen van de
spoel gewonden en sloeg een blik vol bevredigde ordelievendheid
op haar werk. Slechts in n opzicht had ons jonge echtpaar
zich misrekend, hoe verstandig en bedachtzaam het ook voor alles
meende gezorgd te hebben. Zij verwachtten »ons kind" als een
'klein schoolmeisje; maar toen Laurence werkelijk verscheen, was
zij een statige dame van meer dan middelbare lengte met weel
derige blonde krullen, rozeroode wangen en de groole oogen harer
moeder, doch niet schuchter en bedeesd zooals Zo&'s oogen, maar
vrijmoedig en uitdagend. Zij geleek geen arme bonne, maar het
verwende kind, dat in weelde is opgevoed. Een oogenblik beefde
de juffrouw, of liever mevrouw Backer, bij het aanschouwen harer
stieïdochter; zij gevoelde, dat twee krachtige vrouwennaturen
elkander hier ontmoetten; maar haar beven duurde slechts een
oogenblik, spoedig zeide zij met grenzeloozen, nooit vermoeden
trots: »/£ ben moe moeder!" Al de gedurende een lang leven
in bedwang gehouden teerbartigheid doemde in haar hart voor
dit kind op. Laurence was goedaardig en ongedwongen, hare
ouders kwamen haar stokoud voor en, daar zij gewoon was
aan de grillen der overleden oud-tante, vielen de eigenaar
digheden harer ouders haar niet bijzonder in het oog. In
weerwil van de rekenfout ging alles zoo uitstekend, dat de
echtelieden in stilte voortrekenden en wel met het oog op
een goede partij voor hun kind. Bij het aanstaand schuttersfeest
zou Laurence met de Duitsche samenleving in kennis gebracht
worden en de heer Backer spiegelde haar allerlei moois voor van
een feest, dat eenmaal door mademoiselle Piccard verrukkelijk
was gevonden.
Blijde levenslust straalde uit de oogen van het meisje, toen zij
achter hare ouders aan de reeds welgevulde feestzaal betrad; zij
neigde links en rechts, maar eene uitdrukking van teleurstelling
lag in bare beweeglijke gelaatstrekken, toen zij ook van haar
kant het gezelschap had opgenomen. Met eenige moeite vond de
farniiie Backer nog plaatsen en mevrouw Backer begon nu koffie
te schenken.
»Daar zijn we nu, mijn kind," zeide de ontvanger vergenoegd,
»dat zal nog eens een prettig dagje worden heden!"
»Mon Dieu, papa, zijn alle menschen hier oud?" fluisterde
Laurence.
?»Alle o«(ft" riep Backer verbaasd uit, K mijnheer Peters is pre
cies dertig, juffrouw Maus eventjes in de twintig en Antje Trampler
is pas negentien die daar ginds, met dien bruinen japon en
rossige haren!''
»Die menschen zien er allen zeer bedroefd uit!" merkte Lau
rence weer op en streek de plooien van haar weerbarstig rose
kleedje glad.
» Bedroefd? volstrekt niet, maar men kan toch niet olüjd lachen
en zingen en springen, als men opgeruimd is straks komen
de jongelieden van het prijsschieten terug, dan zult ge eens zien
hoe de schutterkoning zich eene koningin kiest; o, daar had uwe
moeder zoo'n pret in!"
Het jonge meisje zuchtte en werd bleeker en stiller, hoe luider
er door elkaar gebabbeld werd. Ook hare ouders waren haar
zeer ernstig en kalm voorgekomen, maar zij had daarvoor in hun
hoogen ouderdom eene verontschuldiging gevonden; doch nu stond
zij plotseling als verlaten tegenover de deftige Noord-Duitsche
afgemetenheid, zonder te begrijpen, welk een schat van degelijk
heid onder dat uiterlijk omhulsel verborgen ligt zij werd ang
stig te moede en een gevoel van smachtend verlangen naar hare
dartele, vlugge speelgenooten «thuis in Zwitserland'" overmande
haar. De heer Peters verzuimde niet het aardige, rijke meisje
zijn compliment te komen maken. Hij had een handel in
ijzerwaren en was de »Iion" van het dorp.
s Doet men in Zwitserland ook aan het vogelschieten ?"
»0 ja," antwoordde Laurence weer oplevende in hare herinne
ring; j als gij Fransch verstaat, zal ik er u een en ander van
vertellen!''
sFransch neen, dat is hier niet noodig!"
»Mijnheer Peters," riep een jonge bierbrouwer, die naar bin
nen kwam stormen, 2 uw gast heeft daar juist het koningsschot
gedaan!"
'" »Wel, drommels! nu reeds het koningsschot?"
»JJIaar wie is toch uw gast T' vraagden allen te gelijk.
»Hij is reiziger voor een Noord-Amerikaansche fabriek van naai
machines, 't is een piepjong ventje!"
»Vreemdelingen kunnen hier geen schuiterkoning worden l"
brulde de veearts.
»Ilij is een Duitscher!" merkte Peters bedeesd aan; »och, weetje,
men moet maar ongelukkig zijn, juffrouw Backer, ik had al ge
hoopt u tot mijne koningin te maken!"
ȕlaal hem hier en vraag hern, waar hij vandaan komt! Vreem
delingen tellen niet mee!" schreeuwde de veearts boven al het
geroep en gepraat uit.
Laurence wierp den veearts een bijna dreigenden blik toe en
trok heimelijk partij voor dengene, die, evenals zij, uit den
, vreemde was.
»IIij strooit geld onder het volk," berichtte de heer Backer, die
bij den ingang van de tent stond, »zij hangen hem den eereketen
om, roepen «Lang zal hij leven" en dragen hem op de schouders
hierheen! Neen, hoor eens, zoo iets is er nog nooit gebeurd,
zoolang de wereld bestaat!"
Men zag een drom van menschen naderen, de bedaarden in de
tent werden levendig en klommen op stoelen en tafels, om den
nieuwen schutterkoning te zien. Laurence stond toevallig vlak
tegenover den ingang en bemerkte hoe twee forsche kerels een
jongen man droegen, die zoo vroolijk en vast op de schouders
zijner dragers zat, alsof er geen gemakkelijker zetel denkbaar was.
Da gansche veerkrachtige, weigebouwde gestalte van den vreem
deling, zijne lange golvende lokken, zijne schitterende oogen,
vormden het toonbeeld der blijmoedige jeugd; bovendien hield hij
in de rechterhand een gevulde bokaal, die hij onder den uitroep:
»Lang leve de brave Emslanders!" aan de lippen bracht en in n
teug ledigde. Het volk buiten schreeuwde: » hoera! hoera!" De
deftige burgers keken elkaar zwijgend aan en wisten niet, wat ze
»> doen zouden. «Hij heeft een vreemden tongval!" verklaarde de
veearts met minachting.
»0ch kom, dat beteekent niets!" gromde de menschenarts,
wiens geduld eindelijk uitgeput raakte bij de verregaande aanma
tiging van den veearts. Deze laatste echter was zich bewust van
eene gave, waardoor hg voor al zijne dorpsgenooten het woord
moest doen, namelijk zijn krachtige, alles overweldigende stem,
die hij zelf gaarne als »mijn welbekend dondergeluid!" betitelde.
Hij vond het nu waarlijk al te mal, dat die andere arts met zijn
vriendelijke, zachte stem hier iets in het midden wilde brengen
en drong daarom naar buiten.
(Slot volgt).
SCHAAKSPEL.
No. 35.
Van den oud-redacteur van SiBsa"i
ZWART.
abodefgb
WIT.
Wit speelt voor en geeft in 3 zetten mat.
(Wit 8 en Zwart 3 stukken met K. C 6).
' OPLOSSING VAN SCHAAEPROBLEEM No. 33.
l K. A 6! C 7 ut D 6
204 D5 06MD5
3 D. C 3 mat,
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
No. 33 en 81 ia juiat opgelost door W. v. H. ta Delft; 33 Dames B, te 'B E,',
Mevr. V. te W.
NAGEKOMEN OPLOSSINGEN.
No. 33 is juist opgelost door J. H. N. ta Vonlo; 33 en 3d door Henri; 32 en 33
door Jan van Noord beiden te Amsterdam. Voorts v. d. M. te N.N. No, 34 ea 32
door G. 1. D. W in do Kvjp.