De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 31 augustus pagina 13

31 augustus 1884 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

DE 'A M S T E R D A M M E R, W E E K B L A D V O O R N E D E R L A N D. Een weelderig ontbyt. Een luitenant, die 's morgens vroeg nit schigfBchieten moest gaan, tot zijn oppasser: Gerrit, ik heb vandaag twee van mijn vrienden gevraagd om met mij te gaan ontbijten. Je zult wel voor alles, wat noodig is, zorgen. Eieron, boter, ham, sardijnen en kaas. Thee heb je gisteren pas een pond gehaald hier is zij. Om acht uUr moet alles klaar zijn, zoodat da thee dadelijk kan worden gebruikt. Begrepen? Gerrit: Tot uwe orders, luitenant l Tegen negen uur komt de officier met twee zyner kameraden uit-gehonfrerd, van het terrein, thuis: Alles in orde!?In ordo, luitenant!?De krijgslieden gespen hun zwaard af en nemen plaats. De tafel is gedekt. Daar gaat de kamerdeur open en Gerrit treedt binnen met een dampendea echotel. Hoe! ook een schotel roode kool. Iloe kom je daartoe ? roept vroolijk verraat door dien aanblik een der hongerige gasten. Hij had slechts gerekend op een aangekleeden boterham. Den huisheer werd het angstig te moede, lig wierp een onderzoekenden blik op den schotel, die werkelijk Br uit zag als roode kool, niet de noodige toespijzen voorzien. Wat boteekent dat? Ik sprak slechts van thee?" Dat is het ook," ant woordde op zegevierenden toon Gerrit, op den schotel wijzende. Hij had het pond thee naar den eisch der kunst als groente gekookt en met schijven ham, spiegeleieren en sardijnen sierlijk bekranst. Een dynamieteter. Uit Klausenberg wordt het volgende gemeld: Een vlotter uit Been in Hongarije bezitfeen zoon welke ouder meer andere lof felijke eigenschappen ook die bevat een snoeper te zijn en meer van zoetigheden dan van zijn schoolboeken te houden. Den vlotter hield zijn reizen voor zijn zaken dikwijls ver van huis. Doch Irij vergat nooit, wan neer hij huiswaarts keerde voor zijn Keveling een zakje lekkers mede te brengen. Onlangs kwam hij terug uit de wouden en de bergen, vanwaar bij met uitzondering van galnoten, pijnappels of dergelijke met den besten wil geen snoeperjj kon medebrengen. Hij bracht dan ook wer kelijk niets mede, dan twee dynamist-patronen die in zijn koffwr tusschen zijn goed lagen, en die gevaarlijke dingen liet hij onvoorzichtig genoeg, by- het uitpakken op de tafel liggen. Nauwelijks had hij de woning ver laten of de snoepzieke jongen loop stilletjes in het vertrek en begon de bagage na te zien. Eindelijk viel zija blik op de beide blikken dingen en een trek van blijdschap verspreidde zich over zijn gelaat. Aha!" dacht hij, deze goede oom heeft voor my koekjes van turksche tarwe meegebracht. De kleur en het uitzicht van het dynamiet hebben veel overeenkomst met die in eenige streken van Zevenbergen als lekkernij beschouwden maïakoeken. Een greep, en in een oogwenk waren de dynamiet patronen van de hulzen ontdaan. De knaap stak het lekkers met zielsvermaak in zijn mond en zonder er op te kauwen, werd het dooi den jongen verslonden. Later wilde de vlotter de dynamiet patronen in veiligheid brengen, te vergeefs zocht hij er langen tyd naar totdat hij laatst het zelf bekende ze opgegeten te hebben. Dit geschiedde den 19 Jnli zonder dat tot dus ver hij hierop het minste letsel er van heeft on dervonden. De inwoners der plaats evenwel ontwijken de jongen angstig en verwachten zij althans een ontploffiing. Hoe voorzichtig men op reis moet zijn l>y het aansluiten van vreemden. In deze dagen dat zoovelen de muffe stadslueht ontvluchten om op reis zich te verfrisschen kan het geen kwaad het volgende voorval mede te deelen dat onlangs plaats greep en waaruit men leeren kan dat men niet te voorzichtig kan wezen in zijn gesprekken met vreemden, die man voor het eerst ontmoet. De persoon wien de gebeurtenis overkwam, bericht het aan een dagblad welks correspondent hij was. Aldus luidt zijn mededeeling: Te Tegernsee leerde ik een oude dame kennen met haar insgelijk eenigseiens op jaren gekomen dochter die zonder mannelijk geleide op reis waren, en daar zij zich schenen te vervelen en ik ook mij zeer verveelde sloot ik mij bij die beide da-nes aan. De mama scheen mijn omgang met Julie, dus heette de dochter zeer te,bevallen en bejegende mij met een zekere hartelijkheid, die iets jmoederlijks had. In de parochiekerk van Tegernsee bevinden zich op het altaar belangrijke reliquiën, kastjes met handen en beenderen van christelijke martelaren. Op zekeren dag be vonden wij ons, daar het regenachtige weder een uitstapje onmogelijk maakte, in die kerk. Toen ik de dochter de relieken wilde laten zien «prak ik tot haar: Juffrouw wilt u met me naar het altaar gaan ?" Lezer nauwely'k had ik dat gezegd of de moeder vatte met aandoening onze handen, legde ze ineen en fluisterde: Maak myn kind gelukkig!" Tot een opheldering van het misverstand ontbrak mij de moed ik pakte mijn biezen, en ben niet meer gezien. Groote 'beenderenlagen. In de nabijheid der stad Bismarck in de NoordAmerikaansche staat Dakota bevindt men aanzienlijke lagen beenderen. Op den buidigen oogenblik zijn eenige ondernemende Amerikanen bezig met deze te ontginnen. Reeds honderden menschen en paarden hebben ze aan het werk gesteld om de overblijfselen van deze, die in vroegeren tijd bij groote menigte door de Indianen op de jacht zijn neergeveld, te verzamelen; twee dollars worden voor het vat betaald het bijeengebrachte echter per ijzeren weg naar Philadelphia verzonden om daar tot beenderenmeel te worden verwerkt. Nog in den loop des jaara zal evenwel te Bismarck zelf een beenderen-meelfabriek worden opgericht Een visschers buitenkansje. Uit Lebach wordt bericht dat onlangs een jongen in die plaats een even belangrijk als voordeelige vangst deed. Tot uitspanning ging hy in de Dulbeek visschen. Als lokaas had hij een klein baarsje aan den angel gestoken ; weldra is daar een baars van on geveer twee pond komen aanzwemmen en hapt naar het kleine vischje en terwijl hij aan den angel zwalkte werpt een sn oek van 8 pond zich op hem en slokt in een ommezien de baara in. De jongen ziet de groote «a wilde daar bjj er bang voor werd wegloopenc De snoek evenwel bleef heel rustig liggen. De moed van den knaap herleefde. Daar de snoek te zwak v/as om de vangst in veiligheid te brengen, pakte de jongen de snoek heel stevig achter den kop vast en smeet hem op het land. Zoo had hij drie eetbare visschen tegelijk. Een baarsje, de baars en tevena nog een snoek van acht pond. Dit was geen jagers buitenkansje, maar een visschers buitenkansje. Ons nagerecht. Een franscbe geneesheer heeft zich de moeite gegeven de gewone bestanddeelen, die het dessert uitmaken en hun waarde ala voedingsmiddel, te onderzoeken. Hier volgt de slotsom, tot welke hy'kwam. Malagadruiven zijn voedzamer dan versche; zij verwarmen de maag en werken zeer verfrisschend. Het is echter te betreuren dat haar suiker gehalte schadelijk is; voorts liggen hun schillen langen tyd onverteerd in de maag. Zeer gezond zijn de vijgen, licht te verteren, voor iederen leeftijd en op elk tijdstip van den dag een gezond voedsel. Bijzonder on verteerbaar zy'n de kraakamandels, en moge ook Plutarchus beweren, dat zij een onschatbaar middel togon de dronkenschap zijn, dan is dat toch een verdienste, die de in den regel matige dameswereld niet op den waren prijs zal weten te stellen. Hazelnoten en noten zijn slechts dienstig zoolang ook de bruine bast gemakkelijk kan worden weggenomen. Hoe droger zij zijn, des te grooter wordt het nadeel, dat zij doen. Een onfeil baar uitzicht op een zware indigestie brengt het nuttigen van een groot aantal dadels mede. De Arabieren, wier hoofdvoedingsmiddel daarin be staat, hebben eigen geneesmiddelen, die tot genezing van de schadelijke gevolgen van dat eten dienen. In het algemeen genomen is het raadzaam het dessert in kleine hoeveelheden te gebruiken en niet na een goeden maaltijd de maag met nuttelooze snoepery'cn te bezwaren. Een zeldzaam correspondentie-middel. Onder dezen titel vertellen de Parijsche bladen den volgenden roman: Niet lang geleden kwam een verzamelaar van zeldzaamheden te Parijs, die belangrijke sommen uitgaf om verschillende banknoten uit alle lan den te bekomen, in het bezit van een engelsch bankbiljet van vy'f pd. st., waaraan een geheele geschiedenis zich vastknoopt. Deze banknoot werd 61 jaren geleden op een handelskantoor te Liverpool in betaling gegeven, en de bediende der firma die haar ontving, merkte, toen hij het papier tegen den dag hield om de echtheid er van te kennen, eenige bloedroode teekenen er op, die by' nader onderzoek als half uitgewischte letters zich voordeden, welke tuischen de gedrukte regels en op het wit gebleven papier waren geschreven. Na ontzettend veel moeite gelukte het, het volgende te ontcijferen: Wanneer deze banknoot in handen van John Dean te Carlisle komt, kan hij uit deze regels vernemen dat zijn broeder te Algiers in slavenboeien zucht." Genoemden Dean wei d bericht gege venvan deze ontdekking en hij riep aanstonds den bijstand der regeering in om zijn broeder te helpen verlossen. De gevangene had, gelijk later bleek, met een houtsplinter, dien hij in zijn bloed doopte, bovenstaande mededeeling geschreven en was sedert tien jaar slaaf van den Bey van Algiers, toen zijn vreemdsoortige brief aan het juiste adres kwam. Zijn familie en bekenden waanden hem reeds lang dood. Het gelukte zijn broeder, met behulp der engelsche overheid, hem tegen betaling van eengroot losgeld in vrijheid te doen stellen en hem naar Engeland terug te brengen, waar hij evenwel niet lang genot had van de herkregen vrijheid. Geest en lichaam waren door de geleden ontberingen en den harden arbeid op de galeien van den Bey geheel gebroken. De ^oaat?de eener aanbeveling. De bediende van een horlogiemaker trad dezer dagen de woonkamer van zijn patroon binnen en zeide dezen, dat in den winkel een heer stond, die een zilveren cylinder-horloge wilde koopen: Zal ik hem," dus vroeg hij verder: het minste soort voor 18 gulden laten?" Ga je gang." Maar hij brengt een recommandatie mede van Dr. Bremeren die hem gezegd heeft, dat hij bij ons tegen zeer billijken prijs een voortreffelijk horloge krijg'en kon." O zoo, dan moet je hem f 25 laten betalen, en hem zeggen, dat hij den prijs niet mag vertellen, en wij alleen ter wille van zijn vriend het hem geven, en zoo goedkoop zou hij nergens terecht komen." En zoo geschiedde het. De aanbeveling kostta den kooper 7 gulden, die met een geheimzinnig lachje zy'n vrienden over zijn voorbeeldig goeden koop spreekt. De wereld wilt gefopt worden. Een varken in aandeelen. De origineelste actiën, die wel ooit zijn uit» gegeven, bevonden zich eenigen tijd geleden in de handen der stamgasten van het groote bierhuis Zum Landsknecht" Jagerstrasse 13 te Berlijn. De eigenaar van dit huis was namelijk op den inval gekomen een geheel varken te koopen en dit naar alle regels van de slacht- en kookkunst te laten bereiden. De houder eener actie voor den geringen prijs van 3 M. 50 pf. verkrijgbaar gesteld, kreeg daarvoor een aandeel in den eigendom van dit kapitaal-varken, en wel om een daarop volgenden Woensdag 's middags ten 12 uur een portie karbonnade, Donderdag s'avonds van 7 uur af een portie bloed- of lever worst met zuurkool, Vrijdag, 's mid dags te 12 uur een portie braadworst met roode kool; Zaterdag van 7 uur af een portie ham, en Maandag van 7 uur af een portie spekpannekoeken te krijgen. De aandeelen waren spoedig geplaatst. Aan de bepa lingen werd trouw de hand gehouden. Alle belanghebbenden waren tevreden, niet het minst de kastelein die uitnemende zaken heeft gedaan. Een goede school. Een Engelsche zendeling was big een familie ten eten gevraagd. Aan den disch verscheen de dochter des hnizes met een van boven vrg laag uitgesneden japon, en dus zeer gedecollecteerd. De gastheer geloofde, met een beroep op de mode, zich deswege big de gast te moeten verontschuldigen. O," antwoordde de zendeling dat maakt voor mg niets, ik ben het gewoon, Ik leefde tien jaren onder d* wilden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl