De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 31 augustus pagina 5

31 augustus 1884 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 375 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD Y00R NEDERLAND. UIT BELGIË. Taal- en letterkundig Congres te Brugge. Wy verlieten laatstleden Zondag Brussel te negen uur. De reisgids zeide dat wij (per directen trein) kwart vóór elven te Brugge zouden aan komen. Maar jawel; wij kwamen een uur te laat. Wat was wel de oorzaak dezer vertraging? Het groote volksfeest wat te Brugge zou worden gevierd, en dat niet zonder vriendelijk opzet met de Congresdagen samenviel. Het programma van het Congres had ons er reeds op voorbereid, gelijk vroeger is meegedeeld; daarbij kwamen nu nog eene bloemententoonstelling en andere vermaken, welke het volk bij duizenden naar de stad lokten, die, door hare burgers zoo gaarne het Vlaamsche Neurenberg" wordt genoemd. Doch 't is maar beter bij 't betreden der hoofdstad van Westvlaanderen, aan den beerlijken zetel van het Germaansche Museum" niet te denken, want wij worden dan toch al te zeer teleurgesteld. Wel is waar herinneren nog eenige deelen van straten aan Brugge's aiouden glans, maar toch, niet zonder een lach van mede lijden op de lippen, kan men dien verfoeilijken onzin der moderne gevels (welke hier nog meer opvalt dan in andere steden die slechts eene mo derne geschiedenis hebben, gelijk Berlijn) aanschouwen, daer" (zegt Ledeganck van Brugge): <? Daer gij, van wat gij waert slechts schaduw Eijt en spot." Evenwel, liever dan ons m de geschiedenis der Wandaalsche vernieling te verdiepen, begroeten wij met vreugde wat er in de laatste jaren hier ter herstelling van edele en natuurlijke vormen is gedaan. Bij vroegere gelegenheid heeft ref. reeds verhaald, dat het nieuwgothisehe stationsgebouw den reiziger door zijne bouwvallen niet weinig verrast: 't Is treurig, maar opperbest! Hoe groot voorstander men ook van de middeleeuwsche bouwkunst moge wezen, hier was zij misbruikt, om een werk in 't leven te roepen, wat deels een hospi taal, deels een gevangenis enz. geleek, waaraan licht en leven volkomen ontbraken. Men laat de bouwvallen nu liggen, niet alleen omdat de ondernemer bankroet is gegaan, maar tevens dewijl men voor heeft het station verder buiten de stad aan te leggen. Het gebouw der normaalschool daarentegen, waarin de vergaderingen van het congres worden gehouden, is van eene meer verstandige ofschoon niet vlokkelooze gothiek, en de groote gehoorzaal bij voorbeeld is uitmuntend van acoustiek en verlichting. Dat het gebouw veeleer voo? 1500 in plaats van voor do tegenwoordige 150 normalisten schijnt ingericht, gaat ons verder niet aan en mogen de verantwoordelijke personen zelven goed maken. Zondagavond, nadat wij reeds een gedeelte ran den prachtigen optocht hadden gezien, verzamelden wij ons aan list station om nieuw aankomende gasten af te halen. Onder eeno heerlijke verlichting van honderden van venetiaansche lampen, togen wij (na een enkel woord van een der leden van 't regelingscomitégehoord to hebbes) door de geheele stad en naar 't stadhuis, alwaar ons de burgemeester niet eene zeer welmeenendo toe spraak ontving, in welke hij onder anderen deed uitkomen, hoe gelukkig het was dat do Voorzienigheid en da natuur" aan Noord- en Zuid-Nederland weder eene nieuwe eenheid schonken, dio reeds herhaaldelijk bevestigd was door de samenkomsten der beide koningen. Doze woorden worden door den heer Dcsiró Delcroix, hoofd van het ministerieel departement voor kunsten en wetenschappen, kortelijk beantwoord, waarna dr. Jan ton Brink een woord van spijt uitsprak dat de hollandsche regeering zieh bij het Congres niet officieel had laten vertegenwoordigen. Do volksver tegenwoordiger van Middelburg Van Eek, wodcrlegde evenwel 's anderen daags die opmerking, door de mededeeling dat de hollandsche regeering voor vaste gewoonte had tot geene bijzondere vergaderingen eenen officieelen vertegenwoordiger te zenden, dan alleen wanneer zij daarom was verzocht, hetgeen hier het geval niet was. De heer pastoor Brouwers droeg een nieuw gedicht voor. Vervolgans trok men naar da markt, alwaar Vlaanderen van Richard Hol ea de nationale volksliederen (ook dat van Transvaal) werden voorgedragen. 's Maandags werd het bureel, de heer De Maere Limnander tot a!gemeenen voorzitter, de heeren Wouters, Vercruyssen, Benoit, Van Eek, enz. tot voorzitters der afdeelingen gekozen; waarop, na de gewone redevoeringen en dankbaarheidsbetuigingen aan het voorloopig bestuur, de afdeelingen in hunne lokalen aan 't werk gingen. In de eerste afdeeling droeg de heer Taco de Beer eene verhandeling voor over de beteekenis der studie van de tongvallen, enz. welke algemeene belangstelling wekte, en aanleiding gaf tot een langen redetwist over de waarde van gewestsprakea, welke vooral in Belgiëzoo levend zijn. De zaak werd zoo ernstig en van alle zijden beschouwd, dat men er wel toe komen zal do redactie van 't woordenboek der nederland-suiio taal" namens list Congres te verzoeken voortaan eene grootere opmerk zaamheid aan dio dialecten to schenken. Des avonds had or een groot Concert in den schouwburg plaats. De hoofdschotel van dit muzikaal banket was hot bekende kinderoratori o van Peter Benoit, op woorden van Em. Hiel, hetwelk met groote geest drift werd ontvangen. Het muziekstuk wat in de tweede plaats verdient genoemd te worden was Het lied der klok van Nicolai. De natuur lijk klassische vorm van dit werk eprak weldoend tot den hoorder, al is liet ook gevaarlijk, na de compositie vin Mas Bruch (om van Romborg's Lied von der Glockc niet te spreken) dezen tekst nogmaals ten gehcore to brengen. Bovendien ia hij daardoor minder geüigend in masisk te worden gebracht, dewijl hij zoo volledig en afgewerkt is. dat er zoo te zeggen voor de muzikale illustratie gcene plaats moer overblijft. Brugge, 27 Augst. 1884. M. A, (Ski volgt,) LETTERKUNDE. «fis IETS OVER DEN ENGELSCHEN ROMAN EN EENIGE ENGELSCHE ROMANSCHRIJFSTERS. III. Zooals gewoonlijk bereikt George Eliot hier ongewone resultaten met. de eenvoudigste middelen. Die soberheid bewijst hare kracht.. Telkens predikt zij ons die leer geboren uit het helder inzicht in het oneindig verband aller dingen", dat elk menschenleven, elke persoonlijkheid, hoe nederig en gering ook, op zichzelf en voor zichzelf van het hoogste gewicht zijn. Eenvoudig zjjn in Adam Bede de toestanden, eenvoudig de personen, eenvoudig de beperkte kiing, waarin zij geplaatst zijn. Maar tegen het einde van het boek wordt de handeling dramatischer, de aandacht meer gespannen. Het tooneel in de gereehtszaal, als het bloeiende, j ongele ven al zijue wanhoop uit in n langen doordringenden gil bij het hooren van het vonnis: en alsdan te worden gestraft met den koorde Aot er de dood op volgt", het onderhoud tusschen Dina en Hetty in den kerker, dat alles schokt en ontroert onze zielen en laat geen plaats meer voor wijsgeerig betoog of kalme redeneering. En als ook wij, met den angst in het hart, de kar volgen, die door de starende menigte heen, de jonge ver oordeelde naar de plaats der terechtstelling voert, als wij Hetty zich aan Ditfa zien vastklemmmen als aan het eenig zichtbaar teeken van erbar men en liefde", dan ontsnapt ook aan onze borst een zucht van verlich ting, als wij lezen: Daar verschijnt een ruiter, die de menigte kliefde in vollen galop. Het paard dampt en is afgemat, maar gehoorzaamt nog aan de wanhopige spoorslagen; des ruiters oogen staan als verglaasd van waanzin en hij zag niets dan hetgeen voor anderen onzichtbaar was. Zie, hij heeft iets in de hand, hij houdt het in de hoogte als een sein. De schout kent hem; het is Arthur Donmthorne met Hetty's zuurver diende vrijstelling van de doodstraf in de hand." Realistisch zijn George Eliot's boeken in de hoogste mate. Maar in gansch anderen zin dan de werken der Fransche romanschrijvers. Realis tisch in de scherpe waarneming, de plastische voorstelling, de hooge waardeering van dat reëele, dat voor den een zeker meer dan voor den ander, maar toch in elk menschenleven eena zoo groote plaats inneemt. Betrekkelijk zelden schildert zij ons tooneelon als het voorgaande. Harts tocht in den engeren zin komt bij haar niet dikwijls aan het woord. Maggio Tulliver's tocht op de rivier met Stephen in the Mill on the Floss, Grandcourt's dood in Daniël Deronda, Romola's onderhoud met Tito, behooren tot de meest aangrijpende tooneelen. Niet in de oogenblikkeu van zielesmart of zinsverrukking, zooals er enkele zijn in een menschenlccitijd, zoekt zij over 't algemeen bare kracht, maar in de fijne en geduldige schildering van datgene, wat toch eigenlijk ons leven uitmaakt: ons dagelijksch werk en de kring, waarin wij werden opge voed, de omgeving waarin wij leven en de menschen met wie wij verkeeren, al wat wij beminnen in de zichtbare of onzichtbare wereld, .al wat onzen strijd verzwaart. Misschien staat in dit opzicht van al hare werken Middlemarch het hoogst, omdat daar alles op de ontwikkeling der karakters en niets op de ontknooping der gebourtenissaa berust, omdat er zoo weinig in gebeurt ea het toch zoo hooge belangstelling wekt. Gij en ik, wij kennen de mscschen die er ons in geschilderd worden. Eene jonge vrouw, die hare schoonheid en jeugd ten offer brengt aan een ouden geleerde, wiens hart verdroogd is te midden zijner perkamenten. Zij is een dier overspannen karakters", zooals wij ze noemen, die, de wereld intredend met edelmoe dige verlangens en hooggestemde verwachtingen van het leven en de menschen er maar al te vaak een martelaarschap vinden. Een jonge duknjr, mot meer mcnschenmin dan eigenliefde, met meer oog voor da iriealt) zijde van zijn beroep dan inschikkelijkheid voor de zwakheden der nien;;chsn, of zorg voor zijne tijdelijke belangen, die van do wereld da p;i=sende betaling ontvangt voor zoo weinig gangbare munt. Een jong Djoisje. geheel ingenomen door de beschouwing harer schoonheid en niet lif'proefde deugd, zoo gekoesterd en gestreeld door het lot, dat de eerste aannadoring van den tegenspoed haar angstig en verward doet nederzitten en berooft van alle kalmte en zelfbeheerscliing. Een ander jong meisje, zonder eeivga schoonheid, maar niet zooveel gezond verstand, zooveel v;r..n;ie toewijding, zoo moedig strijdend tegen haar eigen hart, dat zij een krachtig en vriendelijk beeld van echte vrouwelijkheid uitmaakt. Dat zijn de hoofdpersonen in het drama, dat in eene kleins Engelsche stad wordt afgespeeld. ngB^wijfold is do toekening van Will Ladislaw zwak en Dcrothe:V,3 liefde voor hem een raadsel, even onverklaarbaar als.... der gelijke raadselen het voor ons zijn in het werkelijke leven. Maar hoe vol tragische kracht is da schildering van de pogingen van Lydgate, de jon go dokter, om zijne vurige natuur, zijn humeur" zooals zijne schoont) jonge vrouw hot noemt, ia overeenstemming te brengen met ha? r koeler temperament, om zijne hoogere aspiraties te brengen binnen den kring van hare beperkte aandoeningen en begrippen. Als hij niet slaagt in het werk, waarin hij al zijne ziel en al zijne hoop beeft coleïfd, door het gamis van eenige eigenschappen, die eene natuur als de ijno niet dau na bittere ervaring verkrijgt, dan is dit schouwspel niet minder droevig, omdat liet vrij algemeen is in de wereld. En hot geeft cis schrijfster gelegenheid om het licht te doen vallen op Dorothea, het overspannen karakter waarvan ik straks sprak. Als zij Lydgate verstaat, vff.ar niemand hem schijnt te begrijpen, als zij in hen» doet herleven het geloof aan zijno roeping en aan zieh zelf, dat onder dreigt te gaan in den '.troora van mislukking en miskenning, dan bewijst zij ons ten duidelijkste wit de mensen, die niet leeft bij brood alleen, zijn kan voor zijn medemensen.. Goorge Eiiot verdedigt eene schepping als Dorothea aldus: Zoolang et-Tvelingen beginne» to ademen in eeno maatschappij, waarin grootsche gevoelens als dwaling en groot geloof als illusie beschouwd wordt, zal er ;;trij l zijn in vele vrouwenlevens. De vorm waarin de vurige daden van vroegere tijden zich uitten, is voor goed voorbijgegaan. Maar wij, onbeduidende menschen, helpen .met onze da^ehjksche daden,en woorden mei?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl