De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 31 augustus pagina 7

31 augustus 1884 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 375 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. UW.»?> '"'l' ' ' "' ' ' reiding aan het werk heeft gezet. Aan de vertaling dezer gedichten van Tennyson had de lezing van Prof. Jonckbloets GescJticdenis der midden-w.derlandscheDichtkunst vooraf moetcngaan,en de doorsimiïeliiig van Je door dien geleerdeuitge;eMen heldendichten van Lancclot en van Walvu'i'in. Dan zou de auteur der vertaling geleerd hebben, hoe men zich in liet Hollandsch uitdrukt. Sir Gawain bijv. ware Heer Walewein geworden, een Konin; ware niet (il. 6) niet Sire" toegesproken, Uonde Tafel" ware Tafelronde" genoemd, Blerlin ware eerder als Toovenaar" dan als wijze", aangeduid (W. 10), minster ware niet met hoofdkerk" vertaald (bl. 11); de devicesUazoii'd op het schild, had men vertaald met de stukken van het wapenschild' (bl. 19) Ook ware dan de vertaling, nog in audero opzichten, minder modern uitgevallen. Zoo lees ik bijv. Zoo," zeide het meisje, zijn manieren de afspiegeling van het karakter?" Het Engelsen geeft eerst: . . . mannora are not idle, bat the fruit Of loyal nature, and of noble mind." en vervolgt: Yea," said the maid, be manners sucli fair fruit?" Op bl. 95 zegt de vertaling: Terwijl hij tot haar sprak, was zijn vizier gesloten," waar het Engelsch, voor dit laatste, heefc: his helm was lower'd." Do oudste helmen der westersch-europeesche volkeren hadden geen vizier. De engelsche uitdrukking zegt, te-rccht, alleen, dat de helm neer was. Op bl. 103 wordt van het stooten op harde pantsers" gespro ken; die komen echter in Xlle- en XHI-eeuwsche gedichten niet te pas. Te-recht heeft Temiyson: tho hard mail hawn". Geharnaste voet", op bl. 112, ware ook beter door gemaliede voet" overgezet. De vertaling getuigt anders wel van bedrevenheid in het Engelsch. Op de meeste der door mij vergeleken plaatsen, is zij zeer voldoende. Nochtans ware eene overzetting in de maat van het oorspronkelijke wel verkieselijk geweest. Enkele fout jens, die ik aantrof, zijn bl. 3 reg, 9, staat doch", voor hoewel"; bl. 5, reg. 2 v. o. lees tooverkunsten; bl. 7, staat: werd zij gedwongen hem met grievenden spoed te huwen in haar tranen", waar het Engelsch heeft wed him in her tears and with a sharneful Bwiftness." For the sake" wordt bl. 8 dóór om de zaak", in plaats van ter liefde" vertaald. Merlin had Arthur crown'd", had ook behooren te luiden: Merlin had Arthur gekroond (bl. 8). Bl. 10 staat iemand die door een verblindend licht ia wakker geschrikt"; de zinsnede had moeten luiden: iemant die ontwaakt, half verblind door een verschijnend licht." My tongue wordt gemakshalve mijn vermogen" vertaald.... Ik zou deze voorbeelden van min gelukkige vertaling nog zeer kunnen vermenigvuldigen. Uit het eene en andere door mij aangevoerd, mag worden afgeleid, dat de vertaling meer voorbereiding geëischt had, maar het vermindert niets aan den lof, die behoort gegeven te worden aan de vrouw, die gevoeld heeft, dat de toekomst onzer literatuur voor een ge deelte behoort te worden verzekerd, door hare verrijking met uit den aluimer der vergetelheid gewekte gedachten en gemoedsbewegingen van het roorgeslacht. Wij durven haar veilig aanraden op den ingeslagen weg voort te gaan, maar moeten er den wensch bijvoegen, dat zij zich eerst meer gemeen zaam make met den weerklank der middeleeuwsche heldendichten in onze eigent Xllle en XIYe-eeuwsche dichtkunst, 29 Aug. '84. Alb. Th. Java, Geographiscb, Ethnologisch, Historisch, door P. J. Veth, Hoogleeraar te Leiden. REGISTER EN VERBETERINGEN. Veth's standaardwerk over Java is te rechter tijd verschenen. Eene grondige kennis van dat eiland is voor Nederland meer dan ooit eene behoefte. Wel zija sedert eenige jaren de bronnen opgedroogd, die na 1833 jaarlijks tien, twintig, dertig, in 1839 zelfs drie en vijftig millioen Gld. in onze staatskas deden vloeien, maar toch is Neerland'a welvaart nog innig met Java verbonden. De tijden zijn voorbij, dat wij zonder blozen den Javaan kunnen uit mergelen om onze financieele tekorten te dekken, maar daarom is Java niet ontbloot van rijke hulpmiddelen om met inachtneming van het wel zijn der inboorlingen de schatkist en de beurzen van kooplieden en in dustrieel en te stijven. Een paar voorbeelden. Als de regeeriiig de uitgestrekte wilde djatitoosschen met meer spoed dan tot heden geschiedt in kunstbossdien laat veranderen en dit is een arbeid, die wegens den tijd, welke er voor gevorderd wordt, wel door de regeering maar niet door particulieren kan worden volbracht dan zal zij eerlang met voordeel het zoo ge wilde djatihout van die afmetingen kunnen leveren, als de handel het verlangt. Zooals bekend is, zou zonder nadeel voor de bosschen het viervoudige gekapt kunnen worden, van hetgeen tot nog toe jaarlijks Wordt geveld. Onder de groote uitgestrektheden woeste gronden op Java, die thans tot niets dienen en door particulieren met voordeel in cultuur kunnen worden gebracht, behooren de rawa's. Zij ontstaan als eene rivier door een breed dal loopende, hare oevers ophoogt en zich weder naar het hooger gelegen land buigt. Tusschen den hoogen oever en het hooge land ontstaat dan eene uitgestrekte kom, die gedurende den natten moesson een meer is, terwijl zij gedurende den drogen met alang alang overdekt, en door tijgers bewoond wordt. Door inpoldering en het plaatsen van een stoomgemaal kunnen zulke rawa's veelal in uitstekende bouwlanden worden veranderd, terwijl, als dit geschiedt, tevens gezorgd kan worden voor eene betere waterverdeeling van de omliggende sciwah's. Maar om op zulk eene wijze voordeelen van Java te trekken is eene grondige kennis van zyn bodem en zijne bevolking noodig, en om die te verkrijgen biedt het keurig geschreven werk van Veth eene uitstekende gelegenheid. Een werk van zoo overrijken inhoud strekt echter niet alleen om gelcz;n, maar ook om nageslagen te worden en daartoe ia ecu register onoutbeorlijk. Do hoogleeraar zag tegen den verdrietigen arbeid op, er ze!f een samen te stellen, en nu bood zich de Heer K. Aran Eek, leeraar in de Land- en Volkenkunde \an onzen Archipel aan de Koninklijke Militaire Akademie te Breda, aan, dat werk voor hem te verrichten. Zoo iemand, dan is de Heer van Eek de aangewezen rnan voor zulk een arbeid. Jaren lang heeft hij als zendeling Java en Bali leeren ken nen en, wat zooveel Europeanen verzuimen, dien tijd besteed om, getuige zijne degelijke opstellen in den Indischen Gids, Javaansch en Balineesch grondig to leeren kennen. Zulk eene kennis moest bij ons te lande op hooger prijs worden gesteld dan het geval is. Iedereen weet, dat men met zoogenaamd laag Maleisch over geheel Java terecht kan; maar-iedereen weet niet, van hoeveel belang het voor een ambtenaar is, de eigenlijke volkstaal te kunnen spreken en schrijven d. i. op West-Java Soeddaneesch en op Middel- en Oost-Java Javaansch. Zoo heeft, om een paar staaltjes te noemen, de inlander veel meer eerbied voor den ambtenaar, die de iulandsclie taal spreekt dan voor hem. die zich met zoogenaamd laag Maleisch moet behelpen, terwijl menige niet slechts dolzinnige flater, maar zelfs ernstige vergissing bij de rechtspraak plaats heeft, omdat de rechter geen woord verstaat van de taal, waarin de verhooren plaats hebben. Gaat men nu het door den Heer Van Eek vervaardigde register na, clan trekt het onmiddellijk de aandacht, dat hij zulk eene beknoptheid aan zulk eene volledigheid heeft weten te paren. Het opzoeken kan wel niet plaats hebben als in een gewoon woordenboek. Er is eene kleine oefening noodig om zich op de hoogte te stellen; maar heeft men dio verkregen, dan geeft het register het tijdsparend voordeel, dat men alles by elkaar vindt, wat bij elkaar behoort. Dat in een werk als Veth's Jrva fouten en vergissingen onvermijdelijk waren, zal voor ieder zaakkundige duidelijk zijn. De hoogleeraar heeft den arbeid van den Heer Van Eek met zorg nagezien; maar daarbij heeft hij het niet gelaten. De verbeteringen en bijvoegsels, die Z. H. G. nu en dan in het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap had medegedeeld, zyn thans met nieuwe vermeerderd achter het register af gedrukt. Dat het schoone werk door de uitgave van Register en Verbeteringen" in bruikbaarheid en degelijk heeft gewonnen zal geen nader betoog be« hoeven. A. M. K. BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN. De heer C. L. Brinkman kondigt een nieuw tweemaandelgksch tijdschrift aan, getiteld De drie Talen. Het wil een wegwijzer worden bij de studie der Fransche, Duitsche en Engelsche taal, een vraagbaak voor allen, die bij ernstige studie hulp en inlichtingen verlangen. Het tijdschrift zal bevatten: 1. Artikelen betreffende de onderwerpen in de Spraakleer, die eenige moeielijkheid aanbieden; 2. Uitgewerkte opgaven zoowel voer vergelijkende ale voor akte-examens; 3. Vertalingen in en uit de vreemde talen, met aanteekeningen; 4. Behandeling van leeslessen met toelichting; 5. Verklaring van min gebruikelijke woorden en zegswyzen; 6 Verklaring van figuurlijke taal en synoniemen; 7. Beantwoording van vragen ingezonden door inteekenaren; 8. Aankondiging van hand- en studieboeken; 9. Uitspraak der talen; 10. Methodeleer. In elk nummer zullen den inteekenaren vragen en opgaven ter beant woording en vertaling worden opgegeven. De redactie is opgedragen: voor het Fransch, aan den heer C. A. Hof man, te 's-Gravenhage; voor het Hoogduitsch, aan den heer Taco H. de Beer te Amsterdam; voor het Engelsch aan den heer L. P. H. Eykman, te Leiden. Medewerking hebben beloofd de hoeren F. Alb. R. Beekman te Am sterdam, Pierre L. Gocheret te Rotterdam, P. J. van Duynen te Rotterdam, R. Dijkstra te Rotterdam, J, L. Ph. Duyser te Amsterdam, A. van der Ent ts Wageningen, F. Gedeking te 's-Gravenhage, G. A. C. van Goor te Amsterdam, J. M. Keen te Scheveningen, P. J. Keyman te Winschoten, Jac. P. M- Reijers te Amsterdam, J. Schippers te 's-Gravenhage, A. S. Schoevers te Amsterdam, en G. Welbergen te Hoorn. Van Ileine's werken verschijnt bij von Hofmann & Campe te Hamburg een volksuitgave in 50 afleveringen a 20 pfn. Een biographie van den dichter van de hand van dr. O. Karpelea wordt als inleiding bij die uit gave gevoegd. Onder toezicht van den onlangs overleden schrijver Laube is men met de uitgave van een geïllustreerde prachteditie der werken des beroemden dichters begonnen, die in 90 afleveringen van 50 pfn. compleet zal zijn. Carlyle's French revolution" en Carmen Sylva's Gebet" worden in het Zweedsch vertaald. Paul Bourget is een Engeland om een serie studiën over Engelsche dichters te schrijven, als tegenhanger van zijn psychologische essays over fransche schrijvers. Hij maakt van zijn verblijf in Engeland tevens gebruik om belangrijke brieven over het Engelsche volk aan de Débats" te zenden. George Routledge & Sons zullen binnen kort de werken van Smollett in zes deelen uitgeven, Een dergelijke editie van Fielding's werken deden zij onlangs het licht zien. In de Contemporary Pulpit" verschijnt een artikel over George EliptVgodsdienstige denkbeelden, naar onuitgegeven documenten bewerkt. '

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl