Historisch Archief 1877-1940
No. 375
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
UW.»?> '"'l' ' ' "' ' '
reiding aan het werk heeft gezet. Aan de vertaling dezer gedichten
van Tennyson had de lezing van Prof. Jonckbloets GescJticdenis der
midden-w.derlandscheDichtkunst vooraf moetcngaan,en de doorsimiïeliiig van Je
door dien geleerdeuitge;eMen heldendichten van Lancclot en van Walvu'i'in.
Dan zou de auteur der vertaling geleerd hebben, hoe men zich in liet
Hollandsch uitdrukt. Sir Gawain bijv. ware Heer Walewein geworden,
een Konin; ware niet (il. 6) niet Sire" toegesproken, Uonde Tafel"
ware Tafelronde" genoemd, Blerlin ware eerder als Toovenaar" dan als
wijze", aangeduid (W. 10), minster ware niet met hoofdkerk" vertaald (bl.
11); de devicesUazoii'd op het schild, had men vertaald met de stukken
van het wapenschild' (bl. 19) Ook ware dan de vertaling, nog in audero
opzichten, minder modern uitgevallen. Zoo lees ik bijv. Zoo," zeide het
meisje, zijn manieren de afspiegeling van het karakter?" Het Engelsen
geeft eerst:
. . . mannora are not idle, bat the fruit
Of loyal nature, and of noble mind."
en vervolgt:
Yea," said the maid, be manners sucli fair fruit?"
Op bl. 95 zegt de vertaling: Terwijl hij tot haar sprak, was zijn vizier
gesloten," waar het Engelsch, voor dit laatste, heefc: his helm was
lower'd." Do oudste helmen der westersch-europeesche volkeren hadden
geen vizier. De engelsche uitdrukking zegt, te-rccht, alleen, dat de helm
neer was. Op bl. 103 wordt van het stooten op harde pantsers" gespro
ken; die komen echter in Xlle- en XHI-eeuwsche gedichten niet te pas.
Te-recht heeft Temiyson:
tho hard mail hawn".
Geharnaste voet", op bl. 112, ware ook beter door gemaliede voet"
overgezet.
De vertaling getuigt anders wel van bedrevenheid in het Engelsch. Op
de meeste der door mij vergeleken plaatsen, is zij zeer voldoende.
Nochtans ware eene overzetting in de maat van het oorspronkelijke wel
verkieselijk geweest. Enkele fout jens, die ik aantrof, zijn bl. 3 reg, 9, staat
doch", voor hoewel"; bl. 5, reg. 2 v. o. lees tooverkunsten; bl. 7, staat:
werd zij gedwongen hem met grievenden spoed te huwen in haar tranen",
waar het Engelsch heeft wed him in her tears and with a sharneful
Bwiftness." For the sake" wordt bl. 8 dóór om de zaak", in plaats van
ter liefde" vertaald. Merlin had Arthur crown'd", had ook behooren
te luiden: Merlin had Arthur gekroond (bl. 8). Bl. 10 staat iemand die
door een verblindend licht ia wakker geschrikt"; de zinsnede had moeten
luiden: iemant die ontwaakt, half verblind door een verschijnend licht."
My tongue wordt gemakshalve mijn vermogen" vertaald....
Ik zou deze voorbeelden van min gelukkige vertaling nog zeer kunnen
vermenigvuldigen. Uit het eene en andere door mij aangevoerd, mag
worden afgeleid, dat de vertaling meer voorbereiding geëischt had, maar
het vermindert niets aan den lof, die behoort gegeven te worden aan de
vrouw, die gevoeld heeft, dat de toekomst onzer literatuur voor een ge
deelte behoort te worden verzekerd, door hare verrijking met uit den
aluimer der vergetelheid gewekte gedachten en gemoedsbewegingen van
het roorgeslacht.
Wij durven haar veilig aanraden op den ingeslagen weg voort te gaan,
maar moeten er den wensch bijvoegen, dat zij zich eerst meer gemeen
zaam make met den weerklank der middeleeuwsche heldendichten in onze
eigent Xllle en XIYe-eeuwsche dichtkunst,
29 Aug. '84. Alb. Th.
Java, Geographiscb, Ethnologisch, Historisch,
door P. J. Veth, Hoogleeraar te Leiden.
REGISTER EN VERBETERINGEN.
Veth's standaardwerk over Java is te rechter tijd verschenen. Eene
grondige kennis van dat eiland is voor Nederland meer dan ooit eene
behoefte. Wel zija sedert eenige jaren de bronnen opgedroogd, die na
1833 jaarlijks tien, twintig, dertig, in 1839 zelfs drie en vijftig millioen
Gld. in onze staatskas deden vloeien, maar toch is Neerland'a welvaart
nog innig met Java verbonden.
De tijden zijn voorbij, dat wij zonder blozen den Javaan kunnen uit
mergelen om onze financieele tekorten te dekken, maar daarom is Java
niet ontbloot van rijke hulpmiddelen om met inachtneming van het wel
zijn der inboorlingen de schatkist en de beurzen van kooplieden en in
dustrieel en te stijven.
Een paar voorbeelden. Als de regeeriiig de uitgestrekte wilde
djatitoosschen met meer spoed dan tot heden geschiedt in kunstbossdien laat
veranderen en dit is een arbeid, die wegens den tijd, welke er voor
gevorderd wordt, wel door de regeering maar niet door particulieren
kan worden volbracht dan zal zij eerlang met voordeel het zoo ge
wilde djatihout van die afmetingen kunnen leveren, als de handel het
verlangt. Zooals bekend is, zou zonder nadeel voor de bosschen het
viervoudige gekapt kunnen worden, van hetgeen tot nog toe jaarlijks
Wordt geveld.
Onder de groote uitgestrektheden woeste gronden op Java, die thans
tot niets dienen en door particulieren met voordeel in cultuur kunnen
worden gebracht, behooren de rawa's. Zij ontstaan als eene rivier door
een breed dal loopende, hare oevers ophoogt en zich weder naar het
hooger gelegen land buigt. Tusschen den hoogen oever en het hooge land
ontstaat dan eene uitgestrekte kom, die gedurende den natten moesson
een meer is, terwijl zij gedurende den drogen met alang alang overdekt,
en door tijgers bewoond wordt. Door inpoldering en het plaatsen van
een stoomgemaal kunnen zulke rawa's veelal in uitstekende bouwlanden
worden veranderd, terwijl, als dit geschiedt, tevens gezorgd kan worden
voor eene betere waterverdeeling van de omliggende sciwah's.
Maar om op zulk eene wijze voordeelen van Java te trekken is eene
grondige kennis van zyn bodem en zijne bevolking noodig, en om die
te verkrijgen biedt het keurig geschreven werk van Veth eene uitstekende
gelegenheid.
Een werk van zoo overrijken inhoud strekt echter niet alleen om
gelcz;n, maar ook om nageslagen te worden en daartoe ia ecu register
onoutbeorlijk. Do hoogleeraar zag tegen den verdrietigen arbeid op, er
ze!f een samen te stellen, en nu bood zich de Heer K. Aran Eek, leeraar
in de Land- en Volkenkunde \an onzen Archipel aan de Koninklijke
Militaire Akademie te Breda, aan, dat werk voor hem te verrichten.
Zoo iemand, dan is de Heer van Eek de aangewezen rnan voor zulk
een arbeid. Jaren lang heeft hij als zendeling Java en Bali leeren ken
nen en, wat zooveel Europeanen verzuimen, dien tijd besteed om, getuige
zijne degelijke opstellen in den Indischen Gids, Javaansch en Balineesch
grondig to leeren kennen. Zulk eene kennis moest bij ons te lande
op hooger prijs worden gesteld dan het geval is. Iedereen weet, dat men
met zoogenaamd laag Maleisch over geheel Java terecht kan; maar-iedereen
weet niet, van hoeveel belang het voor een ambtenaar is, de eigenlijke
volkstaal te kunnen spreken en schrijven d. i. op West-Java Soeddaneesch
en op Middel- en Oost-Java Javaansch. Zoo heeft, om een paar staaltjes
te noemen, de inlander veel meer eerbied voor den ambtenaar, die de
iulandsclie taal spreekt dan voor hem. die zich met zoogenaamd laag
Maleisch moet behelpen, terwijl menige niet slechts dolzinnige flater, maar
zelfs ernstige vergissing bij de rechtspraak plaats heeft, omdat de rechter
geen woord verstaat van de taal, waarin de verhooren plaats hebben.
Gaat men nu het door den Heer Van Eek vervaardigde register na,
clan trekt het onmiddellijk de aandacht, dat hij zulk eene beknoptheid
aan zulk eene volledigheid heeft weten te paren. Het opzoeken kan wel
niet plaats hebben als in een gewoon woordenboek. Er is eene kleine
oefening noodig om zich op de hoogte te stellen; maar heeft men dio
verkregen, dan geeft het register het tijdsparend voordeel, dat men alles
by elkaar vindt, wat bij elkaar behoort.
Dat in een werk als Veth's Jrva fouten en vergissingen onvermijdelijk
waren, zal voor ieder zaakkundige duidelijk zijn. De hoogleeraar heeft
den arbeid van den Heer Van Eek met zorg nagezien; maar daarbij heeft
hij het niet gelaten. De verbeteringen en bijvoegsels, die Z. H. G. nu
en dan in het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap had
medegedeeld, zyn thans met nieuwe vermeerderd achter het register af
gedrukt.
Dat het schoone werk door de uitgave van Register en Verbeteringen"
in bruikbaarheid en degelijk heeft gewonnen zal geen nader betoog be«
hoeven. A. M. K.
BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.
De heer C. L. Brinkman kondigt een nieuw tweemaandelgksch tijdschrift
aan, getiteld De drie Talen. Het wil een wegwijzer worden bij de studie
der Fransche, Duitsche en Engelsche taal, een vraagbaak voor allen, die
bij ernstige studie hulp en inlichtingen verlangen.
Het tijdschrift zal bevatten: 1. Artikelen betreffende de onderwerpen in
de Spraakleer, die eenige moeielijkheid aanbieden; 2. Uitgewerkte opgaven
zoowel voer vergelijkende ale voor akte-examens; 3. Vertalingen in en uit
de vreemde talen, met aanteekeningen; 4. Behandeling van leeslessen met
toelichting; 5. Verklaring van min gebruikelijke woorden en zegswyzen;
6 Verklaring van figuurlijke taal en synoniemen; 7. Beantwoording van
vragen ingezonden door inteekenaren; 8. Aankondiging van hand- en
studieboeken; 9. Uitspraak der talen; 10. Methodeleer.
In elk nummer zullen den inteekenaren vragen en opgaven ter beant
woording en vertaling worden opgegeven.
De redactie is opgedragen: voor het Fransch, aan den heer C. A. Hof
man, te 's-Gravenhage; voor het Hoogduitsch, aan den heer Taco H. de Beer
te Amsterdam; voor het Engelsch aan den heer L. P. H. Eykman, te
Leiden.
Medewerking hebben beloofd de hoeren F. Alb. R. Beekman te Am
sterdam, Pierre L. Gocheret te Rotterdam, P. J. van Duynen te Rotterdam,
R. Dijkstra te Rotterdam, J, L. Ph. Duyser te Amsterdam, A. van der
Ent ts Wageningen, F. Gedeking te 's-Gravenhage, G. A. C. van Goor
te Amsterdam, J. M. Keen te Scheveningen, P. J. Keyman te Winschoten,
Jac. P. M- Reijers te Amsterdam, J. Schippers te 's-Gravenhage, A. S.
Schoevers te Amsterdam, en G. Welbergen te Hoorn.
Van Ileine's werken verschijnt bij von Hofmann & Campe te Hamburg
een volksuitgave in 50 afleveringen a 20 pfn. Een biographie van den
dichter van de hand van dr. O. Karpelea wordt als inleiding bij die uit
gave gevoegd. Onder toezicht van den onlangs overleden schrijver
Laube is men met de uitgave van een geïllustreerde prachteditie der
werken des beroemden dichters begonnen, die in 90 afleveringen van 50
pfn. compleet zal zijn.
Carlyle's French revolution" en Carmen Sylva's Gebet" worden in
het Zweedsch vertaald.
Paul Bourget is een Engeland om een serie studiën over Engelsche
dichters te schrijven, als tegenhanger van zijn psychologische essays over
fransche schrijvers. Hij maakt van zijn verblijf in Engeland tevens gebruik om
belangrijke brieven over het Engelsche volk aan de Débats" te zenden.
George Routledge & Sons zullen binnen kort de werken van Smollett
in zes deelen uitgeven, Een dergelijke editie van Fielding's werken deden
zij onlangs het licht zien.
In de Contemporary Pulpit" verschijnt een artikel over George
EliptVgodsdienstige denkbeelden, naar onuitgegeven documenten bewerkt. '