Historisch Archief 1877-1940
AMSTERDAMMER.
OOR NEDERLAND.
No. 375
In het begin van September wordt een nieuwe roman van Miss
BradJDn, Ishmael" genaamd, uitgegeven.
De nitgave van Goethe's brieven, door Fr. Strehlke te Berlijn onder
nomen, is thans voltooid. Zij bestaat uit 9000 brieven. De prijs vim het
complete werk ia 27 Mark.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
Eigen Baard No. 34.
Er&tes door Justits van Maurïk Jr. (vervolg); Bij Kras. Eon
causerie, met afbeeldingen (slot);?Lentebloempjes door Maria;
Verscheidenheid.
Longman's Magazine September.
Jack's Courtship by W. ClarJc Eussdl; The cliase of the wild rcd^
deer by J. W. Fortescue; Charles John Earl Canning by Coimtcss of
Cork; The art of fiction by Henry James; A blue grass Penelope
by Bret Harte; In September by Roberts; Madam by Mr s. OlipJtant.
""""" <?
Cornhiirs Magasine September.
The Curate of Churnside; The Bohemian forest; Dynamite;
Our first glacier expedition; The deceitful vicar; The talk of IR
town by James Payn.
Nieuwe Uitgaven in Engeland.
Language of fiowers illustrated by Eate Greenaway .
Marq, of Lorne, Canadian pictures drawn with pen and pencil
F. H. Burnett, Through one administration
R. W. Carey, Robert's Ord's Atoneaaeut .....
Theo Gift, An Innocent maiden ..<..,.
Mrs. Godfrey, Unspotted from the world . . . .
S. Grey, Story Land by R. Barnes with illustr. . .
S. K. Hocking, Caleb Carthew a Life story ....
Lady C. Howard, Only a village Maiden . . . . .
R. M. Kettle, La belle Marie
Tby Name is Truth a serial novel . . . i l
sh. 3.0
»
82.
'?G.
» 2.
2.
(!.
C.
» 3.G
2.
o
MILITAIRE ZAKEN.
DE PERMANENTE MILITAIRE SPOORWEGCOMMISSIE.
In de NOS. 185 en 186 8 en 9 Augustus jl. v.in de NednrlandscJie
Staats-Cowant is een beknopt overzicht gegeven van de verrichtingen der
Permanente Militaire Spoorwegcommissie gedurende het jaar 1883.
De lezing van dat verslag is overwaard, omdat men alsdan een denk
beeld krijgt van hetgeen door die commissie in het belang van liet mili
taire spoorwegvervoer wordt gedaan en overtuigd wordt van het gewicht
vanx den in 1876 genomen maatregel, om niet alleen de leiding van dea
dienst en van het gebruik der spoorwegen, ingeval oorlog of andere
buitengewone omstandigheden dat gebruik voor 's Uijka dienst in het
belang van 's lands verdediging noodig maken, aan eene Militaire
Kpoortoegcommissie op te dragen, maar deze ook reeds in vredestijd met de
voorbereiding van hetgeen voor de uitvoering noodig ia te belasten en
haar dus permanent te verklaren. Doordat, zoowel de Raad van Toezicht
op de Spoorwegdiensten, als de voornaamste spoorwegmaatschappijen in
die commissie vertegenwoordigd zijn, is het mogelijk geweest zoodairge
schikkingen met de spoorwegmaatschappijen te treffen, waardoor de mili
taire belangen zooveel mogelijk gebaat zijn en tevens bepalingen vast te
Stellen, dienende om de tactische en strategische eischen van het
krijgsbestuur in overeenstemming te brengen met de technische van het
spoorwegvervoer. Doch ook de financieele belangen werden
door de commissie behartigd, getuige de belangrijke vermindering
der prijzen van het tarief voor het vervoer over de verschil
lende spoorwegen en de bijzonder gunstige bepalingen ten opzichte
van het vervoer van verhuisboedels van officieren, die in het belang van
'sRjjks dienst worden verplaatst, en van dat van afzonderlijk reizende
officieren. Opmerkelijk is het, dat juist de Nederlandsche
Rijnspoorwegmaatschappij, welke zich tot nog toe niet bij de andere maatschappijen
had aangesloten, den doorslag heeft gegeven tot de uitbreiding der
voordeelige tariefsbepalingen op het vervoer van buiten dienst reizende officie
ren, mits zij in uniform gekleed zijn. Het is te begrijpen, dat de Regee
ring niet alleen tegen het toepassen dier vrachtsvermindering geen be
zwaren had, maar ook gaarne zoude zien, dat te dezen opzichte gelijk
heid bij de verschillende spoorwegen in ons land werd verkregen. \Vij
willen hopen, dat de ter zake voorloopig bij wijze van proef in dit jaar
genomen maatregel de andere spoorwegmaatschappijen zal doen besluiten
hem, zoowel op het locaal als op het rechtstreeksch verkeer, van toepas
sing te maken, en dat alle spoorwegen tot het tarief voor het gewoon
militair vervoer zullen toetreden. Niet alleen toch is dit zeer in het fi
nancieel belang van den Staat en van zijne militaire ambtenaren, maar
Bal het ook de administratie zeer vereenvoudigen, hetgeen dus allen par
tijen te stade zal komen.
Het genoemde verslag doet ons zien, dat het gevoelen der commissie
wordt ingewonnen omtrent de, in het belang van 's lands verdediging te
maken, voorwaarden bij het verleenen van concessié'n voor dea aanleg en
de exploitatie van nieuwe spoor- en tramwegen, alsmede dat zij op
uitnoodiging van den Inspecteur der Genie, advies heeft kunnen geven op
voorstellen van den commandant der genietroepen betreffende de aan
schaffing van gereedschappen voor de spoorwegtroepen. Met genoegen
lazea wij, dat gelden voor de door haar noodig geoordeelde gereedschap
pen beschikbaar waren gesteld, en dat onderhandelingen zouden wordeu
geopend over de levering van dynamiet ten behoeve van de vernieling van
spoorweg- en andere bruggen, terwijl de voorbereidende opnemingen
voortaan door don Secretaris der commissie met den commandant der
spoorweg- en telegraafcompagnie zullen geschieden.
Hoezeer wij verder vernamen, dat, ingevolge het door de commissie
gegeven advies, in de legerplaats bij Zeist proeven zijn genomen en
wel met gunstig resultaat uiet het vernielen door dynamiet van stalen
koniugspillen voor draaibruggen; dat, eveneens door haar toedoen, da
gelegenheid tot zij- ea koplading op enkelo stationsemplaceaienten o.a.
vanEiburg-Epc?werd uitgebreid; dat zij de voorstellen van den comman
dant van het Korps Genietroepen, om detachementen van zijn korps te mo
gen doen deel neaien aan den aanleg van nieuwe spoorwegen, ondersteunde,
enz. trof het ons echter in hst verslag geen enkele raededeeling te vinden
omtrent haar aandeel in de regeling van of het toezicht op de uitvoering
van hot buitengewoon spoorwegvervoer bij de najaarsmanoeuvres. Wij
moeten daaruit afleiden, dat do Commissia daarin geen aandeel heeft ge
luid, hetgeen dan ook werkelijk liet geval is.
Is het M wel goed gezien, om do gelegenheid, waarbij c'e Permanente
Militaire SpoonvogcommisEie handelend l:an optreden en z,ich oefenen ia
datgene, wat hare voornaamste taak in oorlogstijd zal zijn, ongebruikt
voorbij te laten gaan? Wij vermeenen deze vraag ontkennend te mogen
beantwoorden. Onzes inziens, kan het niet anders dan nuttig zijn te ach
ten, om, zoo eonigszins mogelijk, alle bepalingen gemaakt voor buitenge*
vvone omstandigheden mobilisatie, tijden van oorlog, als anderszins ?
aan de practijk te toetsen en op daze wijze de verschillende militaire en
civiele autoriteiten een blik te doen werpen in den, voor dergelijke tijden
ontworpen, bijzonderen gang van zaken.
Vranneer het na noodig is verschillende oefeningen te doen houden ten
behoeve van de vorming onzer troepenaanvoerdera, waarom wordt dan
die zelfde oefening onthouden aan een lichaam, waarin zoowel het
burgerals het militair element vertegenwoordigd is, en dat juist in oorlogstijd
belast zal zijn mst de leiding van den dienst en van het gebruik van esn
vervoermiddel, dat alsdan eon der hoofdfactoren van de legeraanvoering
en legerverpleging uitmaakt.
Immers, de tijdige opkomst der inilicien-verlofgangers, de samentrekking
en opstelling van liet leger binnen enkele dagen, de aanvoer van de be
hoeften van levensmiddelen, munitieii, materieel, enz., het conceutreeren
der schutterijen en liet in veiligheid brengen van allerlei hulpmiddelen
achter de verdedigingslinic'n, ook de evacuatie van zieken en gewonden,
het onderhouden der dageiijksche gemeenschap, snz. enz. men zoude
haast kunnen ziggen alles hangt af vaa de richtige uitvoering van da
in vredtsiijd ontworpen en later nog te maken regeling vaii liet vervoer
per spoorweg. Gaat uien au de voorschriften na, weiks gegeven zijn ten
opzichte van het Kocgenaamdo buitengewoon militair vervoer (zie do Re
geling van het Militair vervoer over Je spoorwegen''), dan ziet men, dat
do bovenbedoelde uitvoeriiig niet aïlucu tifharikeiijk is van hetgeen door
do Spoorwcgccïiinissie is voorbereid, maar ook van hetgeen door haar
wordt gedaan ei -uin c!e handelingen der militairo bevelhebbers. Voor
beide partijen dus is liet wcn^ht-lijk, dat zij ilc.li acuui'ejuL: ccjiiigeii tijd
kunnen verplaatsen in eeütocs.tii.iul, oveicenkornendu met uien, waarin
gij zïi r!;:j oorlog of andere buitenge «one omsiaudighedüjr'1 zullen be
vinden.
Ut' Koudo ixet wcïkülyk oi'C/ bodig s.iin in iic-nmiei-uig te brengen, dat
alfjda.ft alle miliraire autoriteiten verplicht aijn^voor liet iiiiiitair vervoer
pur spoortrein, aanvragen te doen ar.u do Jlvo/ïlti/dedittg tier Permanente
SJ.ililaire Spoorwegjüijmii.'sie of aan Lire UilvcerittQuconmüssie, op wier
lijnen liat vervoer begint 'i
Zou Ie hot evenmin nuttig wezen op do daarvoor geschikte stations,
etappe-commissièn in te stellen en handelend te doen optraden, en de
troepencommandanten te gewennen, dat zij, onverschillig welke hun rang
ook wezen moge, verplicht zijn zich bij de tappccominandanten aan te
melden, alle consignes tot bewaring van de orde en tot voorkoming van
ophoopinpc en verwarring, zoowel binnen als buiten het station te doen
in acht nemen en zich te gedragen naar de aanwijzingen, die hun tot dat
doel door den tappecommandaut mondeling mochten worden gegeven?
Zoude het niet tevens zeer leerrijk zijn voor het militaire lid, dat als lid
en voorzitter der onderal'deeling (uitcoeringscommissic) van de Permanente
Militaire Spoorwegcommissie, moet optreden en die, op de daarvoor door
de Hoofdat'deeling bepaalde standplaats, te zorgen heeft voor de uitvoe
ring der door deze gegeven bevelen voor de haar aangewezen lijnen of
groepen van lijnen;1
Naar onze meening had bijv. het vervoer over het zuidernet der Staats
spoorwegen van de troepen, die verleden jaar aan de manoeuvres der Sa
Divisie Infanterie hebben deelgenomen, eene schoone gelegenheid opge
leverd om al het op papier gestelde in toepassing te brengen. Zegt art.
22 der Instructie voor de Permanente Militaire Spoorwegcommissie", dat,
indien de Minister van Oorlog het noodig acht, aan de commissie 7;an
worden opgedragen (1) liet vervoer van krijgsvolk, paarden en oorlogs
tuig in gewone tijden te regelen in overeenstemming met het be«
stuur van den betrokken spoorwegdienst, art. 18 der Regeling van
het militair vervoer evei' da spoorwegen" bepaalt verder, dat voor mili
tair vervoer van zoodanigen exceptioueelen omvang en belang, dat daartoe
een voorafgaand gezet overleg met do spoorwegmaatschappijen
wenschelijk wordt geoordeeld, dit overleg en de regeling van het vervoer in den
regel (1) aan de Permanente Militaire Spoorwegcommissie worden opge*
dragen. (1) Zoude nu het vervoer met 12 extratreinon op n dag
niet tot eeno zoodanige omstandigheid, als hierboven bedoeld wordt, te
rekenen zija'f Wij gelooven van wel en voegen zelfs hierbij, dat, indien
overeenkomstig het bepaalde van het aangehaalde Art. 18 ware gehan
deld, vele der door de Commissie opgemerkte tekortkomingen van militaire
zijde hadden kuunen zijn voorkomen, of daarin reeds gedurende het ver
voer zelf' zoude zijn voorzien. De terechtwijzing, gegeven op het
oogenMik waarin, ter plaatse waar en aan den betrokken persoon zelven,
doorvviou de fout wordt gemaakt, sticht bovendien meer. nut dan na een