De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 31 augustus pagina 8

31 augustus 1884 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

AMSTERDAMMER. OOR NEDERLAND. No. 375 In het begin van September wordt een nieuwe roman van Miss BradJDn, Ishmael" genaamd, uitgegeven. De nitgave van Goethe's brieven, door Fr. Strehlke te Berlijn onder nomen, is thans voltooid. Zij bestaat uit 9000 brieven. De prijs vim het complete werk ia 27 Mark. INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. Eigen Baard No. 34. Er&tes door Justits van Maurïk Jr. (vervolg); Bij Kras. Eon causerie, met afbeeldingen (slot);?Lentebloempjes door Maria; Verscheidenheid. Longman's Magazine September. Jack's Courtship by W. ClarJc Eussdl; The cliase of the wild rcd^ deer by J. W. Fortescue; Charles John Earl Canning by Coimtcss of Cork; The art of fiction by Henry James; A blue grass Penelope by Bret Harte; In September by Roberts; Madam by Mr s. OlipJtant. """"" <? Cornhiirs Magasine September. The Curate of Churnside; The Bohemian forest; Dynamite; Our first glacier expedition; The deceitful vicar; The talk of IR town by James Payn. Nieuwe Uitgaven in Engeland. Language of fiowers illustrated by Eate Greenaway . Marq, of Lorne, Canadian pictures drawn with pen and pencil F. H. Burnett, Through one administration R. W. Carey, Robert's Ord's Atoneaaeut ..... Theo Gift, An Innocent maiden ..<..,. Mrs. Godfrey, Unspotted from the world . . . . S. Grey, Story Land by R. Barnes with illustr. . . S. K. Hocking, Caleb Carthew a Life story .... Lady C. Howard, Only a village Maiden . . . . . R. M. Kettle, La belle Marie Tby Name is Truth a serial novel . . . i l sh. 3.0 » 82. '?G. » 2. 2. (!. C. » 3.G 2. o MILITAIRE ZAKEN. DE PERMANENTE MILITAIRE SPOORWEGCOMMISSIE. In de NOS. 185 en 186 8 en 9 Augustus jl. v.in de NednrlandscJie Staats-Cowant is een beknopt overzicht gegeven van de verrichtingen der Permanente Militaire Spoorwegcommissie gedurende het jaar 1883. De lezing van dat verslag is overwaard, omdat men alsdan een denk beeld krijgt van hetgeen door die commissie in het belang van liet mili taire spoorwegvervoer wordt gedaan en overtuigd wordt van het gewicht vanx den in 1876 genomen maatregel, om niet alleen de leiding van dea dienst en van het gebruik der spoorwegen, ingeval oorlog of andere buitengewone omstandigheden dat gebruik voor 's Uijka dienst in het belang van 's lands verdediging noodig maken, aan eene Militaire Kpoortoegcommissie op te dragen, maar deze ook reeds in vredestijd met de voorbereiding van hetgeen voor de uitvoering noodig ia te belasten en haar dus permanent te verklaren. Doordat, zoowel de Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten, als de voornaamste spoorwegmaatschappijen in die commissie vertegenwoordigd zijn, is het mogelijk geweest zoodairge schikkingen met de spoorwegmaatschappijen te treffen, waardoor de mili taire belangen zooveel mogelijk gebaat zijn en tevens bepalingen vast te Stellen, dienende om de tactische en strategische eischen van het krijgsbestuur in overeenstemming te brengen met de technische van het spoorwegvervoer. Doch ook de financieele belangen werden door de commissie behartigd, getuige de belangrijke vermindering der prijzen van het tarief voor het vervoer over de verschil lende spoorwegen en de bijzonder gunstige bepalingen ten opzichte van het vervoer van verhuisboedels van officieren, die in het belang van 'sRjjks dienst worden verplaatst, en van dat van afzonderlijk reizende officieren. Opmerkelijk is het, dat juist de Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij, welke zich tot nog toe niet bij de andere maatschappijen had aangesloten, den doorslag heeft gegeven tot de uitbreiding der voordeelige tariefsbepalingen op het vervoer van buiten dienst reizende officie ren, mits zij in uniform gekleed zijn. Het is te begrijpen, dat de Regee ring niet alleen tegen het toepassen dier vrachtsvermindering geen be zwaren had, maar ook gaarne zoude zien, dat te dezen opzichte gelijk heid bij de verschillende spoorwegen in ons land werd verkregen. \Vij willen hopen, dat de ter zake voorloopig bij wijze van proef in dit jaar genomen maatregel de andere spoorwegmaatschappijen zal doen besluiten hem, zoowel op het locaal als op het rechtstreeksch verkeer, van toepas sing te maken, en dat alle spoorwegen tot het tarief voor het gewoon militair vervoer zullen toetreden. Niet alleen toch is dit zeer in het fi nancieel belang van den Staat en van zijne militaire ambtenaren, maar Bal het ook de administratie zeer vereenvoudigen, hetgeen dus allen par tijen te stade zal komen. Het genoemde verslag doet ons zien, dat het gevoelen der commissie wordt ingewonnen omtrent de, in het belang van 's lands verdediging te maken, voorwaarden bij het verleenen van concessié'n voor dea aanleg en de exploitatie van nieuwe spoor- en tramwegen, alsmede dat zij op uitnoodiging van den Inspecteur der Genie, advies heeft kunnen geven op voorstellen van den commandant der genietroepen betreffende de aan schaffing van gereedschappen voor de spoorwegtroepen. Met genoegen lazea wij, dat gelden voor de door haar noodig geoordeelde gereedschap pen beschikbaar waren gesteld, en dat onderhandelingen zouden wordeu geopend over de levering van dynamiet ten behoeve van de vernieling van spoorweg- en andere bruggen, terwijl de voorbereidende opnemingen voortaan door don Secretaris der commissie met den commandant der spoorweg- en telegraafcompagnie zullen geschieden. Hoezeer wij verder vernamen, dat, ingevolge het door de commissie gegeven advies, in de legerplaats bij Zeist proeven zijn genomen en wel met gunstig resultaat uiet het vernielen door dynamiet van stalen koniugspillen voor draaibruggen; dat, eveneens door haar toedoen, da gelegenheid tot zij- ea koplading op enkelo stationsemplaceaienten o.a. vanEiburg-Epc?werd uitgebreid; dat zij de voorstellen van den comman dant van het Korps Genietroepen, om detachementen van zijn korps te mo gen doen deel neaien aan den aanleg van nieuwe spoorwegen, ondersteunde, enz. trof het ons echter in hst verslag geen enkele raededeeling te vinden omtrent haar aandeel in de regeling van of het toezicht op de uitvoering van hot buitengewoon spoorwegvervoer bij de najaarsmanoeuvres. Wij moeten daaruit afleiden, dat do Commissia daarin geen aandeel heeft ge luid, hetgeen dan ook werkelijk liet geval is. Is het M wel goed gezien, om do gelegenheid, waarbij c'e Permanente Militaire SpoonvogcommisEie handelend l:an optreden en z,ich oefenen ia datgene, wat hare voornaamste taak in oorlogstijd zal zijn, ongebruikt voorbij te laten gaan? Wij vermeenen deze vraag ontkennend te mogen beantwoorden. Onzes inziens, kan het niet anders dan nuttig zijn te ach ten, om, zoo eonigszins mogelijk, alle bepalingen gemaakt voor buitenge* vvone omstandigheden mobilisatie, tijden van oorlog, als anderszins ? aan de practijk te toetsen en op daze wijze de verschillende militaire en civiele autoriteiten een blik te doen werpen in den, voor dergelijke tijden ontworpen, bijzonderen gang van zaken. Vranneer het na noodig is verschillende oefeningen te doen houden ten behoeve van de vorming onzer troepenaanvoerdera, waarom wordt dan die zelfde oefening onthouden aan een lichaam, waarin zoowel het burgerals het militair element vertegenwoordigd is, en dat juist in oorlogstijd belast zal zijn mst de leiding van den dienst en van het gebruik van esn vervoermiddel, dat alsdan eon der hoofdfactoren van de legeraanvoering en legerverpleging uitmaakt. Immers, de tijdige opkomst der inilicien-verlofgangers, de samentrekking en opstelling van liet leger binnen enkele dagen, de aanvoer van de be hoeften van levensmiddelen, munitieii, materieel, enz., het conceutreeren der schutterijen en liet in veiligheid brengen van allerlei hulpmiddelen achter de verdedigingslinic'n, ook de evacuatie van zieken en gewonden, het onderhouden der dageiijksche gemeenschap, snz. enz. men zoude haast kunnen ziggen alles hangt af vaa de richtige uitvoering van da in vredtsiijd ontworpen en later nog te maken regeling vaii liet vervoer per spoorweg. Gaat uien au de voorschriften na, weiks gegeven zijn ten opzichte van het Kocgenaamdo buitengewoon militair vervoer (zie do Re geling van het Militair vervoer over Je spoorwegen''), dan ziet men, dat do bovenbedoelde uitvoeriiig niet aïlucu tifharikeiijk is van hetgeen door do Spoorwcgccïiinissie is voorbereid, maar ook van hetgeen door haar wordt gedaan ei -uin c!e handelingen der militairo bevelhebbers. Voor beide partijen dus is liet wcn^ht-lijk, dat zij ilc.li acuui'ejuL: ccjiiigeii tijd kunnen verplaatsen in eeütocs.tii.iul, oveicenkornendu met uien, waarin gij zïi r!;:j oorlog of andere buitenge «one omsiaudighedüjr'1 zullen be vinden. Ut' Koudo ixet wcïkülyk oi'C/ bodig s.iin in iic-nmiei-uig te brengen, dat alfjda.ft alle miliraire autoriteiten verplicht aijn^voor liet iiiiiitair vervoer pur spoortrein, aanvragen te doen ar.u do Jlvo/ïlti/dedittg tier Permanente SJ.ililaire Spoorwegjüijmii.'sie of aan Lire UilvcerittQuconmüssie, op wier lijnen liat vervoer begint 'i Zou Ie hot evenmin nuttig wezen op do daarvoor geschikte stations, etappe-commissièn in te stellen en handelend te doen optraden, en de troepencommandanten te gewennen, dat zij, onverschillig welke hun rang ook wezen moge, verplicht zijn zich bij de tappccominandanten aan te melden, alle consignes tot bewaring van de orde en tot voorkoming van ophoopinpc en verwarring, zoowel binnen als buiten het station te doen in acht nemen en zich te gedragen naar de aanwijzingen, die hun tot dat doel door den tappecommandaut mondeling mochten worden gegeven? Zoude het niet tevens zeer leerrijk zijn voor het militaire lid, dat als lid en voorzitter der onderal'deeling (uitcoeringscommissic) van de Permanente Militaire Spoorwegcommissie, moet optreden en die, op de daarvoor door de Hoofdat'deeling bepaalde standplaats, te zorgen heeft voor de uitvoe ring der door deze gegeven bevelen voor de haar aangewezen lijnen of groepen van lijnen;1 Naar onze meening had bijv. het vervoer over het zuidernet der Staats spoorwegen van de troepen, die verleden jaar aan de manoeuvres der Sa Divisie Infanterie hebben deelgenomen, eene schoone gelegenheid opge leverd om al het op papier gestelde in toepassing te brengen. Zegt art. 22 der Instructie voor de Permanente Militaire Spoorwegcommissie", dat, indien de Minister van Oorlog het noodig acht, aan de commissie 7;an worden opgedragen (1) liet vervoer van krijgsvolk, paarden en oorlogs tuig in gewone tijden te regelen in overeenstemming met het be« stuur van den betrokken spoorwegdienst, art. 18 der Regeling van het militair vervoer evei' da spoorwegen" bepaalt verder, dat voor mili tair vervoer van zoodanigen exceptioueelen omvang en belang, dat daartoe een voorafgaand gezet overleg met do spoorwegmaatschappijen wenschelijk wordt geoordeeld, dit overleg en de regeling van het vervoer in den regel (1) aan de Permanente Militaire Spoorwegcommissie worden opge* dragen. (1) Zoude nu het vervoer met 12 extratreinon op n dag niet tot eeno zoodanige omstandigheid, als hierboven bedoeld wordt, te rekenen zija'f Wij gelooven van wel en voegen zelfs hierbij, dat, indien overeenkomstig het bepaalde van het aangehaalde Art. 18 ware gehan deld, vele der door de Commissie opgemerkte tekortkomingen van militaire zijde hadden kuunen zijn voorkomen, of daarin reeds gedurende het ver voer zelf' zoude zijn voorzien. De terechtwijzing, gegeven op het oogenMik waarin, ter plaatse waar en aan den betrokken persoon zelven, doorvviou de fout wordt gemaakt, sticht bovendien meer. nut dan na een

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl