De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 7 september pagina 9

7 september 1884 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Wo. 867 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. herfstlucht mag oplossen* Men moest haar eigenlijk tweemaal lezen, ns vluchtig vóór, en eens oplettend na 13 September. Zonder iets dat per fide zou mogen heeteü, heeft toch de schrijver in den algemeenen toon van zijn stuk eene feestelijke stemming gelegd, waaronder men eerst bij aandachtige lezing eenige reserves bemerkt. Het waa te verwachten, dat bij het gepaste en smaakvolle dat ds. Jo. de Vries kenmerkt, de scherpzinnige mederedacteur van Los en Vast zich niet geheel zou kunnen verloochenen; maar met hoe lichten toets wordt hier en daar aangestipt, wat niet overgeslagen mocht worden! Daar is Beets' verhouding tot zijn leerstoel, een der teere punten voor zijne biografen. Jo. de Vries kon niet den schijn op zich laden hiervan niets te weten. Hij zegt: Men gaf elkander in overweging, hoeveel goeds een man als Beets zou. kunnen tot gtand brengen met zijn smaak, zijn redenaarstalent, zijn ruimen blik, zijn menschenkennis, zijn vroolijken, opgewekten godsdienstzin.... Bovendien, een streng wetenschappelijke behandeling van de hem toevertrouwde vakken werd niet zoozeer gcëiacht aan eene academie, die ze meer in een opleidenden en behoudenden dan tot onderzoek dringenden en kritische» geest wenschte onderwezen te zien." Sainte-Beuve zou niet juister gezegd hebben, About of Renan vergulden een pil niet beter. De criticus is eene dergelijke opmerking aan zijn geweten verplicht ge weest. Zij dient om den stempel der billijkheid te geven aan zijne be schouwing, overigens zoo vol van hulde aan den gevierden schrijver. Ds. Jo. de Vries schetst in het kort Beets' leven en werken, zijne jeugd te Haarlem, als leerling van Prinsen, Epkema en Polman; zijn studententijd onder Van der Palm, Geel, Siegenbeek, Bake, Clarïsse, als vriend van Hasebroek, Kneppelhout, Bakhuizen Van den Brink, W. Mol], Veth, Brill; zijn eerste proeven, zgn zwarten tijd", de vereering en navolging van Walter Scott en Byron, daarna de Camera Obscura, de pastorie te Heem stede, de vriendschap met de Amsterdammers, Van Lennep, Bernard ter Haar, da Costa, de Clercq, die buiten den zomertijd doorbrachten, de op richting van Ernst en Trede met Doedes en Chantepie de la Saussaye, de benoeming als predikant te Utrecht, zijn leven en werken als herder, als jraderlandsch letterkundige, als ijveraar voor de schoonheid en zui verheid onzer taal; eindelijk zijne benoeming tot hoogleeraar. In vele ge vallen is de omschrijving van Beets1 talent zeer gelukkig; bv. als spreker in vergaderingen. Spoedig was Beets de geliefde spreker. En wie, die hem heeft gehoord, verwondert er zich over? Bnstig en natuurlijk staat hij daar, zeker van zich zelf en van den ingang dien zijn woord zal vinden. Eeeds dat zelfvertrouwen brengt het gehoor in een goede stemming en doet het gevoel van onzekerheid, dat u ala toehoorder be vangen kan, voor een gevoel van veiligheid plaats maken. Toch is niets zoo verre verwijderd van onverschilligheid of versmadende «anmatiging, als het optreden van Beets. Er is ernst in zijn toon, gezag in houding en blik, en zoo oud is hij niet geworden, dat hij zijn gehoor niet zou eeren en een hoogeu toon aanslaan." Verder Beets als dichter: Het leven van Beets is, van zijn dageraad tot zijn laten avondstond, vervuld geweest en is nog vervuld van poëzie en gezang, als een boscb. waar het vogelenlied niet op houdt. Yroohjk en vriendelijk klinkt het u tegen, geweld uit een vroolijkon of droeven zin; weldadig doet het u aan en tot ernst stemt het u met zijn reine tonen." Beets als schrijver van Stichtelijke uren, van Paulus en tallooze preeken en verhandelingen teekenend, weet Js. de Vries wel, dat toch eigenlijk de lezers van theologische moraal tegenwoordig niet meer in de kringen gevonden worden, waar men den stijl van Beets waardeert. Hij zorgt er dus voor, hem aan die kringen opzettelijk aantebevelen. Geestig teekent hij hem vooral als taalzuiveraar en wachter bij de schatten onzer nationaliteit. Bij het minste vergrijp tegen zijn immer wakend puriame, vat hij u bij den kraag, maakt proces-verbaal tegen u op, voert u mee, klaagt u aan en stelt u aan de kaak.... Tal van onjuiste, langzamerhand in zwang gekomen zegswijzen en woor den, die niet door de eng» poort kunnen van zijn taaigeweten, wijst hij terug. Zoo gij er hij hem mede aankomt, hjj lacht u uit of hij neemt u onder handen met zoo listig gekozene en zoo beschamende vragen, dat gij verlegen wegsluipt, het schrijven van Nederlandsen voor een soort van eierdans gaat houden en ieder woord achter dochtig aankijkt. Doch niet aan hem de schuld. Aan ons, onbedachtzame polyglotten, die ons nu eenmaal van verraderlijke anglicismen, gallicismen en germanismen heb ben omgeven. Lees in Verscheidenenden zijn Neologismen, en zie of het hart u gerust klopt. Beets is geen eigengerechtige taal- en atijlzuiveraar. Hij toetst u gaarne aandeden of genen dien hij zich en u ten voorbeeld gekozen heeft. Daarmede zijt gij er geenszins beter aan toe. Integendeel. Hij neemt, gelijk ik hem onlangs in een redevoering heb zien doen, een paar van uw nieuwerwetsche uitdrukkingen en wendingen en werpt ze tusschen het weidsche proza van Yan der Palm, waarna Hildebrand de aldus mishandelde zinsnede voor u oploest, en zijn gehoor immer goedlachs het hart laat ophalen aan de dwaze vertooning, die uwe neologismen maken, als hadt gij n vermeten den eerwaarden professor een cricketmutsje op te zetten." Het feest, dat te Utrecht den 13 September zal gevierd worden, met de soort van vergoding vergelijkend waarvan Victor Hugo, of de volksmanifestatie waarvan Conscience het voorwerp was, schrift De Vries: Zijn gacüche persoon, de onderwerpen waarover hij bij voorkeur spreekt, de stijl dien hij schrijft, de toespelingen die hij maakt, d» toetsen die hij legt, missen dat grove en bonte, dat, aan genie gepaard, iemand tot een onwederstaanbaren volks man maakt. Alleen voor een zekere schare vam ingewijden is hij de man. Maar die schare is breed, bestaat uit het meest beschaafde deel der natie, gevoelt voor hem eene hartelijke, vriendschappelijke genegenheid niet minder, dan eene oprechte be wondering, en is talrijk en dankbaar genoeg om den dag van 13 September tot een soort van vaderlandschen feestdag te maken." De studie in de Mannen van Beteekenis" is de ontwikkeling dezer stelling en er is waarschijnlijk geen Nederlander onder die welke hart hebben voor den bloei der vaderlandsche letteren, voor goeden smaak en geestige blijmoedigheid, vereenigd met ontvankelijkheid.voor den ernst des levens, of hjj zal met deze uitspraak gaarne instemmen. Scararnouche (VIII). BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN. iiene uitgave van P. C. Hooft's Granida, met inleiding en toelichtingen van Dr. R. A. Kollewijn, verschijnt bij den uitgever A. M. Slothouwer te Amersfoort. Als inleiding tot het jubilévan Nicolaas Beets op 13 Sept. a.s., heeft de heer Smit-Kleine bij W. Gosler te Haarlem een boeksko uitgegeven, waarin hij, door een korte schets van Beets als mensch en als dichter, den zeventigjarigen letterkundige ten derdemale openlijk zijn hulde biedt. Ook de Gids wijdt een deel van zijn Septembernummer aan den held van het aanstaande feest en dit door een woord te zijner eere van de redac tie, door een brief van Beets zelven over het sonnet, door een en ander naar aanleiding van de hulde hem te bieden" van de hand zijner oude vriendin, mevrouw Bosboom-Toussa.int en door een lied hem door zijn geestverwant en vriend J. P. Hasebroek toegezongen. De tweede druk van J. Craandijk's Wandelingen door Nederland, (Gel derland) is bij den uitgever H. D. Tjeenk Willink te Haarlem, verschenen. Een tiental tot dusverre onuitgegeven brieven van Wilhelm von Humboldt zien bij den uitgever Th. Diestel te Leipzig het licht. Zij zijn uit Humboldt's laatste levensjaren (na 1830) en aan den heer von Rennenkampff gericht, met wien hij reeds tijdens zijn verblijf te Rome bevriend werd. Bij Gressner & Schramm te Leipzig verschijnt in een geïllustreerde prachtuitgave een werk, dat gewis in Duitschland veel koopers- vinden zal. 't Is Ans Kaiser Wilhelms Jugend" door Max Hermann geschreven. Durch alle Hollen" roman van Moritz Jókai is in het Duitsch ver schenen. Vagabunduli Libellus" is de titel van een nieuwen bundel sonnetten door J. Addington Symonds, die eerstdaags bjj Eegan Paul Trench & Comp. te Londen wordt uitgegeven. De drie bekroonde antwoorden op de prijsvraag, verleden jaar door da Association littéraire internationale" uitgeschreven, (?La Hollande et la libertéde penser au 17e et 18e siècle") zjjn thans, in n bundel veree nigd en door een voorrede van Louis Ulbach voorafgegaan, bjj Calmann Lévy te Par|js uitgegeven. INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. De 35ste aflevering van Friedrich von Heilwald's Natuurlijke geschiedenis van den menscli, (vrij vertaald door dr. Paul Harting). De Aziatische Arabieren: het vnistrecht in Zuid-Arabië, de verdeeling in kasten, de sociale toestanden in Dschaoef, de Islam met het Christen dom vergeleken, de tenten der Bedoeïnen. De aarde en Jiare volken, afl. 9. De westelijke Himalaya (vervolg); Marooco (vervolg)) Eigen Haard NOS. 31?34. Krates,Een levensbeeld,doorJustusvanMaurik Jr. (vervolgen); "Het eeuwfeest der Maatsch. tot Nut v. 't Algem.; Met verlof in Nederland, door Louiss B. B. (vervolg en slot); Juan Marie Schuver, door P. J. Veth (met portret); Bij Kras, eene causerie (met gravures); Lentebloempjes, door Maria; Verscheidenheid. Eigen Haard No 35. Krates door Justus van Maurik Jr. (Vervolg); Een blik in het leven van Mr. Bartholomeus Willem, Anne, Elise, Baron Sloet tot Oldhuis door </. Nagel Jr. (met portret); Dokter Heeroom door Geertruida Carelsen; Verscheidenheid. De Gids. September. Nicolaas Beets; Brief van Nicolaas Beeta aan den secretaris dei? Gidsredactie; Een en ander naar aanleiding van de feestelijke hulde Nicolaas Beets aan te bieden op 3 September 1884 door Mevr. A. L. Gr. Bosboom-Toussaint; Aan Nicolaas Beets op zijn zeventigsten verjaar dag, 13 September 1884 door P. J. Hasebroek; Reisschetsen uit Noor wegen door G. Ilonigh II; Een kijkje in de Palembangsche bovenlan den door Dr J. C. C. Loman; De ontwikkeling van het tooneel in Japan door P. G. van ScJiermbeèk; Onze liefdadigheidsgestichten in de middeleeuwen door Prof. J. G. de HooïSeheffer; De geschiedenis der Hoilandsche schilderschool door A. Bredius; Italiëdoor Mr. S. Vissering; De Waalsche kerken in de Nederlanden door Jhr. Mr. Berg van Bussen MuillcerJc; Rechtsgeleerd overzicht door Mr. P. ft. Feith; Letterkundige kroniek. Nederland, September. Dr. Jan ten BrinJc, Hoilandsche Schelmenromans uit de zavenüenda eeuw. H. van den Berg, Studiën in onze Tweede Kamer. H. van Loo, Een omwenteling in de kunstrichting der XVIe eeuw. (Poszie) Helene Swarth, Sonnetten. Foliko Bos, Gedichten. WetenschappelijKe Naden, September Over de Europeesche koloniën (Deutsche Rundsc'fiau). Wonderlijke visschen (Iiongman's Magazine). De vrouwelijke geneeskundige in Indi (Nouvelle Remie). De oorsprong der Alchymie (slot) (Nouvelle Revue). De dagboeken der prinses von Metternich (Gartenlaiibe). Overzicht van bin nen- en buitenland. Tijdspiegel September. Jhr. Dr. B. 11. C. K. van der W$ck, De levensloop van een lerseh denker; Dr. A.J.C. Snigders, Het zieleleven der dieren;?G. Waalner, Een en ander over Amor en Psyche; Nieuwe uitgaven en vertalingen; Mevr. van Weslhreene, Johanna en de wereld";

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl