De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 14 september pagina 7

14 september 1884 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

D " Airs'T E R D A M M ER, W E E K B L A D V O O R N E D E R L A N D. iüiMmiii.j.^1 } - "** met dien -dichter en redenaar geschapen moet staan. In de dagen der Hippocreen-ontzwavéling mocht het prestige wat gevaar loopen, in de dagen der eerste Akademische meêdeelingen over Anna Roemers en der uitgave .van; den kompleeten Huygens, had men misschien aan onvoorzich tigheid gedacht, bij de onvoorwaardelijkheid, die 's Voorzitters Toespraak thands dooradert, de dichter en de geleerde heeft zich, op de waardigste wijze, deelfl gewroken, deels hersteld: gewroken door zoo schoone poëzie, als teer gevoel, fijne smaak en schalk of botend vernuft maar kon voort, brengen; hersteld, door de ijverig bewerkte uitgaaf van Anna Roemers' . werk en leven, en door de nagedachte te doen ontwaken, dat Dr. Penon wel wat al te streng is geweest. Het spreekt van zelf, dat het Album, den geliefden Jubilaris aangebo den, grootendeels in albumtoon geschreven werd. Zoo'n verzameling heeft ; niet de bestemming met de scherpte van lijnen eener Camera obscura . de fraaye en minder fraaye trekken van den man, wien het album ge wijd werd, te doen uitkomen. Ingenomenheid is de grondtoon van al de bedragen en dat behoort hij te zjjn. De teekenaars hebben weinig aan historische bedoelingen of allegorische toespelingen gedacht. Zg zija de volgende: Prof. Aug. Allebé, J. W. Bilders, Mfiv. Bilders-van Bosse, D. Bles, J. Bosboom, O. Eerelman, D'Arnand .Gerkens, H.Gerlings, J. C. Greive Jr., Mej. Adriana Haanen, W. Hecking, G. Henkes.Joh. Hilverdink, Mej.C. Pruys van der Hoeven, Mej. Brainine ;Hubrecht, Josef Israëls, Isaac Israëls, Mev. J. Langelaan, Ferd. Lintz, Justus van Maurik.Jr., H W Mesdag, Mev. Mesdag-van Houten, Taco Mesdag, IV P; 'ter .Menlen, W. d Nakken, A. A. Vorsterman van Oyen, Ch. Rocbussen, Mej. Marg. Roosenboom, Ph. Sadee, Mej. van de Sande Bakhuyz«n, J..J. van dte Sande Bakhuyzen, J. J. Schmidt Crans, L. Schul-1 man, Mej. Thérèse Schwartze, J. G. Smits, Prof. Rud. Stang, N. Steftelaar, .G. L. Toekamp Lammers, H. A. van Trigt, Elchanon Ver veer, Mej. Maria Vos, J, Vrolijk, Mej. Kitty Wijnstroom, Prof. B. Wijnveld, Ph Zilcken . (een ets): een groote veertig. Een lieflyk landschap (met de kerk van . Oostèrb,eek) is nog bijgedragen door den Heer C. P. van Eeghen; de Heer Stbrtenbeker heeft een teekening toegezegd. Ook bizonder fraaye kalli.grafien vercieren de verzameling: teekenaars zijn de Heeren P. J. H. .Cuypers, A. Grevenstuk, H. G. Icke Jr., Dr. C. Leemans, Mr. J. F. A. Leesberg, J. M. Lion, Pater B. van Meurs n P. C. J. Meys; muziek, en daarbij zeer eigenaardige, komt er voor van: Joh. M. Coenen, Jacq. Hartog,- P. J. van der Heyden, Rich. Hol, Prof. Land, Dan. de Lange, Nicolaï, Mev. Amersfoordt, Dr. E. D. Pyzel en Joh. Verhulst. .. Profi Oudemans heeft tot het album bijgedragen: een afbeelding van . de planeet Saturnus, gelijk die zich op 3 Jan. 1883 vertoonde. Ruim zoo aardig zou menig het gevonden hebben, zoo hier een astrologische bijdradrage geleverd ware, en iemant Nic. Beets' horoskoop hadde getrokken. Maar er is toch iets beminlijks in, dat elk geeft" wat hij heeft", al is het verband van de gift met den aldus verrijkte ver te zoeken. Dubbele lof 'verdienen echter bijv. de Heer Vorsterman van Oyen, die niet maar het eerste het beste blazoen, maar het familiewapen van Beets heeft bij= gedragen; de Heeren Witkamp, die geografiesch, heraldiesch en statistiesch :S 'het dorp en de streek Beets (in N.-Holland) beschrijven en aldus de tijd in herinnering brengen, dat Beets Zijn plaats vond by de Kenmersche eedlen"; eene geestige vrouwenpen, die het Heemsteedsche kerkjen schetste (het zelfde gebouwtjen, door een Heer geteekend, is van veel minder hoeda nigheid), eene fotografie van het buitenverblijf der familie van Foreest, en lest be?t", het Geboortehuis van den dichter, door den ijverigen kommissiesekretaris Dr. Jobs. Dyserinck. 'De charakteristieken, die van den Jubilaris gegeven worden, zijn niet onbelangrijk. De dichter, maar vooral de humorist in proza, wordt hoog .geprezen. Prof. Allard Pierson noemt, in een zinrijk dichtjen, Beets het Nederlandsen geweten" en acht zijn zyn" gevormd uit smaak en klaar heid." Deze hoedanigheden van geest en stijl schijnen echter wel wat .uiterlijk; maar dit is geen wonder, wanneer een ander den regel van Beets op dezen toepast: ? ? : ? .Ver reikt de liefje, verat d« lieflijkheid." Veel ]of wordt aan zijn eenvoud en kinderlijkheid gegeven; hij was de 'voorname bestrijder van wansmaak en kanseltoon", zegt men; hij is de '?meest populaire nederlandsche schrijver"; zijn nederigheid" is de waar' borg zijner blyvende populariteit. Binger prijst zijn wel bestede leven", Vandtiyl : hel maathoudende" van Beets in alles. Georg Ebers maakt, 'ter dezer gelegenheid, een quatrain op de natuur. Velen stellen zijne - hoedanigheid van Haarlemer op den voorgrond; Haarlem.had eenmaal ?beroemde echilders; thands ook zijn dichter. Een der medewerkers ver gelijkt hem bij Ter Haar; een ander zegt van hem, wat een Eng. Bis" schop van Dickens gezegd heeft. Hoogst merkwaardig is eeue bladzijde uit de schriften van den H. Hieronymus, door Dr. Borret opgespoord en bijgedragen, waarop, met treffende juistheid, eene recht aanschouwelijke schildering van een uitmuntend tijdgenoot des Kerkvaders op Beets wordt toegepast. Dr. Donkersloot neemt daarvoor eene plaats uit deheidensche .klassieken te baat. Een deftig medewerker gaat zoo ver, dat hij Beets ? een standbeeld"' voorspelt. Vele bijdragen munten meer uit door de bedoeling dan door de uitdrukking. Vreemd is o. a., dat de Stichtsche Rederijkerskamer Jan van Beers een vaers levert zoo kreupel, dat het aan een rouwend paard bjj een lijkstatie meer dan aan een triomftocht ? doet denken. De Heer de Bruyn Kops levert o. a, de volgende regels: \Vas by 't jaarfeest van zijn dichter Géneatet eens aller tolk; ' Morgen is mijn dichter jarig!" Eoept thans ne stem, het voU: In de form eener antitheeze, wordt hier (zeer oekonomiesch) twee maal bet zelfde gezegd. Prof Moltzer maakt het nog bonter. Hij schreef in het album het volgende: ? r?It is true that the highest powers of mind are very often deficiënt ia . th« only one which can make the reat of much worth in society th*~ power of pleasing", aldus Prescott over (den lievelingsschrijver van Nic. Beets) S ir Walter Scott." ^let is waar, dat de hoogste vermogens des geestes zeer dikwijls gebrekkig aanwezig zijn (of, ontbreken) in dat eena vermogen, dat den overigen veel waarde in de samenleving kan bezetten het vermogen van te behagen.) Men zal, dit kompliment lezende, moe ten bekennen: ieder kust de bruid op zija manier. Het ontbreekt zelfs niet aan deftige geleerden, theologen, enz., die, nu zij met een dichter te doen hebben, meenen zich klein te moeten maken met de kleinen en iu de zwakste stroofjens de komiekste gambades ter eere van den Jubilaris maken, 't Spreekt van zelf, dat de Heeren De Hoop Scheffer, Hasebroek en Ten Kate hier niet toe behooren; zij leveren zeer gepaste gedichten. De fraaiste of aardigste, naar mijn bescheiden oordeel, zijn van de Hee» ren Schimmel, B. van Meurs (een loflied op de baker van Hildebrand), Generaal Delprat, Mr. G. D. Franquinet (in 't Maastrichtsch), Dr. Laurillard, Mr. J. P. Amersfoordt, Mr. J. C. de Marez Oyens, Mgr. W. Everts, J. H. van Lennep,, Dr. Schaepman, en Mevr,, Lina Schneider. Vele daarvan zijn reeds door de dagbladen Neerland- kundig gemaakt. Opmerkelijke stellingen, soms ook geestige kwinkslagen, worden door sommige wijsgeeren ten beste gegeven. Belangrijk kwam mij dit gezegde van Prof. Donders voor; Voor [den natuurvorscher] ligt in de fantazy de scheppende kracht, als voor den dichter en den kunstenaar. Dies brengt hij den Dichter- Jubi laris, met zijne oprechte hulde, zijn dubbelen dank." Een ander pikant gezegde is de verklaring van Buskep Huet (bij deze gelegenheid, door hem herhaald) : Ik houd Nieolaas Beets ..... voor den laatsten voornamen dichter, dien de nederlandsche taal be stemd was voort te brengen." Aandoenlijk is de bijdrage van een te Rome gevestigd Hollandsen Priester, die de bede van Huyg de Groot naschrijft: God, die 't all vermenght, Wil, door uwe deught, Doen dit wonderwerek: Wil genaedigh heelen De verscheurde deelen Uwer christen Kerck". Zonderling is het, dat, de Maatschappij Arti et Atnicitice vertegen woordigd wordt louter door de handteekeningen der leden van haar bestuur, in een zeer stijlloos lijstjen. Niet minder, dat de taalleeraars De Vries en Jan te Winkel het ellendige woord huldeblijk" in hunne bescherming nemen. Hulde is tegsnwooordig de openbaring van eeu stemming; een llijli is, insgelijks, het uiterlijk van een toestand. Een huldeblijk" is dus zoo veel als een porte-lris edeur. Ik vrees, dat men, met dat woord, bij den fijn pro evenden Beets zijn hof niet maken zal. Kortom .... het album voor Beets is een rijke mijn voor de weten schap, wat, Beets' wel is en vooral ook, hoe de genen zijn, die hem vereeren. Het is een allermerkwaardigst monument, en zal den beminlijken dich ter en huisvader, thands rustend Hoogleeraar, maar gelijk Prof. A. G. van Hamel geeatig betoogt, nog altijd onze meester", welkome stot geven voor winteravond-lektuur en afwisseling van ernst en kortswijl. Bij de verzameling albumbladen, die in een geeizeleerd eikenhouten kofrertjen, met koperen beslag, veroierd met Beets' huwlijkswapen, bevat zijn, is den]Jubilaris een Gedenkboek overhandigd, gebonden in zijne lambrekijnkleuren blaauw en zilver dat de namen bevat der leden van de Beets-kommissiè'n, die der bijdragers tot liet Album waaronder wij ook de leden der Koninklijke Familie aantreffen de toespraak van Prof. De Vries en de Feestklanken" van Ds. Hasebroek. Men heeft onzen dichter ook zijn marmeren borstbeeld aangeboden: een heerlijk werkstuk van Prof. F. Stracké. Het is aan bedenking onder hevig, of het portret van een gevierde voor hem-zelven een kiesch geschenk is; maar er zijn hier eene echtgenoot en kinderen. Eindelijk heeft men, in de laatste plaats, ook een nationaal geschenk aan den tot pensioen verwezen Hoogleeraar, aangeboden, orn het gezegde van Sancho Panza in vervulling te doen gaan: Un peu d'aisance est nécessaire". In dit oogenblik weet ik nog niet, of tot de gebeurtenissen van Saturdag behooren zullen een tweetal koninklijke onderscheidingen, uit 's Gravenhage en Brussel met grond verwacht. v Neem voorloopig, mijn lezer, daa_rvoor in onderpand een paar gedichten,1 uit het Album door mij afgeschreven: Twee boornen uit n tronk, en beide roem van 't wond, En beide toevluchtsoord voor jongen en voor ouden, Dio vaak bij donkre lucht of brandend zonnegoud Zich onder 't loverdak zoo welbehaaglijk schauwden. Gegroet op dezen dag n Hildebrand n Beeta! Woudvorsten, laat uw twijg steeds ver en verder reiken l Hen zegt gij acht u oud. Gij, oud 1 Wat oud is reeds Bij elze of linde of berk is jeugdig nog bij eiken." De gedachte is gelukkig; maar mijn vriend Schimmel vergist zich, met .zijn gij acht u oud". In den zoo even verschenen nieuw bundel, zegt Beets uitdrukkelijk, dat in geen borst een hart klopt jonger da» het zijne". Ziehier ten slotte de hulde van Schaepman: Gij zijt van d'echten stam. Gij zijt van Vondels zonen, Uw voorhoofd draagt de vlam van 't koninklijk genie; Al boogt ge in vroege jeugd voor vreemden ook de knie, Al scheent Gij afgedwaald tot zwoele zwarte zonen, Bij n bleef toch de lust aan Hollands reine toonea, Hun vrijen vollen stroom, hun gouden melodie: Dies komt in 't dichterkoor, vol glans en harmonie, U vader Vondel zelf met d' eigen lauwer kroonen. Gij hebt zijn spoor gevolgd, op eigen vrije Gij gaaf t uw eigen ziel in ruischcnde muziek, Gg zongt de opregto trou" met Jubelen en tranen;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl