Historisch Archief 1877-1940
D " Airs'T E R D A M M ER, W E E K B L A D V O O R N E D E R L A N D.
iüiMmiii.j.^1 } - "**
met dien -dichter en redenaar geschapen moet staan. In de dagen der
Hippocreen-ontzwavéling mocht het prestige wat gevaar loopen, in de
dagen der eerste Akademische meêdeelingen over Anna Roemers en der
uitgave .van; den kompleeten Huygens, had men misschien aan onvoorzich
tigheid gedacht, bij de onvoorwaardelijkheid, die 's Voorzitters Toespraak
thands dooradert, de dichter en de geleerde heeft zich, op de waardigste
wijze, deelfl gewroken, deels hersteld: gewroken door zoo schoone poëzie,
als teer gevoel, fijne smaak en schalk of botend vernuft maar kon
voort, brengen; hersteld, door de ijverig bewerkte uitgaaf van Anna Roemers'
. werk en leven, en door de nagedachte te doen ontwaken, dat Dr. Penon
wel wat al te streng is geweest.
Het spreekt van zelf, dat het Album, den geliefden Jubilaris aangebo
den, grootendeels in albumtoon geschreven werd. Zoo'n verzameling heeft
; niet de bestemming met de scherpte van lijnen eener Camera obscura
. de fraaye en minder fraaye trekken van den man, wien het album ge
wijd werd, te doen uitkomen. Ingenomenheid is de grondtoon van al de
bedragen en dat behoort hij te zjjn.
De teekenaars hebben weinig aan historische bedoelingen of allegorische
toespelingen gedacht. Zg zija de volgende: Prof. Aug. Allebé, J. W.
Bilders, Mfiv. Bilders-van Bosse, D. Bles, J. Bosboom, O. Eerelman, D'Arnand
.Gerkens, H.Gerlings, J. C. Greive Jr., Mej. Adriana Haanen, W. Hecking,
G. Henkes.Joh. Hilverdink, Mej.C. Pruys van der Hoeven, Mej. Brainine
;Hubrecht, Josef Israëls, Isaac Israëls, Mev. J. Langelaan, Ferd. Lintz, Justus
van Maurik.Jr., H W Mesdag, Mev. Mesdag-van Houten, Taco Mesdag,
IV P; 'ter .Menlen, W. d Nakken, A. A. Vorsterman van Oyen, Ch.
Rocbussen, Mej. Marg. Roosenboom, Ph. Sadee, Mej. van de Sande
Bakhuyz«n, J..J. van dte Sande Bakhuyzen, J. J. Schmidt Crans, L. Schul-1
man, Mej. Thérèse Schwartze, J. G. Smits, Prof. Rud. Stang, N. Steftelaar,
.G. L. Toekamp Lammers, H. A. van Trigt, Elchanon Ver veer, Mej. Maria
Vos, J, Vrolijk, Mej. Kitty Wijnstroom, Prof. B. Wijnveld, Ph Zilcken
. (een ets): een groote veertig. Een lieflyk landschap (met de kerk van
. Oostèrb,eek) is nog bijgedragen door den Heer C. P. van Eeghen; de Heer
Stbrtenbeker heeft een teekening toegezegd. Ook bizonder fraaye
kalli.grafien vercieren de verzameling: teekenaars zijn de Heeren P. J. H.
.Cuypers, A. Grevenstuk, H. G. Icke Jr., Dr. C. Leemans, Mr. J. F. A.
Leesberg, J. M. Lion, Pater B. van Meurs n P. C. J. Meys; muziek,
en daarbij zeer eigenaardige, komt er voor van: Joh. M. Coenen, Jacq.
Hartog,- P. J. van der Heyden, Rich. Hol, Prof. Land, Dan. de Lange,
Nicolaï, Mev. Amersfoordt, Dr. E. D. Pyzel en Joh. Verhulst.
.. Profi Oudemans heeft tot het album bijgedragen: een afbeelding van
. de planeet Saturnus, gelijk die zich op 3 Jan. 1883 vertoonde. Ruim zoo
aardig zou menig het gevonden hebben, zoo hier een astrologische
bijdradrage geleverd ware, en iemant Nic. Beets' horoskoop hadde getrokken.
Maar er is toch iets beminlijks in, dat elk geeft" wat hij heeft", al is
het verband van de gift met den aldus verrijkte ver te zoeken. Dubbele
lof 'verdienen echter bijv. de Heer Vorsterman van Oyen, die niet maar
het eerste het beste blazoen, maar het familiewapen van Beets heeft
bij= gedragen; de Heeren Witkamp, die geografiesch, heraldiesch en statistiesch
:S 'het dorp en de streek Beets (in N.-Holland) beschrijven en aldus de tijd
in herinnering brengen, dat Beets
Zijn plaats vond by de Kenmersche eedlen";
eene geestige vrouwenpen, die het Heemsteedsche kerkjen schetste (het
zelfde gebouwtjen, door een Heer geteekend, is van veel minder hoeda
nigheid), eene fotografie van het buitenverblijf der familie van Foreest,
en lest be?t", het Geboortehuis van den dichter, door den ijverigen
kommissiesekretaris Dr. Jobs. Dyserinck.
'De charakteristieken, die van den Jubilaris gegeven worden, zijn niet
onbelangrijk. De dichter, maar vooral de humorist in proza, wordt hoog
.geprezen. Prof. Allard Pierson noemt, in een zinrijk dichtjen, Beets het
Nederlandsen geweten" en acht zijn zyn" gevormd uit smaak en klaar
heid." Deze hoedanigheden van geest en stijl schijnen echter wel wat
.uiterlijk; maar dit is geen wonder, wanneer een ander den regel van
Beets op dezen toepast:
? ? : ? .Ver reikt de liefje, verat d« lieflijkheid."
Veel ]of wordt aan zijn eenvoud en kinderlijkheid gegeven; hij was de
'voorname bestrijder van wansmaak en kanseltoon", zegt men; hij is de
'?meest populaire nederlandsche schrijver"; zijn nederigheid" is de
waar' borg zijner blyvende populariteit. Binger prijst zijn wel bestede leven",
Vandtiyl : hel maathoudende" van Beets in alles. Georg Ebers maakt,
'ter dezer gelegenheid, een quatrain op de natuur. Velen stellen zijne
- hoedanigheid van Haarlemer op den voorgrond; Haarlem.had eenmaal
?beroemde echilders; thands ook zijn dichter. Een der medewerkers ver
gelijkt hem bij Ter Haar; een ander zegt van hem, wat een Eng.
Bis" schop van Dickens gezegd heeft. Hoogst merkwaardig is eeue bladzijde
uit de schriften van den H. Hieronymus, door Dr. Borret opgespoord en
bijgedragen, waarop, met treffende juistheid, eene recht aanschouwelijke
schildering van een uitmuntend tijdgenoot des Kerkvaders op Beets wordt
toegepast. Dr. Donkersloot neemt daarvoor eene plaats uit deheidensche
.klassieken te baat. Een deftig medewerker gaat zoo ver, dat hij Beets
? een standbeeld"' voorspelt. Vele bijdragen munten meer uit door de
bedoeling dan door de uitdrukking. Vreemd is o. a., dat de Stichtsche
Rederijkerskamer Jan van Beers een vaers levert zoo kreupel, dat het
aan een rouwend paard bjj een lijkstatie meer dan aan een triomftocht
? doet denken. De Heer de Bruyn Kops levert o. a, de volgende regels:
\Vas by 't jaarfeest van zijn dichter
Géneatet eens aller tolk;
' Morgen is mijn dichter jarig!"
Eoept thans ne stem, het voU:
In de form eener antitheeze, wordt hier (zeer oekonomiesch) twee maal
bet zelfde gezegd. Prof Moltzer maakt het nog bonter. Hij schreef in het
album het volgende: ?
r?It is true that the highest powers of mind are very often deficiënt ia
. th« only one which can make the reat of much worth in society th*~
power of pleasing", aldus Prescott over (den lievelingsschrijver van Nic.
Beets) S ir Walter Scott." ^let is waar, dat de hoogste vermogens des
geestes zeer dikwijls gebrekkig aanwezig zijn (of, ontbreken) in dat eena
vermogen, dat den overigen veel waarde in de samenleving kan bezetten
het vermogen van te behagen.) Men zal, dit kompliment lezende, moe
ten bekennen: ieder kust de bruid op zija manier. Het ontbreekt zelfs
niet aan deftige geleerden, theologen, enz., die, nu zij met een dichter te
doen hebben, meenen zich klein te moeten maken met de kleinen en iu
de zwakste stroofjens de komiekste gambades ter eere van den Jubilaris
maken, 't Spreekt van zelf, dat de Heeren De Hoop Scheffer, Hasebroek
en Ten Kate hier niet toe behooren; zij leveren zeer gepaste gedichten.
De fraaiste of aardigste, naar mijn bescheiden oordeel, zijn van de Hee»
ren Schimmel, B. van Meurs (een loflied op de baker van Hildebrand),
Generaal Delprat, Mr. G. D. Franquinet (in 't Maastrichtsch), Dr.
Laurillard, Mr. J. P. Amersfoordt, Mr. J. C. de Marez Oyens, Mgr. W. Everts,
J. H. van Lennep,, Dr. Schaepman, en Mevr,, Lina Schneider. Vele daarvan
zijn reeds door de dagbladen Neerland- kundig gemaakt.
Opmerkelijke stellingen, soms ook geestige kwinkslagen, worden door
sommige wijsgeeren ten beste gegeven. Belangrijk kwam mij dit gezegde
van Prof. Donders voor;
Voor [den natuurvorscher] ligt in de fantazy de scheppende kracht,
als voor den dichter en den kunstenaar. Dies brengt hij den Dichter- Jubi
laris, met zijne oprechte hulde, zijn dubbelen dank."
Een ander pikant gezegde is de verklaring van Buskep Huet (bij
deze gelegenheid, door hem herhaald) : Ik houd Nieolaas Beets .....
voor den laatsten voornamen dichter, dien de nederlandsche taal be
stemd was voort te brengen."
Aandoenlijk is de bijdrage van een te Rome gevestigd Hollandsen
Priester, die de bede van Huyg de Groot naschrijft:
God, die 't all vermenght,
Wil, door uwe deught,
Doen dit wonderwerek:
Wil genaedigh heelen
De verscheurde deelen
Uwer christen Kerck".
Zonderling is het, dat, de Maatschappij Arti et Atnicitice vertegen
woordigd wordt louter door de handteekeningen der leden van haar
bestuur, in een zeer stijlloos lijstjen.
Niet minder, dat de taalleeraars De Vries en Jan te Winkel het ellendige
woord huldeblijk" in hunne bescherming nemen. Hulde is tegsnwooordig
de openbaring van eeu stemming; een llijli is, insgelijks, het uiterlijk
van een toestand. Een huldeblijk" is dus zoo veel als een porte-lris
edeur. Ik vrees, dat men, met dat woord, bij den fijn pro evenden Beets zijn
hof niet maken zal.
Kortom .... het album voor Beets is een rijke mijn voor de weten
schap, wat, Beets' wel is en vooral ook, hoe de genen zijn, die hem vereeren.
Het is een allermerkwaardigst monument, en zal den beminlijken dich
ter en huisvader, thands rustend Hoogleeraar, maar gelijk Prof. A. G. van
Hamel geeatig betoogt, nog altijd onze meester", welkome stot geven voor
winteravond-lektuur en afwisseling van ernst en kortswijl.
Bij de verzameling albumbladen, die in een geeizeleerd eikenhouten
kofrertjen, met koperen beslag, veroierd met Beets' huwlijkswapen, bevat
zijn, is den]Jubilaris een Gedenkboek overhandigd, gebonden in zijne
lambrekijnkleuren blaauw en zilver dat de namen bevat der leden van
de Beets-kommissiè'n, die der bijdragers tot liet Album waaronder wij
ook de leden der Koninklijke Familie aantreffen de toespraak van
Prof. De Vries en de Feestklanken" van Ds. Hasebroek.
Men heeft onzen dichter ook zijn marmeren borstbeeld aangeboden:
een heerlijk werkstuk van Prof. F. Stracké. Het is aan bedenking onder
hevig, of het portret van een gevierde voor hem-zelven een kiesch geschenk
is; maar er zijn hier eene echtgenoot en kinderen.
Eindelijk heeft men, in de laatste plaats, ook een nationaal geschenk
aan den tot pensioen verwezen Hoogleeraar, aangeboden, orn het gezegde van
Sancho Panza in vervulling te doen gaan: Un peu d'aisance est nécessaire".
In dit oogenblik weet ik nog niet, of tot de gebeurtenissen van
Saturdag behooren zullen een tweetal koninklijke onderscheidingen, uit 's
Gravenhage en Brussel met grond verwacht. v
Neem voorloopig, mijn lezer, daa_rvoor in onderpand een paar gedichten,1
uit het Album door mij afgeschreven:
Twee boornen uit n tronk, en beide roem van 't wond,
En beide toevluchtsoord voor jongen en voor ouden,
Dio vaak bij donkre lucht of brandend zonnegoud
Zich onder 't loverdak zoo welbehaaglijk schauwden.
Gegroet op dezen dag n Hildebrand n Beeta!
Woudvorsten, laat uw twijg steeds ver en verder reiken l
Hen zegt gij acht u oud. Gij, oud 1 Wat oud is reeds
Bij elze of linde of berk is jeugdig nog bij eiken."
De gedachte is gelukkig; maar mijn vriend Schimmel vergist zich, met
.zijn gij acht u oud". In den zoo even verschenen nieuw bundel, zegt
Beets uitdrukkelijk, dat in geen borst een hart klopt jonger da» het
zijne".
Ziehier ten slotte de hulde van Schaepman:
Gij zijt van d'echten stam. Gij zijt van Vondels zonen,
Uw voorhoofd draagt de vlam van 't koninklijk genie;
Al boogt ge in vroege jeugd voor vreemden ook de knie,
Al scheent Gij afgedwaald tot zwoele zwarte zonen,
Bij n bleef toch de lust aan Hollands reine toonea,
Hun vrijen vollen stroom, hun gouden melodie:
Dies komt in 't dichterkoor, vol glans en harmonie,
U vader Vondel zelf met d' eigen lauwer kroonen.
Gij hebt zijn spoor gevolgd, op eigen vrije
Gij gaaf t uw eigen ziel in ruischcnde muziek,
Gg zongt de opregto trou" met Jubelen en tranen;