Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NE
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Ottger«rt: DAGBLADVEREENIGING HOLTZ & Co.
Kantoor: Singel 211.
Hoofd-Agenten: te Batavia, G. KOLFF & Co.
Zondag 21 September,
Abonnement per S/m. . . . . . '. . ? I.?. fr. p. p. ?
Ai'zpnderljjke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar a
Advertentiën van 1?6 regels f 1.?, elke regel meer ,
tusscben den tekst per regel ..... 1
olO
..... .
Abonnement op de Mail-Editie per jaar ..... is'?*
Advertentiën in regel . . ". '. " O 20
I N H O IJ D:
BUITENLAND. BINNENLAND. Persoverzicht. Lage-sluis-Poëzie.
uit het Haagje III en IV, door Pasquino. Brieven van Jan van 't Sticht.
Kunst: Het Amsterdamsen Tooneel, door K. J. W. Het ooneel te Kotterdam,
door M. H. De Fransohe Opera, door D. Wandelingen op de Tentoonstelling
JII, door B. A. G. ??- uit België, door M. A. Letterkunde: B. Koopmans
van Boekeren, Kathederkout, beoordeeld door K. S. Een Prospectus op Kijffl,
door J. G. Frederike. B?ricbian eu Medsdeaüngeu. Inhoud van Tijdaohriften,
N'euwe Uitgaven. Militaire Zaken: Een woord, naar aanleiding van de
Troonrede, door Ares. Bibliographie. Feuilleton: Majoor Martt en zijn
Vriend, naar het Amerikaansch van T. Habberton, I. Brievenbus. NIEUWS
VAN DE WEEK. Schaakspel. Faillissementen. Uitlotingen. Overzicht van
3e Effectenmarkt, door S. Amerikaanscha Spgren, door J. v. d. Bnrg.
BurgerSke Stand. Te huur, Advertentiën. Schouwburgen, enz.
De langverwachte bijeenkomst der drie Keizers heeft eindelijk
in het Poolsche landstadje Skiernewicz plaats gehad. Met loffelijke
volledigheid heelt de telegraaf ons medegedeeld, hoe de vorstelijke
personen elkander ontmoetten en hoeveel malen zij elkander kus
ten; hoe zij in het slot te Skiernewicz (wel wat nauw) gehuisvest
waren; hoe de gasten aan den middagdisch en bij de voorstel
ing in den Schouwburg waren gerangschikt; m'et welk eene
vlugeid de Keizers beleefdheidshalve onophoudelijk van uniform ver
wisselden en welke kleur de japonnen van de Czarin en van
de Russische grootvorstinnen hadden. Wat er echter tusschen
de drie Keizers en hunne vertrouwde raadslieden is be
sproken is een diep geheim gebleven, en het veld voor
gissingen is nog even rnim, als'.het veertien dagen geleden
was. Wij zullen hier het aantal der conjecturen niet met nieuwe
trachten te vermeerderen, en ons bepalen tot de opmerking,
dat de geheele buitenlandsche pers eenstemmig de bijeenkomst
beschouwt als een waarborg voor het behoud van den vrede.
Tevens echter gaan er velerlei stemmen op die beweren, dat de
Keizers elk in zijn eigen land, de teugels van het bestuur wat
straffer zullen aanhalen, en dat de gemeenschappelijke bestrijding
der anarchistische woelingen daartoe een welkom voorwendsel
ia! opleveren.
*
« *
Het Franseh-Chineesche vraagstuk is, deze week niet nader
tot zijn oplossing gekomen. De ministerraad, waartoe de leden
van het Kabinet zich uil hunne verspreide villegiatures Zaterdag
naar Parijs begeven hadden, heelt zich door den president Ferry
gemakkelijk laten overtuigen, dat oorlog met China en dus
samenroeping der Kamers niet voor de hand lag, en heeft zich weder
verspreid. Wat Gourbet intusschen doet, weet men niet met veel
zekerheid. Een Engelsch telegram, als was hij met 2000 man bij de
Kimpaïforten geland, en had de Ghineezen verslagen, is niet door een
telegram van hemzelven bevestigd. Of hij de stad Nan-kin wil bombar
deeren, dan wel Formosa nemen of Canton bedreigen zal, of nog
anders de golf van Petchili en de rivier de Pei-ho opvaren en Pckin
verbranden, het blijft alles in het onzekere. Telkens komen de
geruchten van vredesvoorslellen, nu uit Berlijn uit de omgeving
van Li-Fong-Pao, dan door den Malin uit New-York ontvangen,
of door den Times medegedeeld' alles om zoo spoedig mogelijk
te worden tegengesproken.
Weder worden wisselingen m het Fransch ministerie aange
kondigd. De heer Ferry heeft zich aangewend, zijne
ambtgenooten meer als secretarissen-generaal der departementen, dan
als regeerders met geldige stem in het kabinet te beschouwen.
Thans zijn hem aan de eene zijde admiraal Peyron en
generaal Campenon hinderlijk, daar zij aandringen op het
veranderen van den tat de represailles in een uitgesproken
oorlogstoestand en anders hunne medewerking weigeren. Aan de
andere zijde heeft hij een zeer moeiehjk vraagstuk eo^tuit daarbij
op vele bezwaren. In overleg met den minister van landbouw
Méline is hij niet ongeneigd, beschermende rechten op vee en
granen in te voeren. Dit strijdt met de a'gemeene richting van het
Kabinet, met name van den minister van handel, Ilérisson. Men
zoekt voor dezen een opvolger. Voorgesteld zijn de heer
Devaux, dien hem de Union démocmtique opdringt, en de
heer Rouvier, voor wien de Union répulUcaine eene plaats in het
Kabinet verlangt. De heer Rouvier zou zich echter in geen geval
laten vinden voor protectionistische maatregelen. Een zonderling
figuur maken daarbij de door de regeering geinspireerde bla
den, die ten gunste der protectionistische beweging een deel
van haar programma moeten wijzigen, en hetzij uit gemis aan
behoorlijke afspraak of uit onwil, zich daartoe niet oprecht ge
neigd betoonen. Men heeft bijv. in de République Francaise den
eenen dag een leading kunnen vinden tegen de beschermende
rechten op het vee; den volgende dag een langen brief vajo den
hoofdredacteur er vóór. .>.->
De strijd tegen de clericale schoolwet in Belgiëbeleefde deze
week eene nieuwe phase. De afgevaardigden der 820 liberale bur
gemeesters overhandigden den Koning een adres, waarin zij hem
verzochten zijne sanctie aan de wet te weigeren. Leopold II ant
woordde gelijk het een constitutioneel koning betaamt. Hij zeide
aan de burgemeesters: Ik ontvang uwe petitie als de uitdrukking
van den wensen van een groot aantal burgers, bekleed met de
waardigheid van gemeentelijke overheidspersonen. Ik heb evenzeer
een groot aantal petities in legenovergestelden zin ontvangen.
Met het oog op dergelijke uiteenloopende meeningen moet ik mij
voegen naar den wil van het land, zooals die door^de meerder
heid der beide Kamers is uitgedrukt.
Gij zijt te welwillend mijne wijsheid te prijzen, doch ik neem
aan hetgeen gij zegt over mijn nauwgezette plichtsbetrachting als
constitutioneel souvercin. Ik zal steeds getrouw blijven aan mijn
eed, en voortgaan te trachten den regelmatigen loop van den par
lementairen regeeringsvorm te verzekeren. Ik zal nimmer onder
scheid tusschen Belgen maken. Ik zal voor de eenen doen wat
ik voor de anderen gedaan heb. Mijn tegenwoordige houding
zal zijn als die in 1879, toen ik gebruik maakte van mijn pre
rogatief, volgens den geest der Grondwet.
Ik dien Belgiëonze beide groote partijen en de edele zaak
der vrijheid, waaraan ik ten sterkste ben verknocht.
Ik dank de burgemeesters voor hun gevoelens, die zij voor mijn
persoon hebben geuit."
Vervolgens ondervroeg de koning de burgemeesters over den
toestand, die uit de toepassing van de schoolwet voor hunne ge
meenten zal geboren worden.
Dit antwoord van den Koning kon de burgemeesters niet ver
wonderen; het gaf echter den Brusselschen opgevvondenen weder
aanleiding tot buitensporigheden, 's Avonds hadden er oploopen plaats,
en bij het paleis des Konings hoorde men «Leve de Republiek^
roepen en de Marseillaise zingen.
Te Napels is de cholerapaniek, dank zij het moedig en waarlij k
koninklijk optreden van Z. M. Humbert, tot staan gekomen. Terwijl
in het paleis en zelfs onder de hem begeleidende personen
ziektegevallen voorkwamen, ging de koning van wijk tot wijk, hulpen
troost gevend, de zieken bezoekend en de maatregelen f
tot verbetering in oogenschouw nemend. Dat eene week
van gevaar en aandoeningen hem geschokt had, is niet te>
verwonderen; hij had dan ook gehoopt zich in het terugkomen
aan alle ovatien te onttrekken. Aan station bij station echter stond
de volksmenigte in geestdrift hem te wachten; van Napels tot
Monza in Lombardije, waar koningin Margherita verblijf houdt,
was zijn doortocht een triomf zooals zelden gezien werd.