Historisch Archief 1877-1940
Nö. 378
»Majoor!" zeide de arme Fred sieer zacht en bijna
medelijdenwekkend, D zou u denken dat ik in staat zou zijn te maken dat
zij wat om mij gaf?"
De majoor keek nadenkend voor zich, blies op het vuur zijne?
«gaar, en sprak eindelijk zeer welwillend:
»Mijn waarde, misschien wel. Maar zou het goed zijn? Liefde
in ernstigen zin bedoelt een huwelijk. En zou jij nu willen hebben
dat een arme vrouw, die reeds een man verloren heeft, zoude
wenschen dat een ander maar gescalpeerd ware voor zij hem
\ leerde kennen?"
\ De ongelukkige luitenant verborg zijn gelaat achter dichte
rookwolken.
>Wel!" zei hij opspringende van den stoel waarop hij zich neer
gezet had. sik zal u zeggen wat ik doen ga. Ik zal haar schrijven
en mijn hart aan hare voeten leggen. Zeker, zij zal geen belang in
mij stellen; juist, zooals gij zegt! Waarom ook? Maar ik zal hst doen
en dan ga ik naar mijn regiment terug. Ik wil niet uw plezier verstoren,
majoor, als het al een plezier is era zulk een gek in uw kwartier te
hebben, maar het feit is dat de vijand mij te sterk is. Ik zou mij
niet akeliger kunnen gevoelen als ik voor eene geheelo divisie
stond. Ik wordt liever afgewezen door haar dan bemind
door eene andere vrouw!"
»Stel het een veertien dagen uit, Fred!" meende de majoor,
T> hot is beleefd om eene week na de partij eene visite te maken,
dan heb je gelegenheid om beier bekend met haar te worden,
Zij is aangenaam in gezelschap. Misschien zal ja begrijpen dat
het beter is haar gezelschap te genieten gedurende ons geheele
verlof dan alles te wagen in n slag. Wacht veertien dagen, dan
toon je een flinke jongen te zijn!''
>Ik kan niet, majoor," riep de opgewonden jongeling uit, »u
is een oud soldaat, weet u dan niet hoe helsch onaangenaam het
is, slil te staan om beschoten te worden."
»ïk weet het, mijn jongen!" zeide démajoor met ongewoon
vuur en een nadenkenden blik in de verte.
»Wel! zoo zal mijn gevoel zijn, als ik hier blijf en mij rustig
houd."
s Wacht dan eene week," hield de majoor aan, »je wil toch
niet bevonden worden: schuldig aan gedrag, onvoegzaam voor
een officier, een man van eer, hé? Stoor nu niet de eerste
vrijheid, die zij sinds een paar jaar geniet."
»Nu, laat het dan eene week zijn," hernam de verliefde dap
pere, berustend. Hij stak eene kaars aan en ging op weg naar zijne
kamer.»Ik veronderstel toch, dat ik wel eene week nooclig zal heb
ben tot het opstellen van een brief, geschikt om aan zulk een
engel te sturen."
De majoor zuchtte, trok een gemakkelijke jas en pantoffels
aan en stapte zijn tuin in.
»Arme Fred!" mompelde hij, heen en weer loopend op het
pad vlak voor de veranda. »Kan geen veertien dagen wachlen,
hè? Wat zoude hij zeggen als hij wist dat ik reeds zeven of
acht jaar wacht; als hij wist dat ik even spoedig verliefd op haar
werd als hij en nimmer weer mijzelf meester ben geworden?
Wat zou hij doen als iemand haar trouwde, bijna onder zijne
oogen, zooals die arme Wittleday deed, terwijl ik verlangde om
kennis met haar te maken? En hoe gek zou hij mij noemen, als
hij wist dat ik naar East-Patten kwam, keer op keer, alleen om
kans te hebben haar soms te zien, dat ik Rose Cottage kocht
alleen om in hare nabijheid te zijn, dat ik het alles toch voor
mij gehouden heb en vóór een paar jaar mij jonger voelde, alleen
bij de gedachte dat ik haar dan toch, na alles, misschien nog
winnen zou? Arme Fred! En toch, waarom zou zij hern niet
nemen? Vrouwen hebben vreemde dingen gedaan en hij ziet er
aantrekkelijker uit dan een oud soldaat als ik! Wel!
God zegen ze beiden en hebbe medelijden met een ouden gek!"
De majoor keek den kant van Wittleday uit. De deur was open,
de laatste gasten vertrokken juist en de schoone gastvrouw stond
in de deuropening. Een vloed van licht deed hare smaakvol
gekleede en elegante gestalte volmaakt goed uitkomen.
Zij zeide lachende iets tot de vertrekkende gasten; het scheen
den majoor uitgelezen muziek. Toen werd de deur gesloten, de
majoor keerde zich met een zucht naar zijne eigene deur en ver
dampte in gedachten verzonken vele sigaren.
(Slot volgt).
VERKEERDE BEZUINIGING.
Met klimmende belangstelling maakte ik in No. 375 van dit blad kennis
met het ingezonden stuk van den lieer K., getiteld: Een prul! Ongetwijfeld
was het eea gelukkige inval van den grachten inzender, om nijne be
schouwingen in deze publiek te inaken. De ervaring moge ons leeren, dat
in weerwil van het vele kwaad door prullen gesticht en ondanks voor
noemde beredeneerde en juiste wenken, betere voorschriften zich vaak
nog lang laten wachten, dit kan en mag ons niet terughouden, om daar
vaar het publiek belang zulks eischt, op verbetering van toestanden aan
te dringen! Blijkt het dat de ambtenaren aangesteld om 's Rijks belangen
te behartigen, daartoe van Rijkswege niet genoegzaam in de gelegenheid
worden gesteld, hetzij door de werking van onpractische voorschriften,
hetzij door verkeerd aangewende bezuiniging of andere soortgelijke be
lemmeringen, dan eischen dergelijke toestanden n in 's Rijksbelang, n
in dat der ambtenaren zelven dringend verbetering!
Kort geleden waren da lezers van het Weekblad voor Registratie en
het Notariaat in de gelegenheid, kennis te maken met een reeks verhan
delingen betrekkelijk ona kadaster; den aandachtigen lezer kon daaruit
genoegzaam blijken, dat bij dien tak van dienst alles juist niet couleur
de rose is, en er van Regeeringswege ingrijpende maatregelen moeten ge
nomen worden, wil onze kadaster-administratie haar gewichtig standpunt
(als basis voor Registratie, Hypotheken, Belastingen enz.) waardiglijk
innemen. Hoofdvereischteu zijn daartoe goede voorschriften en kundige
ambtenaren! Wat de eerste betreft, de belangrijks betoogen in voormeld
weekblad voor Reg. enz. wijden ons op vele leemten.
Waarom een werkkring van zoo grooten omvang, welke nu
sueceesieyelük aan vaak uiteenloopende opinies van verschillende machthebberiden
is blootgesteld, niet zoo volledig mogelijk bij da wetgeregeH? okis uij ua
onderzoek gebleken dat de beschouwingen van E. betrekkelijk ?.-ei.ieiooza
voorschotten enz. hier in strengen zin bewaarheid worden! kal de
landmeter van het kadaster, die zich daardoor bezwaard vindt met ambitie
werkzaam zijn, en aou zelfs niet. de kans bestaan, dat, hij zijn dienstreizen
tot een minimum beperkte? Ongetwijfeld zullen des gelijke bezniingingen
den ambtenaar drukken, en nadeelig ->p 's Rijksbelangen terug werken!
V.'r.t de kundigheden der ambtenaren zelven betreft, de vele en
practisclie e.tichen voor het examen van het kadaster, benevens de veie erva
ringen door heeren Ingenieurs-Verifieateur daarenboven opgedaan (dit
laatste voor zoover betreft een gewenseht toezicht op de werkzaamheden)
zijn ons daarvoor een ?voldoende -waarborg. Wil de Staat echter van dezen
voornamen factor een practi.wh gebruik maken, dan ook da ambitie van
den ambtenaar levendig gehouden! Men oordeelen of dit, naar aanleiding
van hetgeen volst, weer hot geval is!
Nu ongeveer 2 jaren geleden, zagen enkele jongelui, die aan liet
landmeters-examen met gunstig gevolg hadden deelgenomen, zich genoodzaakt,
nog tijdelijk als adspirant-laüdmeter in functie te Wijven, daar het panta
vacaturen niet toereikend was ze allen te plaatsen.
Zou een kleine uitbreiding van het aantal landmeters eindelijk aller
wenschen nist eens kunnen bevredigen? IB do administratie ook zelve niet
verplicht: rekening te honden, met het door haar in ienst genomen per
soneel? Men kan bezwaarlijk aannemen, dat, uit joago lieden, wicu reeds
zoo tijdig de kans op promotie wordt benomen, iliuke ambtenaren groeiea,
die, ambitie tooneu voor hun werkkring! Dat echter dergelijke
toc.-tande:i alleen het gevolg zou zijn van misplaatste bezuiniging, volgt ook
fjenoeffzaam hieruit: dat deze geëxamineerde laudmeters aeli's ni<-t in aanmer
king komen voor het n>.axi:r,uni der toelage hun bij Koninklijk Besluit
als' adsjiirant-lftiidmoter verzekerd.
Nog treuriger vooruitzichten wachten echter de candidaten, die zich
nog aan het landmeters-examen moeten onderwerpen; wanuser zullen
deze eindelijk die proef eens kundon ondergaan, en hoelang d.in nog
moni.cn v/richtan, alvorens zij r,r;t doel van hun steeven hebben bereikt?
Ji.iM,'.:e'iii, die nog een carrière te kiezen hebt, zijt daarmee vooriil op
uw hoede, genoemde wenken geven u daartoe ruimschoots aaiileidirg'
Mijn beschouwingen in de/.e begon c>i eindig ik, als voorstander van
practisch aangewende bezuiniging (vooral in gedrukte tijden als düz-.-)
maar tegenstander van maatregelen, die blijken juist den inferieuren
ambtenaar, die hut 't minst wachten kan, het meest te drukken, en te
allen tijde blijken zullen ook uiterst nadeeüg terug te werken op Eijk's
welbegrepen belang!
Heb dank mijnheer de Redacteur voor de plaatsing dezer regelen.
Een i)iet-ambi«naar
Amsterdam, 15 September 188L
Mijnheer de Redadeur!
In KW buitenlandsch overzicht van uw weekblad Da Amsterdammer
komt het navolgende voer: De buitenlaud:;chs liberale pers keurt
aigerneeu de wijze ai', waarop zij zich door de uitdaging der clericalen hebben
laten verlokken."
Mag ik u hierop antwoorden dat de clericalen niet hebben uitgedaagd,
maar deze zich verplicht zagen door de uitdagende demonstratie' der
]ib:-r::l"ii eeno tegeiJinanifestatie te houden, even gewettigd als dia der
lib!'vu!en kon beschouwd worden.
.Uu houding dei' liberalen is allerschandelijkst, en onder geen beding
verBchoonbaar geweest.
Rekenende op uwe lovauteit om de feiten naar waarheid weer te geven,
verwacht, ik, in uw volgend nummer, dienaangaande eene billijke rectificatie.
Geloof mij alle hoogachting,
Uw dw. bestendige lezer,
H. M.
De geachte inzender is het met ons eens, dat eene demonstralie een7
uitdaging genoemd mag worden, daar hij zelf die der liberalen als zoo
danig kenschetst. Hij vergeet dat de demonstratie der overwinnende
partij, welke niets te vragen, niets te verkrijgen had, en alleen wenschte
te pralen met haar succes, dubbel het karakter eener uitdaging droe^.
nxe afkeuring van het gedrag der Brusselsche liberalen mag'ons niet
blind doeu zijn voor de omstandigheden die tot hun betreurenswaardig
optreden aanleiding gaven, Mcd.
BTBEUWS V AH I»E WEEM.
D'e verjaardag van II. K. H. Prinses Hendrik der Nederlanden werd in
onderscheidene plaatsen door parades en het uitsteken der vlaggen
gevierd.
In de voreenigde zitting van de beide Kamers der Staten-Generaal,
is Maandag, door den heer Heemskerk, als tijdelijk voorzitter van den
Raad v;in Ministers en volgens opdracht van Z. M. den Koning, de
Openingsrede uitgesproken.
Bij de Staatsbegrooting, die aan de Tweede Kamer is ingediend niet
eeno redevoering van den Minister van Financiën, zijn eenige cijftrs ge>
voegd, de jaren 1864 tot 1883 betreffende. De inkomsten over 1885 worden
be.uropt op f 123,448,776.37, de uitgaven op ? 130,172,740.37, zoodat te
voorzien blijft in een ongedekt tekort, per saldo te ramen op ?12,723,964.
Twee wetsontwerpen bij de Tweede Kamer ingezonden, strekken, het
eene tot, bekrachtiging der heffing van een recht ten behoeve der pro
vincie Noord-ürabant voor het gebruik vun de ijzeren draaibrug over de
rivier de Mark, in deu provincialen v/eg van Zevenbergen naar Leur ;
het anusi'O tot bekrachtiging voor onbepaaldeu tijd, do voor drie jaren