De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 21 september pagina 12

21 september 1884 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

Nö. 378 »Majoor!" zeide de arme Fred sieer zacht en bijna medelijdenwekkend, D zou u denken dat ik in staat zou zijn te maken dat zij wat om mij gaf?" De majoor keek nadenkend voor zich, blies op het vuur zijne? «gaar, en sprak eindelijk zeer welwillend: »Mijn waarde, misschien wel. Maar zou het goed zijn? Liefde in ernstigen zin bedoelt een huwelijk. En zou jij nu willen hebben dat een arme vrouw, die reeds een man verloren heeft, zoude wenschen dat een ander maar gescalpeerd ware voor zij hem \ leerde kennen?" \ De ongelukkige luitenant verborg zijn gelaat achter dichte rookwolken. >Wel!" zei hij opspringende van den stoel waarop hij zich neer gezet had. sik zal u zeggen wat ik doen ga. Ik zal haar schrijven en mijn hart aan hare voeten leggen. Zeker, zij zal geen belang in mij stellen; juist, zooals gij zegt! Waarom ook? Maar ik zal hst doen en dan ga ik naar mijn regiment terug. Ik wil niet uw plezier verstoren, majoor, als het al een plezier is era zulk een gek in uw kwartier te hebben, maar het feit is dat de vijand mij te sterk is. Ik zou mij niet akeliger kunnen gevoelen als ik voor eene geheelo divisie stond. Ik wordt liever afgewezen door haar dan bemind door eene andere vrouw!" »Stel het een veertien dagen uit, Fred!" meende de majoor, T> hot is beleefd om eene week na de partij eene visite te maken, dan heb je gelegenheid om beier bekend met haar te worden, Zij is aangenaam in gezelschap. Misschien zal ja begrijpen dat het beter is haar gezelschap te genieten gedurende ons geheele verlof dan alles te wagen in n slag. Wacht veertien dagen, dan toon je een flinke jongen te zijn!'' >Ik kan niet, majoor," riep de opgewonden jongeling uit, »u is een oud soldaat, weet u dan niet hoe helsch onaangenaam het is, slil te staan om beschoten te worden." »ïk weet het, mijn jongen!" zeide démajoor met ongewoon vuur en een nadenkenden blik in de verte. »Wel! zoo zal mijn gevoel zijn, als ik hier blijf en mij rustig houd." s Wacht dan eene week," hield de majoor aan, »je wil toch niet bevonden worden: schuldig aan gedrag, onvoegzaam voor een officier, een man van eer, hé? Stoor nu niet de eerste vrijheid, die zij sinds een paar jaar geniet." »Nu, laat het dan eene week zijn," hernam de verliefde dap pere, berustend. Hij stak eene kaars aan en ging op weg naar zijne kamer.»Ik veronderstel toch, dat ik wel eene week nooclig zal heb ben tot het opstellen van een brief, geschikt om aan zulk een engel te sturen." De majoor zuchtte, trok een gemakkelijke jas en pantoffels aan en stapte zijn tuin in. »Arme Fred!" mompelde hij, heen en weer loopend op het pad vlak voor de veranda. »Kan geen veertien dagen wachlen, hè? Wat zoude hij zeggen als hij wist dat ik reeds zeven of acht jaar wacht; als hij wist dat ik even spoedig verliefd op haar werd als hij en nimmer weer mijzelf meester ben geworden? Wat zou hij doen als iemand haar trouwde, bijna onder zijne oogen, zooals die arme Wittleday deed, terwijl ik verlangde om kennis met haar te maken? En hoe gek zou hij mij noemen, als hij wist dat ik naar East-Patten kwam, keer op keer, alleen om kans te hebben haar soms te zien, dat ik Rose Cottage kocht alleen om in hare nabijheid te zijn, dat ik het alles toch voor mij gehouden heb en vóór een paar jaar mij jonger voelde, alleen bij de gedachte dat ik haar dan toch, na alles, misschien nog winnen zou? Arme Fred! En toch, waarom zou zij hern niet nemen? Vrouwen hebben vreemde dingen gedaan en hij ziet er aantrekkelijker uit dan een oud soldaat als ik! Wel! God zegen ze beiden en hebbe medelijden met een ouden gek!" De majoor keek den kant van Wittleday uit. De deur was open, de laatste gasten vertrokken juist en de schoone gastvrouw stond in de deuropening. Een vloed van licht deed hare smaakvol gekleede en elegante gestalte volmaakt goed uitkomen. Zij zeide lachende iets tot de vertrekkende gasten; het scheen den majoor uitgelezen muziek. Toen werd de deur gesloten, de majoor keerde zich met een zucht naar zijne eigene deur en ver dampte in gedachten verzonken vele sigaren. (Slot volgt). VERKEERDE BEZUINIGING. Met klimmende belangstelling maakte ik in No. 375 van dit blad kennis met het ingezonden stuk van den lieer K., getiteld: Een prul! Ongetwijfeld was het eea gelukkige inval van den grachten inzender, om nijne be schouwingen in deze publiek te inaken. De ervaring moge ons leeren, dat in weerwil van het vele kwaad door prullen gesticht en ondanks voor noemde beredeneerde en juiste wenken, betere voorschriften zich vaak nog lang laten wachten, dit kan en mag ons niet terughouden, om daar vaar het publiek belang zulks eischt, op verbetering van toestanden aan te dringen! Blijkt het dat de ambtenaren aangesteld om 's Rijks belangen te behartigen, daartoe van Rijkswege niet genoegzaam in de gelegenheid worden gesteld, hetzij door de werking van onpractische voorschriften, hetzij door verkeerd aangewende bezuiniging of andere soortgelijke be lemmeringen, dan eischen dergelijke toestanden n in 's Rijksbelang, n in dat der ambtenaren zelven dringend verbetering! Kort geleden waren da lezers van het Weekblad voor Registratie en het Notariaat in de gelegenheid, kennis te maken met een reeks verhan delingen betrekkelijk ona kadaster; den aandachtigen lezer kon daaruit genoegzaam blijken, dat bij dien tak van dienst alles juist niet couleur de rose is, en er van Regeeringswege ingrijpende maatregelen moeten ge nomen worden, wil onze kadaster-administratie haar gewichtig standpunt (als basis voor Registratie, Hypotheken, Belastingen enz.) waardiglijk innemen. Hoofdvereischteu zijn daartoe goede voorschriften en kundige ambtenaren! Wat de eerste betreft, de belangrijks betoogen in voormeld weekblad voor Reg. enz. wijden ons op vele leemten. Waarom een werkkring van zoo grooten omvang, welke nu sueceesieyelük aan vaak uiteenloopende opinies van verschillende machthebberiden is blootgesteld, niet zoo volledig mogelijk bij da wetgeregeH? okis uij ua onderzoek gebleken dat de beschouwingen van E. betrekkelijk ?.-ei.ieiooza voorschotten enz. hier in strengen zin bewaarheid worden! kal de landmeter van het kadaster, die zich daardoor bezwaard vindt met ambitie werkzaam zijn, en aou zelfs niet. de kans bestaan, dat, hij zijn dienstreizen tot een minimum beperkte? Ongetwijfeld zullen des gelijke bezniingingen den ambtenaar drukken, en nadeelig ->p 's Rijksbelangen terug werken! V.'r.t de kundigheden der ambtenaren zelven betreft, de vele en practisclie e.tichen voor het examen van het kadaster, benevens de veie erva ringen door heeren Ingenieurs-Verifieateur daarenboven opgedaan (dit laatste voor zoover betreft een gewenseht toezicht op de werkzaamheden) zijn ons daarvoor een ?voldoende -waarborg. Wil de Staat echter van dezen voornamen factor een practi.wh gebruik maken, dan ook da ambitie van den ambtenaar levendig gehouden! Men oordeelen of dit, naar aanleiding van hetgeen volst, weer hot geval is! Nu ongeveer 2 jaren geleden, zagen enkele jongelui, die aan liet landmeters-examen met gunstig gevolg hadden deelgenomen, zich genoodzaakt, nog tijdelijk als adspirant-laüdmeter in functie te Wijven, daar het panta vacaturen niet toereikend was ze allen te plaatsen. Zou een kleine uitbreiding van het aantal landmeters eindelijk aller wenschen nist eens kunnen bevredigen? IB do administratie ook zelve niet verplicht: rekening te honden, met het door haar in ienst genomen per soneel? Men kan bezwaarlijk aannemen, dat, uit joago lieden, wicu reeds zoo tijdig de kans op promotie wordt benomen, iliuke ambtenaren groeiea, die, ambitie tooneu voor hun werkkring! Dat echter dergelijke toc.-tande:i alleen het gevolg zou zijn van misplaatste bezuiniging, volgt ook fjenoeffzaam hieruit: dat deze geëxamineerde laudmeters aeli's ni<-t in aanmer king komen voor het n>.axi:r,uni der toelage hun bij Koninklijk Besluit als' adsjiirant-lftiidmoter verzekerd. Nog treuriger vooruitzichten wachten echter de candidaten, die zich nog aan het landmeters-examen moeten onderwerpen; wanuser zullen deze eindelijk die proef eens kundon ondergaan, en hoelang d.in nog moni.cn v/richtan, alvorens zij r,r;t doel van hun steeven hebben bereikt? Ji.iM,'.:e'iii, die nog een carrière te kiezen hebt, zijt daarmee vooriil op uw hoede, genoemde wenken geven u daartoe ruimschoots aaiileidirg' Mijn beschouwingen in de/.e begon c>i eindig ik, als voorstander van practisch aangewende bezuiniging (vooral in gedrukte tijden als düz-.-) maar tegenstander van maatregelen, die blijken juist den inferieuren ambtenaar, die hut 't minst wachten kan, het meest te drukken, en te allen tijde blijken zullen ook uiterst nadeeüg terug te werken op Eijk's welbegrepen belang! Heb dank mijnheer de Redacteur voor de plaatsing dezer regelen. Een i)iet-ambi«naar Amsterdam, 15 September 188L Mijnheer de Redadeur! In KW buitenlandsch overzicht van uw weekblad Da Amsterdammer komt het navolgende voer: De buitenlaud:;chs liberale pers keurt aigerneeu de wijze ai', waarop zij zich door de uitdaging der clericalen hebben laten verlokken." Mag ik u hierop antwoorden dat de clericalen niet hebben uitgedaagd, maar deze zich verplicht zagen door de uitdagende demonstratie' der ]ib:-r::l"ii eeno tegeiJinanifestatie te houden, even gewettigd als dia der lib!'vu!en kon beschouwd worden. .Uu houding dei' liberalen is allerschandelijkst, en onder geen beding verBchoonbaar geweest. Rekenende op uwe lovauteit om de feiten naar waarheid weer te geven, verwacht, ik, in uw volgend nummer, dienaangaande eene billijke rectificatie. Geloof mij alle hoogachting, Uw dw. bestendige lezer, H. M. De geachte inzender is het met ons eens, dat eene demonstralie een7 uitdaging genoemd mag worden, daar hij zelf die der liberalen als zoo danig kenschetst. Hij vergeet dat de demonstratie der overwinnende partij, welke niets te vragen, niets te verkrijgen had, en alleen wenschte te pralen met haar succes, dubbel het karakter eener uitdaging droe^. nxe afkeuring van het gedrag der Brusselsche liberalen mag'ons niet blind doeu zijn voor de omstandigheden die tot hun betreurenswaardig optreden aanleiding gaven, Mcd. BTBEUWS V AH I»E WEEM. D'e verjaardag van II. K. H. Prinses Hendrik der Nederlanden werd in onderscheidene plaatsen door parades en het uitsteken der vlaggen gevierd. In de voreenigde zitting van de beide Kamers der Staten-Generaal, is Maandag, door den heer Heemskerk, als tijdelijk voorzitter van den Raad v;in Ministers en volgens opdracht van Z. M. den Koning, de Openingsrede uitgesproken. Bij de Staatsbegrooting, die aan de Tweede Kamer is ingediend niet eeno redevoering van den Minister van Financiën, zijn eenige cijftrs ge> voegd, de jaren 1864 tot 1883 betreffende. De inkomsten over 1885 worden be.uropt op f 123,448,776.37, de uitgaven op ? 130,172,740.37, zoodat te voorzien blijft in een ongedekt tekort, per saldo te ramen op ?12,723,964. Twee wetsontwerpen bij de Tweede Kamer ingezonden, strekken, het eene tot, bekrachtiging der heffing van een recht ten behoeve der pro vincie Noord-ürabant voor het gebruik vun de ijzeren draaibrug over de rivier de Mark, in deu provincialen v/eg van Zevenbergen naar Leur ; het anusi'O tot bekrachtiging voor onbepaaldeu tijd, do voor drie jaren

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl