De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 21 september pagina 2

21 september 1884 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

In het Spaansche ministerie zijn veranderingen te wachten. Het hoofd, Canovas del Castillo, zou blijven; de zuiver ultramontaansche elementen zouden echter het Kabinet verlaten; de minister Pidal y Mon, die Spanje bijna met Italiëin verkoeling bracht, zou gezant bij het Vatikaan worden, waar hij zich thuis gevoelen zal. De gezant te Parijs, Don Manuel Silvela, zou minister vanbuitenlandsche zaken; zijn broeder, Don Pace Silvela, van binnenlandsche zaken worden. Niets van deze geruchten echter is nog bevesticd, behalve het ontslag van den gezant te Parijs. * ? » In Egypte is de regeering van den Khedive natuurlijk niet zonder medeweten van Engeland tot eene eigenmachtige daad overgegaan. Om in den nood der schatkist te voorzien, heeft zij besloten, de amortisatie tijdelijk te staken. Dit is eene duidelijke schending van de liquidatiewet, en een protest van de groote mogendheden zal wel niet uitblijven. Doch nood breekt wet, en eene oplossing als de bovengenoemde verdient voor de schuldeischers zeker de voorkeur boven eene door Engeland gewaarborgde nieuwe leening, welke dezen staat tot preferent schuldeischer zou maken. Toch zou ook dit middel slechts voor zeer korten tijd kunnen helpen. Wellicht zal de maatregel der Egyptische regeering het bijeenroepen eener nieuwe conferentie bespoedigen, waartoe naar men onderstelt, thans Duitschland het initiatief zal nemen. li I ]V A E IV I, A N D. De Tweede Kamer heeft reeds bij haar eerste optreden in dit zittings jaar positie genomen tegenover de Kappeyne-fractie. De heer Tak kwam niet op de candidatenlijst voor het presidentschap. Een goed begin al moest het worden verkregen ten koste van de opoffering van een tweeden liberaal op de nominatie. Toch stemt het feit treurig, te zien dat een candidatenlijst, door de Kamer opgemaakt met een liberale meerderheid, la part du lion moet afstaan aan de clericalen. De Heer Wijbenga hield weer een redevoering zooals men die van hem gewoon is een liberale ontboezeming. ? Daartegen kan geen bezwaar bestaan. Toch klonk de vingerwijzing op de kansen voor sommige kamerleden om bij een ontbinding niet te woi'den herkozen, ons als een onvoorzichtigheid in de ooren. Waartoe het element van de »zucht naar zelfbehoud" in het spel te brengen? : De heeren Tak c. s. zullen ook zonder dat nog wel redenen kunnen Binden om een ontbinding zoolang mogelijk te verijdelen. Men make hun positie niet moeielijker dan ze reeds is. ONZE BLADEN. Twee belangrijke staatstukken in eene week maken dikwerf het midden van September tot den tijd der verrassingen. Noch de Troonrede echter, noch de millioenen-speech waren er op berekend grooten invloed uit te oefe nen op het persdebat. Men behandelde de troonrede, om haar te behan delen; ze inspireerde niet en bijna allen artikelen die over haar werden jgeschreven, waren mat en van luttele beteekenis. Men prees het dat de Regeering wil doorzetten met art. 198, maar moest zich daarbij afvragen, wat zij in 's hemelsnaam anders kon doen. In de periode over de algemeene grondwetsherziening zag de een eene bevredigende toezegging, de ander eene ontwijkende algemeenheid. De Tenom-phrase ja die kwam juist van pas, maar ook zij gaf geen re den voor vurige ontboezemingen. De pers nam die vreedzame oplossing al zeer koel op. Men was blij dat het land van deze lastige quaestie af was, maar men had niemand om geluk te wenschen, want het kwam geen blad van Nederland in de hersens om bij dit blij-einde iets ten gunste van het beleid der Kegeering te zeggen. Het volk en de pers was dank baar voor de genezing, maar beiden keken nog schuins naar den heel meester, die bvj het verbinden der verbandspelden zoo diep in hetvleesch van den patiënt stak, zonder noodzaak. Zoo gaf de Troonrede geene warmte, geene verheffing van het politiek. Jeven. Wat de millioenenrede in dit opzicht baren zal, moet nog blijken. Het zou ons niet verwonderen, als de indruk gunstig was, maar te kort en wekken geene geestdrift. ' Toch had wij zouden dit haast vergeten de Troonrede eene uit werking van belang. Het Handelsblad had in de quaestie der grondwets herziening de rol gespeeld van den jongen, aan wien een verstandig vader had gezegd: Van dien pruimenboom moogt gij er n plukken en omzichtig opeten; meer pruimen zouden eene indigestie bezorgen. Met de beste voornemens bezield, plukte bij Handelsblad art. 198 van den rjjkbeladen artikelen-boom der grondwet. Het kreeg den smaak der herziening beet en strekte de begeerige hand uit naar art. 76, art. 197, pruilende over vaders bevel. Plotseling echter wijkt de duivel der gulzigheid, en het Handelsblad lustte voor Januari geen pruimen meer. Eerst de begrooting, dan herziening van art. 198, heette het toen. En zie, ter nauwernood had de heer Heemskerk de aan den toestand niets veranderde troonrede uitgesproken, of hzl Handelsblad overwon zoowel de gulzigheid als de weerzin en zag het verstandige in van het dieet op n pruim. Zelfs den heer Heemskerk moet de beheerenda kracht van zijn eenvoudig woord hebben verbaasd. Belangrijk zijn twee artikelen van De Standaard. In het laatste zette het antirevolutionaire blad uiteen, waarom het thans voor Nederland een koningstroon verkiest boven eene repubh'ek. Het zijn louter utiliteits redenen, die De Standaard bewegen. Het republikeinsch beginsel wordt door haar niet atgewezen, doch sluimert in haar Ijjvig program. Een ander artikel moet dienen om uit een te zetten waarom de anti revolutionaire partij niet wil regeeren, ook al komen de liberalen eerlang in de minderheid. De Standaard wordt bang van hare triomf^i b\j de stembus en trekt zich terug in haar isolement, misschien om daar de principieele en de opportunistische anti-revolutionairen, welker strijd openhjk wordt erkend, met elkander te verzoenen. Conservatieven en katholieken zijn haar niets. We zullen het spoedig zien aan de stembus. LAGE-SLU1S-POËZIE. Op B. en W. D'r renommée. 1. Alle aardsche roem verdwijnt als kaf: Uier vond de Hooge-sluis haar graf. 2. De Hooge-sluis, eens zoo vermaard Moest zakken voor.... een tramwaypaard. 3. Hoe effen is nu 'i pad gespreid Dat naar het Oosterkerkhof leidt. 4. 't Graf dat den goeden smaak omsluit Door zestien naalden aangeduid. 5. Buig, Amstelstroom, den fieren rug, De Dood ia koning op uw brug. 6. 't Zweet breke u uit door iedre porie Bij 't 16 maal: Memento mori". 7. Hier rust de snuggerheid van veertig, min n, heeren, Zij konden die, 't blijkt hier, dan ook gerust ontberen.' 8. Ter nagedachtenis aan 't geen men ons ontnam: Der vadereu achoone stad, het typiich Amsterdam 9. Ontbreekt hier AmBtel'g keizerskroon De Imperial" spreidt haar licht ten toon. 10. Om 't volksvermaak naar eisch te regelen, Gaan wij met obelisken kegelen. 11. Attentie, wand'laar! tramwayheeren Ook met begraven zich geneeren. 12 De Vroedschap die mij dwong tot logge restauratie Liet ouder dezen steen iets van haar reputatie. 13 Uw Raadhuis, Aemstel, lijdt en klaagt: Geen wonder dat uw Brugh" haar bogen heeft verlaagd; 14 Uw pont des amoureux", Van Brienen, Moet dus voor heel iets anders dienen! 15 De Genie door haar smaakvollen bouwstijl bekend, Stichtte zich boven d' Amstel dit grafmonument. 16. Ziet! iedre naald wijst als een vinger Op de onsterflijkheid van Springer. 1. Gemeen' verwonderingh betaemt ons, Wondren, niet; De Vreemdelingh behoort te swijmen, die ons slet. Swijmt, Vreemdelingh, en seght: Hoe komen, na lang De Grafgesteenten hier, om als lautarenpaelen Te dienen, en het licht te stuyten aen n kant? Hoe komt het dat voor deez' noyt een'ge kunstnaershant Tot cieraet ons ghebruickte op brugghen oft op sluysen? Soo iets oirsproncklieks kon in Springers brein slechts huijsen! Segh, vreemdlingh, diende niet, in hieroglyphisch schrift, De lof van 't Staatsbestuur oock op ons vlack gegrift? Kon oyt Beo tien op sulck een kunstsin brallen? Seght meer, seght Vreemdelingh, seght liever niet met allen; Roemt Roomen, prijst Parijs, kraeyt Caïro's heerlickheit; Die 't schicklickst van ons swyght heeft allerbest geseit. (Naar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl