De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 28 september pagina 12

28 september 1884 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

WE'EKBLAS V04)R NEDERLAND. No. 379 De luitenant greep er gretig naar, maar de ander glimlachte beleefd en zeide: >Yoor den majoor, meneer! Er is mij gezegd den brief in zijne eigene handen te geven en aan niemand anders." Hij deed volgens zijne instructie en vertrok met vele buigingen en glimlachen, terwijl de twee krijgslieden zich in hunne respec tieve stoelen lieten neervallen. » Spoedig, majoor alsjeblieft,'* fluisterde de luitenant, »maar de veteraan scheen oneindig langen tijd noodig te hebben om de keurige enveloppe te openen. Dienstbrieven opende hij met eene vaardigheid, getuigende van eene geoefende hand, maar nu kreeg hij een pennemes uit zijne zak, nam daarvan het smalste en schitterendste lemmet en sneed er zorgvuldig mevrouw Wittleday's enveloppe mede open. Toen hij den brief openvouwde, opende hij wijd mond en oogen. Hij las den brief door en nog eens over, terwijl zijn gelaat eerst stomme verbazing en toen groote ontroering teekende. >Fred,"zeide hij totdenongelukkigenluitenant,dieopsprong als een gevangene, die een streng vonnis verwacht, »wat heb je in gods naam aan mevrouw Wittleday geschreven?" j Juist wat u mij gaf om te schrijven," antwoordde de jonge man zeer verwonderd. »Laat mij het klad eens zien," hernam de majoor. De luitenant trok een lade indeschrijftafel van den majoor open, nam er een vel papier uit, bekeek het en riep: »Ik zond haar uw klad! Dit is mijn brief!!'' »En zij dacht dat ik schreef en heeft mij aangenomen!!" De ongelukkige Frederik werd bleek en wankelde naar een stoel. De majoor boog zich over hem en sprak deelnemend tot hem, maar ondanks zijn medelijden met den armen jongen, was zijn hart, dat oogenblik zoo vol, dat hij zijn gelaat niet durfde toonen. Zoo stond hij dan achter den luitenant en keek over zijn schouders heen, uit het venster. »0! majoor!" riep Fred uit, »is het niet mogelijk dat gij u vergist hebt?'' a Hier is de brief, mijn jongen," zeide de majoor, »oordeel zelf.'' De jonge man nam den brief werktuiglijk aan en las: 23 Juu 185*. Waarde Majoor! lk ontving uw schrijven van hedenmorgen en gij moogt het mijner vrouwelijke nieuwsgierigheid danken, dat ik weet van wien de brief (dien gij vergat te onderteekenen) kwam. Ik zag toevallig uit het raam en herkende uw bediende. sik ben gewoon te lachen om verklaringen »van liefde bijden eersten aanblik'1 maar als ik bedenk hoe lang geleden het is sinds wij voor het eerst kennis maakten, en mij de standvastig heid uwer achting herinner, mij bewezen door uwe verbazende gehechtheid aan East-Patten, die volgens eene illusie, welke ik u bid mij niet te ontnemen, ook gedeeltelijk mij gold, kan ik niet anders dan eene hartelijke dankbaarheid gevoelen. B Gij moogt hedenavond komen om een antwoord te halen, dat gij, zooals ik veronderstel, met het spoedige begrip eigen aan uw geslacht, wel reeds geraden zult hebben." Geheel de uwe, HELENA. WITTLEDAY. De luitenant zuchtte. Het is uit, majoor! gij zult haar moeten trouwen. Het zou verduiveld onnefjes zijn haar te laten weten, dat zij zich ver gist had." Zou je denken Fred?" zeide de majoor met eene onmerkbare trekking aan zijne mondhoeken. s Zeker doe ik dat," hernam de treurige minnaar, s>en ik ben zeker dat gij haar zuil leeren beminnen: zij is eenvoudig een engel eene godin. Verduiveld! gij kunt niets dan haar beminnen." «Geloof je dat waarlijk, mijn jongen?" vroeg de majoor met vaderlijken ernst. »Maar hoe zou jij js er onder gevoelen?" »Alsoi niemand anders ter wereld goed genoeg voor haar zijn zou alsof zij de gelukkigste vrouw ware!" hernam de luitenant vlug, nu weer voor een goed deel zich zelf meester. »Ea het zou mijne wond geheel genezen." Cest mijn jongen!" zeido de majoor. »lk zal je zoo spoedig mogelijk van je verdriet afhelpen." Nooit had de majoor een avond gezien, waarvan de scheme ring zóó lang duurde. Toen het duister genoeg wos om niet herkend Ie worden, slak hij ving den weg over ea bereikte de deur van \Viltleday-Mansion. Dal het antwoord was zooals hij zich voorstelde, werd bewezen door het feit dat weinige maanden later zijn ontslag was aange nomen bij het Departement van Oorlog en mevrouw Wittle-Jay, mevrouw Martt werd. Op zoo bedekte wijze, dat zij nimmer de waarheid raadde, ver telde de majoor zijne bruid de geschiedenis van de ongelukkige liefde van den luitenant, en zoo groot was de deelneming der schoone weduwe, dat zij het zich tot taak stelde, den jongen man nog eens gelukkig verloofd te zien. Zij bood hem de betrekking van ingenieur bij een mijnwerk op een harer goederen aan en de majoor beloofde hem Rose-Cottage tot woning, zoodra hij er eene huisvrouw voor gevonden zou hebben. Natuurlijk bezweek de jonge man voor al deze pogingen ei» toen hij met een lief vrouwtje netjes gehuisvest was, vertelde de majoor aan zijne eigene vrouw, tot haar groot vermaak, de ge schiedenis van den brief, welke er haar toe bracht van naam te veranderen. Frans. SCHAAKSPEL. No. 39. Van den oud-redacteur van «Siasa". ZWART. Wit speelt voor en geeft in 4 zetten mat. (Wit 8 en Zwart ti stukken met K, E 6). OPLOSSING VAN SCHA AKPROBLEE M No. 37. l G 2 G l! E 5 nt D i (a, 2 G l nt D mat. (a) l ..... G 3 speelt (b 2 G l G 8 mat. 2 E 8 nt F 6 mat. Pd. speelt (a l ..... T. C 7 + (d 2 E 8 nt C 7 mat. (d) l ..... F 4 - F 3 (e 2 C 2 E 3 mat. (o) E 4 E 3 (f 2 B. F 3 mat. (i) 2 Pd. B 4 mat. C 5 - C -i (g (g) 2 C 3 G mat, B 5 B i (h l T. anders (i 2 T. nt D 6 of Pd. zot mat. (i) l F 6 F 5 2 F 8 nt F 5 mat. INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Te laat voor het vorij; weekblad ontvangou juiste oplossingen van No. 36 ea 37 van C. li. te Nieuw Holvoet; B. te A. No. 36, doc'.i 37 faa't bij goed tegonspel; No. 87 van v. d. M. te N. N.; idem No. 36 en 37 van P. J. C.; Met z'n vieren: Jan van Noord; alsmodo Torn No. 36 uilen te Amsterdam. Voorta No. 38 vau W. v. H. te Dolft. NIEUWS VA3T E WJEEK. H. M. do Koningin kwara heden-(Vrijdag)morgen in Den Haag aan ea keerde in den namiddag weder naai- het Loo terug. In de Tweede Kamer is goedgekeurd de op den 9den Januari 1884 t 's-Gravcnhage tusRuhen Italiëen Nederland gesloten overeenkomst, waarbij de toelating geregeld wordt van de wedcrzijdsche onderdanen tot koste loos procedeeren. Het wetsontwerp tot wijziging van art. 198 dei' Grondwet is in d Tweede Kamer aangenomen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl