Historisch Archief 1877-1940
A°. 1884.
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOK NEDERLAND.
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: DA.GBLADVEKEENIGING HOLTZ & Oo.
Kantoor: Singel 211.
Hoofd-Agenten: te Batavia, G. KOLFF & Oo.
Zondag 12 October.
Abonnement per 3/m. ? 1.?. fr. p. p. ? 1.15.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar a, 0.10.
Advertentiën van 1?6 regels f 1.?, elke regel meer . 0.15.
tusschen den tekst per regel 1.?.
INHOVDs
BUITENLAND. BINNENLAND. Persoverzicht. Straatnamen, door A. Th.
Dit het Haagje VIII, door Pasquino. Op het Kerkhof, door B. O. Kunst :
Het Amsterdamsch Tooneel, door K. J. W. Het Tooneel te Rotterdam, door M. H.
De Fransche Opéra, door D. Wandelingen op de tentoonstelling V, door B. A. G.
Wedstrijd in de Schilderkunst, door Alb. Th. uit België, door M. A. Let
terkunde: H. van den Berg, door L. Van Deyseel. Twee Vertalingen, door F.
J. v. U. Berichten en Mededeelingen. Inhoud van Tijdschriften. Nieuwe
Uitgaven. Militaire Zaken: Militaire Pensioenen. BiWiograpüie.
Schaakspel. Feuilleton: Memento Mori, novelle naai1 het Duitscu van Osaip
Schubin, H. - NIEUWS VAN DE WEEK. Overzicht van de Efi'ectenmarkt, door S.
Amerikaansche sporen, door J. v. d. Burg. Burgerlijke Stand. Veilingen.
Ee huur. Advavtentiën. Schouwburgen.
BUITENLAND.
Bestaat er een Fransch-Duitsche alliantie? Ziedaar de vraag, die
vooral in Frankrijk, de hoofden warm maakt. Vrij algemeen is
men het er over eens, dat er geen geschreven overeenkomst
bestaat, omdat de heer Ferry zulk een stuk aan de goedkeuring
van de Kamer zou moeten onderwerpen, hetgeen hem waarschijn
lijk op het verlies zijner portefeuille zou komen te staan. De
Duitsche bladen spreken van een «Neben einander
marschiren" der beide mogendheden; de Fransche
regeeringspers van eene toevallige overeenstemming van belangen. Hoe
men het ook noemen moge, het is duidelijk, dat de heer
Ferry in de Egyptische quaestie met Bismarck wil samen
werken tegen Engeland. Met zenuwachtige nieuwsgierigheid
.hebben dan ook de reporters van de verschillende Parijsche bla
den den zoon van den Rijkskanselier, graaf Herbert von Bismarck,
achtervolgd gedurende enkele dagen, die hij in Parijs doorbracht.
Zij weten zelfs hunnen lezers te vertellen, wat het menu is ge
weest van het laatste diner, door den zoon van den grooten man
gebruikt, en hoever de waskaarsen in zijne kamer in het
GrandHötel waren opgebrand. Jammer maar, dat men uit al deze
wetenswaardige bijzonderheden niet kan afleiden, welken prijs do
Duitsche Rijkskanselier eischt voor den steun, dien hij aan Frank
rijk in de Egyptische quaestie wil verleenen.
*
» *
In Frankrijk spreekt men behalve over ontwerpen voor eene
kieswet voor den Senaat, er zijn er nu reeds drie, dat van
de regeering, dat van den heer Dauphin en dat van den heer
Bozérian, vooral over de valschheid in geschrifte, die de
Chineesche regeering of de onderkoning van Petchili, Li-Hung-Chang,
schijnt gepleegd te hebben.
Na het verraad van Bac-Lébeweerde eerst de Tsung-li-Yamcn,
volstrekt geen kennis te hebben van eene overeenkomst waarbij
de ontruiming der garnizoenen tegen bepaalde termijnen zou be
loofd zijn. Daarna werd erkend dat er eene overeenkomst be
stond, waarin het woord «onmiddellijk'' voorkwam; de
Tsung-liYamen echter meende dat > onmiddellijk" te moeten opvatten als
bedoelend onmiddellijk na het sluiten van het definitief
vredestractaat, hetwelk eerst na drie maanden plaats zou hebben. Van
eene nota.waarin kapitein Fournier een gesprek met Li-Hung-Chang ge
resumeerd had, welke hij aan dezen overhandigd had, en van welke
een afschrift in het Gele Boek opgenomen en door Ferry aan de
Kamer was medegedeeld, werd niet gesproken. In deze nota
waren de datums nader bepaald. Thans zendt de Chineesche
regeering een photographischen afdruk dezer nota aan de
Europeesche kanselarijen, de paragrafen op de datums betrekking
hebbend zijn er in doorgehaald en de doorhaling met de letters
van kapitein Fournier goedgekeurd. De Chineesche regeering
deelt daarbij mede, dat de doorhalingen, oorspronkelijk met pot
lood geschiedt, niet op den afdruk tézien waren, en men ze dus
met inkt heeft laten overtrekken.
Het ging niet aan, zonder meer, aan eene vervalsching van een
diplomatiek stuk van de zijde der Chineesche regeering te
gelooven. De bladen, vooral het Journal des Débats en de
buitenlandsche, gaven te kennen dat eene categorische verklaring van
kapitein Fournier wel noodzakelijk was. Deze is thans versche
nen. De kapitein geeft daarmede afschrift van eene verklaring door
hem aan den minister Ferry gezonden en waarin hij op zijn eere
woord getuigt, geen doorhaling of wijziging in de nota gebracht
te hebben, In een schrijven aan de Débats zet hij thans wjne
verklaring op eenigszins zonderlinge wijze kracht bij, door de punt
van zijn degen ter beschikking te stellen van ieder die aan de waar
heid van zijn getuigenis twijfelen mocht. Voorts heeft hij in een
gesprek met een reporter van Figaro verschillende inlichtingen
gegeven, welke ter verduidelijking van duistere punten konden
dienen.
Kapitein Fournier had zeker omzichtiger en correcter kunnen
handelen; in het door hem van het kladje geseinde bericht komen
enkele verschillen met den teksJ der nota voor, die door Temps
en Débats worden aangewezen. Aan de eerlijkheid zijner ver
klaring twijfelt echter niemand, zoodat men hier voor een onge
hoord feit van de zijde eener regeering, het vervalschen van een
tractaat, slaat. Het is alleen de vraag of de vervalsching het werk
is van den Tsung-li-Yamen, dan wel van Li-Hung-Chang, die met
het tractaat, door hem gesloten, niet voor den keizerlijken raad
heeft durven verschijnen en alzoo zelf de doorhalingen zou heb
ben doen aanbrengen.
In dit laatste geval zou, naar men meent, de Fransche regee
ring de vervalsching met niet zooveel ophef aan de kaak stellen
als in het eerste, daar toch Li-Hung-Chang de eenige Chinees is,
met wien men uitzicht heeft tot een vergelijk te komen, en de
regeering zijne positie niet geheel onmogelijk ten haren opzichte
zou willen maken.
*
* f
In Engeland wordt nog steeds dagelijks geredevoerd over de
kieswet en het conflict tusschen Hooger en Lagerhuis. De con
servatieven blijven op hun stuk staan, en eischen dat in het
Iloogerhuis, tegelijk met het wetsontwerp tot uitbreiding van het
stemrecht, ook het ontwerp tot herziening van de indeeling der
kiesdistricten zal worden ingediend. De heer Gladstone en de
ministers Ghamberlain en Hartington spraken in verzoenenden
geest en schijnen van een compromis niet afkeerig te zijn. Klaar
blijkelijk wil de Premier niet, door verscherping van het conflict,
eene Kamerontbinding uitlokken, omdat in het nieuwe Parlement
de heer Parnell en zijne aanhangers hoogstwaarschijnlijk bij iedere
belangrijke quaestie den doorslag zouden geven.
* #
»
De Belgische liberalen zijn bezig, den toestand van verdrukking,
waarover zij zich beklagen, te bestendigen en te verergeren.
Dezelfde verdeeldheden, die tot hun val als regeeringspartij aanlei
ding gaven, komen wederie voorschijn, nu het de verkiezingen voor
den gemeenteraad van Brussel geldt. De doctrinairen of gematigde
liberalen, de meerderheid, hebben zich te verstaan met twee
fractiën, de werkmanspartij uit de voorsteden en de progressisten.
In eene vergadering der Assotiation liberale is over de voorloopige
candidaluren gesproken. De werkliedenpartij eischte, dat men haar
drie plaatsen op de lijst zou afstaan, terwijl zij zich voorbehield,
later de namen harer candidaten te noemen. De
waarschijnlykheid, dat twee dezer drie mannen, onderteekenaars van
hetrepublikeinsch manifest zouden zijn, die niet de minste kans hadden
op eene meerderheid in Brussel en dus alleen tot versnippering
van stemmen aanleiding konden geven, deed de doctrinairen dit
weigeren. Men gelooft dat de arbeidersgroepen zullen toegeven
en de meerderheid steunen.
Met de progressistische fractie ging het anders. Haar candidaat
is o. a. Paul Janson, die, voor de fractie candidaturen eischte,
als loon voor haar bemoeiingen tot het verkrijgen van algemeen
stemrecht. Hem vreesden de doctrinairen zeer, daar zijn welspre
kendheid hem vele aanhangers geeft en toch zijn naam hare lijst
zou vei'awakkfiü, Zy vei'iöditea Lëi% aa eendje slwiaachlige
too