De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 19 oktober pagina 10

19 oktober 1884 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

r D. No. 382 ;o.so 0.30 0.60 0.75 6.25 2.20 A farm thst pays by Cath Münes Gaskell', Our deaf and dnmb by El. ElacTcburn; England as a marketgarden by Rev. Hemry P. Dunster; The spoliation of India by Lionel Aslburner; An experiment by C. Kegan Paul; The classificatkm of literature by Taylor Kay; Progress and wages a workman's view by James Hut' ehinson; The art treasures of Prussia by Atkinson; Lord Beaconsfield's Irish Policy by Pope Eennessy. Nieuwe uitgaven in Nederland. H. Beecher Stowe. Een kijkje in de hut van oom Torn. Met een toespraak aan de jeugd van de schrijfster. Uit het Engelscb. Vierde druk f 1.50 Waling Dflkstra, Oebele Glüper. Blyspil yn fiif bidrjuwen. Fry for fryske nei Molières Tartuffe. Oarde druk. Mei oanteekeningen for Ijue, dy 'tFrysk net te goed forstean . Mr. A. J. W. Farncombe Sanders, Het kiesregt en het voor stel van den Heer Van Houten. Overgedrukt uit de Tijdspiegel TOD October 1884 A. G. van Hamel, La chaire de francais dans une Universit Neêrlandaise. Discours, prononcée Ie 19 Septembre 1884, a l'occasion de son .installation comme Professeur ordinaire a la Facaltédes Lettres de l'Uoiversitéde Groningne . . . Hoe een knikker rollen kan. Een kluchtig verhaal dat Hollandsche -jongens wel lezen mogen. 3e druk .... Gerard Keiler, Flikkerende vlammen. Novelle. 2 dln . / Lieven en herdenken. Proza en Poëzie voor Neêrlands vrou' ven en dochters, bijeenverzameld door F. A. van Leent. . \ Mark Twain, Ontmoetingen op een voetreis. Naar het En'elsch, door H. F. Chappuis. Tweede uitgaaf van Door stad o land. De 2 deelen in n band ? » 2.60 M. A. Freede, De twee vriendinnen. i . t ? ? a 1.75 Nieuwe Uitgaven in Engeland. An old story of Bethlehem by author of Schönberg Cotta family" Sh. 3.6 S. W. Scott's, Marmion, illustr: 16 M. C. Taylor, Boys together and other poems l . G Yonngman, Poems . . 5 J. H. Brighouse, Old Kliinber Hall a novel . . 21 S. Brooke, Three Sixteen century sketches , . 2.6 Captain JewePs wife by author of our valley. . '*, 2 Childe Pemberton, No beauty 2.6 D. Defoe, Robinson Crusoe illustr. by G. Browne . . 6 A. E. Evans, The pride of the village ...,.?'2.6 P. G. Hamerton, Human Intercourse . . . ' . ? 8.6 E. N. Hoare, A. Turbulent town ..... 3 W. F. Knight, Teresa Marlow. . . ... SI .6 L. M. Lane, A. Dresden romance .... . . 2.6 E. Leslie, The gipsy queeu . .' . ? ? ? . ,2.6 Letters from heil given in English L.W.J.S.with pref.by Mac Donald 6 A. Lyster, Muriels two crosses , 3 Linskill, The magie flute » 3 Mrs. Molesworth, The little old portrait . . . . 2 U. E. Palgrave, Not in vain 2.5 Ch. Reade, Th« Jilt and other stories illustr. . . 3.6 Sfc. Johnston, Oharlie Asgard « . 5 H. Shipton, Bearing the Yoke < . , 2 E. Stuart, The prisoners daughter . . . . . . 3.6 C. Temple, Griffenhoof . . . . . ... 3.G M. Veley, Mitcheihurst Place . . ?' '? « ? . *. » 12 Mrs. West, The doom of Doolandour ; t s » ? » 31.6 Nieuwe uitgaven in DuifscJtlancl. O Qlaubrecht, Das Heidehaus, Erzahlung fur das Volk. Leiningen in Dó'rfbüdern. E. Götzinger, Ileallexikon der Deutschen Altertümer Heft 9?12. W. Goldschmidt, Geschicbten aua Eussland. 'Paul Heyse und L. Laistner, Neuer Deutschen Novellenschatz. Band 1?4. Paul Heyse, B;ch dar Freundschaft, Neue Folge. Joh. Janssen, Kin zu-eitss wort an meine Kritiker. M. Jökai, Difs Turken in Ungavn. \Voldem: Kadcri, Die iviera Lieferung 9. Akin Karoly, Das Geld dor Zukunft. H. Karsten, Die letzten Ditige. A. Keiler, Dido Trauevspio]. E. Kleinpaul, Der I'niizcnraufa Drama. M I L I T A I il E ZAKE N. IETS OVER HET BEVORDEREN VAN MILITAIREN BENEDEN DEN HANG VAN OFFIÜIER. art. 20 van het Reglement op den inwendigen dienst der infanterie zegt: De kolonel of commandant van het korps is voor het regiment verantwoordelijk. Hij benoemt en stelt de onderofficieren eu korporaals aan, met inachtneming van du bijzondere bepalingen, te uier zake voor het wapen vastgesteld". De aanstelling van korporaals ea ouderofJicieren geschiedt alzoo op voordracht van den bataljonscommandant of van de betrokken hoofdofficieren, door en op persoonlijke verantwoordelijkheid van den commandant van het korps, zoodat deze d.sn ook volkomen vrij is, diegenen te bevorder; n, welke ram de gestelde cibchen van bekwcambeid voldoen, en tevens en zulks dient als hoofdzaak (e worden be schouwd door hun gul rag en hunne militaire eigenschappen bevordering ?verdienen. Voor de aanstelling tot korporaal worilt daarbij iuachtgenomeu: lo. dat geen militair, van welke categorie ook, tot korporaal of korporaal» titulair mag worden benoemd, vóór dat hij gedurende vijf maanden werkelijken dienst heeft verricht de tijd, dien hij langer dan 14 dagen door verlof of ziekte aan den dienst werd onttrokken, niet mede gerekend: en 2o dat geen militair, van welke categorie ook, tot onderofficier mag worden benoemd, vóór dat hij gedurende tien maanden werkelijken dienst heeft verricht de tijd, dien hij langer dan drie weken door verlof of ziekte aan den dienst werd onttrokken, niet medegerekend. Nn zou men vermeenen, dat de aanstelling tot korporaal of sergeant onmiddellijk plaats heeft, wanneer de belanghebbende aan bovengenoemde eischen voldoet, daar alsdan niets zijn bevordering meer in den weg staat. De practijk leert echter het tegenovergestelde, daar volgens eene Min. aanschr. dd. 20 Mei 1851 No. 33 B. geen soldaat, korporaal of onderoffi cier gedurende den tijd, waarin hij in eene ziekenimïchting wordt ver pleegd tot een hoogeren graad mag worden bevorderd. Alleen mag een korporaal of onderofficier tijdens bedoelde verpleging in eene hoogere klasse worden benoemd. Deze benaling nu vinden wij zeer onbillijk en zeer zeker geheel in strijd met den inhoud van art- 2til van het Voor schrift nopens de instelling, alsmede het toezicht, de directie in het administratief beheer over de militaire ziekoninrichtingcn" welk artikel duidelijk luidt: Militairen, die gedurende hunne verpleging in een hoogeren of lageren graad gesteld worden, bekomen van en met den datum waarop zulk plaats heeft, de aan die hoogere of lagere graden verbonden zieken-soldij. De commaudeerende officieren der korpsen zijn verplicht van die bevorderingen of terugstellingen, bij tijds, aan de chefs der zieken-inrichtingen kennis te geven." In het Min. Besluit dd. 20 Mei 1851 No. 33 B.daarentegen staat: Hot is mij gebleken, dat er soldaten tot korporaal zijn bevorderd, terwijl zij in een hospitaal verpleegd werden. Daar zoodanige bevorderingen, met betrekking tot den daadwerkelijken dienst, doelloos zijn, als kunnende de bevorderden, tijdens hun verblijf in het hospitaal, aan dien dienst geen deel nemen, heb ik, met het oog op art. 24 van het Provisioneel Regle ment van Administratie oij de Landmacht, waarbij bepaald is, dat een. i oldaat of onderofficier die bevorderd wordt, eerst dan de soldij van zijn verkregen graad erlangt, wanneer hij de fimctiên daarvan iiceft aanvaar l, het noodig geacht, algemeen vast te stellen: Dat geen soldaat of korporaal, in een militair of ander zieken-etablise uient verpleegd wordende, tot korporaal of tot onderofficier raag «orden bevorderö; terwijl er aan een onderofficier, in zoodanig geval verkeerende., ooft geen hoogeren graad van onderofficier mag worden verleend." Wij vermeenen echter, dat hetgeen in 1880 voor de commandcerendo cfucieren der korpsen omtrent het kennis geven van bevorderingen aan de chefs der zieken-inrichtingen in art. 261 is voorgeschreven, zoo duide lijk is, dat het ons vreemd voorkomt, dat niet alle commandeerenda officieren zich daaraan houden, en nog vreemder, dat nog nooit door hen de aandacht is gevestigd op het tegenstrijdige dat er in deze twee ge noemde aanschrijvingen gelegen is, vooral, omdat naar onze meening de belangen hunner ondergeschikten zoo zeer er mede gemoeid zijn. Voor f.oo ver het ons bekend is, zijn nog nimmer onderofficieren niet tot "en luitenant benoemd geworden, (nadat zij aan het officiersexamen vol daan hadden) omdat zij tijdelij!!; ia de een of andere ziokcninrichtitig verpleegd worden, wat dan toch ook volgens de aanschrijving van deu ?,0 Mei 1S51 feitelijk niet zou uio£;en plaats hebben. Door een paar voorbeelden zullen wij trachten aan te toonen, hoe zeer het voorgeschrevene op 20 Mei 1851 ten opzichte van in ziekeuiurichÜD ? gen verpleegd wordende militairen ten hunnen nadeele is. a. De soldaat, korporaal, sergeant of scrg.-mnjoor A. b. v. tvorcïr, na voldoend afgelegd examen voor een hoogeren graad, ter verpleging in het hospitaal opgenomen, en geniet aldaar tijdens zijn verplotric^ de hespitaalsoldij voor icderen graad per dag vastgesteld, ii.l. 4 cents voor een soldaat, 8 cents voor de korporaals, 15 cents voor cca sergeant en 2') cents bepaald is. Behalve nn, dat het teleurstellend is geheel buiteneden toedoen niet intijds tot een hoogeren rang bevorderd te kunnen wordei<, ziet men, dat het niet bevorderen, zoolang men in da ziekeninrichting :s, nog al een belangrijk geldelijk nadeel berokkent. 5. Een hiervoren bedoeld persoon wordt onder dezelfde omstandighe den ter verpleging opgenomen, doch met een gebrek, waardoor hij in da termen valt met pensioen den dienst to verlatun. .A Is reen nu weet, dut het bedrag van het jaarlijkse!! pensioen van de militairen beneden den rang van officier als volgt geregeld is: voor con acrjudant-oaderoiïicici f440, voor een sergeant-majoor f400, voor ecu sergeant f 3GO, voor een korperaal f250 en voor een soldaat f200., dan springt duidelijk in betoog, van hoeveel belang het voor iemand is in. dea zoo hoogst mogelijke» rang te worden gepensionnecrd, c. Om tot cien hooi'dcuvsus to worden toegelaten wordt vcrr-ischt con driejarige diensttijd, waarvan ecu in den graad van onderofficier. Nti kan het geval zich voordoen, dat iemand door tijdelijk in eene -zie keninrichting verpleegd to zijn geweest op hot tijdstip, waarop hij tot dea curs' s sou kunnen worden toegelaten, nog geen jaar omioroiiicifir is, EieltegeEstatuide hij overigens aan alle elschen voldoet, en een jasr onder officier zon geweest zijn, indien zijne aanstelling tot onderofficier door zijne verpleging in het ;hospitaal niet ware opgehouden. Geheel tius buiten toedoen van zoo iemand, h.j is n jaar ten achteren, om wellicht nimmer mser zijn doel te bereiken. (t. Is ecu cloor ous bij a en b boJoelJ militair gcliuwd, en in ds Kir'rcninrichting o\er!eu3U, <iu kunnen do gevolgen van zijne niet-Levorduring tijdens K ij n e verplc/'ip.^ voor zijne weduwe en kinderen ds nadecli.^sto gevolgen LebLen, als men iin^uat, dat het bedrag van hei jaarlijlcsch pen&iocn van <io v/euuiven en kinderea is vastgesteld: van een adjudantonderofficier /"Ü, scr;;or.iit-majoor ?225, sergeant /'2CO, korporaal ?150, E,.!,"!.-,,j- f -, i n CU^U'.i.-^ j J..IV,. Nor,' inesi-cei'o voorbf old«i zondon door ons kunnen worden aangehaald om anu te toonen, dat het niet bevorderen van inferieuren, tijdens ZÜia

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl