Historisch Archief 1877-1940
No. 382
DE AMSTERDAMMER, WEEKDLAD VOOR NEDERLAND.
of plateel worden gehistorieerd met bareliëfs of blaiuwe groepjens.
Deze omstandigheid, dat de Muziek eti de Architektuur schijnen te
willen aanvallen wat de schilderkunst in onze tijd, bij havo lalle»ux do
Chevalet, minder bereid ia te doen, is oorzaak, dat het bij de laatste
waargenomen verschijnsel minder bezorgdheid inboezemt dan anders het
geval zou zijn.
{Wordt vervolgd.} Alb. Th.
tJIT BELGIË.
Fiasco van La dame Slanclie en Lady
Macbethi Antwerpen: Kinderconcert. De
tentoonstelling van 1885.
Het zal den lezer niet belangrijk voorkomen eene beschrijving te lezen
hoe voor weinige dagen La dame Blanche in de Monnaie mislukt is,
gelijk verleden week Le Chalet slecht uitviel. Het had dezelfde oorzaak.
Ten eerste wennen zich de tooneelzangers den natuurlijken zang en 'fc
(Eenvoudig spel meer en meer af, en ten tweede licht men de hand met
de repetitiën voor zulke opera's, waardoor de fijnheden (haar grootste
aantrekkelijkheid) verloren gaan.
Uit geheele andere oorzaak slaagde Sara Bernhardt, niet met hare voor
stelling van Macbeth in het Thédtre des galeries. Het publiek was naar
de groote actrice komen loopen, maar scheen te meenen dat Macbeth
zoo'n soort van Dame aux camélias was. Men was geheel uit het veld
geslagen door de ruwe grootschheid der Shakespeare'sche tooneelen.
Ce n'est pas du bon gout, n'est'Ce pas, Madcmoiselle ? Ah, fi-donc, c'est
Ie barbarisme fout pur!
Ondanks de vele. in 't fransch geschreven geschiedenissen der Engelsche
letterkunde, in de laatste jaren door Taine en anderen opgesteld, zat het
publiek in de galeries als een kat in een vreemd pakhuis, en werd niet
geroerd, niet getroffen dan door een of twee tooneelen dat van 't bloed
ftfwrijven bij voorbeeld gedurende de geheele voorstelling.
Een zingende Macbeth van Verdi; een Otello van Rossini, een Hamlet
van Thomas, een Romeo n Juliette van Gounod, la lonne heure, die
kunnen er nog mede door. Ja. zelfs naar 't Italiaansch van Eossi, als
Hamlet, van Ristori als Lady Macbeth, van Salvini als Otello of zelfs
nog naar den nfoor Aidridge als Otello te luisteren.... dat alles gaat
nog men behoeft er immers niets van te verstaan: men kan zulke
kunst halfslapende genieten ! Maar Hacbeth in verstaanbare taal
te hooren spreken; als 't ware gedwongen te zijn naar de woorden en
de uitdrukkingen te luisteren; zich niet tevreden te mogen stellen met
de verzekering dat men muziek heeft gehoord, of eenen beroemden
Bchouwspeler op de planken heeft gezien; in verstaanbare taal volzinnen
te hooren die men niet begrijpt, waarvan men de grootschheid en fijnheid
ciet kan vatten!.... Ziet, dat is een kwaad voor de ijdelheid; men zou
haast zeggen, dat is eene barbaarsche proef, waarop Sara Bernhart het
Brusselsche publiek heeft gesteld.
En toch had de vertaler Kichepin al gedaan wat hij kon, om het engelsch
gepeperde stuk voor eenen franschen mond en verfranscnte ooren. 'l .
dragelijk te maken .... Het ging niet!
Sarah Bernhardt mocht vrij hier en daar den franschen declamatietoon
in de plaats stellen der echt natuurlijke engelsche voordracht: zij kon
toch het publiek niet medeslopen, en liet nog bij sommigen den indruk
achter van Shakespeare'sche hartstochten niet te kunnen teruggeven.
Hef tooneel wat het publiek het meest toesprak de bloedende hand
was bepaald te veel gedeclameerd, en had niets meer van somnambulisme.
Het Brusselach publiek zal beter doen zich voortaan maar te houden aan
stukken als Le monde oül'on s'ennuie en andere dergelijke zaken uit
het ciagelijksch leven, waarvan het beter op de hoogte is.
Kef. wil verder noch over de waarde van Shakespeare's drama, noch over
de uitvoering in onderdeelen treden. Een correspondent van de
Amster'nnmer. heeft -verleden week, vóórdat Eatali Macbeth te Amsterdam
gespeeld had, met geestdrift de loftrompet gestoken en het publiek ia
ssoete verwachting gebracht der dingen die komen zouden.
Kef. hoopt van harte dat, wat de actrice zelve betreft, noch de kenner
noch het gros van het publiek zich bij het aanschouwen van Sarah'sspel
teleurgesteld hebben gevonden. Te verwonderen zou bot ondertusschen
niet zijn. Moge de Arasterdamsche beoordeelaar met de hand op het hart
aich afvragen, hoe of de rol door Shakespeare kan bedoeld zijn, en h o e
of de tooneelspeslstor aan dat doel beantwoord heeft. Meer is, geloof
ik, niat noodig om den lezer toe te lichten en waarlijk de kunst te be
vorderen.
Antwerpen kan zich verheugen ten tweeden male de
van-R>jswijckcnniate voor kinderstemmen en groot orkest, gedicht door Julius do
Geyter, in muziek gezet door Peter Uenoit, te hooren uitvoeren. lieden
te half twee uur zal de tweede uitvoering plaats hebben in het lokaal
der beurs. Behalve de/e hinderhuldêaan een dichter verschijnt op het
programma vooreerst nog het zoogenaamde Gratulations-menwct, voor
orkest van Beethoven. Het is een humoristische volzin waarin als 't ware
een aantal personen achtereenvolgens of tijdelijk complimenten maken
en hunne geestdrift schijnen te uiten. Het stuk is in 1021 gecomponeerd
en behoort tot des meesters nagelaten werken.
Vervolgens zullen nog ten gehoore worden gebracht: Het gingen,koor
vau Karel Miry; Heil den Vlaamsehen dichte); koraal woorden van Jos.
van den Vijver, muziek uit de ze\entiendo eeuw, geharmoniseerd door
Peter Benoit.
Het koor bestaat uit eon duizendtal kinderstemmen, leerlingen dor
staatsscholen en weesmeisjes.
\Vij komen op de werken, zoowel als op de uitvoering teru.cr. Derge
lijke muziekfeestjes dienen als wezenlijke voorbereiding tot de feesten
deitentoonstelling van het volgend jaar, v.'.'irvoor alles in An; v.-^vpen rnecïs
in ijlende vaart is. Deze ijver wordt ;i >i (doca sk'cii's gedeeltelijk en
voor korten tijd) geschorst door de ophanden zijnde gemeenteverkiezin
gen. Overigens zien do toebereidselen voor de tentoonstelling er zoo uit,
alsof deze waarlijk met Mei zal kunnen geopend worden. Daarop is dan
nu ook alles aangelegd.
De gebouwen, waarmede men einde Juni is begonnen, zullen naar alle
waarschijnlijkheid, op het einde des loopenden jaars onder dak zijn, drie
vijfden zijn reeds zoo goed als gereed. Zij beslaan 80.000 vierkante meters.
De geheele ruimte is op 175.000 meters berekend, 't Is reeds toereikend
herhaald dat uit alle staten in en buiten Europa talrijke aanmeldingen
ter plaatsing van voorwerpen ingekomen zijn.
Vele lezers zullen verder met belangstelling vernemen dat te beginnen
met de eerste dagen der maand November, de verzamelingen Van der
Straelen, Moons en van Lerius te Antwerpen, openbaar zullen verkocht
worden. Deze verzamelingen bestaan niet alleen uit eene groote rij kost
bare en zeldzame boeken, maar ook uit schilderijen en andere kunstwerken,
benevens allerlei oudhedeu, munten, handschriften, enz.
Het waren Jan, Frans en Jan Baptist van der Straelen, Petrus
Theodorus Moons, de schoonzoon van dezen laatste en Theodorus van
Lerius, de schoonzoon van Frans van Straelen, welke deze voorwerpen
sedert 17GO verzamelden. De < ekerij alleen omvat ruim twintig dui
zend boekdeelen. De catalogus zal in acht deelen in 4o verschijnen. Het
eerste desl nu, op prachtig monumentaal papier, is door den archivaris
Alf. Goovaerts uitgegeven. Het tweede deel verschijnt eerstdaags.
M. A.
LETTERKUNDE.
KINDERLECTUUR.
I.
C'est Ie premier pas qui coüte.
Er zijn menschen, die meenen, dat het evenwicht van 't Heelal gevaar
loopt, als hier of daar een sonnet wordt gedrukt, waarvan een regel
mank gaat, en die omgekeerd het vaderland gered achten, als eene of
ficieel erkende romancière maatregelen neemt, om 't bestaan van Bolle's
affaire in de naaste toekomst te verzekeren.
Er zijn ook menschen, difl zich nooit voor de letteren" interesseeren,
behalve op Sinterklaasavond, en die een bijgeloovigen afkeer hebbeu van
al wat litteratuur heet.
Tusschen deze uitersten beweegt zich eene breede schaar van lieden,
die, (geëvenredigd aan hunne ontwikkeling) meer of minder behoefte heb
ben aan kunst, als surrogaat voor of aanvulling van de genietingen der
werkelijkheid.
Ondanks het loffelijk streven van vereenigingen en particulieren, blijft
zoowel het muzikaal genot als de heerlijkheden dor beeldende kunst en
de bekoringen van het tooneel, voor duizenden en duizenden onbereikbare
weelde, nu eens om nancieele redenen, dan weer door de onmogelijkheid,
om in kleinen kring de noodige ingrediënten te verzamelen.
Van de schoone letteren" alleen kan men zeggen, dat ze voor ieder
beschaafd mensch toegankelijk zijn. Een boek wordt eerder gekocht dan
eene schilderij en een leesgezelschap valt veel gemakkelijker te
organiseeren dan een flink concert of eene dragelijke tooneelvoorstelling.
Hierbij komt, dat de letterkunde gemakkelijker op populair terrein
wordt overgebracht dan de andere kunsten, en dit verklaart den zeer al
gemeen verspreiden loeslust, zelfs daar, waar van andere kunstont wikke
ling geen sprake is.
Een goed boek is een goed vriend! 't Spreuk je is ond, maar waar. Er
komen oogenh'ikken in 't menschelijk leven, dat men behoefte heeft aan
een blijk van medegevoel, in c'.en vorm van een troostwoord, eene op
wekking, eon handdruk. Gewoonlijk komen die oogenblikken juist dan,
als er niemand is, om dien troost, die opwekking, dieu handdruk te geven.
Welke onschatbare diensten kan in zulke gevallen een boek bewijzen!
Maar. keurig als op zijne vrienden, zij de mersch op zijne lectuur, 't
Is treurig, om te zien, hoeveel wansmaak er wordt aangekweekt, hoeveel
koper er voor goud wordt gehouden!
't Is treurig, maar 't is volstrekt geen raadsel voor hem, die bedenkt,
hoe weinig er wordt gedaan, om de meerderheid te leeren lezen.
Wie verwacht kennis der bouwkunde van hem, die nooit een enkele
constructie leerde, of de oplossing van een rekenkundig vraagstuk van
iemand, die de hoofdregels niet kent!
't Moet integendeel onze verbazing wekken, dat er betrekkelijk
nog zoovelen zijn, wier letterkundige horizon verder gaat dan een feuil
leton uit een provinciaal blad en wier smaak zich verheft boven 't peil
van de bellettristische tijdschriften.
Vraag het, dien eenvoudigen boekenvrienden eens, hoe ze er toe
kwamen, eene Camera bscura te genieten of Multatuli te waardeeren? Za
zullen u geen andere oplossing van het raadsel kunnen geven dan een
duister verhaal van eene langdurige worsteling tusschen goed en kwaad,
waarin bij uitzondering het eerste zegevierde.
Veelal bezwijkt het goede beginsel in den strijd, of geeft zich over bij
gebrek aan wapenen. Do spontane kracht van 't gezond verstand ia
slechts zelden sterk genoeg, om 't gebrek aan oefening te overwinnen.
Ieder, die behoefte aan letterkundige beschaving erkent, zal moeten
toestemmen, dat er iets in die richting gedaan moet worden, en?dat men
moet bei)innen met heiben'm. tloe staat het hiermee ten onzent geschapen?
De hervoriningszuclit, die ook doordrong tot de lagere school, bracht
ouder meer het liellettristisch leesboek" mede. Het dankte zijn oorsprong
aan de geilac'nte, dat reeds van het, eerste leesonderwijs af de letterkun
dige smaak moet worden ontwikkeld.
Men stoinl verrukt over de nieuwe uitvinding; de baanbrekers oogstten
vee! lui' en, wat nvcr ze;;t! veel honorarium voor de talrijke herdrukken.
Kr ontstond <'.cn wedstrijd in 't vervaardigen van leesboekjes, 'tesn al
mooier dan 't. ander, met do aaulokkelijkste litterarische titeltjas.